Blond, Georges - Het grote leger achter de zwarte vlag

Uit Anarchief
Versie door JJ (overleg | bijdragen) op 20 dec 2015 om 19:46 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Categorie: OCR GEORGES BLOND Het grote leger achter de zvvarte vlag geschiedenis van het anarchisme 'W E S T f R l E S L A N D' INHOUD 1. De...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen





GEORGES BLOND Het grote leger achter de zvvarte vlag geschiedenis van het anarchisme 'W E S T f R l E S L A N D'


INHOUD 1. De galg van Chicago l I 2. Grote verwachtingen • ,S,;..v,,:. ï .• , .• "'"'-!. . 38 3. Het duel Marx-Bakouni~ . [·fcr..J,._,.~ •.. \ 76 4. De petroleuse met het grote hart . '-.'-'\....-..." ·:, ~ .......•.. ' 126 5. De bezielden K°"'-'> rv:>~ .•.•..•.•.• , '&.t~ '\.,. ··~~ 1':..n.--. 149 6. Het bloed van 'La belle époque' f..:~'"':.c,• . .:_ -l<.- • • ~.... 170 7. Emma Goldmano 204 8. Gekroonde hoofden vallen 216 9. Anarchisme en misdaad ~e .. ~~. 245 JO. Een langdurig onweer ('T~-. u.\1 "", 1~ri., ~ :, r: 1 ';;.·1A,. L 271 J l. Overwinning van de rode vlag 323 ISBN 90 205 0913 6 Oorspronkeliike titel: La grande armée du drapeau noir Vertaling: Mevrouw H. Heidring Omslagontwerp: Wouter van Leeuwen Copyright© 1972 Presses de la Cité Copyright© 1973 by 'West/riesland', Hoorn


DE GALG VAN CHICAGO In cijfers uitgedrukt, heeft de groei van Chicago iets adernbenemends. Daar waar nu aan het meer van Michigan machtige wolkenkrabbers verrijzen, huilden honderdvijftig jaar geleden nog de wolven. In 1830 telde Chicago honderd inwoners, in 1837 4000, in 1850 30.000, in 1870 300.000. Op een stormachtige avond ia 187 l schopt een koe onder het melken een petroleumlamp, die de boer in het stro had. neergezet, omver: In drie dagen tijds brandt vrijwel de gehele stad af, de verzekeringsmaat¬schappijen gaan failliet. Vier jaar later is alles weer opgebouwd. In 1884 telt de stad 630.000 inwoners. De gebeurtenissen die in dit boek ter sprake zullen komen, nemen in dat jaar een aanvang. Evenals vandaag. en om dezelfde geografische redenen, was Chicago toen de grootste vlees¬en graanmarkt ter wereld, een van de belangrijkste industriecentra, en wat bet inwonersaantal betrof', op een na de grootste stad van de Verenigde Staten. In het centrum van de stad stonden hoge, stenen huizen, zwart van de rook, verschillende grote: hotels en restaurants, twaalf - voor die tijd - grote schouwburgen en music-halls, acht als deftig geldende clubs. Door het midden van de straten liep de spoorbaan. Zodra men zich van het centrum verwijderde, zag men hoe de stad zich koortsachtig aan het uitbreiden was. Naar alle richtingen strekte zich de ene straat na de andere uit, straten zonder eind met aan weerskanten grofgebouwde, houten huizen van een of twee verdiepingen, soms niet afgebouwd en verloten. Deze straten, die soms 30 kilometer lang waren, veranderden naarmate ze zich verder van de stad uitstrekten, in onverharde wegen. nog verder in niet meer dan karresporen, waarover de altijd boordevolle omnibussen voonhobbelden. Deze karresporen leidden naar de voorsteden, die of Amerikaanse namen hadden of wel Bremen, Batavia, Frankfort, Athene, Rome etc. heetten, afhankelijk van het land van herkomst van hun inwoners. Bijna zonder uitzondering weren dit immigranten. Amerika in opkomst van toen, het beloofde land voor duizenden en duizenden armoedzaaiers uit Europa. die daar hoopten Ie vinden wat hun vaderland hun niet kon geven: werk en brood. Hele families, uitgeput na do longe reis vol ontberingen. ontscheepten in New York. Als kudden schapen werden bij aankomst mannen. vrouwen 11


en kinderen door de immigratieambtenaren naar de controle en de 'ontsmeuing' geloodst. Nauwelijks hadden zij dit achter de rug, of ze vielen in handen van oplichters, vaak in pseudo-uniformen vermomd, die zich min of meer in de taal van de immigranten wisten uit te drukken en die hen naar armzalige hotels brachten, waar mea hen veel te hoge prijzen liet betalen. Protesteren hielp niet, want er waren altijd wel politiemannen die met de oplichters samenspanden en die dreigend met hun knuppel naar de borden wezen, waar, zeiden zij, de prijzen op aangegeven stonden. Inderdaad, maar in dollars, en in het Engels en niet in hel Pools, Litouws, of in het Napolitaans dialect. De meeste immigranten kenden maar één woord Amerikaans: de naam van de stad waar een familielid of een kameraad hen opwachtte · dat hoopten ze althans. Degenen die naar Chicago wilden. herhaalden steeds dat ene woord, Chicago, Chicago. Ze werden dan naar het Grand Central Depot gebracht, waar men kaartjes voor ben nam, die men hen veel te duur liet betalen. Vaak werden ze helemaal van alles beroofd en hele gezinnen bleven zonder een rooie cent op het station achter met alleen maar een ongeldig of verlopen treinkaartje in hun handen. De immigranten die het geluk hadden met een geldig treinkaartje in de goede trein terecht Ie komen, zagen twee dagen lang een onmetelijk landschap voorbijglijden, dat nu eens woest en maagdelijk was, don weer zover het oog reikte bedekt met bouwland, maar ook vaak verduisterd door de rook en het roei van de steden. De trein stopte midden in grote, drukke steden zoals de reizigers die nog nooit hadden gezien, maar ook bij piepkleine stationnetjesxeen houten hutje midden in de woestijn. In Chicago aangekomen werden de immigranten, waarvan sommigen tot zo deze reis ondernamen nog nooit een trein hadden gezien, de wagons uitgedreven. Er waren er die verbijsterd en hulpeloos 'Chicago' bleven roepen, niet beseffend dat ze op de plaats van bestemming waren aangekomen. Het tweede Amerikaanse woord dat ze leerden. was 'job'. Lang niet altijd vonden ze meteen werk, en dat was dan vaak het begin van de ellende. Ze slaken zich in de schulden en leenden geld tegen woekerprijzen. ln het nauw gedreven, namen ze elk soort werk tegen elk Joon aan. Op een zekere dag in de winter had de directie van de Durhamfabrieken (vleesconserven) een advertentie in een van de kranten van Chicago geplaatst. waarin voor een bepaalde dag 200 arbeiders gevraagd werden. Op de aangegeven dag meldden zich 3000 arbeiders na een deel van de nacht in de sneeuw en ijzige wind gewacht te hebben. De getergde mannen rankten slaags en de politie moest ze met knuppelslagen in bedwang houden. Eindelijk ging er een deur op een kier open: De eerste 20 mannen werden binnengelaten, de deur ging weer dicht, en ging niet meer open. Men had slechts 20 arbeiders nodig. De typograaf die de advertentie had opgesteld, had zich met een nul vergist. Uijna alle dagloners, die voor de zwaarste karweien gebruikt werden. waren immigranten. Ze probeerden zo dicht mogelijk bij de fabrieken in de voorsteden onderdak te vinden. De arbeiderswijken van Chicago bieden nu nog een troosteloze aanblik, maar vergeleken bij toen is het er nu hel paradijs. De straten hadden namen. maar dal was don ook hel enige dal ze met echte straten gemeen hadden. Voor het overige waren het al naargelang hot seizoen, niet meer dan door de vorst hard geworden karresporen, die in de regentijd in modderpoelen veranderden, in de zomer in een zandwoestijn. Trottoirs waren er niet, men ging over planken die over de stinkende, als riolen dienstdoende sloten gelegd waren, van het ene huis naar het andere. Alleen de zware regens zorgden voor de hygiëne ... Dat wil zeggen, ze veranderden de sloren in rivieren en de kuilen in modderpoelen, waar elk jaar tientallen kinderen in verdronken. De promotors van sommige voorsteden hadden, om woningen in de buurt van de fabrieken beschikbaar re kunnen stellen, niet geaarzeld hele huizenblokken boven op de afval van de fabrieken of op de stortbelten van de naburige stadswijk neer te zetten. Bij warm weer was het er vrijwel. onleefbaar van de stank en de vliegen. De vliegen stierven 's winters. maar hadden voor die tijd hun larven gelegd, co in het voorjaar vormden de miljoenen vliegjes een dichte blauwachtige wolk, die morbide en onheilspellend boven en lussen de huizen hing. Door een van de buitenste arbeiderswijken ten noorden van Chicago stroomde een zijrivier van de Chicago River, die men ironisch de 'Luchtbcllcnbcck' gedoopt had. De riolen van de fabrieken kilometers in de omtrek kwamen in deze vuilnispoel. die op sommige plaatsen 30 tot 50 meter breed was, uit. Yellen en chemicaliën veroorzaakten er een vreemde, permanente gisting. Deze 'Luchibcllcnbeek' vormde de zuide¬lijke grens van Parkingiown. Parkingtown was niet op afval gebouwd en toch was de stank er nog erger dan overal elders. Dit had Parkingtown te donken oan de nabijheid van de Union Stock Yards, oftewel de abattoirs. In 1884 rook men de abattoirs reeds kilometers uit de verte (de kunstmatige afkoeling was in die jaren nog zeer gebrekkig en van rookzuivering was nog geen sprake). maar dot nam niet weg dat de bewoners van Chicago trots waren op hun abattoirs. die dagelijks honderden bezoekers trokken. 'In bewondering keken dezen hoc de varkens voor een van grote haken voorzien reuzenrad werden neergewor¬pen, aan een poot werden opgepikt om dan schreeuwend over de lopende band naar de slachters gevoerd te worden. Met één enkel gebaar maakten de slachters een eind aan het gekrijs. De bezoekers bewonder¬den de behendigheid van deze mannen, die twaalf koeien in twee minuten afmaakten. Zij kregen slechts dit gedeelte van de werkzaamhe¬den te zien. De sprekers die het woord voerden op erbcidcrsbijeenkom- 12 13


sten, zinspeelden echter vaak op de miserabele omstandigheden waarin de arbeiders werkten: "Vijftig slachters zijn verleden jaar eon bloedvergiftiging gestorven, nadat zij tijdens het werk verwondingen hadden opgelopen. Wasbakken zijn er nergens, zodat onze kameraden die hun rniddaaboterharn mee naar de fabriek nemen, deze mei bloederige, besmette handen moeten opeten. Geen enkele wasgelegenheid voor de mannen die in de bijprodukten Ie werk zijn gesteld ... " Bijproduktcn, dat was onder andere en meer in het bijzonder de fabrikatie van kunstmest op basis van vleesafval en beendermeel. De mannen die daar werkten, verspreidden zo'n walgelijke lucht, dal ze niet in de omnibussen toegelaten werden. Aan het einde van een lange, moordende werkdag moesten ze kilometers Jopen om naar hun armzalige krotten terug te keren - ook door de huiseigenaren werden ze geweerd, zodat een menswaardige woning niet voor hen was weggelegd. Werk in de kunstmest aannemen, betekende dat men de laagste trap van menselijke ellende had bereikt. "Kameraden," riep een spreker uit, ,,hel is mijn plicht jullie een weerzinwekkende gebeurtenis te rapporteren. De vrouw van een arbeider in de reuzelfabriek in Batavia ging naar de fabriek toe om te zeggen dat zij haar man in twee dagen niet gezien had. 'Wij ook niet', was het antwoord. 'Hij heeft twee dogen geleden op de gewone tijd de fabriek verlaten'. Een onderzoek door de vakbond ingesteld, heeft uitgewezen dat in werkelijkheid deze man in een kuip kokend vet was gevallen. Niemand heeft iets gedaan om hem eruit te helen. het werk is gewoon doorgegaan. De getuigen van het ongeluk wilden niet officieel getuigen. uit angst ontslagen te worden. Het is niet de eerste keer dat een arbeider in een rcuzelfabriek zoek wordt gemeld. De kuipen liggen open en bloot in de grond, zonder enige beveiliging, en de ploegbazen jutten hun mannen voortdurend op." Er waren fabrieken waar de arbeiders holden uit angst hun baan kwijt te raken. Veiligheidsmaatregelen waren er zo goed als njet. Eveneens uit. angst ontslagen te worden, zweeg iedereen over wat er dagelijks in de fabrieken en werkplaatsen ven de trotse 'vlcesstad' gebeurde. Controleurs sloten hun ogen voor de wantoestanden: worsten waar het opveegsel van de vloeren en dode ratten in gestopt werden. kunstmatig gekleurde hammen. klppepasteien die van varkensafvnl ge¬maakt werden ... De afwezigheid van elke vorm van hygiëne en bescherming. het onmenselijk hoge tempo waarin gewerkt moest worden. de lage lonen, de onzekerheid, waren niet het monopolie van de abattoirs en conservenfa¬brieken. Een arbeider die aan de lopende bond werkte bij de montage van landbouwmachines, voelt zich plotseling niet goed en valt flouw. Het is verboden de band stop te zetten om hem te hulp te komen. Een opzichter duwt hem opzij in afwachting van de komst van een verpleger. Deze behandelt hem snel en stuurt hem naar het hospitaal door. En van dat ogenblik af is hij werkeloos tot hij ander werk vindt. Alweer uit angst hun plaats te verliezen, lieten de arbeiders toe dal zij, als ze maar een minuut te laat op hun werk waren. een boete kregen die gelijk stond aan een uur werken. Om dezelfde reden gaven de Iabrieks¬en ateliermeisjes zich aan de opzichters. Behnlve deze prostituécs op de fabrieken en ateliers. vielen er elk jaar tienduizenden vrouwen en meisjes dadelijk bij aankomst in Chicago in handen van souteneurs. Van het station werden de vrouwen naar bordelen in de stad gebracht. Daar werden ze uitgekleed en kregen ze verdovende middelen toegediend. Eenmaal in de val gelopen, was hun lot bezegeld. Het loon van een arbeider varieerde van 700 tot 3500 dollar per jaar, maar een dagloner verdiende veel minder. In sommige fabrieken of koelinrichtingen verdienden de mannen minder dan 250 dollar, terwijl ze in ijskoude kelders met hun voeten in het water moesten werken. De vrouwen, die vaak heel zwaar werk deden, verdienden twee of drie keer minder dan de mannen. Kinderen van 14 jaar of jonger (maar die zich vooe 14 uitgaven) duwden gedurende 9 uur per dog kisten met reuzel voor een machine uit, tegen een loon van 3 dollar per week. Een behoorlijke hotelkamer in Chicago kostte 2 of 3 dollar per dag. De dollar was toen 5 franc waard. De stad, die zich steeds uitbreidde en verrijkte, ging prat op zijn nieuwe bouwwerken. Het stadhuis en het gerechtshof hadden 5 miJjoen dollar gekost, het hoofdkantoor van de posterijen ook 5 miljoen, de Kamer van Koophandel 2 miljoen. Op 16 mijl afstand ten zuiden van de stad had Pullman een slaapwagenfabriek neergezet. om deze fabriek groeide een stad van 12.000 inwoners met een hou11 dat I miljoen dollar zou kosten. Aan de protesterende vakbondleiders die met luider sternme verkondig-den dat deze welvaart op een grenzeloze uitbuiting van de arbeidersklas¬se wus gebouwd, antwoordden de kapitalisten zonder enige valse schaamte: "Wij zijn noch politici noch denkers. Wij zijn rijken. Wij bezitten Amerika. Wij hebben het land veroverd door keihard werken en met het nemen van grote risico's. Wat wij op die manier hebben veroverd. zijn we niet van plan prijs te geven." ,.Maar terwijl jullie je verrijken, worden de arbeiders steeds armer." "Dat is hun eigen schuld. De arbeiders zijn lui, ze drinken en ze hebben geen opvoeding. Bovendien zijn er altijd armen en rijken geweest, dat is een natuurwet." Geen zweem van slecht geweten. Niet alleen in Chigaco, maar overal in het Amerika van die jaren woedde de klassestrijd in haar zuiverste vonn. De eerste organisatie in de Verenigde Staten die de bescherming van de 14 15


arbeider tot doel had, was illegaal, gewelddadig, zeer doeltreffend en enig in haar soort. In de jaren 1830-1840 had een Ierse, Molly Maguires geheten, in haar eigen land een terroristische verzetsorganisatie tegen de Engelsen opge¬richt. 's Nachts liep zij rond, haar gezicht met roet ingesmeerd en aan iedere kuit een pistool vastgebonden. Hetzij eigenhandig, hetzij met de hulp van haar boys roste zij ambtenaren van het Engelse bestuur af, of ze hielp ze meteen naar een andere wereld. Tenslotte werd het de autoriteiten in Londen te gorrig en zij stuurden zoveel politie naar Ierland dat de boys en Molly zelf gedwongen waren naar de Verenigde Staten te vluchten. Hun organisatie begon opnieuw te werken en in het geheim leden te werven. Om lid te worden moest men Ier en katholiek zijn. In principe ging het om een organisatie voor onderlinge hulpverlening en kameraad¬schap, die als volgt functioneerde: als een 'Molly' klachten had over zijn werkgever. wendde hij zich tot de leiders van de beweging ter plaatse. Dezen stelden een onderzoek in. Werd de klacht gegrond bevonden. dan werden er twee Mollies opgeroepen die bij een andere onderneming in een andere stad werkten: ,,Er is een karwei voor jullie op te knappen." Het karwei bestond uit het liquideren van de werkgever over wie klachten binnengekomen waren. Was dit gebeurd dan keerden de uitvoerders van deze lugubere opdracht naar vrouw en kinderen terug en hervatten hun leven van goed huisvader alsof er niets gebeurd was. Een Molly die een opdracht weigerde, werd zelf opgeruimd; een fv!olly die door de politie in het nauw gedreven was, vond altijd een onweerlegbaar alibi dankzij de getuigenissen van de andere leden van de beweging. Hun organisatie (en soms ook de opzettelijke passiviteit van de politie die veel leren onder haar gelederen had) stelde de Molly Maguires in staat om van 1850 tot 1873 hun zelfbescherming op doeltreffende wijze te waarborgen. Na 1873 zagen echter enkele detectives van Ierse afkomst kans zich in de beweging binnen te dringen. En vanaf 1875 begonnen de arrestaties, de processen en de vonnissen. Onderwijl had het syndicalisme vaste voet in Amerika gekregen. Echter niet zender moeite. De Amerikaanse arbeiders toonden een soort instinctief wantrouwen ten opzichte van de uit Europa overgewaaide socialistische ideeën. De meest actieve organisatoren van de arbeidersbe¬weging waren. vooral in het begin, Duitse immigranten. De politie van Chigaco was berucht om haar gewelddadigheid. In de kranten las men vaak passages als deze: 'Politiemannen hokten op de menigte in. zwaaiend met hun knuppels en links en rechts slagen uitdelend; in enkele minuten tijds hadden ze vele ledematen en schedels verbrijzeld'. Een dergelijke charge werd zonder enige afkeuring beschreven. in tegendeel. eerder als gold het een 16 sportieve prestatie. De welgestelden in Chicago vonden echter dat de politie niet talrijk genoeg was en op eigen kosten wierven zij extra militie. Hierop vormden een aantal Duitse socialisten in Chicago een gewapende groep die zij Lehr und Wehr noemden, en die als taak had de strijders te organiseren en te beschermen. Als gevolg van de repressieve wenen van · Bismarck werden de Duitse activisten in die jaren in een snel tempo hoe langer hoe talrijker. De belangrijkste Amerikaanse arbeiderspartij, de in 1867 opgerichte Party of North America was zwak en innerlijk verscheurd doordat een groot deel van de partij volstrekt tegen geweld was. ln 1881 kwam er in Chicago een Congres samen dat vertegenwoordigers van vele arbeidersbe¬wegingen of 'soclaat-revolunonaircn' verenigde. Niemand was het met elkaar eens. De uiteindelijke resolutie behelsde echter een paragraaf over de noodzaak 'gewapende groepen te vormen en in stand te houden'. Twee jaar later, in oktober 1883, werd in Pittsburg, Pennsylvania, weer een sociaal-revolutionair congres gehouden. Dit congres telde niet meer dan 26 afgevaardigden, waarvan 21 Duitsers. De vergaderingen werden in het Engels gehouden. Dit kleine, overwegend Duitse congres ontwierp in enkele dagen de strategie en de tactiek voor een revolutionaire arbeidersbeweging. Alle bestaande arbeidersbewegingen werden in een gemeenschappelijke organisatie, de International WorkiTJg People's Association, verenigd. (Dat wil zeggen in theorie, in werkelijkheid behield iedere beweging veel vrijheid.)Het congres stelde een manifest op waarvan 100.000 exempla¬ren in het Engels, 50.000 in het Duits en 10.000 in het Frans werden getrokken. De inhoud van dit manifest kwam in hoofdzaak op het volgende neer: 'Het kapitalistische systeem is onrechtvaardig en moord¬dadig. Ons doel moet zijn dit systeem met alle krochten en alle middelen uit te roeien. De wet, de staat, de school en de kerk zijn alle hindernissen die de arbeidersklasse in de weg staan en die het kapitalisme in stand houden. De huidige politieke instellingen zijn agenten van de bezittende klasse. Het is hun tank de mocht van de rijken te handhaven. Wij weten dat wij niets van die macht te verwachten hebben. Er blijft ons dus slechts één middel over: GEWELD'. In oktober 1884 verscheen in het Chieagodegblad 'Alarm' een artikel dat veel aandacht trok. Van de acht officiële kranten van de International Worki11g People's Association werden er vijf in Chigaco uitgegeven. Het Alarm was de enige Engelstalige krant. Directeur ervan was de Ameri¬kaan Parsons, die als dertienjarige jongen tijdens de Burgeroorlog bij het leger in dienst was gegaan en daarna het vak van drukker had geleerd. Hij had een goed gezicht met regelmatige trekken, lang, bruin haar, donkere, intelligente ogen en een dikke, keurig onderhouden snor. Hij was ultra-socialist. 17


