Brontekst bekijken van Werkgroep Alternatieve Ekonomie - Ongezond Verbeterbaar, Ekonomische aspekten van het wonen in België (KRITAK, 1977)

[[Categorie:Werkgroep Alternatieve Ekonomie Leuven]]
[[Categorie:KRITAK]]

[[Categorie:1977]]


Werkgroep Alternatieve Ekonomie Leuven:

Luk Bouckaert, Luc Goossens, Willem Moesen, Noël Molisse, Luc Penninckx, Frans Spinnewyn


KRITAK Leuven, 1977.


 '''http://anarchief.org/w/images/b/be/Werkgroep_Alternatieve_Ekonomie_-_Ongezond_verbeterbaar_Ekonomische_en_sociale_aspekten_van_het_wonen_in_Belgi%C3%AB_%28KRITAK%2C_1977%29001.pdf'''


De uitrusting van de Belgische woning verbetert. Maar in 1971 bezit 10% van de woningen nog steeds geen afvoersysteem, 36% geen WC binnenshuis, 50% geen badkamer of stortbad en 25% beschikt over niet meer dan één verwarmde kamer.

De gezondheidsstaat van de woning verslechtert: 800.000 woningen zijn ongezond, maar verbeterbaar; 440.000 ongezond en onverbeterbaar.

De gemiddelde leeftijd van de Belgische woning is 54 jaar. In Wallonië loopt dit op tot 70 jaar.

Minstens 1.492.467 mensen wonen in een te klein huis; 3.753.389 wonen in een huis dag, op basis van het nationaal gemiddelde, te ruim is.

En toch besteedt de overheid gemiddeld slechts 1,5% van haar jaarlijks budget aan sociale huisvesting.


Dit zijn enkele van de konklusies uit de nieuwe studie van de Werkgroep Alternatieve Ekonomie over de woonproblematiek. Dé centrale hypothese luidt dat de woningbouw zich op de eerste plaats niet richt op de sociale behoeften, maar op de individuele, koopkrachtige vraag.