Schapiro, Alexander - De Spaanse revolutie en het vraagstuk van de wederopbouw (s.d., 1979)

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


De Spaanse Revolutie en het vraagstuk van de wederopbouw

Door Alexander Schapiro

Oorspronkelijke titel: onbekend

Verschenen: onbekend

Bron: Voor Arthur Lehning, Wereldvenster, 1979, p. 304 Vertaling: uit het Frans vertaald door C. Misset

Digitalisering: Tommy Ryan


De Spaanse Revolutie en het vraagstuk van de wederopbouw

In Barcelona is zojuist een Economische Raad in het leven geroepen. Deze is samengesteld uit vijf leden van de CNT en de FAI, een lid van de UGT, een van de POUM en een van de regering van de Generalitat … deze laatste ‘voor de vorm’.[1]

Uit de samenstelling van deze raad blijkt duidelijk hoeveel vertrouwen de CNT en de FAI genieten bij de Catalaanse massa’s. Dit wordt overigens door de gehele - lokale en buitenlandse - pers erkend: in Barcelona en Catalonië telt alleen de CNT-FAI.

Het is geen gemakkelijke opgave om het economische leven van een land op nieuwe grondslagen in te richten. En dit des te minder in een periode van burgeroorlog, wanneer alle weerbare krachten aan het front dienen te zijn in plaats van op de akkers, in de fabrieken of werkplaatsen.

Maar zo luidt, zou men kunnen zeggen, de wet van alle revoluties: de economische en maatschappelijke reorganisatie moet hand in hand gaan met de gewapende strijd om de steunpunten van reeds ten dode opgeschreven regimes definitief te vernietigen. De opbouw begint nog vóór de afbraak is voltooid. Eens te meer wordt deze les duidelijk, en de Spaanse Revolutie, die misschien de laatste fase van haar strijd tegen het fascisme ingaat, is reeds aan de eerste fase van de wederopbouw van een nieuwe maatschappij vorm begonnen.

Deze eerste fase zal bepalend zijn voor alle volgende: daarom is zij het moeilijkst, en het belangrijkst. De weg die in deze fase wordt ingeslagen, is beslissend voor het gehele verdere verloop van de economische en sociale gebeurtenissen waaraan het nieuwe maatschappelijke bouwsel van dag tot dag een hechtere basis zal moeten ontlenen.

Dankzij de politieke vrijheid die het Catalaanse volk thans geniet - een vrijheid die met de wapens in de hand is bevochten kan van meet af aan op eenvoudige wijze een van de grote politieke fouten worden vermeden die de bolsjewieken in 1917 in Rusland begingen door intellectuelen en technici onder het nieuwe bewind maatschappelijk buitenspel te zetten. Deze elementen moeten voelen dat de ontluikende Revolutie ook de hunne is. Zij kunnen hiervan slechts doordrongen worden door de vrijheid die zij zullen hebben om te werken, te handelen en te leven.

De CNT-FAI heeft dus een buitengewoon belangrijke zege behaald door zich nu reeds binnen de Economische Raad te verzekeren van de steun van de technici die als mede- raadsleden en technisch adviseurs van onze kameraden optreden.

Het openbaar vervoer van Barcelona - ondergrondse, trams en bussen - functioneert alweer normaal en wordt geleid door een Revolutionair Comité, geheel bestaand uit leden van de CNT, welke organisatie de volledige technische en administratieve verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering op zich heeft genomen. Ook hier geeft het technisch personeel zijn medewerking aan het werk van het bedrijfs- comité. Onze kameraden zijn zich er bovendien zeker van bewust dat de economische en maatschappelijke wederopbouw geen taak is die kan worden volbracht met schuchtere, halfslachtige, vage experimenten. De revolutionaire moed en dapperheid in de gewapende strijd tegen het fascisme moeten hun noodzakelijke aanvulling vinden in een even voorbeeldige moed en dapperheid achter de linies, waar het economische en maatschappelijke leven van het volk moet worden ingericht.

De aanwezigheid binnen de Economische Raad van marxistische vertegenwoordigers die zich geen vrije maatschappijstructuur zonder staatscontrole kunnen indenken, kan uiteraard een belemmering vormen bij de opbouw van een nieuwe samenleving, die in Spanje slechts libertair kan zijn. Onze kameraden zullen met hun tact de tegenstellingen zeker van hun scherpe kanten ontdoen. Maar waar het vooral op aankomt is dat de organisatie van de productie, het ruilverkeer en de consumptie van meet af aan van laag naar hoog, op federatieve grondslag wordt gestructureerd, binnen welke structuur de massa’s, georganiseerd in hun verschillende vakbonds-, fabrieks-, landbouw-, coöperatieve, gemeentelijke en andere comités hun activiteiten vrij kunnen ontplooien - terwijl de centrale organisaties op deze terreinen slechts een rol zullen spelen op het gebied van coördinatie, beleidseenheid en statistiek.