"Sommigen," zei hij, .,noemen ons communist, anderen socialist en anarchist. Wij vinden alle drie die benamingen best." 'De strijd tegen het particuliere eigendom is een recht en zelfs een plicht', kon men in bel artikel in Alarm lezen. 'De arbeiders moeten wapens, munitie en explosieven kopen. Het geweld moet zowel individueel als collectief, zowel defensief als offensief zijn. Dynamiet is het wapen van de vrijheid'. Voorts bevatte bet bewuste nummer één gedicht in vrije verzen, gewijd aan dit explosief: Dynamiet, dynamiet! beter is er niet Al beu je dan geen sieraad Yelen vinden bij je baat De dikste, hardste rotswand Is niet tegen je bestand, maar beter nog, je ergste vijand ben je in een mum van tijd voor eeuwig kwijt. aanzwellend rumoer op straat. Zij stonden op en liepen naar het raam. Een grommende mensenmassa die de straten vult is een angstaanjagend gezicht, vooral als er boven de hoofden van die menigte met zwarte en rode vlaggen gezwaaid wordt. De verschrikte burgers lazen op de wimpels in zwarte en rode letters geschreven: 'Het particuliere kapitaal is de beloning voor diefstal'. 'Onze kapitalistische bandieten doen er goed aan hun Heer te danken, want wij, hun slachtoffers, hebben ze nog nic;, vermoord'. 'Het proletariaat moet zichzelf bevrijden'. Drie à vierduizend betogers uit de buitenwijken waar de straten ongeplaveid waren, trokken langzaam in de regen en de kou voorbij. Zij hadden eerst naar de toespraak van Parsons en andere leiders geluisterd. Een motie die spottend de Thanksgiving resolutlon werd genoemd, werd bij acclamatie aangenomen: 'Wij zijn dankbaar omdat we de werkelijke reden van de armoede begrepen hebben en we zullen nog dankbaarder zijn wanneer we onze theorieën in toepassing gebracht hebben'. Uit vrees voor repressieve maatregelen hadden de sprekers voorzichtig gesproken, maar het hoofdmotief van hun toespraken was duidelijk: 'Wij bereiden ons voor op de komende strijd'. ,,Er komt geen strijd," zei de burgemeester tol de verontruste delegatie die hem weer was komen opzoeken. ,,Gelooft u me, ik voorkom liever dan dat ik genees." Er kwam inderdnad versterking voor de politietroepen. Op Thanksgivings¬day van het volgende jaar gaven politie en militie in de straten ven Chicago demonstraties van hun mocht in de vorm ven schijngevechten ten beste. Tegelijkertijd publiceerden de Duitstalige kranten van de 1.W.P.A. artikelen die aanwijzingen gaven voor hel vervaardigen van explosieven. De Arbeitcr Zeiiung, waarvan de directeur Spies heette, bevel het instellen van een opleidingscursus voor straatgevechten aan. Deze August Spies, vijfendertig jaar oud en in Duitsland geboren, was in Chicago een van de leiders van de extremistische beweging. Hij drukte zich even gemakkelijk in het Engels als in het Duits uit. Uiterlijk leek hij met zijn dikke snor, volgens de Amenkaanse mode van toen, veel op Parsons. Na het verschijnen ven de artikelen in Alarm en in de Arbeiter Zeitung, wendden verschillende verontruste industriëlen en bankiers van Chicago zich tot de burgemeester, Carter H. Harrison. ,.Die kranten moeten verboden worden en de directeuren ervan gearres¬teerd." ,,Welnee," was het antwoord, .,dat zou de zaak nodeloos opblazen; zoveel heeft het niet te betekenen. Bovendien hebben wc de politie goed in de hand. Er gebeurt heus niets." Drie weken later leek het er voor de bewoners van de dure wijken op dat er toch wel wet ging gebeuren. De meesten vun hen waren toen net Tl:a11ksgivirrgs Day aan het vieren. Thanksgivings Day is een traditionele feestdag die eertijds was ingesteld om God te danken dal hij de komst en de vestiging van de Puriteinen op Amerikaanse bodem had begunstigd. Van de oorspronkelijke viering was alleen nog rnnur een lunch overgeble¬ven, waarbij veel kalkoen en pumpkin ple werd gegeten. Die dag onderbraken de gasten hun maaltijd bij het horen van een steeds "Wij vechten voor een achturige werkdag, voor loonsverhoging, voor verbetering van de werkomstandigheden. voor afschaffing van de zwarte lijsten ... " In het/voorjaar van 1886 sproken activisten van de arbeidersbewegingen elke avond bij de uitgang van de fabrieken. De zwarte lijsten waren voor iedere arbeider een nachtmerrie. De werkgevers gaven elkaar deze lijsten door. waarop ze steeds de namen van de ontslagen arbeiders noteerden. Ontslagen worden betekende daarom: jarenlang geen werk meer vinden. Hoe konden deze praktijken voorkomen worden? De zwarte lijsten bestonden niet officieel en geen enkele werkgever was verplicht een reden of rechtvaardiging aan te voeren voor het niet aannemen van een arbeider. In het voorjaar van 1886 waren er onlusten in verbond met ontslagen die in de McCormick-fobrieken van landbouwmachines waren gevallen. Verscheidene mannen werden ontslagen, omdat ze bij een vakvereniging waren aangesloten. In verschillende werkplaatsen waren protesten gere¬zen en werd er met staking gedreigd. De directie sloot de fabriek; een aanplakbiljet werd aan de deur bevestigd: 'Heropening op 2 maart. 800 18 19


tot 1000 arbeiders kunnen te werk worden gesteld'. Sluiting was een geducht wapen in handen van de werkgevers: een paar dagen of paar weken sluiten en dan het personeel vernieuwen. Het aanbod van arbeiders was altijd groter dan de vraag. De macht van de werkgever leek onbegrensd. Maar dil keer echter • tot grote verbazing van allen en dankzij de bemoeiingen van de syndicalisten - meldden zich slechts 300 arbeiders bij de McCormick-fabrieken in plaats van de 800 die gevraagd werden. Op dezelfde dag namen de reeds genoemde Parsons, directeur van Alarm, en Michael Schwab, een drieënderligjarige socialistische leider, het woord op een meeting. Beiden verklaarden ze dat de arbeidersstrijd begonnen was en dal de mannen die bij McCormick werk aannamen, als gelen • beschouwd moesten worden. Het bestaan van de zogenaamde gelen vormde een probleem voor de aanvoerders van de arbeidersstrijd. Gelen waren zij die niet meededen aan een slaking en dus een totale staking onmogelijk maakten. "Ik heb geen rooie cent meer en niemand kan me iets voorschieten. Je hart breekt als je die magere beentjes en armpjes van m'n kinderen ziet." ,,Mijn vrouw moet bevaJJen en er is geen vroedvrouw die bij ons in de wijk komt als ze niet tien dollar vooruitbetaald krijgt. Wo hebben njet meer dan vier dollar." ,,Als ik niet binnen drie dagen mijn huiseigenaar de 20 dollar betaald heb die ik hem schuldig ben, dan wordt mijn gezin op straat gezet. Zonder werk kan ik niet lenen. En als ik staak, dan betekent dat de zwarte lijst." Anderen bij wie de nood iets minder hoog gestegen was, lieten zich door de werkgevers ompraten: om de fabriek maar draaiende te houden werden zi] beter betaald en werden hen mooie beloften gedaan: ,.Voor jullie zal er altijd werk zijn, als je nu aan 't werk gaat." De stakers dreigden de gelen en wierpen stenen naar hen. De werkgevers lieten zich door de politie beschermen. De gemeente had 500 man ter beschikking van McCormick gesteld. Ook gebeurde het wel dat als de spanningen erg groot waren, de werkgevers de gelen in de fabriek onderdak gaven en hen voedden, soms wel twee weken of langer. De werkplaatsen werden dan in slaapzalen veranderd. Vaak was er slechts één gemeenschappelijke slaapzaal voor mannen en vrouwen. ,.Kameraden, wat er in deze slaapzälen gebeurt, tart elke beschrijving." De spreker overdreef niet. Het feit dat venerische ziekten in de arbeiderswijken welig tierden als oooit tevoren, sprak voor zichzelf. In de tweede helft van april Jg86 werden, behalve McCormick, een gasfabriek, staalwerken en een deel van de abattoirs door stakingen getroffen. Loodgieters, metselaars en timmerlieden legden eveneens het werk neer. Overal hielden sprekers uit de arbeidersbeweging toespraken. In de niet-socialistische pers werden de leiders van de International Working People's Association aangevallen: 'In onze stad bevinden zich twee bandieten op vrije voeten', kon men in de Mail lezen. 'De ene heet Parsons, de ander Spies. Deze twee kornuiten doen al tien jaar lang niet anders dan wanorde scheppen. Men had ze al lang uit de stad moeten verbannen'. Op 630.000 inwoners, telde Chicago niet minder dan 225.000 meerderjari¬ge arbeiders. De niet-arbeidende bevolking van Chicago stelde zich deze mannen voor als een leger dat klaar stond om de stad in brand te steken en bloed te vergieten bij het eerste sein van de opruiers. 1 mei zou de fatale dag worden. Later zou August Spies (als beklaagde tijdens het anarchistenproces in Chicago) het begin van de mei-onlusten als volgt beschrijven: ,,Zoals een ieder weet, is er op 1 mei praktisch niets gebeurd. De betogingen in de buitenwijken hadden een ordelijk verloop, slechts een enkele schermutseling met de politie die het vermelden nauwelijks waard is. Er waren geen gewonden. Zondag 2 mei is het helemaal rustig geweest, evenals de morgen van 3 mei. Die middag zou er een meeting plaatsvinden in Blackroad, in de buurt van de McCormîckfabneken. Toen ik op de meeting kwam, waren er reeds ongeveer 6000 stakers aanwezig. Ik had het woord genomen en gesproken over kortere werktijden, over de sluiting en over de zwarte lijsten. In tegenstelling tot wat er in de kranten beweerd wordt, was mijn toespraak gematigd. De waarnemers van de politie die zich in de zaal bevonden, kunnen dit bevestigen. Kort voordat ik uitgesproken was, luidde de bel van de McCormickfa¬brieken voor het einde van de werkdag. Er werkten alleen maar gelen in de fabriek. De stakende arbeiders die naar mij waren komen luisteren, zijn toen opgestaan en hebben de zaal verlaten." .. Om de gelen aan te vallen," licht de rechter toe. "Niettegenstaande mijn vermaningen," zegt Spies. ,.Tevergeefs heb ik ze bezworen niet.te gaan." "Met stokken en stenen gewapend, hebben zij de arbeiders die de fabriek uitkwamen, bestookt." ..Toen heeft de politie geschoten." .De politie heeft geschoten in antwoord op de schoten van de arbeiders. u hoeft niet te vertellen wat er toen voor de McCormickfabrieken is gebeurd. U was er niet. U bent op de meeting gebleven." "Inderdaad, ik heb pas later de meeting verlaten, en ben toen naar de fabriek gegaan en ik heb gezien hoc de politie de arbeiders met knuppels uit elkaar joeg. Ik heb gewonden bedekt met bloed gezien. De arbeiders

  • Yellow = geel, betekent in het Am.-Engels ook 'lal'.

20 21


hebben me verteld dat de politie geschoten had en dat er doden waren. Ik ben naar de meeting teruggekeerd en heb aan de deelnemers gevraagd hun kameraden hulp te gaan bieden. Ze zijn echter blijven zitten. Hierna ben ik naar de krant gegaan om een artikel over deze gebeurtenissen te schrijven." De balans van deze bloedige gebeurtenissen was: bij de arbeiders één dode, zes ernstig gewonden door kogels, een onbekend aantal minder ernstig gewonden; aan de kont van de politie een paar gewonden. Noch Spies noch iemand anders kende deze cijfers op de avond van 3 mei. iedereen dacht dat er veel meer doden gevallen waren. Spies schreef een artikel en een pamflet dat met de volgende in hoofdletters gedrukte woorden eindigde: 'Arbeiders, neemt wraak! Te wapen!' "Die laatste woorden," zei Spies, ,,zijn er zonder mijn medeweten in de drukkerij aan toegevoegd, door typografen die woedend op de politie waren." Het pamflet was in het Engels en in het Duits gedrukt. Vijftienduizend exemplaren werden ervan verspreid. Uitgezonderd het Alarm en de Arbeitcr Zeitung, goven de kranten van de volgende dag in hun verslagen van de gebeurtenissen alle schuld aan de arbeiders. Hoofdthema: 'De meeste stakers waren dronken. De anarchis¬ten die hen opstoken, zijn een gevaar voor de samenleving'. Op 4 mei rinkelde op hel. commissariaat van politie de telefoon vanaf halfacht 's morgens: De gc/e11 die op weg naar hun werk waren, werden aangevallen en de politie die hen beschermde, gebruikte de ploertendo¬der. Om halfncgen telefoneerde de chef van het detachement dat in Blackroad patrouilleerde: "Ik bel vanuit de drugstore voor het Barham depot. Een menigte dromt samen, mijn mannen zijn in -de verdediging. Er wordt met stenen naar ze gegooid. Ik heb versterking nodig." De versterking was om 9 uur 10 ter plaatse. Geen staker meer te bekennen, ze hadden zich uit de voeten gemaakt. De eigenaar van de drugstore stond voor zijn leeggeplunderde winkel te jammeren. "Dot zal je leren je telefoon aan smerissen beschikbaar te stellen," had een van de aanvallers hem toegebeten. Journalisten kwamen naar de puinhopen kijken en renden van de ene plaats van actie naar de andere. 's Middags telefoneerden zij: 'Bloedige strijd om de McCormickfabriekeo'. Zij dramatiseerden. Er had nog geen druppel bloed gevloeid. Diezelfde middag stormde een van de typografen van de Arbeiter Zeitung het kantoor van Spies binnen: "De vakbondleiders organiseren een meeting vanavond op Haymarket Square. U moet er spreken." Fischer, afkomstig uil Bremen, had als vijftienjarige jongen Duitsland verlaten. Hij was een knappe jongeman en een fel sociaal-anarchist. ,.Oké," zei Spies na even denken. Fischer liet toen een pamflet zien dat hij had samengesteld en op dat ogenblik al bij de kranten ter perse was. Het was een in het Engels en Duits geschreven aankondiging van de te houden meeting: 'Komt allen vanavond om 7 uur op Haymarket. U zult er de beste sprekers horen; ze zullen de gruweldaden van de politie aan de kaak stellen. Arbeiders, wapent u en toont uw kracht'. De laatste twee zinnen waren in vette hoofdletters gedrukt. "Die laatste zinnen bad je beter weg kunnen laten." zei Spies. ,,Ren naar de drukkerij en laat ze schrappen." Maar twee- or driehonderd pamfletten waren al verspreid. August Spies verliet om halfacht de krant zonder zich te haasten. 'Meetings beginnen nooit op tijd'. Bovendien zou hij in het Duits spreken en Duitse sprekers kwamen altijd het laatst aan de beurt. Onderweg stopte hij bij een vriend bij wie hij zijn revolver achterliet. Tussen 8 uur 15 en 8 uur 30 arriveerde hij op Haymarket, samen met zijn broer Henry. Het was toen al Flink donker. Haymarket bestaat tegenwoordig niet meer. Het was een lang, uitgestrekt plein dat door een verbreding van de Randolph Streel werd gevormd. Er konden zo ongeveer twintigduizend mensen staan. Rondom het plein stonden grote gebouwen, fabrieken, entrepots en dergelijke. "Verstandig van je om je niet te haasten," zei Henry Spies tegen zijn broer. Het Lange plein dat vrij goed verlicht werd door gaslantaarns, leek op de brug van een groot schip dat in de nacht verdwaald is. Men zag slechts enkele groepjes besluiteloze mensen staan. Spies k.lom op een afgekoppel- . de vrachtwagen die daar toevallig stond en riep de mannen toe: ,.Waarom is de meeting nog niet begonnen? Waar is Parsons?" .Aan bet andere eind van het plein," antwoordde iemand. •• Dan gaan we daar naar toe." Maar ook daar was. geen Parsons te zien. Het was onbegrijpelijk. Spies begon zich op te winden. Jedereen liep weer terug en inmiddels hadden enkele voormannen daar een podium neergezet. ,.Ik ga maar beginnen," zei Spies, ,.anders gebeurt er helemaal niets." Hij begon een redevoering in het DuiLS en zei dat de meeting was georganiseerd om nogmaals over de achturige werkdag te spreken, en om uit te maken wie er verantwoordelijk was voor de gebeurtenissen van de vorige avond. .De autoriteiten beweren dat wij wanorde willen scheppen. Dot is niet waar. Wij willen recht. AJs er geweld gebruikt wordt, dan is dat de schuld van de werkgevers." Omdat hij wist dat zijn gehoor uit eenvoudige, soms zelfs ongeletterde mensen bestond, drukte hij zich in eenvoudige, korte zinnen uit, met zo nodig eveneens bondig uitgedrukte toelichtingen. 22 23


Terwijl hij aan het spreken was, begon bet plein vol te lopen. "De onderdrukkers van de arbeidersklasse willen mensen zoals ik onschadelijk maken. Maar het ogenblik is nabij dat wij de kapitalisten zullen ophangen." Stemmen riepen: .Laten we ze nu ophangen!" ,.Als we gereed zijn, zullen we zonder waarschuwing tot daden overgaan. Duizenden gezinnen lijden honger omdat een handjevol rapaljc in weelde en ledigheid leeft. Moeten wij door zo'n kleine minderheid over onze levens laten beschikken?" ,,Neel Nee!" Op dat ogenblik kwam iemand Spies waarschuwen dat Parsons en Samuel Fielden aangekomen waren en Spies maakte zijn toespraak snel af. Het was negen uur 's avonds. Een golf van opwinding ging door het publiek toen Parsons het podium beklom. Parsons had namelijk de reputatie opruiende redevoeringen te houden. Tot ieders verwondering en teleurstelling van sommigen begon hij met eeo min of meer wetenschap¬pelijke uiteenzetting. waarbij hij cijfers produceerde om de uitbuiting van de arbeider aan te tonen: "Als vandaag in dil land een artikel voor één dollar verkocht wordt, wat denken jullie dat de arbeider dan ontvangt? Vijftien cent. De rest verdwijnt in de zakken van de kapitalisten." Maar lang verveelde hij zijn publiek niet met statistieken en al gauw verhief hij zijn stem: "Elke keer dat jullie om loonsverhoging durven vragen, wordt de politie op jullie losgelaten en worden • jullie in de straten van deze stad achrervolgd en vermoord. Ik sta hier waarachtig niet om tot wanorde op te roepen, maar om de waarheid te verkondigen, om openlijk Ic zeggen waar het op staat. Als de arbeiders niet uitgemoord willen worden en bun gezinnen niet verhongeren, dan moeten zij zich bewapenen." Het publiek werd onrustig. en stemmen riepen: ,,Aan de galg met de werkgevers!" Even leek het of Parsons bang was dat hij te ver was gegaan, want hij hief zijn hand op om het publiek te sussen. "Nee," zei hij, .,laten wij nier met geweld beginnen, maar laten we waakzaam blijven en klaar staan." Terwijl hij toegejuicht werd, wees hij naar een man die net het podium beklommen had en naast hem stond. Hee was een grote, zware, baardige man met een breed gelaat en lang haar. ,,Hier is Samuel Fielden." Fielden was met Parsons de enige extremistische leider die niet van Duitse afkomst was. Hij was een Engelsman uit Lancashirc. die in 1868 in de Verenigde Staten was gekomen. Nu in 1886 was hij een jaar of veertig. Hij nam het woord: "Ik ben altijd arbeider geweest," sprak hij trots, ;,en door persoonlijke ervaringen ben ik tot het socialisme gekomen." Hij sprak verder over de volslagen onzekerheid van het leven van de arbeider, waarna hij zei dat de arbeidersklasse niets van de wet te verwachten had. "De wel is onze vijand. We moelen er tegen in opstand komen. De wet is gemaakt voor hen die ons onderdrukken. Jullie hebt gisteren gezien hoe de wet aan de zijde van McCormick was en dat jullie geen schijn van kans hadden om op legale wijze jullie rechtmatige eisen kenbaar te maken." De absolute noodzaak tot illegale handelingen over te gaan was het onderwerp dat de leiders van de f.W.P.A. onderscheidde van andere arbeidersbewegingen. Fielden was tien minuten aan hel spreken toen er een koude wind opstak en het begon te regenen. Toehoorders verlieten het plein. .Mannen," riep Parscns, .Jaten we onze vergadering in Zepfs Hall voortzetten." Zcpfs Hall was een grote zaal die vlakbij Haymarkct lag. .Daar is al een vergadering eon de gong," zei iemand. "Ik heb nog maar tien minuten nodig," zei Fielden, ,.dan ben ik klaar." Hij kwam op hetzelfde thema terug, namelijk dat het 't kapitaal was dat aan de arbeiders de oorlog verklaarde en dat zij zich verdedigen moesten. Het ging hem erom de arbeiders steeds voor ogen Ie houden dat zij niet meer deden dan zich verdedigen. .,Tot slot," zei Fielden ... Hij brak abrupt af, want een groep politiemannen baande zich een weg naar het podium. Het was toen lO uur 20. Fielden bleef zwijgend en overrompeld staan. Het publiek was doodstil. Twee officieren liepen aan het hoofd van een politietroep van ongeveer tweehonderd man. Velen herkenden onmiddellijk kapitein Bonfield en kapitein Ward. De mannen hielden op enkele passen van het podium sul. Ward draaide zich om naar hel publiek: "ln naam van het volk van lllinois, beveel ik allen die zich hier bevinden zich onmiddellijk rustig Ic verspreiden." Aangezien niemand aanstalten maakte, herhaalde hij zijn zin. .,Maar we zijn loch rustig," zei toen Parsons. De sprekers begonnen het podium te verlaten. Zoals altijd W4'nneer er sprake is van een dramatische gebeurtenis, verschillen de ooggetuigever¬slagen: 'Alleen maar een schijnsel bij het podium'. 'Een rond, lichtgevend voorwerp dat door de lucht vloog'. 'Een bom die ontbrandde toen hij viel'. Maar hoc den ook, iedereen hoorde de harde explosie die volgde. Direct daarop doodse stilte. En toen het ene schot na het andere. De politie had het vuur op de arbeiders. die schreeuwend de vlucht nomen, 24 25


geopend. In enkele minuten tijd was alles afgelopen. Het plein was leeg. In het schijnsel van de gaslantaarns zag men de regen gestadig vallen, en hoorde mea de gewonden kermen. bekend staan onder de naam anarchisten en die, een rood spoor achterlatend, door het land trekken, de hartstochten van de onwetende buitenlanders opzwepend, en die overal waar ze komen onrust en ellende op hun geweten hebben'. Een ieder die niet beter wist, zou bij bet lezen van een dergelijk communiqué denken dat heel Amerika in de greep van het anarchisme was! Op twee uitzonderingen no, spraken alle Amerikaanse kranten in dezelfde bewoordingen over het oproer van Hayrnarket. De golf van xenofobie overspoelde het hele land. Tegen de anarchistische vrccmdclin¬gen zou meedogenloos opgetreden worden. Degenen die niet opgehangen werden, zouden naar een verlaten eiland gedeporteerd worden. In de pathetische, gechargeerde taal van die dagen, werden de anarchisten algemeen als 'wilde dieren' beschreven. De twee kranten die hier een uitzondering op maakten, waren John Swinton's Paper en Topeka Citizen. De eerste had de moed te zeggen dat men toch het hoofd koel moest houden: 'Als de politie niet de vergadering was komen verstoren, dan zou deze in olie rust verlopen zijn'. De Topeka Citizen merkt op, dat iedere willekeurige explosie in een mijn twee keer zoveel doden tot gevç,lg had als de bom van Hayrnarket, en een mijnexplosie gebeurde meestal zonder dat iemand, behalve de Iarniliclcden van de slachtoffers, er zich druk over maakte. Anderzijds, zonder de bom goed te keuren, kon men zich afvragen of de extremistische theorieën nooit gerechtvaar¬digd waren en of de arbeiders nooit enig recht op of reden tot het stellen van eisen hadden. De Globe Democratie van St. Louis ging het verst rner zijn conclusie op het gebeurde: 'De enige goede anarchisten zijn anarchisten die dood zijn'. 'Onder de politiemannen is één dode gevallen, verschillende mannen zijn in levensgevaar, ongeveer zeventig zwaar gewond. De anarchisten hebben gisteravond de heerschappij van de chaos ingeluid door een bloeddorstige menigte op te zwepen. Ze bebben met voorbedachte rade de politie in een val gelokt. Ze hebben een bom geworpen co het vuur op de politiemannen geopend'. De arbeiders die op Haymarket bij elkaar waren, hadden het vuur niet geopend, maar wel was de bom die naar de politie geworpen was, van hen afkomstig. Geen enkele krant vermeldde de verliezen aan de kant van de arbeiders. Het hoofdartikel van de Inter Ocean bevatte de volgende passage: 'Het is duidelijk dat de moorddadige bom van dinsdagavond het logische en onvermijdelijke resultaat is geweest van de rode vlag die enige dagen tevoren was uirgesroken'. De rode vlag was op zichzelf een onschuldig symbool, maar men kon moeilijk de relatie oorzaak eo gevolg tussen oproep tol geweld - het geweld 'als het enige verdedigingsmiddel van de arbeidersklasse' - en het werpen van de bom ontkennen. Al deze artikelen verschenen pas op 6 mei, twee degen na het drama, omdat dit zich in de avond had afgespeeld en de meeste kranten in die -tijd vroeg sloten. Maar vanaf 5 mei maakte zich al een psychose van Chicago meester. De mensen spraken over niets anders dan over de bloedige gebeurtenissen, en iedereen was buiten zichzelf van opwin¬ding. ,,Laten we ze meteen ophangen. het proces komt later wel!" .De politie is niet sterk genoeg. Het leger moet ingrijpen." Vanaf die vijfde mei begonnen burgers groepjes te vormen die controle uitoefenden en tegen onregelmatigheden waakten. Elke samenscholing was verboden. Hel woord oproer was niet van de lucht. "Het zijn allemaal buitenlanders die hier gekomen zijn om revolutie te maken. De Duitsers zijn de ergsren. Ze moeten hangen." Heat tegen buitenlanders barsue net zo plotseling en fel los als de geëxplodeerde bom van 4 mei. Alles wat niet-Amerikaan was, was verdacht en gehaat. Pastoors en dominees verkondigden vanaf de preekstoel dal hel anarchisme een misdaad was tegen de door God gewilde orde en dat de schuldigen van het oproer van 4 mei clementie noch mededogen verdienden. De K11ighls of Labor, die gematigde syndicalisten waren, gaven een communiqué van de volgende inhoud uit: "Er mag in de gehele wereld geen misverstand bestaan over het reit dat wij op geen enkele wijze aangesloten zijn bij, verbonden of sympathise¬rend zijn met de troep lafharuge moordenaars,. wurgers en dieven die De bomexplosie had op slag de poliLieman Degan gedood. Zes anderen overleden de volgende dagen. Voor zover mij bekend, bestaat er geen enkel stuk waaruit men kan lezen hoeveel slachtoffers, doden en gewonden er precies door het vuren van de politie gevallen z.ijn. Het hoofd van de politie van Chicago, kapitein Michael J. Schaak, was een eerzuchtig, energiek en ijdel man. Later zou hij een zogenaamd verslag van de gebeurtenissen van Hayrnarkct schrijven in de vorm van een boek, getiteld: Anarchy and Anarchists. Daarin wordt duidelijk aangetoond dat kapitein Schaak een soort militair genie was, dat de draak die het land aan het verslinden was, had gedood. Een mooi verhaal, meer geen enkel nuchter feil of zakelijke inlichting. Kapitein Schaak was er vlug bij om zijn heldendaden wereldkundig te maken: Op 5 mei riep hij de journalisten bij elkaar. Dezea kregen te horen hoe Schaak al jarenlang bezig was door anarchisten vervaardigde bommen onschadelijk te maken en samenzweringen, waar nooit iemand iets van hoorde, te verijdelen. 26 27


Op diezelfde 5 mei werden de leiders Spies, Fielden, Schwab, Gottfried Waller, George Engel, Oscar Neebe en William Senger gearresteerd. Parsons was onvindbaar. Een andere anarchist. Louis Lingg, zou 14 mei gearresteerd worden. De politie arresteerde trouwens iedereen die maar in de verste verte naar anarchisme zweemde. In één week vonden tweehonderd arrestaties plaats. De verdachten die men naar het hoofdcommissariaat van politie had gebracht, hoorden daar het gekerm van de mensen die ondervraagd werden. De Engelse dichter en schilder William Mortis kreeg een brief van een vriend uit Chicago: 'Een week geleden was de vrijheid van pers en gesproken woord een recht dat zelfs de felste anti-socialisten niet zouden durven betwisten. Vandaag worden socialisten als waren ze wolven achtervolgd'. Ook de vrouwen van de gevangen genomen leiders werden gearresteerd. De beschuldiging luidde: 'Heeft verklaard niet in God te geloven'. Men waande zich in de dagen van de inquisitie. Dat in dit klimaat een paar notabelen van Chicago besloten een comité tot verdediging van de aangeklaagden in de zaak Hayrnarket Ie vormen is verrassend, om niet te zeggen verbazingwekkend en bewonderenswaardig. Dokter Ernest Schmidt, die het voorzitterschap aanvaardde, wist heel goed dat dit de ruïne van zijn medische carrière kon betekenen - wat het ook geworden is. De eerste zorg van het comité was gelden in te zamelen om de verdediging van de beklaagden te betalen. Twee jonge advocaten, Salomon en Sigmund Zesler, hadden zich direct gemeld. Twaalf anderen die aangezocht werden, weigerden, ronduit zeggend dat de zaak te impopulair en het proces bij voorbaat verloren was. William Perkins Black, die met de socialisten sympatiseerdc, accepteerde en kreeg de medewerking van Foster, een intelligente en handige confrère. Er waren in het geheel dus vier advocaten. Toen hun namen bekend waren gemaakt. schreven olie kranten dat zij door het virus van het anarchisme aangetast waren. "We moeten trachten de zaak zo laat mogelijk voor te laten komen," zei Black. ,.De gemoederen moelen eerst bedaren." De kranten daarentegen schreven dat men de schuldigen zo snel mogelijk moest berechten. Veel mensen zeiden: 'Waarom een proces? Laai ze meteen hangen en er niet meer over praten'. De advocaten konden geen invloed uitoefenen op de datum van het begin van het proces, die op 21 juni was vastgesteld. 'Het publiek dat tot de verhoren wordt toegelaten zal streng geselecteerd worden. Alleen officiële personen, mannen van de wet. journalisten en natuurlijk de getuigen'. In werkelijkheid zaten er vanaf het begin veel elegante vrouwen en mannen uit de society, en het publiek werd elke dag talrijker. De zaal was stampvol en snikheet, want in Jllinois heerste een tropische warmte en airconditioning bestond er uiteraard nog niet. 28 Op de dag van de opening van het proces zaten er in de beklaagdenbank aan het begin van het verhoor zeven mannen: Spies, Fielden, Schwab, Fischer, Engel, Neebe en Lingg, Parsons ontbrak. Hij had in de nacht van 4 mei Chicago verlaten om zich naar Geneva (Wisconsin) en vandaar naar Wankasha (eveneens in Wisconsin) te begeven. "Ik had mijn snor afgeschoren en verfde mijn haar niet meer," zou bij loter vertellen . .,Van nature is mijn haar grijs. De advocaat Black met wie ik in contact was gekomen, had me overtuigd dat ik me beter gevangen kon laten nemen." En zo gebeurde het dat op 21 juni om 14 uur 30 Parsons, nu weer met zwart geverfd haar, met zijn advocaat de rechtzaal binnentrad. Men liet hem bij de andere beklaagden plaatsnemen. Allen waren zij van moord en samenzwering tegen de staat beschuldigd. De eerste taak van de rechtbank was het samenstellen vso een jury, een formaliteit die enkele uren of enkele dagen kan duren. In het geval van de zaak Haymarket waren er drie weken voor nodig. De moeilijkheid is altijd weer, juryleden aan te wijzen die geen enkel vooroordeel ten opzichte van de zaak hebben, noch ten opzichte van de beklaagden. Als iemand zich toch door het lezen van kranten of anderszins een oordeel heeft gevormd, kan hij desondanks aangenomen worden, op voorwaarde dat 'hi] zichzelf in staat echt geheel objectief te oordelen'. Negenhondcrdcruachtig mensen meldden zich en werden door rechter Joseph Gray, door de advocaten van de civiele partij en door de verdediging ondervraagd. Het was natuurlijk onmogelijk om onder de gegadigden, tenzij er analfabeten bij zouden zijn. mensen te vinden die niet door de kranteberichten beïnvloed waren. De twaalf mannen die tenslotte aangewezen waren, hadden dan ook allen hun oordeel al klaar. Een van hen, Adams, werd er later van beticht vóór het proces gezegd te hebben: 'Als ik jurylid was. dan zou ik el dat schorum laten ophangen'. Een ander, Greiner, dacht dat alleen al het feit dat iemand zich in de beklaagdenbank bevond, een bewijs van zijn schuld was. Nog een ander, Hamilton. had verklaard dat men een voorbeeld moest stellen. Allen hadden ze gevestigde vooroordelen regen anarchisten, communisten en socialisten en geen van hen was arbeider. De rechter verklaarde vanaf bet begin dat hel er vanzelfsprekend niet om ging wie de bom gegooid had. Alle beklaagden waren verantwoordelijk en medeplichtig. De beklaagden werden meerdere malen tussen zestien juli en twintig augustus verhoord tijdens ondervragingen, getuigenverhoren, overlegging van bewijsmateriaal en tegenverhoren. George Engel was een vijftigjarige, grote, trage man met een breed gezicht. Hij was in Duitsland geboren en op zijn dertiende jaar naar Amerika gekomen. Hij bekende voor de J.W.P.A. gestreden te hebben. 29


,,Ik ben lang heel arm geweest en heb de diepste ellende gekend. Maar ik was niet op Hayrnarket tijdens de vergadering. lk was met mijn vrouw bij vrienden een biertje gaan drinken. Waller. die wel op Hayrnarket was. is na afloop langsgekomen en heeft ons verteld wat er gebeurd was. 'Jullie moeten erheen en iets doen'. Ik heb toen aan Waller gezegd dat de man dle de bom had gegooid gek was, en dat ik dat soort slachterij afkeurde. Ik heb Waller aangeraden onmiddellijk naar huis te gaan." De getuigenissen staarden zijn verklaringen, maar de rechter vroeg Engel of hij naar de meeting van maandagavond was geweest. .. Ja, daar ben ik geweest." Hiermee tekende Engel zijn eigen doodvonnis. De beschuldiging hield staande dat tijdens deze meeting het complot was gesmeed, dat een aanval tegen de politie. gevolgd door een opstand, tot doel had. Adolph Flscher, de jonge typograaf van de Arbeiter Zeitung, erkende eveneens aan de meeting te hebben deelgenomen. ,.Ik ben ook naar de meeting op Haymarket gegaan, maar ik ben weer vertrokken omdat het begon te regenen. Toen ben ik naar de vergadering in Zepfs Hall gegaan." Een punt in zijn nadeel was, dat hij bij zijn arrestatie een pistool en een scherpgeslepen schaaf bij zich bleek te hebben. Samuel Fielden, de laatste spreker die op Hayrnarket gesproken had. werd door luitenant ven politie Quinn ten laste gelegd dat hij hij de komst von de politie geroepen had: 'Daar heb je ze, de wilde beesten! Kameraden, doe uw plicht!' Maor andere politiemannen waren het erover eens dat hij alleen maar gezegd had: ,.Wij zijn toch rustig." In werkelijkheid was Fielden bij de bomexplosie direct plat op de grond gaan liggen en wercl hij daarna door een kogel in zijn been gewond. De civiele partij trachtte op alle manieren te bewijzen dat de schierpartij aan de kant van de arbeiders was begonnen. "Ik woon sinds dertien jaar in Chicago." zei Parsons in antwoord op de vragen naar zijn personalia ... Ik sta al tien jaar op de zwarte lijsten, ingeschreven als socialist. Sinds twee jaar geef ik het Alarm uit." Hij vertelde hoc men hem had uitgenodigd op Hayrnarkct te spreken. Zijn donkere, intelligente ogen schitterden toen hij weer de cijfers waarmee hij in zijn toespraak de grote ellende vun de arbeiders had aangetoond. opsomde. Ook hij had de meeting verlaten toen het was begonnen te regenen. Ik heb reeds het verhoor van Spies vermeld wuarbi] deze vertelde hoc hij tijdens de meeting vun 3 mei vergeefs had gcrrncht de arbeiders ervan te weerhouden naar de galen die bij McCormick werkten, te gaan. Hij sprak om de waarheid aan te tonen, niet om zich te verdedigen. "Mijn verdediging is uw beschuldiging," zei hij tot de advocaten van de civiele partij. Michel Schwab en Oscar Neebe, die niet op Haymarket waren geweest, werden niettemin ook van moord beschuldigd. Schwab omdat hij als medewerker van de Arbeiter Zeitung verantwoordelijk werd gesteld voor de opruiende artikelen die door deze krant waren gepubliceerd. Leng en mager, met diepliggende ogen achter een bril. was hij het prototype van de anarchist. De volgende feilen werden hem ten laste gelegd: Het beleggen van twee dollars tijdens een aanwas van het kapitaal van de Arbeiter Zeitung, het lidmaatschap ven de l.W.P .A., het bij zich thuis verbergen van een rode vlag en tenslotte omdat bij na de meeting aan een vriend gezegd zou hebben dat de reactie van de politie (hel openen van het vuur) ontoelaatbaar was. Hij was overtuigd dat hij vrijgesproken zou worden. Er viel een diepe stilte toen de beklaagde Louis Lingg op de eerste vragen antwoordde. Hij antwoordde in hei Duits, zich verontschuldigend dat hij slecht Engels sprak. De tweeëntwintigjarigc Lingg was een opvallend knappe man met zijn staalblauwe ogen. dik haar en volle board, en hoewel niet groot van gestalte, beheerste hij de zaal. Alle vrouwen verslonden hem met hun blikken. "Ik ben in Mannhcim geboren in een arm gezin. Toen ik zeven jaar oud was, stierf mijn vader. Ik ben toen bij een timmerman in de leer gegaan. Op mijn negentiende ben ik naar Zwitserland gevlucht om de militaire dienst te ontlopen. Ik was toen al een revolutionaire socialist. Een jaar geleden ben ik naar Amerika gekomen en rechtstreeks naar Chicago gegaan. Ik ben afgevaardigde van de vakgroep timmerlieden in de Centra/ Labor U11io11." Zelfs zijn medebeklaagden namen Lingg. die voor hen vrijwel een onbekende was. nieuwsgierig op. De beschuldiging hield allereerst in dat hij de bom op Haymarket had vervaardigd en gegooid. Getuigenissen bewezen dat hij niet op de meeting was geweest. Don had hij toch in elk geval de bom gemaakt. "Nee," zcl hij . .,ik heb weliswaar vrij veel bommen gemaakt in mijn leven, maar deze toevallig niet." Deskundigen onderzochten bommen die bij Lingg in beslag waren genomen en vonden er elementen in gelijk aan die van het op Haymarket geworpen projectiel. Lingg bevestigde dat de politie hem geld en zelfs de vrijheid beloofd had als hij tegen andere beklaagden zou getuigen. Twee anarchisten waren op dit voorstel ingegaan. Naarmate de debatten vorderden, had men de indruk, dat nleuegcnstaandc de pogingen van de verdediging, de beklaagden in een soort val werden gedreven. De ver boren, tegen verhoren en getuigenverhoren duurden tot 10 augus¬tus. De rcquisitoren en pleidooien namen niet minder don een week in beslag. De hitte in de rechtzaal werd hoc Jonger hoc drukkender, wat niet verhinderde dat men er hoc langer hoc meer dames uit de Chicago¬society zag. Op nllc manieren, zonodig langs slinkse wegen, probeerden ze aan toegangskaarten te komen. Met verhitte gezichten en van 30 31


opwinding schitterende ogen keken zij naar de beklaagden. Met eindeloze volharding hamerden de advocaten van de civiele partij hun steeds in een andere vorm herhaalde argumentatie in de hoofden van de vermoeide jury: "u heeft de keuze tussen recht en anarchie, tussen goed en kwaad. Uw beslissing zal een mijlpaal in de geschiedenis zijn. Uw verantwoordelijk¬heid is groot, heel groot. Laat u niet tol clementie verleiden.' Een van de aanklagers bezwoer de juryleden 'zelfs redelijke twijfels uit hun geest te bannen'. De verdediging betoogde dat hier een proces gevoerd werd dat slechts op vermoedens berusue, want dat er geen enkel echt bewijs tegen de beklaagden werd aangevoerd. De jury had echter te beslissen over het lot van de echte misdadiger - de man die de bom gegooid had - en niet over het lot van zijn vermeende medeplichtigen. De pleidooien waren 19 augustus afgelopen. Vanaf acht uur 's morgens waren er drommen mensen op het plein voor' het gerechtshof samenge¬stroomd. Een politiecordon blokkeerde de ingang tot de rechtbank. Op een groot bord kon men leun dat alleen ambtenaren van de rechtbank, journalisten en de gezinnen van de beklaagden tot het verhoor toegelaten zouden worden - en zij die in het bezit waren van een speciale kaart die slechts aan enkele bevoorrechten voorbehouden was. Groepjes gewapen¬de politiemannen stonden in de naburige straten gepost en door de hele stad werd gepatrouilleerd. De juryleden kwamen het eerst de rechtzaal binnen, gevolgd door de advocaten van de twee partijen. Black, de belangrijkste advocaat van- de vcrdedlging, zag bleek en gespannen. Om 9 uur 30 kwamen de beklaagden binnen, omringd door een twintigtal politiemannen. Daarna hei hof. De zitting duurde korter dan het hele drama van Haymarket. De rechter stond op en met hem de hele zaal. Hij hield een papier in zijn hand en las het vonnis voor: de doodstraf voor allen, behalve voor Neebe, die tot vijftien jaar tuchthuisstraf werd veroordeeld. Een zacht gemompel gonsde door de zaal, maar het bleef rustig en ordelijk. De veroordeelden werden onmiddellijk door de politie weggeleid. Zij zwegen, maar hun gezichten waren verkrampt. Neebe, die tot het eind toe op vrijspraak had gehoopt (de beschuldigingen tegen hem geuit, waren lachwekkend), was een gebroken man, al had hij dan zijn hoofd gered. De acht mannen liepen zwijgend en zeer waardig de zaal uit. Binnen twee minuten was het vonnis buiten de rechtzaal bekend. Gejuich steeg uit de menigte op, toen geapplaudiseer dat overging in een ritmisch handgeklap voor de jury. De publieke opinie werd zeer goed weergegeven door de Chicago Tribune van 21. augustus 1886: 'Hei vonnis heeft het anarchisme in onze stad gedood en is daardoor een waarschuwing voor al het addergebroed van communisten, socialisten, anarchisten en nihilisten uit Europa. Zij weten nu dat ze niet hier hoeven te komen om straffeloos van onze gastvrijheid en onze vrijheid van spreken misbruik te maken. Het vonnis van Chicago zal hoe dan ook de immigratie van beroepsmoorde.naars naar dit land beperken'. Even stak er een vlaag van onrust op toen men hoorde dat de veroordeelden in hoger beroep waren gegaan, maar de pers wist de gemoederen te sussen: Het vonnis was goed gefundeerd, daar was geen speld tussen re krijgen. Het appel zou de terechtstelling slechts iets vertragen. . Op misschien twintig liberalen na, vormde de hele niet-arbeidersbevol¬king van Chicago één vijandig blok tegen de veroordeelden, één collectief lichaam dorstig naar wraak, omdat het bang was geworden. Een poging om het anarchisme machteloos te maken door de hoofdoorzaak ervan - de ondraaglijke werk- en woonomstandigheden van de arbeider • aan te pakken, daar dacht niemand aan. Weer gingen er enkele weken voorbij. Er kwam een breuk in de eensgezindheid doordat er langzamerhand in heel Amerika een beweging van medelijden voor de veroordeelden aan het opkomen was. Ook de vele boodschappen uit Europa misten hun uitwerking niet. Liberale intellectuelen schreven artikelen en tekenden manifesten. Er verstreken nog enige maanden. In het voorjaar van 1887 wijdde de Standerd van New York artikelen aan de ongeregeldheden van bet proces en spraken de hoop uit dat de Hoge Raad het vonnis zou vernietigen. Maar de Hoge Raad bevestigde het vonnis. Tenzij de gouverneur van de staat lllinois, Oglesby, gratie verleende, was het lol van de veroordeelden nu onafwendbaar. Sinds het vonnis was een jaar verstreken. De anarchisten in hun gevangenis waren onschadelijk gesteld. De revolutie was niet losgebroken, alles was rustig. De fabrieken bleven draaien, de arbeiders werkten oavenninderd tien uur per dag in dezelfde onveilige en ongezonde omstandigheden en ze woonden nog steeds in krotten, en elke dag voerden de treinen nieuwe immigranten aan die bereid waren tegen elke prijs te werken. Misschien waren er wel arbeiders die morden, maar er waren geen meetings meer - het drama van Haymarket en de veroorde¬lingen schenen de vergelding in de kiem gesmoord te hebben. In oktober 1887 echter kreeg Oglesby brieven en petities uit Amerika en Europa. Uiterst linkse Franse gedeputeerden als ook de gemeenteraad van Parijs zonden verzoekschriften., Uit Engeland kwamen brieven ondertekend met illustere namen als WilJiom Morris, Bernard Shaw, Anne Besant, Kropotkin, George Sandring en Stepniak. "Om een verzachting van de straf van de veroordeelden te kunnen 32 33