Door deze federatieve ontwikkeling van het economische en maatschappelijke bestuur, die de marxistische en etatistische elementen binnen het antifascistische front op het ogenblik kunnen tegenhouden noch saboteren vanwege het eendrachtige enthousiasme van het volk dat slechts één leidende gedachte van de huidige Revolutie erkent - de gedachte die wordt vertegenwoordigd door de CNT-FAI — zal het economische leven, nu reeds, de vorm hebben gevonden waarin het zich kan uiten. De dag dat het fascisme voorgoed zal zijn verslagen, de dag dat Zaragoza in onze handen zal zijn, Madrid ontzet, en de fascistische reactie van de door Hitler en Mussolini betaalde generaals naar Marokko en nog verder moet vluchten, zal de opbouw van een nieuwe samenleving, vrij van iedere etatistische erfenis, reeds een eind weegs zijn en onder de arbeidersmassa’s zoveel vaste steun hebben dat de helaas nu al met zekerheid voorspelbare pogingen van de dictatoriale marxisten die de Revolutie van haar emanciperende koers zullen willen afbrengen om de macht te centraliseren en bij de staat te leggen, stuklopen op de reeds gevormde maatschappelijke instellingen die weigeren hun rechten en leven weer in handen te leggen van een nieuwe staat, zelfs al is die proletarisch.

Maar het is niet overbodig het nog eens te herhalen: geen halfslachtige experimenten, geen halve maatregelen, geen geschipper waar het de opbouw betreft zoals daar ook geen sprake van is geweest bij de gewapende strijd. Er staat te veel op het spel om zich de luxe van compromissen te veroorloven die de maatschappelijke betekenis van de Spaanse Revolutie alleen maar kunnen afzwakken - en zo geheel teniet doen.

Laten we ons de bittere kritiek van de marxisten aan het adres van de anarcho-syndicalisten herinneren: ‘Jullie willen de spoorwegen voor de spoorwegarbeiders, de fabrieken voor de industrie-arbeiders, de landbouwgrond voor de boeren.’

Laten we het maar dadelijk hardop zeggen: We willen de spoorwegen laten organiseren door de spoorwegarbeiders, de fabrieken door de fabrieksarbeiders, de landbouw door de boeren - voor het welzijn van allen, opdat ieder zijn beste krachten inzet en voor zichzelf alles kan nemen wat hij nodig heeft.

Bij het inslaan van deze brede weg van de sociale emancipatie, vandaag nog binnen de grenzen van het van het fascistische gevaar bevrijde Catalonië, bereidt de CNT-FAI voor morgen de anarchistische Revolutie voor heel Spanje voor. Zij bereidt deze voor met het oog op de Revoluties buiten de grenzen van het Iberisch schiereiland, want de bevrijdende golf die een antiautoritair georganiseerde samenleving onvermijdelijk teweeg zal brengen, zal - en ook dat is een natuurwet van de zegevierende Revolutie - eerst Frankrijk overspoelen en dan veranderen in een vloedgolf die in zijn spoor een tot op het merg verrotte kapitalistische en etatistische beschaving zal wegvagen.

De CNT-FAI gaat de werkelijk beslissende fase van haar heldenstrijd in - de fase van de opbouw van een maatschappij waarvan het kernpunt in haar antiautoritaire grondslag ligt. Elke afwijking van dit bouwplan, hoe onbeduidend op het eerste gezicht ook, kan het hele bouwwerk in gevaar brengen doordat het wankel wordt en in zijn voegen begint te kraken.

In de eerstkomende weken zal, iedere dag en ieder uur, de praktische en concrete uitwerking van de hoofdlijnen van de economische en sociale wederopbouw van de Spaanse Revolutie, na de overwinning op het fascisme, de werkelijke overwinning van deze Revolutie op alle conservatieve krachten van de burgerlijke en socialistische democratie en het dictatoriale marxisme definitief zeker stellen.


Voetnoot

[1] De Economische Raad van Catalonië werd op 11 augustus 1936 opgericht op initiatief van de CNT. Schapiro was bij het schrijven van dit artikel blijkbaar niet volledig geïnformeerd over de stand van zaken, want de Raad was samengesteld volgens dezelfde politieke verhoudingen als het Comité de Milicias: drie vertegenwoordigers van de CNT (onder wie de ex-secretaris van de IAA Eusebio Carbó en Juan Fábregas), twee van de FAI (onder wie Santillán), één van de PSUC, één van de POUM (Andreu Nin), drie van de UGT, drie van de Esquerra, twee van andere Catalanistische organisaties; voorzitter was de minister van economie van de Generalitat, Josep Taradellas (de huidige president van de Generalitat).