overwegen," zei gouverneur OgJesby, ,,.zouden zij eerst hun leer moeten afzweren." ,,Maak een gebaar," adviseerden de advocaten hun cliënten, ,,teken althans een venoeningsgezinde verklaring." Spies, Schwab en Fielden Heten zich overhalen en schreven de gouver¬neur een brief waarin zij verklaarden nooit het geweld gepredikt te hebben noch de regering te hebben willen omverwerpen. De andere veroordeelden luisterden slechts met minachting naar hun raadslieden. Zij aarzelden zelfs niet de gouverneur te schrijven dat zij de verzoekschriften en andere stappen die ondernomen waren om hun leven te redden, uitdrukkelijk wensten af te keuren. Ze eisten de vrijheid of de dood. De verdedigers deden alles om te vermijden dat deze onverzoenlijkheid van hun cliënten bekend zou worden, want dezelfde week -publiceerde de Chicago Tribune, die veertien maanden tevoren nog bet vonnis bad toegejuicht, een door 150 bekende namen ondertekende petitie ten gunste van gratie .. Enkele dagen later gebeurde er iets opzienbarends, iets zondêr precedent in Chicago, om niet te zeggen in heel Amerika: De vijftig belangrijkste bankiers van de stad kwamen samen om te beslissen of de veroordeelden gratie verleend moest worden of niet. Weliswaar hadden zij officeel geen enkele macht om een besluit te nemen, maar rij waren overtuigd en met ben de hele stad, dat als zij eenstemmig voor gratie waren, de gouverneur overeenkomstig deze eenstemmigheid zou hande¬len. De bankiers, steunpilaren van Chicago's welvaart, hadden in feite de hoogste macht in banden. De gevoelens die deze mannen bezielden, waren niet zo zeer medelijden en vergevingsgezindheid. als wel bezorgdheid voor de veiligheid: .De terechtstellingen zouden onlusten tot gevolg kunnen hebben; het heeft geen zin de gemoederen weer op te winden." De vergadering vond plaats. Eerst was de stemming duidelijk voor gratie. Maar even later kwamen de onvermurwbare tegenstanders opzetten: "Vergeven staat gelijk met staking en oproer, want de arbeiders zullen weer hun eisen gaan stellen." De stemming in de vergadering sloeg om. Er ging geen verzoekschrift naar de gouverneur. Het was begin november van het jaar 1887. Politiemacht stond voor de gevangenis en in de naburige straten werd gepost. Patrouilles liepen dag en nacht door de stad. De cellen van de gevangenen werden meerdere malen per week doorzocht. Na 6 november gebeurde dit elke dag, want die dag vonden de bewakers vier kleine bommen in de cel van Lingg. De bommen waren zo klein dat ze kennelijk alleen maar voor zelfmoord te gebruiken waren. Maar hoe was Lingg eraan gekomen? Als hij ze zelf had gemaakt, waar had bij dan het materiaal vandaan gekregen? Toen hij ondervraagd werd, deed hij of hij er niets vanaf wist, niet begreep 34 hoe de bommen in zijn cel waren gekomen. De andere gevangenen reageerden op dezelfde manier. Ondanks de voorgeschreven geheimhou¬ding lekte het nieuws van de ontdekking uit en de gevolgen waren ongunstig. Moest men deze mensen, die in staat waren zelfs in de gevangenis bommen te maken of in bet bezit ervan te komen, gratie verlenen? De opwelling een gunste van gratie was nog niet geblust, maar een tegenbeweging was merkbaar. Op 8 en 9 november ontving de gouverneur verschillende delegaties, de één vroeg om gratie, de ander om uitvoering van bet vonnis. .De veroordeelden die de vrijheid of de dood eisen, maken alle clementie onmogelijk." "U zou tenminste gratie kunnen verlenen aan diegenen die uw clementie gevraagd hebben." Ongetwijfeld heeft OgJesby gedacht, al is het niet hardop: Ik moet ook aan mijn politieke carrière denken. Eén verkeerde zet kan die in gevaar brengen. De sfeer in de stad was onheilspellend geworden. 'De politie heeft weer bommen gevonden'. De denkbeeldige bommen vermenigvuldigden zich met de pag. AUe activisten van de arbeidersbewegingen en vakverbonden werden gesurveilleerd, Er werd hoe Janger hoe meer gepatrouiUeerd. Gewapende politiemannen stonden zelfs gepost op de daken van de huizen. Vaders stuurden bun gezinnen de stad uit tot de rust was weergekeerd. 10 november, 9 uur 's morgens. Twee bewakers die in de gang van de gevangenis heen en weer lopen, worden opgeschrikt door het geluid van een ontploffing komend uit de cel van Lingg. Ze snellen erheen en zien Liogg, bet onderste gedeelte van zijn gezicht opengereten, . in een bloedbad Liggen. Later zal men vaststellen dat bij een knalkwikpil heeft gebruikt. Wie heeft hem die in banden gespeeld? Liogg ligt zieltogend op zijn met bloed bedekte brits, de ogen wijd opengesperd. Op de muur naast hem de met bloed geschreven woorden: Leve de anarchie! De stervende wordt naar de ziekenzaal vervoerd. Hem ondervragen is uitgesloten. Kapitein Schaak, hoofd van politie, komt even later en ziet er duidelijk een poging tot zelfmoord in. Dolctoren wilden Lingg redden door hem krankzinnig te laten verklaren. Lingg is daar achter gekomen en beeft de voorkeur gegeven aan de dood, Hever dan in een gesticht te worden opgesloten. Schaak kwam nooit verbeelding te kort. Veel waarschijnlijker is dat Lingg, evenals zijn makkers, geweten of gevoeld heeft dat de terechtstel¬ling nu zeer nabij was, en heeft hij deze vóór willen zijn. Gevangenen zijn gevoelig voor de kleinste verandering in de dagelijkse sleur van bun 35


gevangenschap: verscherpte bewaking, ongewone bezorgdheid van de bewakers, betere voeding enzovoorts. 14.45 uur. De verplegers die bij Lingg waken, zien zijn blik verstrakken. Een lichte stuiptrekking en hij is dood. Tot aan het laatste ogenblik, hoewel hij zijn spraak verloren had en zijn gezicht verminkt was, kon men aan zijn ogen zien dal hij bij bewustzijn was. 15 uur. Het nieuws van Linggs zelfmoord wordt aan de journalisten, die ui achtenveertig uur onafgebroken in Schaaks wachtkamer wachten, meegedeeld. .16 uur 30. De beslissing wordt bekend gemaakt: Fielden en Schwab hebben gratie gekregen. Hun straf is in levenslang veranderd. De anderen zullen de volgende morgen terechtgesteld worden. De advocaten zijn al in de gevangenis, zij zijn het die aan Fielden en Schwab het nieuws van hun gratiëring bekendmaken. De andere veroordeelden krijgen van de directeur van de gevangenis te horen, dat hun familie en vrienden toestemming hebben hen te komen bezoeken-en dat zij ze elk ogenblik kunnen verwachten. Spies, Fischer, Engel en Parsons begrijpen wel wat de bedoeling van deze plotselinge attentie is, maar zij blijven onvermurwbaar. Zelfs het afscheid zal hun moed niet breken. De galg werd in de nacht van 10 op 11 november opgesteld, vlak voor de gevangenis. Niettegenstaande hel lawaai dat mee deze werkzaamheden gepaard ging, hadden de veroordeelden een goede nacht gehad. Porsons neuriede totdat hij insliep. 's Morgens ontbeten ze goed en daarna schreven ze brieven. , Tezelfdcr tijd ontving hun advocaat, Black, uit New York een telegram van de volgende inhoud: 'Heb bewijs van onschuld anarchisten. Schuldi¬ge in New York geïdentificeerd. Heb met Oglesby getelefoneerd. Bewijs onder ede overgelegd. Hoe zal ik het u doen toekomen? Getekend: August P. Wagener'. Het was toen 8 uur 30. Om 8 uur 45 werd Black in gezelschap van een New Yorkse journalist, Ferou genaamd, door de gouverneur ontvan¬gen. "Ik verzoek u," zei de advocaat, ,.de uitvoering van het vonnis uit te stellen totdat men de in New York aangehouden man hierheen heeft gebracht. De politie kon hem dan ondervragen. Indien bij werkelijk schuldig is, zal ik niets ondernemen om hem Ie redden." Achter zijn schrijftafel gezeten, luisterde Oglesby zonder iets te zeggen. No een lange pauze slaakte hij een diepe zucht: ,.Ik heb bedenktijd nodig. Illijft u hier wachten." Black en Ferou bleven in Oglesby's werkkamer wachten. Ze spraken geen woord tegen elkaar, de tijd leek een eeuwigheid. Eindelijk ging de deur open, een doodsbleke Oglesby stond in de deuropening. 36 • .Mijn antwoord luidt 'neen'. De vonnissen zullen worden uitgevoerd. Ik heb u niets meer te zeggen." Het was toen 10 uur 15. 11 uur 30. Sheriff Masten en Folz, de gevangenisdirecteur, lieten Spies' cel ontgrendelen. Met hen waren een dokter en verschillende politieman¬nen. •. Het is mijn taak u uw vonnis voor te lezen," sprak de sheriff. Hetzelfde ceremonieel speelde zich bij de andere veroordeelden af. Daarna kregen ze de handboeien om en men kleedde hen in een lijkkleed van wit neteldoek, over hun kleren heen, waarna zij omringd door twaalf politiemannen naar de plaats van terechtstelling werden gevoerd. Om de galg had men banken neergezet die plaats boden voor ongeveer tweehonderd mensen. Tweehonderd bevoorrechten! Zij worden in de verslagen niet genoemd. De veroordeelden bleven onbewogen. Zij 'namen hun plaats in'. De strop werd hen om de hals gelegd. Fischer was daarbij zelf behulpzaam. Die van Spies was te nauw en hij bedankte toen men dil veranderde. Voor het laatste fatale ogenblik spraken zij duidelijk hoorbaar hun laatste weerden: Spies: .De dag zal .komen dat ons zwijgen sterker zal zijn dan alle stemmen die vandaag verstikt worden." Fischer: .,Leve de anarchie. Dit is het schoonste ogenblik van mijn leven!" Engel: ,,Leve de anarchie!" Parsons: ,.Wilt naar mij luisteren, o volk van Amerika. Laat mij spreken, sheriff, opdat de stem van hel volk zich kon loten horen. Opdat ... " Alles was 'zonder incidenten' verlopen. In de stad hing een vreemde sfeer. Groepjes zwijgende mensen stonden op de hoeken van de straten en voor de gebouwen van de kranten. Toen de dood van de veroordeel¬den werd aangekondigd, verhief zich geen slem. De mensen bleven nog even hief en deer besluiteloos staan tol de politie ze tot doorlopen maande. De begrafenis vond zondag 13 november plaats. De lijken waren aan de naaste bloedverwanten gelaten. Do burgemeester had echter zeer strenge voorwaarden gesteld: Geen vlaggen, geen borden, geen toespraken. De plechtigheid moet tussen twaalf en twee uur voltrokken zijn. Lang voor twaalf uur stonden er duizenden mensen langs het traject opgesteld. En voor deze lange mensenhnag om de twintig meter twee poliricmunuen. behalve hier en daar een kinderstem. het kuchen van verkouden mensen e11 het geluid van wagenwielen, was hel doodstil. Zesduizend mensen liepen achter de vijf baren (Lingg, die zelfmoord had gepleegd, werd tegelijk met de anderen begraven). Niettegenstaande het verbod, wapperde er een vlag boven de lijkstoet. Maar het was de Amerikaanse vlag. Een oudstrijdcr uit de Burgeroorlog droeg hem in 37


nagedachtenis van Parsons, die op zijn dertiende jaar als vrijwilliger dienst had genomen. De lijkstoet defileerde in doodse stilte. Ongeveer 15.000 mensen liepen mee naar de begraafplaats. De open graven waren door een zee van bloemen omringd. Hoewel er geen eredienst gehouden werd, was de plechtigheid zeer indrukwekkend. Ondanks bet verbod waren er vier sprekers die het woord namen zonder dat de politie tussenbeide kwam. Een van de sprekers was de advocaat Black. Allen spraken kort, zonder nadruk en zonder stemverheffing. De laatste spreker was Robert Reitzel, een extremistische socialist. Hij sprak in het Duits en eindigde met een aanhaling van de Duitse revolutionaire liberale dichter: "Lang genoeg hebben wij liefgehad Haat is nu hel parool." Vijf jaar later werd op het graf van de veroordeelden een monument opgericht en werd de begraafplaats van Waldheirn een bedevaartsoord. Amerika begon wekker te worden. De romanschrijver Henry James, die in feite even ver van de massa en de maatschappelijke wantoestanden afstond als een Marcel Proust, schreef dat bij 'een duistere. slechte, anarchistische wereld had gevoeld, die van pijn, macht en baat borrelde'. De duistere wereld was de arbeidersklasse die tot de dood erop volgde uitgebuit werd. Hel gegrom van de opstand, die de Amerikanen begonnen te onderkennen, was in Europa aJ veertig jaar eerder begonnen en dit gegrom zou aanzwellen tot de wereld op haar grondvesten zou schudden. 2 GROTE VERWACHTINGEN Tegen het midden van de 1'9e eeuw was ·de landbouw niet meer de voornaamste bron van welvaart voor een land. De twee kostbaarste produkren waren steenkolen en staal. Zestig procent van alle steenkolen en de helft van alle staal die in de wereld verbruikt werden, waren afkomstig van de Engelse mijnen en hoogovens. De Engelse fabrieken wedden de helft van alle over de hele wereld verkochte katoentjes; minstens eenderde van alle schepen op de zeeën -en oceanen voeren onder Engelse vlag. De Londense beurs bepaalde de koers van vrijwel alle handelsproduktcn. Groot-Brittannië was het rij_kste en machtigste land ter wereld; in de 38 industrialisatie-wedloop, die de wereld een ander aanzicht zou geven, liep het voorop. Deze suprematie werd met luister tentoongespreid tijdens twee wereldten¬toonstellingen die successievelijk in 1851 en 1862 in Londen werden gehouden. Van de eerste werd de plechtige opening door koningin Victoria verricht. 30.000 mensen betraden die dag het Crystal Palace, het immense, maar toch gracieuze bouwwerk dat voor deze gelegenheid ontworpen was. De toeloop was in 1862 oog groter: 60.000 mensen per dag gedurende zes maanden, totaal wel tien miljoen bezoekers. De exposerende landen waren ook talrijker, namelijk een kleine veertig. Deze tweede tentoonstelling werd in een nieuw en minder fraai gebouw dan hel Crystal Palace gehouden. Het was echter ruimer en goed verlicht. De plechtige opening vond 1 mei plaats. De koningin, in de rouw vanwege het overlijden van de prins-gemaal, woonde ditmaal de plechtigheid niet bij, maar zij had de aartsbisschop van Canterbury, Lord Chancellor en verscheidene ministers gedelegeerd. De aartsbisschop zegende de tentoonstelling waarna een orkest bestaande uit vijfhonderd muzikanten en een uit tweeduizend zangers bestaand koor voor de müzlkale omlijsting zorgden. De menigte die zich toen in hel middenschip onder de hoge koepel en in de zijschepen verdrong • het deed denken aan gelovigen in een kathedraal gewijd aan de god Welvaart - was veel kleurrijker dan die van het begin van onze eeuw. Deftige dames in witte, paarse, rose, blauwe en groene crinolines, kapothoedjes met slippen op het hoofd, wandelden aan de urm ven hun in groen-bruine of beige getailleerde jassen gestoken echtgenoten, en omringd door hel met kwikjes en strikjes opgedofte kroost. Later kwamen de eenvoudiger bezoekers, maar ook zij waren allen op hun· paasbest gekleed. Zelfs arbeiders hadden een hoge hoed op, hun vrouwen een zondagse gekleurde hoofddoek om. In een tijd diá geen film en televisie kende, was een dergelijke grote tentoonstel· ling een geweldige attractie, het was een venster op de wereld De deelnemende landen hadden hun landbouwprodukten • tabak, en wijnen inbegrepen . en de produkten van hun industrie en ambachten ingezonden. Maar ook kon men er schatten uit de geschiedenis bewonde¬ren. zoals de juwelen van een koningin uit het oude Egypte. De landbouwmachines · oogst-, maai- en dorsmachines · wa.-en bezienswaar¬digheden, maar nog interessanter waren de stoomketels, de schaafbanken met cirkelzaag, de stoommachines. de stoompompen, katrollen. patronen om rotsen te laten springen en nog vele andere nieuwigheden, Een vleiend detail voor de Engelse bezoekers was het op al deze artikelen bevestigde merk, waar met rode of witte leners Brltlsh made op te lezen stond. Maar het grootste succes hadden de maquettes van de vracht- en passagiersschepen, die zo duidelijk en op indrukwekkende wijze aantoon¬den waar Engeland zijn suprematie aan te danken had en waarom hel 39


geen bedreiging hoefde Le vrezen. AJs onovertroffen symbool van Britain tules the waves loonde de maquette een vervaarlijke dreadnought, hel onoverwinnelijke pantserschip. Aan het eind van de dag en op zondag waren er natuurlijk de meeste mensen, maar eigenlijk was er elke dag en de hele dag door een onafgebroken stroom bezoekers. Zo nu en dan hoorde men de forse stem van een rondleider boven het geroezemoes uitsteken. Uit alle delen van Engeland en vanuit hel buitenland kwamen bezoekers in groepen de tentoonstelling bezichtigen. Op 5 augustus 1862 bezocht een zeer belangrijk gezelschap het tentoonstellingsgebouw. De rotonde onder de koepel aan het uiteinde van het middenschip was die ochtend voor dil gezelschap gereserveerd. Franse arbeiders aan de arbeiders van Londen. Toch Ligt aan dit bezoek de oorsprong van de rode Internationale die de wereld zou doen wankelen. Het is nis een vriendelijk briesje dat een zwaar onweer non kondigt. Enkele euti-bonepartistische leden van de Franse afvaardiging (de verkiezing van de afgevaardigden was geheel vrij geweest) hadden opgemerkt dat het ontvangstcomité geen enkele vertegenwoordiger van de grootste en meest actieve vakbond in Engeland, te weten de Trade Union, telde. Ze wilden weten waarom. De man die de Fransen in contact bracht met de London Trade Union Councii was zelf een Fransman, Le Lubez gehelen, evenals zij een anti¬bonapartisr, maar die dit te openlijk betuigd had en na de staatsgreep van 2 december 1851 Parijs had moeten verlaten. In 1862 leefden er duizenden Franse politieke bollingen in Londen. De meesten van hen leidden daar een karig bestaan. Le Lubez had de tentoonstelling ook bezocht. .Maar," zei bij, ,.de tentoonstelling is Londen niet. Hebben jullie Londen bezichtigd?" •• [a zeker. Engelse kameraden hebben ons de stad laten zien." "Alleen maar in de mooie wijken natuurlijk .. Ik zal jullie East End laten zien." En zo werden er, naar het schijnt. verschillende bezoeken aan East End gebracht en wel 's morgens vroeg. Begin augustus is in Londen de zon om 6 uur op. Maar er zijn zelfs in dat seizoen dagen dat de /og al vanaf de vroege morgen de hemel met een grijze sluier bedekt. De wereld schijnt als in een waas gehuld waar doorheen de mensen zich als spoken voortbewegen. Mensen op weg naar hun werk. Mannen, vrouwen en kinderen spoeden zich zwijgzaam met een starende blik in hun holle ogen voort. Allen zijn ze mager. ingevallen, in lompen gehuld en veelal blootsvoets. [ongemanuen dragen niet meer dan een lang hemd over een oude broek, meisjes van vijftien, zestien jaar met ongekamde horen, een oude, gerafelde mantel over een verfomfaaide jurk. Kinderen ook al even haveloos, schijnen eveneens als geesten door deze merkwaardig stille spookwereld te glijden. De Franse bezoekers vragen zich af hoc hel hier 's winters wel niet moet zijn. De straten zijn nauwelijks geplaveid, hier en door een stukje trouoir, maar nergens goten en riolen: Grote waterplas¬sen die 's morgens vroeg al stinken en waar de mensen blootsvoets doorheen lopen. Overal ligt afval en vuiligheid. De huizen zijn van ongelijke hoogte en staan niet in een rij, de gevels zijn ongelijk en vol scheuren en vochtvlekken, een van de twee ramen heeft ruiten, de andere zijn met papier dichrgeplakt. Niettegenstaande de /vg die in de stralen hangt, ziet men vrouwen de ramen openen en de was buiten hangen. Lompen, lompen en nog eens lompen. "Eest End is zeer dichtbevolkt. Gezinnen van zeven or acht personen Arbeiders die een delegatie arbeiders uit een ander land verwelkomen is tegenwoordig een doodgewone zaak. In die tijd was dit min of meer een evenement, vooral omdat de Engelsen die dag een ojiiciê!« delegatie ontvingen: In Frankrijk bestond er echter geen enkele officiële arbeiders. organisatie, geen enkele vakbond. Het idee is afkomstig van de Engelse regering. De arbeiders van een groot aantal Fabrieken en ondernemingen waren vrij geweest in hel zelf kiezen van bun afgevaardigden, die speciaal verlof voor deze reis hadden gekregen. De bedoeling van de regering en van de industriëlen is geweest om aan de vertegenwoordigers van de arbeidersklasse een overzicht te geven van de wonderen der techniek, wonderen die het werk waren van hun eigen banden, en die voortaan bet lot van de arbeiders zouden verbeteren dankzij de verhoging van de algemene welvaart. De afspraak was dal de nîgevaar¬digden na hun bezoek rapport zouden uitbrengen ten behoeve van de kameraden die hen hadden uitgekozen. Onder de Franse arbeiders zijn er die als burgers gekleed zijn, met hoge hoed en zo, terwijl anderen hun werkkleding ann hebben, bouwvakarbei¬ders in het wit, timmerlieden in geribd fluweel. Maar in burger- of in werkkleding, wat ze aan hebben is nieuw of zo goed als nieuw en brandschoon. Het Engelse ontvangstcomité bestaat uil liberale kamerle¬den en leden van arbeidersbonden. Welkomstreden worden gehouden en in het Frans vertaald. Ook van Franse zijde worden vele mooie woorden gesproken. Alles wat gezegd wordt is doordrenkt van hartelijkheid. optimisme en goede wil. "Een goede verstandhouding tussen onze werknemers en onszelf.?' zegt een Engelse spreker, .zledaar het enige middel om moeilijkheden en problemen op te lossen." Een glas wijn volgt op de redevoeringen, waarna de Pransen zich in de 'kathedraal der welvaart' verspreiden, zich mengen onder de andere bezoekers en op hun beurt de wonderen der techniek met ontzag bekijken. Men kon zich niets vrecdzamers voorstellen dan dit bezoek van 40 41


wonen in een kamer van drie bij drie, waarin soms gewerkt wordt. Ook de kelders zijn bewoond, kijk maar." Inderdaad ziet men uit souterraindeuren mensen met grauwe gezichten te voorschijn komen. Ze knipperen met hun ogen els ze in bet gelige, diffuse daglicht komen. De ene straat na de andere biedt dezelfde troosteloze aanblik. Nog viezer dan de straten zijn de stegen, aso het einde waarvan men een binnenplaats ziet waar mensen aan het ruzieën en kijven zijn. Dil zijn de mensen die niet werken, zij zijn de allerarmsten, sommigen van hen lopen haast naakt, kinderen hebben alleen een kort hemdje aan dat niet verder dan hun bips reikt; meisjes die al vrouwen zijn, hebben nauwelijks hun borsten bedekt. En dit is bet land dat de helft van alle katoentjes in de hele wereld produceert ... Kooplui beginnen hun koopwaar uit te stallen. De groenten ruiken niet fris. De vis ook niet. De vissersvloot is wel de grootste van de wereld, maar de vis die in de straten van East End wordt verkocht, is slap, grauw en weerzinwekkend. Maar voor East End is alles goed genoeg. Van 1837 tot 1843 had een tyfus-epidemie, in 1848 de cholera duizenden slachtoffers in de armenwij¬ken van Londen opgeëist; tuberculose woedde er permanent. De eerste reacties van deze franse arbeiders toen zij de keerzijde van de medaille bekeken (schi iftelijl-.e getuigenissen zijn hiervan bekend), kun¬nen aldus samengevat worden: 'Dil alles is niets nieuws voor ons. In her oostelijk deel van Parijs zitten de gezinnen ook opgepropt in huurkazer¬nes waar geen water en geen sanitair is. ook daar heerst tuberculose. De cholera-epidemie van 1837 heeft ook in Parijs veel meer slachtoffers in de arme dan in de dure wijken gemaakt'. Maar, naarmate zij verder liepen, voelden zij zich beklemd raken. 'Dit is geen krottenwijk', zou Jack London later schrijven, 'het is één reusachtig krot'. , "Wie wonen hier?" vroegen de franse arbeiders aan Le Lubez. ,,Waar woont u zelf?" "Ik woon in Soho. Dat is een buurt die sinds lange tijd min of meer Frans is omdat vele Hugenoten die uit Frankrijk gevlucht zijn, er zijn gaan wonen, Nu zie je er ook veel politieke vluchtelingen. Wal hun beroep betreft, zijn de bewoners van Soho voornamelijk mensen die een vak geleerd hebben. Typografen, zoals ik, werktuigkundigen, metselaars, schilders. Ik woon met mijn gezin in twee kamers en een keuken. Er is maar één w.c. voor het hele pand en maar één waterkraan op de binnenplaats. De kamers zijn smal en donker, maar het i:; niet te vergelijken met wat u hier ziet." De Franse bezoekers zagen in dezelfde wijk lange, grofgebouwde barakken, waarvan vele geen ramen hadden. .. Dar zijn Iodging-houses. Zij worden voornamelijk door leren be¬woond." In 1845-1846 waren een miljoen leren in hun eigen land van bonger omgekomen tengevolge van een aardappelziekte - en ook omdat de Engelse landeigenaren steeds graan uit Ierland naar Engeland lieten komen. Van 1846 tot 1866 emigreerden ongeveer vier miljoen leren naar Amerika. Degenen die de middelen niet hadden om te emigreren, vormden voor de Engelse industriëlen een fonds waaruit zij arbeidskrach¬ten konden putten die vrijwel niets kostten. De leren kwamen zonder enig bezit, met alleen de kleren die ze aan hadden in Londen, ze sliepen buiten, in parken, stegen en portieken. Elke morgen raapte de poliûe de lijken op van de mensen die niet gauw genoeg werk gevonden hadden. Het enige dat al deze mensen geleerd hadden was het land bebouwen. Jn Londen aangekomen probeerden ze een baan te vinden als dokwerker, grondwerker of dagloner in een fabriek. Pas als zij hun eerste loon geïnd hadden, konden ze proberen een onderkomen in een lodging¬house te krijgen. Vanzelfsprekend konden ze geen aanspraak maken op een kamer of op een bed, slechts bij toerbeurt op een plaats in een bed, en alle bedden waren voortdurend bezet. •. fe ziet ook Engelsen in de lodglng-houses" legde Le Lubez uit. .Ziekte, werkeloosheid. een ongeval en je bent je baan kwijl. En wat doe je dan? Er zijn beroepen waar je altijd wel werk vindt: voddenraper, putjcsschep¬per, straatveger in de dure wijken, rattenverdelger, l c kunt je ook aansluiten bij het leger mannen, vrouwen en kinderen die van de vroege ochtend tot de late avond in de modder van de Theems graaien en wroeten. Zij vinden er scherven en brokstukken van alles en nog wat en verkopen dat. Hier gaat, behalve menselijke wezens, niets verloren. Zij die blijven leven met het uitoefenen van de beroepen die ik u noem, hebben maar één manier om hun cUendc te vergeten en dat is drinken. In de lodglng-houses wordt geschreeuwd, gevochten, soms gemoord, maar de politie waagt zich maar zelden in East End." Na hun bezoeken aan deze armste buurt van Londen, waren de Franse arbeiders het meest onder de indruk van de nood onder de jonge kinderen. Bij gelegenheid van een van hun bezoeken aan de Londen Trade Union kregen ze vrij nauwkeurige informatie over de levcnsom¬standighedcn van de kinderen van het sub-proletariaat. Het eerste voedsel van een zuigeling in Cost End was de melk van een ondervoede, vaak tubcrculcusc of syfilitische moeder. Daarna kregen zij soep waar de meeste ouders een scheut alcohol in deden om de hongerige kinderen stil te houden. Resultaat: 55 ~ó van de kinderen in East End stierven voor hun vijfde jaar tegen gemiddeld 18 % in de andere stadsdelen. De wet verbood kinderarbeid lot het negende jaar. moor velen werkten vanaf hun zevende jaar in de fabrieken en werkplaatsen van Londen. Zij trokken er wagentjes voort, dweilden de vloer, droegen zware vrachten, In theorie heetten ze leerjongen te zijn. in werkelijkheid waren ze 42 43


boodschappenjongen en manusje van alles. Zij waren nog zo gelukkig dat ze op een matras in de werkplaats konden slapen. Sinds kort waren vakbondsleiders en enkele parlementariërs begonnen zich te interesseren voor de omstandigheden waarin deze kinderen opgroeiden. ln die tijd toonde men • misschien in Engeland nog minder dan elders • weinig sentiment ten opzichte van de jeugd · ook niet onder de betere standen. In de fabrieken werkten de kinderen van 6 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds met een halfuur lunchpauze. De leerjongens kregen een kosteloze maaltijd: meestal een korst brood. Ook de vrouwenarbeid kwam ter sprake. De Franse afgevaardigden kregen te horen hoe deze vrouwen altijd onderbetaald waren: twee of drie shilling per dag terwijl een geschoolde arbeider acht of tien shilling kreeg, en een nietgeschoolde vijf shilling. Het was moeilijk deze getallen met die van de Franse lonen te vergelijken vanwege de verschillende prijzen voor de verschillende produkten en artikelen ia de twee landen. Maar evenals in Frankrijk waren werkende vrouwen en meisjes gedwon¬gen zich voor de opzichters te prostitueren. Een van de Fransen die de Engelse syndicalist ondervroeg, was eeo drieëndcrtigjarige bronsbewerker, Henri Tolain. Hij was de man die van de regering en van de werknemers gedaan had gekregen dat de arbeiders vrij zouden zijn in het aanwijzen van de kameraden die zij naar Londen wilden sturen. De afvaardiging, waarvan hij als het ware de morele aanvoerder was, bestond zowel uit elementen even gematigd als de Engelse arbeiders die in het tentoonstellingsgebouw hadden gesproken, als tot het anarchisme neigende socialisten als Tolain zelf. Tolain en de zijnen luisterden aandachtig hoe de leiders van de Trade U11io11 betoogden dat de wereldtentoonstelling niet anders dan één grote bluf was. .Dc techniek za] de omstandigheden van de arbeider niet verbeteren zolang het kapitalistische systeem met zijn onbeperkte concurrentie bestaat. MeL of zonder machines: De enige zorg van de werkgevers is, om met zo min mogelijk kosten zoveel mogelijk te produceren, met andere woorden de arbeiders zo lang mogelijk te laten werken tegen het laagst mogelijke loon." ,.Ja, dat weten we," antwoordde Toloin ... Wc hebben Prouclhon gele· zen." ,.Waarom komen de Fransen dan hier om stakingen te saboteren?" Het stakingsrecht is nu in alle grondwcuen opgenomen. behalve in die van de satellietlanden van Moskou en Peking. In 1862 was de staking een feit dat niet legaal bestond en in Frankrijk was het een overtreding. De Engelse arbeiders hielden vol dat het hun enige doeltreffende wapen tegen de druk van de werkgevers was. In Frankrijk aarzelden de arbeiders altijd om hun toevlucht ertoe te nemen: 'Stoken maakt de werkgever woedend, waarna hij nog onverzoenlijker is. Bovendien is er na een paar dagen geen brood meer op de plank'. De Engelse vakbonden die wel door de wet erkend waren. hadden ëen fonds aangelegd dat het de arbeiders mogelijk maakte het langer uit te zingen. Maar wat was het nm ervan als arbeiders van het continent tegen te loge lonen kwamen werken? Aan het slot van een soms felle discussie werd men het erover eens dat de Franse arbeiders bij hun terugkeer in Frankrijk er alles aan zouden doen om hun staking-saborcrcndc kameraden op andere gedachten, die meer in overeenstemming met de arbeidersbeweging waren, Ie brengen. Ze stelden zichzelf voor een praktisch onuitvoerbare taak. Het Franse syndicalisme bestond ia die dagen nog niet. Door de oude gilden, waar geen nieuwe ideeën meer uit voortkwamen en die autoritair waren geworden, af Ie schaffen zonder ze door andere te vervangen, had de Grote Revolutie de arbeider in de kou laten staan. Onbeschermd stond hij tegenover twee kolossen die Kapitaal en Techniek heetten. In het Frankrijk van 1862 was de enige band tussen de arbeiders onderling en tevens hun enige hoop het voorbeeld en de geschriften van enkele ideologen. Tolain had in Londen niel zo maar de naam Proudhon laten vallen. Van 1848 tot l 865 is deze naam in Europa even beroemd geweest als een halve eeuw later die van Karl Marx zou worden. Op een junimorgen van het jaar 1832 werd bij de burgemeester van Toulon tot verbazing van dit mollige, zelfingenomen mannetje de deur van zijn werkkamer zonder enige voorafgaande waarschuwing openge¬duwd. Tripeuc (pens) zoals zijn ondergeschikten burgemeester Guieu noemden, keek over zijn goudomrande brilletje verschrikt op en zag een armoedig gekleed jongmens voor zich staan. In zijn ene hand hield deze eveneens gebrilde • maar met een ijzeren bril · jongeman een wandelstok van de Compagnons du Tour de France vast, in de andere een paspoort. In die tijd had men in Frankrijk een paspoort nodig om van de ene pro· vincie naar de andere te reizen. •• Meneer," zei de jongeman op zijn paspoort wijzend, .ziehier een document dat mij twee franken heeft gekost. Ik lees erin dot de burgerlijke en militaire autoriteiten mij in geval van nood hulp en bescherming zullen bieden. Welnu, ik ben letterzeuer; ik kom uit Besançon en ik kan geen werk vinden. Diefstal wordt gestraft, bedelen is verboden, hoc moet ik dan leven? Ik kom daarom, edelachtbare. om me Ic uwer beschikking te stellen." De brave burgervader, eertijds advocaat, bewoog zich onrustig in zijn armstoel. Weer een gek. Of een revolutionair. Enige dagen tevoren waren er in Parijs naar aanleiding van de begrafenis van generaal Lamarque onlusten uitgebroken. "Meneer," antwoordde Guieu, ,.de vermelding in uw paspoort betekent 44 45


alleen maar dat de autoriteiten u verdedigen zullen indien u door boosdoeners wordt aangevallen." .,In dat geval heb ik twee franken voor niets betaald." De burgemeester had maar één wens en dat was dat die dolleman zo gauw mogelijk zou verdwijnen. ,,lk zal u reisgeld laten uitbetalen waarmee u naar huis kunt terugkeren. Vijftien cent per mijl. Meer kan ik niet voor u doen." .,Meneer, dat is een aalmoes die ik niet wens. Wat ik vraag, is werk. Geeft u me dan tenminste raad. Wat kan ik in deze stad doen? Waar kan ik terecht? Wat raadt u mij?" "Meneer, ik raad u aan dit vertrek te verlaten," antwoordde de burgemeester naar de deur wijzend. De jongeman verliet de kamer maar niet voordat hij gezegd had dat hij deze audiënlie nooit zou vergeten. Hij was toen 23 jaar oud en heette Pierre Joseph Proudhon. Zijn ongewone opwachting bij de burgemeester van Toulon illustreert vrij goed een zeker aspect van het lot van de vakman van die tijd: AJ kende je een goed en nuttig vak. niemand deed iets voor je als je geen werk had. . Die zelfverzekerdheid tegenover het gezag had Proudhon van zijn voorouders. Behalve zijn vader, die kuiper en bierbrouwer in een voorstad van Besançon was, waren al zijn voorouders boeren geweest. Wij vergeten vaak dat er in het oude Frankrijk verschillende categorieën boeren zijn geweest. De laboureurs [rancs van wie Proudhon afstamde, hadden nooit horigheid gekend; zij waren sinds onheuglijke tijden vrijgesteld van elke leendienst, zij onderscheidden zich daardoor van de meeste andere boeren die sinds eeuwen gewend waren zich te verdedl¬gen, te g,hoorzamen, te schipperen, listen te gebruiken om aan hun trekken te komen. Voor de laboureurs francs daarentegen gold: 'Dit is mijn recht in dit koninkrijk en niemand kan er aan tornen'. Voor de ouders van Proudbon was de Revolutie van 1789 als een vervolg van de strijd die door hun voorouders gevoerd was. Pierre Joseph Proudbon is geen boerenknecht geweest, zoals sommige biografen die hem graag als proletariër willen zien, het zeggen. Hij was een zoon van het volk, maar géén proletariër. Hij leerde lezen op het schooltje van Bauant, een dorpje bij Besançon en buiten schooltijd hoedde hij het vee dat zijn vader bezat. De latere anarchist is eerst pantheïst geweest. 'Heerlijk is het in het hoge gras te rollen, het gros dat ik nel als de koeien zou willen grazen, om blootsvoets over de paden langs de hagen te hollen ... Meer dan eens heb ik mij op vroege zomerochtenden uitgekleed om in het gras een dauwbad te nemen'. Het kon niet anders of de christelijke godsdienst zoals die in het dorp werd onderwezen, moest hem tegelijk inhoudsloos en frustrerend lijken. Op zeer jeugdige leeftijd heeft hij het christelijke geloof • als godsdienst, niet als patroon · vaarwel gezegd. Zijn anarchisme dat zijn godsdienst werd, verheerlijkte het huwelijk, het gezin, bet recht, de hulpvaardigheid. Eigenlijk was het geluk dat hij voor de hele mensheid wilde, het geluk van zijn jeugd .. Op een dag zei hij tegen zijn moeder dat hij genoeg had van het dorpsschooltje. "Ik wil boer worden. Of anders wil ik een vak leren. Ik wil met mijn handen werken." ..Nee jongen, jij gaat studeren." De moeder van Pierre Joseph had alles voor haar vijf kinderen opgeofferd. En Pierre Joseph moest en zou naar het lyceum van Besançon gaan. Grote schrijvers hebben vaak het probleem beschreven van het kind uit een arm milieu dat boven zijn stand wordt opgetrokken en moet studeren. Pierre Joseph leerde makkelijk, maar daarom was hl] toch niet gelukkig op het lyceum van Besançon. Elk ogenblik werd hij gekwetst: Hij droeg klompen, de andere kinderen schoenen. Hij had geen hoed, symbool van de burgerstand. Hij droeg nette en schone kleren waar de anderen om lachten omdat ze uil de mode waren. De jeugd kent geen medelijden. En waar waren de velden, de hagen, het hoge gras, de bedauwde weilanden? Een school kan een gevangenis zijn, een gevange¬nis waar het onrecht van bet geld heerst. Pierre Joseph kwam er gekwetst en vernederd vandaan. Hij had er alles waar hij van hield, ontbeerd. Maar hij had er de wereld van de boeken ontdekt, hij had er, of hij wilde of niet, deelgenomen aan de 'burgercultuur'. De financiële middelen van zijn Familie lieten echter niet toe dat hij tot zijn eindexamen de school volgde. .Dan wil ik letterzetter worden." Er zijn meer revolutionairen die op die manier hun smaak voor cultuur met hun anti-burgerlijke overtuigingen hebben verzoend. We hebben zojuist de gezel Proudbon gezien die zijn Tour de France maakte en door de burgemeester van Toulon werd afgescheept, Het was een periode waarin de beste handwerkslieden van het ene atelier naar het andere trokken, de arbeidsmarkt was onzeker. En het werk in de drukkerijen zwaar: tien of elf uur per dag gebogen over de loden letters. in benauwde, bedompte vertrekken. Nog in 1935 was het werk in talloze · drukkerijen in Frankrijk, niettegenstaande de arbeidsinspectie, erg onge¬zond. Proudhon had voor zichzelf willen werken, maar waar en hoe in deze omstandigheden? 'Kom naar Parijs, ik help je wel'. Het was Gustave Fallot, een student die Proudhon toevallig bij het corrigeren van een Latijns werkje had leren kennen, die dit schreef. Fallot hield woord. Ten koste van heroïsche soberheid bracht Proudhon maanden door in de bibliotheken van de hoofdstad, waar hij politieke en filosofische werken verslond, terwijl hij 's avonds in een onverwarmd kamertje vellen volkrabbelde. 46


. .Mijn ideaal is mijn brood te verdienen met mijn pen." Een ideaal dat even verwezenlijkt leek te zullen worden toen in 1838 onze naar kennis dorstende vriend van de Académic van 13esançon via een door dit instituut ingestelde prijsvraag een prijs van 500 franc per jaar, gedurende drie jaren ontving. Voor een asceet als Proudhon stelde dit bedrag een fortuin voor. Wat is bezit? was de merkwaardige titel van het werk dat twee jaar later van de hand van Pierre Joseph Proudhon verscheen. Oplaag: 500 exemplaren. Bij wijze van voorwoord een 'Brief aan de heren, leden van de Académie van Bcsançon', waarin de auteur de edelachtbare heren lof toezwaaide en zijn eerbiedige dankbaarheid uitsprak. De academici apprecieerden de dankbaarheid van hun beschermeling, maar hun waardering veranderde al gauw in verontwaardiging toen ze verder lazen: ' ... Als ik, mijne heren, het bezit voorgoed wens te vernietigen, dan is deze gedachte mij door u geïnspireerd'. ln hetzelfde geschrift kon men een zin lezen die later beroemd zou worden: 'Bezit is diefstal'. De deftige burgerij van Besançcn was diep geschokt, men overwoog zelfs een gerechtelijke vervolging, meer een jurist raadde dit af: .Dergelijke dwaasheden zijn geen proces waard." Twee jaar Later publiceerde Proudhon een tweede geschrift, waarvan de titel luidde: Waarschuwing aan Bezitters. Zijn eerste geschrift bleek slechts een onschuldig opstelletje te zijn geweest. Ditmaal was er sprake van een duidelijke bedreiging. De schrijver werd in staat van beschuldi¬ging gesteld. Op de dag van het verhoor was de rechtbank stampvol. De pers, de kerk, de notabelen van de stad hadden allen voor de nodige publiciteit voor Proudhon gezorgd: Hij werd als eeo gevaarlijk revolutionair individu bestempeld, bij hem vergeleken was Robespierre maar een kind geweest. Bij de woorden van de president: .Laat de beklaagde binnenko¬men," richtten alle ogen zich vol spanning op de deur. Een knappe, nog jonge man (Proudhon was toen vijfendertig jaar oud) verscheen in de deuropening. Hij was zeer correct gekleed en zag er met zijn regelmatige trekken helemaal niet als een opstandig heethoofd uit. Achter een ijzeren brilletje keken een paar bruine ogen spottend de zaal rond. Het exposé en het requisitoir van de president bracht de zaal in beroering. De advoceat-genereal had op handige wijze de meest opruien¬de passages uit Proudhons geschrift ingelast: 'Ik heb mezelf gezworen dat ik het bezit rusteloos zal achtervolgen tot ik de overtuiging heb dat het overal verfoeid wordt'. Vervolgens een zin vol verborgen dreiging waarin gesteld werd dat, zonodig, geheime rechtbanken de misdaden van het bezit zouden kunnen oordelen en veroordelen en 'de schuldigen door onbekende handen zouden kunnen laten terechtstellen'. De spanning steeg ten top toen de procureur tot de beklaagde zei: ,.Ik verzoek u nauwkeurig te zeggen wat u met deze woorden be· doelt." Tot verrassing van het gehoor, weigerde de beklaagde te antwoorden. Nu, op een afstand bezien, begrijpt men dit. De gewraakte zin was in een toestand van opwinding geschreven en kwam in het geheel njet overeen met Proudhons overtuiging of instelling. Want zijn leven lang zou immers deze anarchist de revolutie door geweld veroordelen: 'Ik ben geen man van het geweld'. Maar voor dit grotendeels vijandige publiek wilde hij niet terugkrabbelen. Toen bij, nadat de procureur geëindigd had, toch opstond, werd het doodstil in de zaal. Eerst stelde hij het publiek teleur door een aantal blaadjes die hij bij zich had, 'een onverteerbare massa economische en politieke ideeën' voor ·te lezen. De president liet hem zijn gang gaan, overtuigd dat hij zichzelf op deze manier de das om deed. Maar plotseling werden de blaadjes opzij gelegd en begon Proudhon voor de vuist weg te spreken. De ene geestige opmerking volgde op de andere, het werd een meesterlijke satire, waarbij hij onder andere de ontsteltenis van de academici van Besançon beschreef, toen deze ontdekten dat zij een adder aan hun borst gekoesterd hadden. Proudhon wist dit thema op sul:iûele wijze uit te werken. Het in het begin verrast glimlachende publiek, begon hardop te lachen toen hij de gedeputeerden belachelijk maakte. De rechters, zelfs de president bogen hun hoofden om niet te laten zien dat zij glimlachten. Tenslotte werd deze super-Robespierre onder luid applaus van het publiek vrijgesproken. Maar Proudhon zou niet altijd zo gelukkig zijn. Het - theoretische - geweld van zijn boeken zou het hoe langer boe meer van zijn humor winnen. Gevangenis en verbanning zouden zijn lot worden. Anarchisten van alle landen hebben - en velen doen dat nog - de leer van Proudhon als het evangelie van het anarchisme beschouwd. De niet· anarchistische socialisten hebben er hun inspiratie opgedaan. De mensen van de Action Française bewonderden Proudhon. Verschillende sociale verworvenheden van onze tijd stammen rechtstreeks af van de proudhon¬istische principes. De ideeën van Proudhon staan niet in zoveel woorden in een of meer boeken uitgedrukt, zoals dat bij Karl Marx het geval is. Maar toch lopen ze als een rode draad door al zijn geschriften heen, soms slechts als een gedachtenflits of in de vorm van een lyrische ontboezeming. Men moet ze weten te onderkennen, slaagt men daarin, dan is zijn gedachte duidelijk. Laat ons eerst de gedenkwaardige uitspraak 'bezit is diefstal' toelichten. Charles François Marie Courier ( 1772-1837) had ervan gedroomd de mensen in een gemeenschap te laten leven waar niemand iets bezat. Dit 48 49


was niet Proudhons idee. Voor hem was bezit slechts diefstal als het bepaalde mensen mogelijk maakte z:ich onbeperkt te verrijken door anderen voor ziel: te laten werken tegen een onevenredig laag loon. Voor Proudhon waren de 'dieven' dus in de eerste plaats de grondbezitters, die bet land dat zij door erfenis verkregen hadden, niet zelf bebouwden. 'Het is een schande dat een boer gedwongen is zijn leven lang het land van een landeigenaar te bewerken, die zelf niets uitvoert, en dat hij (de boer) er nauwelijks genoeg van overhoudt om met zijn gezin niet van honger om te komen. Met welk recht kunnen grondbezitters - evenals hun voorouders dat konden en hun kinderen dat zullen blijven doen - generaties van boeren uitbuiten en ze, dankzij veel te lage lonen, dwingen altijd boer te blijven? Alleen met het recht van 'wie het eerst komt het eerst maalt'. Dit recht staat gelijk met diefstal." Deze kritische bewering van Proudhon berustte op een zeer tastbare realiteit in Frank.rijk. De eerste praktische uitwerking ven de Revolutie op het lot van de Franse boeren was zeer gunstig geweest, namelijk de afschaffing van de laatste feodale resten: herendiensten en cijnsen. Daarna kwam de verkoop van gronden die de staat toebehoorden. Slechts eenvijfde van deze gronden werd door landeigenaars gekocht, de rest ging naar burgers uit de steden: kooplui. juristen, artsen, gedeputeer-den, ambtenaren, die hun nieuwe aanwinst door boeren of pachters lieten bewerken. Voor hen was dit grondbezit niets anders dan een middel om zich te verrijken. Behalve het fundamentele onrecht. dat door Proudhon aan de kaak werd gesteld, had deze stand van zaken een ander bedroevend gevolg: Deze kleine of middelgrote grondbezitters stonden net zo onverschillig tegenover elke verbetering van de landbouwtechniek als, rij het om andere redenen, de vroegere leenheren dat gedaan hadden. .Stel," zei Proudhon, dat ,.de landeigenaren instemmen - of worden gedwongen in Ie stemmen - met het idee dat het werk van de boeren hen (de boeren) na bijvoorbeeld dertig jaar het morele recht geeft eigenaar te worden van de akkers die zij bebouwd hebben. De landeigenaar zou niet benadeeld worden, want de boer zou hem in de vorm van nauwkeurig berekende jaarlijkse aflosslngen terugbetalen. Wat de boeren betreft, de bank zou hen helpen deze jaargelden te betalen.". Proudhon heeft deze bank niet alleen maar in zijn verbeelding gezien. hij heeft hem na de revolutie van 1848 in het leven geroepen. Het was de Banque du Peuple, door het volk dat naar 'vermogen' moest inschrijven, gefinancierd, Aan kapitalisten hoefden geen gelden meer uitgekeerd te worden, woekerprijzen bestonden niet meer, de enige zorg van de bank was steeds genoeg geld in kas te hebben om de kosten van het beheer te bestrijden. De onderneming mislukte na enkele maanden bij gebrek aan deskundige beheerders en het hoeft geen betoog dat de echte bankiers niets deden om de Banque du Peuple te helpen. De utopie ven torn werd echter later werkelijkheid. Want duizenden Fransen van vandaag zijn eigenaars van appartementen, huizen en landbouwgronden, dankzij lenin¬gen voor het bouwen en kopen die per jaar aflosbaar zijn. Socialisten hadden als bezwaar tegen de ideeën van Prpudhon dat als de boeren eenmaal eigenaar waren geworden, zij op hdo beurt uitbuiters zouden worden. "Nee," was hel antwoord van Proudhon, ,,niet als zijzelf hun land bewerken. Ik aanvaard bet begrip eigendom, dat men goed dient te onderscheiden van het begrip bezit. Eigendom . dat is het goed dat een man door werken dankzij zijn bekwaamheden verkrijgt. Want al moet een ieder bij het begin dezelfde mogelijkheden hebben, het zijn eigen¬schappen als moed. ijver, volharding, aanleg. intelligentie, die ieder individu in staat stellen een verschillend peil van welvaart Ie berei¬ken." Een andere tegenwerping was dat het systeem - dat alleen het familiebe¬zit bevorderde - de verbrokkeling in de hand werkte. ,.Nee," zei Proudhon, ,.want deze kleine grondeigenaars kunnen federa¬ties vormen om gezamenlijk te kopen en te verkopen." Federarie was het sleutelwoord. Proudhon noemde zijn leer het federalis¬me. Wij kennen heden ten dage landbouwfederaties: men noemt ze coöperatieven. Proudhon gebruikte ook het woord federatie als hij over de toepassing van zijn systeem op de industrie sprak. "Ook daar, net zo min als in alle andere gebieden, mag het kapitaal niet teren op het werk van de mensen en dankzij dut werk onbeperkt groeien. De fabrieken moeten in handen ven arbeidersfederaties komen." En de Banque du Peuple alweer, zou het beginkapitaal, dat jaarlijks aûosbaar zou zijn, moeten leveren. Kapitaal viel er niet meer te verdelen, de produkten zouden tegen kostprijs verkocht worden. "De toetreding tol deze federaties zal geheel vrijwillig 2.ijn, de contracten die afgesloten worden persoonlijk. ieder lid is vrij de federalie te verlaten wanneer hij dat wenst. De vrijheid van het individu dient te allen tijde gerespecteerd te worden. Dat respect is de grondslag von mijn leer." Een nobel streven voorwaar. maar dat utopisch zou blijken te zijn. Proudhon sloot zijn ogen voor wat gemakkelijk te voorzien was in een systeem waar men gaan en komen kon zoals men wilde: permanente wanorde. Het is niet minder utopisch om te denken dat de arbeidersfe¬deraties geleidelijk en op vreedzame wijze de hele industrie tot zich zouden trekken. Alsof de industriëlen onmondige kinderen warenl Laten we echter Proudhon neg even volgen, want hij doet dit op een voor ons zeer interessante manier door het anarchisme tegenover het communisme te stellen. We zullen in dit boek zien hoe het antagonisme anarchisme¬communisme zich in een opeenvolging van dramatische gebeurtenissen ontwikkelt. Proudhon. die in 1865 overleed. heeft deze ontwikkeling niet 50 51


meegemaakt, maar het inzicht waarmee hij voorspeld heeft wat er gebeuren zou als het communisme als overwinnaar uit de strijd zou komen, dwingt bewondering af. Kort samengevat heeft hij het volgende gezegd: Februari 1848. 'Parijs, die enorme stad, centrum van Europese cultuur en raffinement, was onherkenbaar: In de straten verhieven zich huizenhoge barricades en boven op die barricades temidden van stenen en kapotte meubels stonden de arbeiders in hun schilderachtige boezeroenen, hun gezichten zwart van de kruitdamp en tot de tanden toe gewapend. Verdwenen waren de verfoeilijke dandies met hun lorgnet en wandelstok¬je, de oude verwaande kwasten, en in hun plaats nobele werkers, een geestdriftige triomfantelijke menigte, zwaaiend met rode vlaggen, vader¬landse liederen zingend, dronken van overwinningsvreugde. En in deze roes, in deze uitbundige vreugde, bleef een ieder toch vriendelijk, beleefd, bescheiden en geestig. Zo iets ziet men alleen in Frankrijk, en dan nog alleen in Parijs'. Niet Proudhon is de schrijver van deze enthousiaste woorden, maar de Rus Bakounin. In februari 1848 barstte in Parijs het oproer los. In drie dagen tijds was de monarchie omvergeworpen, een voorlopige regering ingesteld en de republiek uitgeroepen. Aanleiding tot de opstand: De regering van Louis Bonaparte heeft geweigerd het kiesrecht, dat een censuskiesrecht was, uit te breiden. Men had niet eens hel algemene kiesrecht geëist. Waar Bakounin niet over schrijft, is dat de opstandelingen het Palais des Tuileries geplunderd hadden en 25.000 kilo aan meubelwrakken, spiegels, glaswerk en porselein verkocht hadden. Op de barricades stonden republikeinse en liberale burgers. arbeiders en ambachtslieden, in het gewone leven politieke tegenstanders, broederlijk naast elkaar. Eerst "komt de revolutie de arbeiders en ambachtslieden ten goede: Drie socialisten krijgen topfuncties in de regering. Het zijn Ledru¬RoUin, directeur van de oppositiekrant La Ré/orme, Louis Blanc. redacteur van dezelfde krant, en die al naam gemaakt had els politiek theoreticus (evenals Proudhon was hij vóór ondernemingen die door arbeiders werden bestuurd, maar aanvankelijk door de staat gefinan¬cierd) co tenslotte de werktuigkundige, hoofd van een geheim genoot¬schap, Alexandre Martin, die in de geschiedenis van de revolutie bekend zal blijven onder de naam Ouvrier Albert. Drie socialisten, waaronder een arbeider, regeren dus nu Frankrijk - tot verrassing en vreugde van heel links Europa. Maar /niet tot vreugde van Proudhon: ,,Ik ben," zegt hij, ,.de enige revolutionair die de februari-opstand niet aangemoedigd heeft. De sociale revolutie was al aan de gang zonder dat iemand, hoog of laag, hel merkte." Het valt te betwijfelen of de sociale revolutie al begonnen was, zoals Proudhon meende. Zonder de politieke revolutie zouden de arbeiders nog in lange tijd het stemrecht niet verkregen hebben. Maar zij waren politiek noch sociaal volwassen: de meest ontwikkelden kenden alleen nog maar kleine, geheime clubjes, die samenzweringen beraamden en niet georganiseerd waren. Daarbij kwam dat de economische crisis, dle op de revolutie volgde, veel arbeiders werkeloos maakte. Als . .Mijn politieke ideeën bestaan uit hel ontkennen van de noodzaak van een regering. De verschillende arbeidersbonden waaraan ik denk, zullen onder elkaar alle zaken betreffende kopen en verkopen van produkten regelen, terwijl zij met de landbouwfederaties over grondstoffen zullen onderhandelen. Jo gezamenlijk overleg worden de contracten afgesloten. Wat heeft de staat in een dergelijk economisch systeem te maken? Niets. Wat heeft ze tot nog toe gedaan? Zij heeft elk vrij verbond, eU~ federalisme verhinderd. Ze heeft de machtigen, de industriëlen. de bezittende klasse beschermd, en de zwakken onderdrukt. Dat heeft ze met behulp van de kerk gedaan· toen zij monarchie heette, en toen zij republiek heette door in 1739 de oude gilden af te schaffen zonder er iets anders voor in de plaats te stellen. Hetzelfde zal gebeuren als de staat een communistische staat is." Een dergelijke staat bestond nog niet voor Proudhons dood, maar fanatieke communisten hadden al lang en in verschillende landen van zich laten boren. In de jaren 1840-1865 was Karl Mant reeds bezig zijn staatscornmunisme te smeden . .. In een communistische 'staat," voorspelde Proudhon, .zullen de beslis¬singen door het collectivistisch Gezag voor hei Ideale Welzijn van hel Ideale Individu genomen worden. Maar het werkelijke individu zal nooit geraadpleegd worden, of slechts op bedrieglijke wijze. De staat handelt buiten hem om, of zo nodig ten koste van hem. Bonden op vrije grondslag zullen niet bestaan en produkticrniddelen zullen niet de arbeiders maar de staat toebehoren. Het staatskapitalisme zal het particuliere kapitalisme vervangen. De Staat · welke slaat dan ook · onderdrukt hel individu. Daarom ben ik anarchist." In de volgende bladzijden zullen we anarchisten zien bommen gooien, schieten en moorden. We zullen zoveel geweld meemaken dat er een tijd was dat in heel West-Europa, in Rusland en in de Verenigde Staten 'anarchist' synoniem was met terrorist en moordenaar. Proudhon heeft el dat geweld van te voren verworpen: 'Anarchie is niet de afwezigheid van principes, van regels, niet de heerschappij van de wanorde. Hel is de afwezigheid van een hoofd, van een soeverein'. Etymologisch betekent het woord an-archie: zonder soeverein. Proudhon zei van zichzelf dal hij 'een anarchist, vriend van de orde' was. Zonder twijfel had het godsdienstonderwijs in zijn jonge jaren zijn sporen bij hem achtergela¬ten. 52 53


verschrikte kinderen wendden zi] zich tot het gezagsapparaat (de voorlopige regering en daarna de Wetgevende Vergadering) en smeekten baar van hoven af de sociale hervormingen tot stand te brengen. En dat was juist wat Proudbon afkeurde. Eerst moest er werk zijn. Om de arbeiders werk te verschaffen, stelde de staar nationale ateliers in, grote werkplaatsen van publieke werken, die voor het merendeel overbodig waren, en een financiële debacle werden. Ze werden gesloten, met gevolg vier dagen onlusten op de Faubourg St.¬Antoine, onlusten die bloedig onderdrukt werden. ,,ziehie"r," zei Proudhon, ,.een fraai resultaat voor een socialistisch denker!" HiJ bedoelde Louis Blanc. Zijn veroordeling was ten onrechte, in de eerste plaats omdat de nationale ateliers slechts een karikatuur waren van de maatschappelijke ateliers waar Louis Blanc van droomde. -Voorts bad Blanc. verslagen door de gevolgen van de revolutie, sinds meer dan een maand ontslag genomen uit al zijn regeringsambten. En tenslotte was Proudhon niet tot oordelen bevoegd gezien zijn eigen onbedachtzaam optreden. Na eerst de opstand te hebben afgekeurd, had hij zich enkele dsgcn later bij de opstandelingen aangesloten. "Ik zou de revolutie van 24 februari nooit begonnen zijn. maar het volk dacht er anders over. Maar wat er ook gebeurt, ik zal hel volk in het gelijk stellen." Vrienden zeiden tegen hem: ,,Je kunt meer doen, lont je tot gedeputeerde kiezen." Hij werd gekozen en eenmaal gekozen, nom hij als een ijverige leerling deel aan alle ziu.ngen. commissies. comités van de Vergadering. Hij ging zo in zijn werk op dar hij onkundig was van alles wal er buiten gebeurde. De gebeurtenissen kwamen voor hem nis een donderslag uit een heldere hemel. In één slag werd toen de brave leerling de schrik van de Vergadering. Iedereen die zijn mond maar opendeed, kreeg te horen dat hij schuld had asn het bloedbad, Voor de eerste keer stelde hij in een redevoering de burgerlijke klasse tegenover he:t proletariaat. "Het proletariaat zal een nieuwe orde vestigen door zich niets van de wculg toegestane middelen aan te trekken." Het prolc.erlaat was 70 weinig in staat om een nieuwe orde te vestigen, dat in november 18-i8 Louis Napoleon tot president ven de republiek werd gekozen. .Die man is een imbeciel en een vijand van het volk," riep Proudhon. Nadat hij deze bewering op briljante wijze in een tweetal artikelen had uiteengezet, werd hij tol drie jaar gevangenis veroordeeld. Evenals Louis Blanc gedaan had, vluchtte hij naar België. Toen hij kon daarop clandestien i.n Frankrijk ter ugkccrdc, werd hij door de politie herkend en ditmaal vei dwecn hij in de gevangenis. Terwijl hij zijn drie jaar in Seirue-Pélagie (een gevangenis clic door illustere gevangenen als Mme Roland, André Chenier, Paul-Louis Courler bekend was geworden) uitzat, liet Louis Napoleon zich zonder enige moeite door een volksstemming tot keizer uitroepen. En dal was dan het resultaat van de opstand van 1848. Burgers en kooplieden wilden orde en rust en voor de boeren waren de opstandelingen - en meer in hel algemeen de arbeiders - 'roden', 'partagcux' (d w:.z. voorstanders van gelijke verdeling van alle bezit) die hun hun land wilden afnemen. Napoleon 111 was niet anti-sociaal uit principe, integendeel. hij had gezonde sociale ideeën. Maar de aard zelve van zijn macht maakte het hem onmogelijk een sterke oppositie roe te staan. Alle min of meer socialistisch getinte clubs werden verboden, en door middel van enige spitsvondige wetten werè de vrijheid van pers tol nul gereduceerd. Socialisme en anarchisme zouden tien jaar moeten zwijgen. Niet alleen in Frankrijk, maar in heel Europa constateert men in die dagen een merkwaardige politieke vermenging. Vóór de Franse februari¬revolutie van 1848 hadden nationale vrijheidsbewegingen - tegen Oos¬tenrijk, tegen de koning van Napels - ltalië in beroering gebracht. In Oostenrijk en Duitsland kwam men legen de absolute macht in verzet. De Franse revolutie van 1848 had een calalyscrend effect: overal verklaarde de uiterst linkse vleugel van de arbeiders zich solidair met de nafionalisten en republikeinen. In Duitsland, Hongarije en Oostenrijk, hadden gedurende een korte spanne tijds de communisten de macht ia handen. Maar in al die landen evenals in Frankrijk, zorgde de schrik spoedig voor een reactie, gevolgd door de terugkeer van koningen en vorsten. In heel Europa bestond praktisch geen arbeidersbeweging meer. Behalve in Engeland. De Engelsen waren zo gelukkig geweest van alle revoluties, terrcurs en daaropvolgende onderdrukking gevrijwaard te blijven. Daardoor was de arbeidersbeweging in Engeland niet genoodzaakt geweest in hel geheim te werken -, Uit de oude bonden voor onderlinge hulp had zich openlijk een krachtig syndicalisme ontwikkeld. De Trade Unlons waren hiervan het resultaat. In 1860 waren alle Britse vakbonden voor alle beroepen samengegaan in de Trede Uuions Council, Deze raad vertegenwoordigde een goed georganiseerde macht tegenover de macht van de werkgevers. In augustus 1862 hadden de Franse arbeiders die de voorzitters van de Londense Trade Unions bezochten, beloofd werk te maken van de onwilligheid tot stákcn van hun kameraden. Men sprak met elkaar af in correspondentie Ic blijven en iedere gunstige gelegenheid lot gezamenlijke manif estnries aan te pokken. Er waren trade-unionisten die zeiden: 'Dit bezoek heeft geen enkel nut gehad, op ccntincntalen kun je niet rekenen'. Anderen namen een afwachtende houding aan: wait and sec . .Zo ook de voorzitter van de Trade Unions Odger, schoenmaker van beroep. Het was Odger die in juli 1862 aan de bronsbewerker Tolain, discipel van Proudhon schreef: 'Kom 54- 55


naar Londen met een delegatie om deel te nemen aan een pro-Polen manifestatie'. Polen was in opstand gekomen tegen de tsaristische onderdrukking die door Pruisen en Oostenrijk gesteund werd. ln heel socialistisch en liberaal Europa hoorde men de kreet: 'Polen wordt gemarteld'. Alles wat Pools was werd vereerd, alles wat Russisch was verguisd. 'We moeten onze krachten bundelen om onze regeringen te dwingen in Polen te bemiddelen', schreef Odgcr aan Tolain. 'We moeten massale manifestaties organiseren, verzoekschriften opstellen'. De Franse anarchistische arbei¬ders waren nuchterder: 'Eerst een arbeidersorganisatie. Geen politiek'. Napoleon 111 had evenwel toch een van vele handtekeningen voorziene petitie ontvangen. Uiteindelijk ging Tolain naar Londen, maar met een slechts uit vier leden bestaande delegatie. Odger liet hen hun handteke¬ning zetten onder een verzoek, dat aan minister-president Palmerson door vertegenwoordigers van de Trade Unions overhandigd werd. "Het spijt me erg, heren," sprak Palmerson, ,,maar hel is nu te laat om oog te bemiddelen. We hebben zojuist vernomen dat de Poolse opstand onderdrukt is." Profiterend van hun aanwezigheid in Engeland, spraken de vijf Franse arbeiders over andere belangrijke zaken met hun Engelse collega's. Tolain stelde voor een Frans-Engels comité in te stellen dat tot taak zou hebben een internationale arbeidersassociatie in het leven te roepen. De Engelsen gingen met dit plan akkoord. Ze waren zelfs bereid zich met al het voorbereidend werk te belasten. Het 'Frans-Engelse comité' kwam twee à drie maal per maand samen, heel huiselijk, nu eens bij Odger, dan weer bij de metselaar Crarnrner. De Fransman Le Lubez, die als gids en tolk voor zijn landgenoten had gediend tijdens de bezoeken aan Eest End, vertegenwoordigde de Fransen op deze bijeenkomsten. Men ut er genoeglijk bij elkaar, rookte een pijp. terwijl Mrs. Ogden en Mrs. Crammer bier or thee schonken en zo nu en dan ook een duit in bet zakje deden. Op deze uiterst bescheiden wijze ontstond de Eerste Intemationale. zoals bekend komen Engelsen langzaam in beweging. Odger schreef dan ook aan Tolain: 'We maken weinig vorderingen. Leden van verschillende Trade Unions zijn tegen een internationale organisatie. Maar ik laat je niet in de steek'. Hij hield woord en uiteindelijk lukt het hem andere trade-unionists te winnen. 'Er is ook het probleem van ruimte. We zoeken een zaal die groot genoeg is en toch betaalbaar.' Die zaal werd gevonden, het was St. Martin's Hall, een concertzaal in de stadswijk Long Acre .. Deze zaal was eind september gedurende enkele dagen beschik· baar. De datum van de eerste vergadering werd op 28 september vastgesteld. "Nu," zei Ogden tot zijn makkers die in zijn kleine woning waren samengekomen, ,,moeten wij precies weten wie er komen. Wat voor delegaties, wie aan het hoofd ervan staan, wie er spreken zullen. Wat de Fransen betreft, weten wc dat Tolain zijn delegatie zal leiden en hij zal zeker op tijd alle gewenste informatie geven. Maar wie zullen wc aanwijzen om de Italianen te begeleiden?" Meteen viel de naam van Garibaldi. Hij had een jaar tevoren tijdens een bezoek aan Londen veel succes geoogsc. Maar hij was een omstreden figuur. "Nee, niet Garibaldi. Hij heeft immers zijn republikeinse ideeën laten varen om Victor-Emmanuel te steunen in zijn pogingen een J taliaanse eenheid te vormen." ,.Mauini dan?" Het leven van Mazzini was één groot avontuur geweest. Hij had ook de Italiaanse eenheid gewild, maar niet met een koning of een paus: Italië moest een republiek zijn. In de trant van Proudhon dacht hij dat de volkeren, als ze eenmaal van het juk der tirannen bevrijd waren, zich in vrijwillige associaties zouden organiseren. Hij had een 'volkerenbond' gesticht, 'Jong Europa', dat tot doel had alle verdrukten op het continent tegen de monarchen te beschermen: Serviërs, Hongaren, Polen enzo¬voorts. Hij had als vrijwilliger met Garibaldi meegevochten toen Rome tegen de paus in opstand kwam en was triumvir van een kortstondige republiek geweest. Hij had een opstand in het nog Oostenrijkse Venetië voorbereid. Als een brandende lont rende hij van de ene plaats naar de andere om de verdrukten aan te wakkeren. Waar kon bij nu zijn? Niemand die hel wist. Men besloot daarom dat de Italiaanse arbeiders die in Londen woonden hun kameraden van het schiereiland zouden vertegenwoordigen. Dezen waren trouwens allen aanhnngers van Maz.zi¬ni's leer. .,En de Duitsers?" Verschillende stemmen riepen dezelfde naam: Lasalle. Dat was de man die uitgenodigd moest worden als hoofd van de Duitse delegatie. Hij was veruit de bekendste aanvoerder van de arbeidersbeweging in zijn land. Nog geen jaar geleden had hij de Algemene Bond van Duitse Werkers gesticht. .Lasalle zou inderdaad de aangewezen man zl]n," zei Ogden . .,Helaas leeft hij niet meer, een week geleden is hij in een duel gedood. Om een zaak die overigens niets mei politiek Ie maken had, naar het schijnt. Duitsers duelleren veel." Een stilte viel. Het socialisme in Duitsland lelde mee in Europa, en een Duitse delcgarie was dan ook absoluut onontbeerlijk. Iedereen brak zich het hoofd. Tensloue zei Crammer: .,Ik geloof dat ik het weet. Tijdens de pro-Polen meeting kwam de naam van de mogelijke spreker die de Duitse betogers zou vertegenwoordigen ter sprake. Ik herinner me zijn naam: Karl Marx." 56 57


,.Wie is dat?" Alle aanwezigen waren arbeiders, geen van hen had ooit van Marx gehoord. ,,Hij is een man van een jaar of vijfenveertig, die vóór 1848 zeer militant is geweest. Op het ogenblik hoort men niet veel meer van hem. Hij schijnt het grootste deel van zijn tijd in bibliotheken door te brengen. Maar ik weet dat bij in contact is met de Duitse arbeidersbonden in Londen. Het probleem is hem te vinden. Ik heb zijn adres niet." Niemand had Marx' adres. Afgesproken werd dat iedereen op zoek zou gaan. Le Lubez wist Marx binnen enkele dagen op le sporen en vond hem bereid de hem toegedachte taak als hoofd van de Duitse delegatie op zich te nemen. De rest van de hierboven geschetste vergadering was gewijd aan zaken van materiële aard: versiering van de zaal, huisvesting van de bezoekers en van de leden van een Duits orkest, dat belangeloos zijn medewerking bad aangeboden. De grote St. Martin's Hall was tot de nok toe gevuld. Planten en rode vlaggen zorgJen voor een feestelijk decor. In het midden van bet podium, vóór het orkest, zat de voorzitter, professor Beesly, een Engelsman. Rechts van hem Ogden, links Crammer en een zekere Wheeler, vertegenwoordiger van de Engelse vakbonden. Tolain, hoofd en spreker van de Franse delegatie, zat naast de onvermoeibare Le Lubez, Voorts zaten op het podium eveneens de sprekers en de hoofden van Duitse, Italiaanse, Ierse en Poolse delegaties, voor elk land twee man. De andere afgevaardigden zaten per land gerangschikt in de zaal. De in Londen woonachtige geëmigreerde arbeiders vormden het grootste deel van het publiek, waaronder men ook leden van de verschillende Tradc Unions z.ag. Geen van deze mannen zagen er als gevaarlijke opruiers uit. eerder als vriendelijke huisvaders. Het was voor de eerste keer in de geschiedenis dat arbeiders van vele landen samenkwamen om gezamenlijk hun belangen to! vcrdedlgeu. Het orkest speelde zacht een ouverture en zweeg toen de voorzitter opstond. ,.Ik verklaar de zitting geopend." Professor Beesly hield in hel Engels de eerste toespraak die door de Beehive, het orgaan van de trade-unionisten, als een hartstochtelijk pleidooi voor de arbeider bestempeld zou werden. ! Ict gehoor reageerde spontaan en instemmend, ofwel vcrontwaurdigd als Beesly de ellende en uitbuiting vim de arbeider beschreef. De hele ntrnoslccr had iets Pickwick-achtigs. Het merendeel der aanwezigen, zowel sprekers als toehoorders, waren emigranten die in Londen woonden; alle redevoeringen behalve die van Toluin zouden io het Engels uitgesproken worden. De enkelen die geen Engels verstonden, applaudisseerden in goed vertrouwen. Nadat het langdurige handgeklap na de toespraak van de voorzitter was verstomd, zette het Duitse koor in · hetgeen een plechtig Lintje aan de vergadering g:if · waarna de voorzluer her woord aan het Srichungscomlté gaf, dat wil zeggen aan de Engelsen en Fransen. Schoenmaker Ogden l.i:. het verzoek voor dat de Engelse leden van het comité aan de Franse werkers hadden gestuurd: .. U heeft een grootse. nobe¬le gedachte gehad en wij hebben aan uw oproep gehoor gegeven. Heden wordt de Internationale Bond van Arbeiders geboren ... " Het applaus barstte los en nauwelijks verstomd zette het met hcrnivuw Je krucht in toen de voorziuer het woord aan Tolain gaf. Tolain was de bekendste en de meest populaire van alle afgevaardigden. Het jaar tevoren had hij zich kundidaat gesteld voor de verkie.z.ingen van de nationale vergadering. als opposant van het keizerlijk regime. Hij werd niet gekozen. maar zijn nuam werd in alle kranten van Europa genoemd; voor de arbeiders was hij als hun heraut in een wereld van bourgeois. · In de loop van zijn toespraak werd Tolain verschillende malen door upplaus onderbroken: toen hij zei dat de onderwerping van de arbeder aaq het kapitaal d~ bron van alle dienstbaarheid was, zowel moreel, materieel als politiek, dal de pogingen van de arbeiders om zich vrij te maken niet mochten resulteren in het scheppen van nieuwe privileges, maar in het vestigen , au dezelfde rechten en plichten voor allen, d.u de arbeiders het gereedschap waarmee zij werkten en het lnnû dat zij bewerkten, behoorden te bezitten. Alles wal Tolain zei was van zijn leermeester Proudhon afkomstig. Sommige toehocrdcrs wisten dat. maar dal was geen reden om met te applaudisseren. integendeel. l let zij nogmaals gezegd dat Proudhon toen de meest bekende socialistische theoreticus in Europa was, ,.Hel woord is aan de Duitse delegatie." Alle blikken richtten zich op een klein tafeltje links van het podium waarop een bordje Ger111a11y geplaatst wos. Daar zalen twee mannen, rnuar de ene viel zo op door de fonkelende blik van zij'1 zwarte ogen dat men alleen maar naar hem keek en in het begin zelfs alleen maar naar die buitengewone 011cn. Toch was de rest va" zijn gczich; ook. de moeite waard: schitterend hoog voorhoofd, volle baard en snor die zijn mond verborgen, dik grijzend naar achter gekamd haar. Dl! behaarde handen versterkten de indruk van manlijkheid. Zittend leek hij van middelgrote lengte te zijn, goed gcpropoulonecrd, en elke beweg.ug die hij maakte, drukte, evenals zijn blik, vastberadenheid en wilskracht uit. De man naast hem leek, vergeleken bij hem, geheel onbeduidend. De voorzitter noemde zijn nuam: .Karneraad Geoi g Eccarius." Deze naam was nog minder bekend don die van K:11\ Marx. Het was Marx die Eccarius als spreker had voorgesteld: •. Oude strijdmakker, een 58 59


vóór 1848 naar Engeland geëmigreerd vakarbeider, lid van de Communis¬tenbond." .,Het doel van het Duitse socialisme en van alle arbeiders io Duitsland, of rij nu daar wonen of naar Engeland rijn geëmigreerd, is het vernietigen van de oude burgermaatschappij en het vestigen van een nieuwe maatschappij zonder klassen en zonder privé-eigendom ... " Applaus. Uit de rede van Eccarius, in een langzaam en correct Engels uitgesproken, bleek dat hij goed op de hoogte was van de arbeidersstrijd in de verschillende landen van Europa. De spreker gebruikte vaak het woord proletariër in plaats van arbeider. Vlak voor het einde van zijn toespraak wachue hij heel even en toen sprak hij met stemverheffing de toen nog nooit eerder in een meeting gebruikte woorden uit: •• Proletariërs van alle landen, verenigt ui" De z:in werd met daverend applaus ontvangen. Karl Marx had geen woord gezegd. eindelijk in 1843 trouwen. Jenny's vader is inmiddels gestorven, maar de tegenstand van haar familie tegen deze verbintenis is er niet minder om geworden. De liefde van Karl en Jenny z:al echter aan alJe tegenslagen, ulle stormen, alle ballingschappen, alle armoede het hoofd bieden. Jenny zal tot aan bet eind van haar leven een mooie vrouw blijven, lang en slank, kastanjebruin hoer, groene ogen, prachtig getekende wenkbrau¬wen. Zij is een luxueus leven gewend, zij is intelligent, vrolijk en geestig, kortom een sieraad van de Trierse aristocratie. Maar zij zal zich weten te schikken in een leven vol ontberingen en onrust. Om politieke redenen 1.01 ze uit Frankrijk en uit België verjaagd worden; omdat ze haar slager, bakker en huiseigenaar niet betalen kan, zal ze in Londen de ene armzalige woning na de andere moeten verlaten en de grootste beproe¬ving die een moeder ten deel kan vallen, zal baar niet bespaard worden: Drie van haar kinderen zullen van honger en gebrek sterven. Ze zal tijden van bodemloze ellende en psychische depressie kennen, maar haar liefde en haar geloof in het genie van de man die haar in dit leven van ontberingen heeft meegesleept, zullen stand houden. Kati Marx was geen anarchist, hij was zelfs een vijand van het anarchisme. Juist wat dat betreft interesseren ons enkele episoden in zijn leven • de rest is het werk van exegeten van het marxisme, waarvan er velen zijn geweest en nog zijn. Het verschil in vorming tussen Marx en Proudhon springt in het oog. Bij beiden ziet men dezelfde werklust, dezelfde onverzadigbare honger naar kennis, maar terwijl Proudhon op zijn twintigste jaar als leerlingdrukker door Frankrijk trok, studeerde Marx op die leeftijd rechten en filosofie. In Berlijn raakt hij bevriend met de hyper-intellectueel en burger, Dr. Klub en diens kring. Men treft elkaar in een buurtcafé bij de universiteit en onder het genot van vele pinten bier wordt er over literatuur en filosofie gedebaueerd. De naam die men bij deze debatten telkens weer hoort, is die van de filosoof Hegel, die kortgeleden is gestorven, maar wiens leer het Duitse denken van die jaren beheerst. Terugblikkend is het merkwaardig te constateren dat Hegels deïstische leer, zowel de basis is van het marxisme als het intellectuele uitgangspunt voor verschillende bekende anarchisten. Hegel heeft in een filosofisch geheel de wereld van het denken en de wereld van het leven willen verenigen: aan de ene kant de Volmaakte Kennis, het Absolute, het Onveranderlijke, dus God. en aan de andere kant het leven in zijn onvolkomenheid, zijn tegenstrijdigheid. zijn eeuwig bewegen en veranderen. De logica is de wetenschap van het absolute, de fenomenologie, door Hegcl ook dialectiek genoemd, is slechts de voorbereiding tot de kennis van het absolute, dat wil zeggen van God die het leven omvat en zijn tegenstrijdigheden oplost. Een strenge leer, die moeilijk is voor hen die Trier 1839. Jenny von Westphalen vertelt aan een van haar vriendinnen dat z:ij Das Leiden des iungen Werthers van Goethe heeft gelezen. Zij is daar zeer van onder de indruk geraakt. Europa is in de greep van de romantiek. Jenny is een beeldschoon meisje van zestien jaar, ze heeft al veel aanbidders en het twaalfjarige broertje van haar vriendin dat de deur opendoet, bestaat nauwelijks voor haar. Maar Karl Marx is geen klein jongetje meer. Zijn hart is dat van een temperamentvolle jongeling en elke keer als hij Jenny ziet, klopt zijn hart sneller. 'Ik bou van haar, ze zal mijn vrouw worden'. iedereen zou hem voor gek gehouden hebben als hij deze woorden hardop gezegd had. Jenny is zestien en hij twaalf. Zij is de dochter van de rijke baron Ludwig von Westphalen, hij de zoon van een advocaat, en in de ogen van de Trierse aristocratie is een advocaat niet veel bijzonders, zeker als hij 'liberaal' is, maar het ergste is dat hij, zegt men, van een rabbijnenfamilie afstamt. Weliswaar is hij protestants gedoopt en de jonge Marx heeft nooit temidden van joden geleefd en er niet de invloed van ondervonden, maar dat neemt niet weg dat de afstand tussen Karl en Jenny onoverbrugbaar lijkt. Karl denkt er echter anders over. Hij is student in Bonn, daarna in Berlijn, in de vakanties is hij in Trler waar hij Jenny ontmoet, maar nog nauwelijks spreekt. De jaren gaan voorbij, het is 1835. Karl is weer met vakantie in Trier. Nu durft hij Jenny te benaderen en vraagt haar ten huwelijk. Hij is nu zeventien jaar en zij twintig, mooier dan ooit, het meest gevierde meisje van de stad, vele huwelijksaanzoeken heeft ze reeds gehad. Ook zij houdt van Karl en wil zijn vrouw worden. Maar de afgrond die hen scheidt lijkt nog steeds onoverkomelijk. Toch komt het tot een verloving, eerst in het geheim, dan officieel · een verloving die acht jaar zal duren tot ze 60 6l


niet bedreven zijn in filosofisch denken. In de discussies van Marx met zijn vrienden uil de kring van Dr. Klub - van deze discussies zijn schriftelijke verslagen - is hel boeiend het ontstaan van de leer die de wereld in opschudding zou brengen. Le volgen. Het christelijk deel van de hegeliaanse theorie wordt door Marx scherp bekriusccrd. Zo komt hij fangzamerhand tot de conclusie, dat de godsdienst slechts een schepping van de mens is en geen superieure, onomstotelijke realiteit. Nog een stap verder en Marx en zijn vrienden zijn overtuigd dat de godsdienst niet de mens dient, maar de mens aan zich onderwerpt, en dat de godsdienst afgeschaft moet worden. Proudhon was langs andere wegen tot dezelfde overtuiging gekomen. Marx zal, nadat hij Hegel door en door verwerkt heeft, hel absolute en de logica overboord gooien en alleen de dialectiek, die het oppermachtige wapen van het marxisme zal worden, behouden. 1840. Marx is doctor in de filosofie. Hij ambieert een leerstoel in Bonn om daar zijn marxistische atheistlscbc denkbeelden te verspreiden. En hij wil met Jenny trouwen. Beide wensen zijn irreëel. Bonn ligt in hel Rijnland, het Rijnland is Pruisisch en Pruisen is protestant. Hier is geen plaats voor een leerstoel van atheïstische tendentie. En wat zijn trouwplannen betreft: het is duidelijk dat vanwege de nntipathie van de familie Von Wcstphalen tegen de jonge Marx. Jenny geen bruidsschat zal krijgen. Zoals talloze lieden zonder geld en zonder beroep. rnaur die een vlotte pen hebben, zoekt Karl Marx zijn heil bij het journalisme. fn Keulen hebben jonge liberalen net een dagblad, de Rheiuische Zei1t111g opgericht. Karl spoedt zich naar Keulen, heeft een onderhoud met de directeur en zonder zijn overtuieinacn helemaal bloot te leggen, spreekt hij over politiek. Jenny schrijft hem: 'Mijn klein everzwijnt]e, wat ben ik blij je tevreden te weten en dat mijn brief je gelukkig heeft gemaakt en dat je naar me verlangt en dat jo champagne gedronken hebt en dat er in Keulen een Hegel-club bestaat en dot je gedroomd hebt en del ... kortom dat je mijn schot bent. Maar. o mijn schat, waarom laat je je met politiek in? Karlchcn, Karlchen, wil je dan je nek breken? Vergeet niet dat je in Trier een geliefde hebt die naar je verlangt en die van jouw toekomst afhangt .. .' Lieve lenny, ze beseft niet hoe waar ze spreekt. Maar voor Karl is de teerling geworpen. Hij wordt redacteur van de Rheinische Zeitung (met een eerste artikel over de vrijheid van pers. dat veel aandacht trekt) en spoedig daarop hoofdredacteur. Zijn directeuren zeggen aan iedereen die hel horen wil dat ze een genie in dienst hebben. Enige maanden later zeggen ze niets meer: de krant ii. wegens arui-absoluüsilschc en anti-godsdienstige artikelen verboden. .. Ik had genoeg von het dagblodjournalisme," zegt Marx. Een leerstoel heeft hij niet gekregen, maar zijn andere wens zei wel in vervulling gaan. Na echt jaar wachten trouwt Karl Marx zijn geliefde Jenny. De toekomst is weliswaar weinig rooskleurig, maar wat ken het schelen: ze houden van elkaar en ze zullen zich wel redden. Jenny breekt met haar ouders die ze alleen nog maar als een slei reactionaire bigotren kan zien. Ze is geheel en al voor de ideeën van baar Karlchen gewonnen, ze 'deelt hel lot, het werk en de strijd van haar geliefde'. Liefde kan bergen verzetten en hel geluk dwingen. Ruge, journalist en vriend ven Marx wil in Parijs een politiek-intellectuele krant oprichten. In Parijs, centrum van kunst en geestelijk leven - wat een buitenkans. Voor ze het weten zijn Karl en Jenny in de Rue Vaneau geïnstalleerd en worden ze in allerlei salons geintroduceerd. Ze leren daar vooraan¬staande, geëmigreerde Duitsers kennen. Men discussieert over pclitiek. filosofie en literatuur. Tussendoor werken Marx en Ruge aan het tijdschrift dat Les Anna/es Franco-Allemandes zal heten. Ook de dichter Heine leren ze kennen. Hij zal de schoonheid en geest ven Jenny bezingen. Het leven is mooi. In februari l 844 verschijnt het eerste nummer van Les A1111ales. Hel zal ook het laatste zijn. Exemplaren die in Duitsland waren verspreid, hadden aan het Pruisische hof opschudding veroorzaakt. De Pruisische politie krijgt order de beide vrienden te arresteren in geval zij trachten naar hun land terug te keren. Hoewel het tijdschrift dus niet meer verschijnt, wordt Marx op verzoek van de koning van Pruisen uit Frankrijk verbannen. Zoals vele andere bannelin¬gen gaat Marx naar Brussel, gevolgd door zijn vrouw en zijn in Parijs geboren dochtertje dot ook Jenny heet. In Brussel zullen de beproevingen beginnen. Zonder zijn vrouw, maar ook zonder Engels, zou Kor! Marx niet de man geworden zijn die hij geworden is. Friedrich Engels was els zoon van een Duits industrieel (textiel en lmtweverij) opgegroeid met onder zijn ogen de tragedie van mannen, vrouwen en kinderen die veertien tot zestien uur per dag werkten. Zijn vader, de bewogenheid van zijn zoon rnerkcnd en uit angst dat hij anarchist zou worden, had hem voor een stage in een fubriek die hij in Manchester bezat, naar Engeland gestuurd. Daar had de jonge Friedrich nog veel ergere toestanden gezien dan in Duitsland. Naar aanleiding daarvan had hij een zeer opmerkelijk rapport geschre¬ven, getiteld 'De toestand van de werkende klasse in Engeland'. Aan de Annales Franco-Allemandes had hij een artikel gestuurd, dol Marx een 'geniale schets ven het wetenschappelijk socialisme' genoemd had. Nader¬hand waren Marx en Engels in Parijs bevriend geraakt. 1 n nauwe samenwerking met Marx, had Engels een geschrift uitgegeven onder de titel: 'De Duitse ideologie, Revolutie en Contra-revolutie in Duitsland'. Nog belangrijker was zijn /llanifeJ>f van de communistische parti], dat meer nog dan llet Kapitaal de bijbel von het marxistisch communisme is. Karl Mont is niet de uitvinder van hel communisme. Vóór hem hebben 62 63


Anasiheus (4e eeuw voor Christus), Diogenes, Plato, de eerste christenen, later Thomas Morus, Morelly, Owen, Saint-Simon, Fourier, Babcuf en vele anderen aan een dergelijk systeem gedacht en dit ook uitgewerkt, soms ook in praktijk gebracht. Vóór Marx had Proudhon openlijk kritiek op het Liberalistische kapitalisme uitgeoefend en Marx had. zoals we gezien hebben, min of meer erkend dat Engels vóór bem de fundamente¬le principes van wat het marxistische socialisme zou worden, had uitgestippeld. Zonder twijfel heeft Karl Marx een zeer persoonlijke bijdrage aan de communistische leer geleverd, maar dit boek pretendeert niet een exegese van het marxisme te zijn. Wat ons interesseert is de houding van Marx tegenover de arbeidersbeweging op hel ogenblik dal de arbeiders waarvan sommigen de naam Marx zelfs nog nooit gehoord hebben, samenkomen in Londen om hun Internationale te stichten. Deze houding wordt heel duidelijk als wij een bepaalde kant van Marx' persoonlijkheid belichten. In 1844 stelt Marx aan iemand in een Parijse salon de volgende vraag: .,Hoeveel Duitse emigranten zijn er in Parijs?" "Ongeveer tachtigduizend," is bet antwoord. .De artiesten en literatoren kent u haast allemaal. Verder zijn er ambachtslieden, waaronder veel schoenmakers. zoveel zelfs dat Franse huisvrouwen. aan hun dienstmeisje zeggen: 'Breng mijn schoenen even naar de Duitser in plaats van naar de schoenmaker. Die ambachtslieden hebben kleine verenigingen gesticht die min of meer geheim zijn en min of meer socialistisch of communis¬tisch." Enkele weken later weet Marx alles van die verenigingen af. De belangrijkste is de Bond der Gerechtcu, de voorzitter is een zekere Wilhelm Weitling, in 1808 in Maagdenburg geboren als zoon van een Duitse wasvrouw en een Frans officier. Marx, die een soort encyclope¬disch geheugen heeft, herinnert zich bij het horen van die naam meteen een boek dal de vreemde titel Garanties voor Geluk e11 Vrijheid draagt, en naar aanleiding van welks verschijnen hij een enthousiast artikel had geschreven. Wcitling beleed een primitief soort communisme waarin het gemeen¬schapsideaal van Saint-Simon en Fourier een christelijk tintje kregen. Marx had in het boek van Wcitling de sociale kritiek bewonderd en over her christelijke aspect, dat hij belachelijk vond, gezwegen. Als in Parijs leden van de Bond der Gerechten deze christelijke theorieën voor hem uiteenzetten, vindt hij die ook belachelijk en ergerlijk. hoewel hij daar niets van laat merken. Als balling in Brussel, maakt hij samen met Engels ook kennis met de 'Belgische Bond der Gerechten' en later in Londen met de Engelse. Hij constateert dat alle bonden met elkaar contact hebben en elkaar schriftelijk op de hoogte houden van politieke 64 gebeurtenissen en personen, kortom er bestaat een uitgebreid en goed functionerend net. "We moeten," zegt Marx, ,,van dit net gebruik maken om een gemeenschappelijk programma voor de arbeidersstrijd op te stellen." Het centrale orgaan dat aldus door Marx en Engels gesticht wordt, draagt de onschuldige naam van 'Correspondentiecomité'. Het werkt als een spin in een web. De bedoeling is niet alleen met alle 'Bonden der Gerechten', maar ook met alle offlciële vertegenwoordigers van de socialistische en communistische beweging in Europa te corresponderen. Om deze opzet goed te laten slagen en om de bonden geheel naar zijn hand te kunnen zetten, acht Marx een kleine operatie noodzakelijk, namelijk Weit.ling uitschakelen. Wilhelm Weitling echter, is niettcgen¬etaandc zijn haast kwetsbaar uiterlijk · hij is een tengere, vriendelijke jongeman - voor de meeste sociaal-communistische revolutionairen van Europa een held en een martelaar. In 1843 in Zwitserland in hechtenis genomen wegens inbreuk op het begrip eigendom en openlijke godslaste¬ring, wordt hij aan Pruisen uitgeleverd waar hij drie maanden geketend In de gevangenis doorbrengt. Maar zijn populariteit zal het tegen Marx' wil afleggen. Op een avond dat WeitJing in het hoofdgebouw van de 'Bond der Gerechten' in Brussel spreekt, wordt hij door de 'leeuw met de zwarte manen' onderbroken. "Uw idealistische verklaringen, meneer, zijn zinloos en dom. Misschien dat u in Rusland op uw plaats zou zijn, want alleen in dat land zijn er mensen die met open mond naar een bezeten apostel luisteren. Maar niet In een beschaafd land .. .' Dan volgen er nog een paar vlijmscherpe, op minachtende toon uitgesproken opmerkingen over de noodzaak van een duidelijk en vastomlijnd onderwijs. De slag is raak geweest. Weilling die niet met Marx breken wil, doet er verder bet zwijgen Loe. De breuk zal pas enige maanden later plaatsvinden. Hier moeten wij gewag maken van een merkwaardige brief die Marx in deze periode aan Proudhon schreef, en waarin hij deze verzoekt in Parijs de correspondent van zijn 'Correspondentiecomité' te worden. 'Ik heb u uitgekozen om op deze manier de heersende meningsverschillen openbaar te maken en tot een uitwisseling van ideeën en onpartijdige kritiek te komen. De socialistische beweging moet zich vrijmaken van de beperkin¬gen van de nationaliteit'. Marx onderstreept het woord nationaliteit. Dat hij met Parijs wil corresponderen is begrijpelijk, maar waarom kiest hij Proudhon daarvoor uit? Marx heeft Proudhon gelezen, hij beeft hem zelfs enige tijd bewonderd, waarna bij zich van hem heeft afgekeerd. 'Niet de ideeën', schrijft hij aan een Russische vriend in Parijs, 'veranderen de geschiedenis, zoals Proudhon dal denkt, maar de mensen'. Marx voegt hieraan toe, dat wanneer men erin slaagt het proletariaat zich van zijn geweldige macht 65


bewust te laten worden. het zich uit het sociaJe keurslijf waarin het verstikt zit, zal kunnen bevrijden. Voor hem moet de afschaffing van het bezit door middel van strijd gebeuren, zonodig een bloedige strijd van een maatschappelijke klasse tegen de andere. Dan zal het proletariaat, 'dat in de staat niets betekent, alles zijn omdat het de mens voorstelt'. De uitdrukking Dictatuur van het Proletariaat wordt nog niet gebruikt, maar zij sluimert onder de oppervlakte. Ook Proudhon wil de arbeidersmassa bewust maken van haar rcusachtl¬ge mogelijkheden, maar voor hem is er geen sprake van dat die massa zich van de politieke macht meester zou maken. Zij moet buiten de staat om handelen door een steeds groeiende federalistische organisatie. Voor Marx is Proudhon een idealist, een dromer en mei hem alle anarchisten die denken de maatschappij te kunnen veranderen zonder zich eerst van de staat meester te hebben gemaakt. En toch, niettegenstaande deze fundamentele tegenstelling, schrijft Marx aan Proudhon en vraagt zijn medewerking! De reden hiervan is heel eenvoudig: Proudhon. de 'anarchistische vriend van rust en orde', is de bekendste arbeider-denker van Europa, terwijl de naam MaJ'X nog vrijwel niemand iets zegt Om zijn doel re bereiken maakt Marx gebruik van Proudhons reputatie. Proudhons antwoord op Marx' brief is afwijzend; hij acht zich niet geschikt voor rlc functie die Marx hem toedenkt. Hij 'is bereid zijn morele steun aan de actie te geven. maar niet van te voren'. Welke actie is niet duidelijk. Proudhon heeft Marx waarschijnlijk uil zijn tent willen lokken. Had hij Marx' voorstel aangenomen, dan had Marx hem vroeg of laat helemaal naar zijn pijpen laten dansen, zoals dit al enigszins het geval was met Wcirnng. Weitling zal echter voor een originele tegenzet zorgen. dat moet gezegd worden. Waarschijnlijk omdat Marx hem in het openbaar voor een idealist had uitgemaakt, legde hij aan de 'Bond der Gerechten', waarvan hij nog de leider was, het volgende voorstel voor: 'Volgens mij is de grote massa, misdadigers incluis, rijp voor het communisme. Waarom njet een leger vormen van bijvoorbeeld veertigduizend boeven en struikrovers en die een meedogenloze guerilla-oorlog tegen onze uitbuiters laten voeren om ze voorgoed uit te roeien?' Voorwaar een merkwaardig voorstel, en vanuit zijn hoofdkwartier in Brussel zond Marx dan ook onmiddellijk aan alle bonden de boodschap: 'Weitling is gek geworden'. Hij kreeg van het Algemeen Congres van alle Afdelingen, dat 1 juni 1847 in Londen werd gehouden (en waar Engels hem vertegenwoordigde) gedaan, dat de benaming "Bond der Gerechten' werd vervangen door die van 'Cornrnu¬nistenbond', en dat hij · Marx - tot leider werd benoemd. Ook de leuze 'alle mensen zijn broeders' werd veranderd. Een nieuwe leuze zou de wereld veroveren: 'Proletariërs van alle landen, verenigt ui' Al deze manoeuvres, al die politieke activiteit van Marx, die historisch 66 van zo groot belang rijn geworden, waren in de tijd zelf slechts aan enkele belangstellenden bekend. Het grote publiek wist van niets. Marx werkte dan ook niet vanuit een goed bemand administratief centrum, zelfs niet vanuit een eenvoudig kantoor, maar vanuit zijn eigen steeds wisselende en haast altijd armoedige woonsteden. Jenny had een deel van de meubels en van de kleren van het gezin moeten verkopen om de reis van Parijs naar Brussel te bekostigen. In Brussel had het gezin eerst gedeeltelijk van de opbrengst van een door Engels onder Duitse vrienden gehouden inzameling geleefd. Marx, die door de politie in de gaten werd gehouden, had moeten beloven niet voor de Belgische pers te schrijven. Gelukkig was Engels, die met zijn vader gebroken had, ook in Brussel komen wonen. Hij had wat geld en hel gezin Marx zou vaak een beroep op zijn gulheid doen. Marx was nu negenentwintig jaar oud, Engels zevenentwintig, de meeste van hun gevluchte vrienden waren van dezelfde leeftijd of jonger. Men trof elkaar in cafés of bij elkaar thuis. Er werd veel en heftig gedebatteerd, maar ook veel gelachen. Men bad weinig om van te leven, maar veel om voor te leven en dal maakte het bestaan elke dag tol een· feest. Jenny, die inmiddels een tweede kind had. deelde alle ideeën van haar man, en aanbad hem. Ze was behalve zijn vrouw en moeder van zijn kinderen ook zijn secretaresse. 1 ritussen begon in Europa het gerommel dat de revoluties van 1848 aankondigde hoorbaar te worden. "De magere jaren kunnen niet altijd duren, weldra zullen nu onze ideeën zegevieren," zei een hoopvolle Jenny. Omstreeks die tijd kreeg ze een brief van haar moeder die haar schreef: 'Ik stuur je iemand om je te helpen. Ik kan je geen mooier geschenk geven'. Het mooie geschenk 'was een jong dienstmeisje dat els kind reeds bij de familie Von Westphalen in dienst was gekomen. Helena was een fris, gezond eh vrolijk boerenmeisje. Ze zou haar hele leven bij het gezin Marx blijven, meer als vriendin dan als ondergeschikte. De kinderen waren dol op haar en voor Jenny betekende haar k.omst een grote verlichting. Toch zou haar aanwezigheid de oorzaak zijn van een storm in het toch al moeilijke en steeds moeilijker wordende leven van Karl Marx. 'Welkom Marx, trouwe vriend, de republiek is een toevluchtsoord voor alle vrienden van de vrijheid. De tirannie heeft u \erdreven, Frankrijk zet haar poorten voor u open'. Deze brief van Flocon, lid van de voorlopige regering die de Revolutie van 1848 aankondigde, had op geen gunstiger ogenblik kunnen komen, aangezien Marx net aanzegging had gekregen dot hij België moest verlaten wegens het organiseren van een politieke betoging waarbij de Belgen tot verzet werden opgewekt. In Parijs gingen inderdaad alle deuren voor hem open, het leek te mooi om waar te zijn. We hebben in de voorgaande bladzijden gezien hoe na 67


de opstand van de Faubourg St-Antoine de zaken een keer hadden genomen en de onderdrukking erop gevolgd was. Toentertijd bevond Marx zich niet meer in Parijs, maar in Keulen om daar getuige van de revolutie te zijn. Hij had toen net zijn vaderlijk erfdeel ontvangen en daaruit putte hij de gelden die hij nodig had voor het stichten van de Neue Rheinische Zeitung. Deze nieuwe krant predikte de verbintenis van de communisten met alle anti-absolutistische machten: liberalen, democra¬ten en wat dies meer zij. De marxisten waren namelijk absoluut overtuigd van de noodzaak van een tijdelijke coalltle van communisten en burgers om met gezamenlijke krachten de tirannen die de macht in handen hadden te verjagen. Deze coalitie werd tot aan de tussenkomst van Lenin op het Tweede Partijcongres in 1903 als een geloofsbelijdenis aanvaard. De Neue Rheinlsche had maar een kort bestaan. Binnen het jaar had het Marx' erfdeel opgeslokt en in mei 1849 werd Marx Duitsland uitgezet. Weer werden de meubels verkocht, in alle haast de koffers gepakt en -de trein naar Parijs genomen. Marx hoopte daar de revolutie terug te vinden, maar in plaats van revolutie wachtte hem daar de cholera, en geen Parijzenaar die op dat ogenblik aan opstand dacht. Bovendien bleek Marx nu ook in Parijs !)P de zwarte lijst te staan: in augustus 1849 kreeg hij aanzegging om binnen vierentwintig uur de stad te verlaten. Als verplichte verblijfplaats in Frankrijk werd hem Vannes in de Morbihan aangewezen. De Morbihan was een beruchte ongezonde streek, die vanwege zijn moerassen de bijnaam 'Pontijnse moerassen van Bretagne' had. Na België, Duitsland en Zwitserland was nu ook Frankrijk verboden terrein voor het gezin Marx. Jenny stelde voor naar Engeland te gaan, en Marx, overtuigd dat ook daar de revolutie spoedig zou losbarsten, stemde toe. In Londen trof Marx duizenden vluchtelingen aan, vooral uit Duitsland waar alle leden van de 'Communistenbond' gearresteerd werden. In Engeland was echter niets van een dreigende opstand, zelfs niet van een ernstige crisis te merken. Marx heeft een ideologisch systeem opgebouwd dat het aanzicht van een deel van de wereld veranderd heeft. Hij heeft zich echter vergist met zijn voorspelling dot in olie landen het proletariaat in opstand zou komen tegen het kapitalisme. Deze misvatting is vooral zeer opvallend in Engeland. Heeft Marx dat beseft toen hij daar naar toe vluchtte? Zijn briefwisseling met Engels, die in 1850 naar Engeland teruggekeerd was en de fabriek van zijn vader in Manchester beheerde, en zijn eigen gedrag doen vermoeden dat hij althans gedurende enige tijd ontmoedigd was. Hij verklaart de communistenbond in Engeland voor ontbonden en hij staakte alle rechtstreekse politieke activiteiten. Hij geeft toe dat de revolutie niet zo nabij is als hij gedacht had en hij is tot de conclusie gekomen dat hij zich het nuttigst voor de arbeidersklasse kan maken door zich te wijden aan een diepgaande economische studie. Tussen 1851 en 1862 liggen de somberste jaren van Marx' leven. Behalve teleurstellingen was er armoede, een zo diepe armoede dat drie van zijn k indcren van honger en gebrek zullen omkomen. Zijn eerste woning in Chelsea, toen een heel armoedige wijk in hel zuidoosten van Londen, is somber en akelig. Na zes maanden wordt hij met zijn gezin wegens wanbetaling op straat gezet. Het gezin betrekt dan een tweekamerwoning in Soho. Met vrouw, drie kinderen en Helena, de dienstbode-vriendin, huist hij daar in twee smalle, donkere kamertjes zonder enig comfort. Zij zullen daar tien jaar wonen. Zelfs in deze uiterst bescheiden behuizing vraagt men zich af waar ze in die jaren van geleefd hebben. Marx schrijft in een paar linkse bladen die geen lezers en geen geld hebben. Vanuit Manchester stuurt Engels zo nu en dan een geldelijke bijdrage, maar zelf heeft hij het ook niet breed. Zijn fabriek brengt, niettegenstaan¬de de lage lonen van de arbeiders, weinig op. Karl en zijn vrouw zullen nog ergere tijden wachten. Op 22 maart J 851 brengt Jenny haar vijfde kind ter wereld, Franzlska, een teer meisje, dat geen jaar oud zal worden. Hetzelfde jaar, drie maanden later, bevalt Helena Oemuth ven een zoon, een zoon van Karl Marx. Men heeft weinig fantasie nodig om zich voor te stellen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Van de twee sombere kamertjes die het gezin bewoont, dient de ene als slaap- en woonkamer voor het hele gezin, terwijl de andere Marx' studeerkamer is, waar echter ook 's nachts Helena op de matras op de grond slaapt. Overdag brengt Marx zijn tijd in het Britisb Museum door, waar hij het materiaal verzamelt voor een boek dat • daar is hij nu al van overtuigd · een standaardwerk zal worden en 's avonds werkt hij thuis, soms tol diep In de nacht. Op haar matras in dezelfde kamer ligt de jonge, robuuste Helena. Om een schandaal te vermijden, zal Engels Helena's kind aJs hel zijne erkennen. Noch zij, noch Marx spreken ooit nog over deze zoon. Wij weten dan ook heel weinig over Friedrich Dernuth, die zonder twijfel ergens in Engeland bij een min werd uitbesteed en opgevoed. Hij schijnt niet - ov pas heel laat · geweten te hebben dat hij een zoon van Karl Marx was. Het heeft Jenny jaren gekost voor ze zich van deze slag hersteld had, maar aan scheiden dacht zij noch haar man. Karl Marx · men kan het in zijn werk lezen . was principieel tegen scheiden. Hij beschouwde dit als een egoïstische daad die altijd ten koste van de kinderen ging. Ondertussen bleef het in huize Marx armoe troef. Jenny zag zich - tol haar vernedering - gedwongen Engels om geld te vragen. Zelfs de bakker kon zij niet betalen. Gedurende enige tijd brachten artikelen die Marx voor de New York Daily Tribune schreef enige verlichting. 1 let gezin kan dan net het hoofd boven weter houden. De New York Dail)• Tribune was een uitstekend geredigeerd intellectualistisch, literair blad, dat duidelijk de invloed van 68 69


Fourier verried. ln het begin, toen Marx de Engelse taal nog niet voldoende beheerste, vertaalde Engels zijn artikelen voor hem. Het grootste deel van z:ijn tijd wijdde Marx echter aan het monument van de toekomstige wereld dat bij aan het bouwen was - en dat hem geen cent opbracht. 'Het is mijn plicht', schreef bij aan Engels, 'ondanks alle tegenspoed mijn doel Le blijven vervolgen. Ik mag geen burgerlijke moneymaker worden'. Was hij maar iets minder principieel geweest, dan hadden z:ijo vrouw en kinderen minder geleden. Marx hield van de zijnen met heel zijn hart, maar het meest nog van zijn ideeën. Het resultaat van dat 'kolossale' werk verscheen eindelijk in l 859. Het was een uit twee hoofdstukken bestaand werkje dat Contribution à fa Critique de l'Economie Politique heette. Het werd in Berlijn gedrukt met een oplaag van duizend exemplaren. Was de schrijver van dit geschriftje niet zo uitgeput geweest, had men aan een grap kunnen denken. Engels die sinds jaren geld stuurde en die dan ook overtuigd was een soort bijbel te zien verschijnen. uitte geen enkel verwijt. Jenny evenmin. Hun vertrouwen in de grote man was onwankelbaar. Eens zou uit die berg papieren en uit al die onbetaalde uren arbeid het 'monument' vcrsijzen. Het eerste deel van Het Kapitaal zou pas in 1867 verschijnen. De Contribution à la Critique de l'Economie Politique werd nauwelijks opgemerkt. De artikelen in de New York Daily Tribune en de goedgeefsheid van Engels bleven het gezin voor Je hongerdood behoe-den. Maar op zekere dag in 1862 seinde het Amerikaanse dagblad: 'Artikelen niet meer nodig'. Jenny had waterpokken, Marx. een lcveraan¬doening die gepaard ging met een hevige aanval van steenpuisten. Alles wnt het gezin niet direct nodig had voor hun levensonderhoud ging naar de Bank van Lening, tot aan het schoeisel en de kleren van de kinderen toe. 'Jenny is zo gedeprimeerd dot ik hel ergste vrees', schreef Marx aan Engels. 'Alles welbeschouwd is zo'n ellendig bestaan nauwelijks de moeite van het leven waard'. In de Joop van 1863 bracht een nalatenschep enige verlichting in de financiële toestand van het gezin Marx. Het was geen goudmijn en er was nog geen sprake van een betere woning, maar de honger klopte niet meer dagelijks aan de deur en de kinderen konden behoorlijk gekleed worden. Wanneer op 28 september 1864 Man het podium van Saint Martin's Hall bestijgt, riet men hem zijn beproevingen niet aan. Hij is dan zesenveertig en een man in de bloei van zijn jaren, die die dog aon het begin van een nieuwe fase in zijn leven slaat. Vanaf het podium op de veelkoppige menigte blikkend, voelt hij ineens dat er een herleving onder de arbeidersklasse gaande is. De man die gisteren nog van mening was dot men de revolutie slechts op de lange termijn kon dienen. dat wil zeggen door studeren en steeds verder studeren, beseft nu dat hij eerder tol actie moet overgaan. Indertijd - zestien jaar tevoren - hadden omstandigheden hem geheel bij toeval io aanraking met de 'Bond der Gerechten' gebracht. Onder de naam van 'Communistenbond' maakte hij daar zijn instrument van. Dan volgen de mislukte revoluties of pogingen tot revoluties in Europa, de vlucht, de ontbinding van de bonden, de ontmoediging. En nu ziel Marx dot de Internationale die bezig is geboren te worden, een geweldig Instrument kan worden, heel wat interessanter dan de bonden. Dit is zijn kans en die zal hij grijpen. Wat voor vereniging of bond men ook wil stichten, statuten moeten er zijn. De gebruikelijke gang van zaken is, dat de algemene vergadering een commissie instelt die de statuten zal uitwerken. Zo gebeurde het ook In de St. Mnrtin's Hall. De commissie heette 'Algemene Commissie', zij wees een subcommissie aan die met de voorbereidende werkzaamheden belast werd. Marx maakte van beide commissies deel uit. Juist in deze begindagen wcs hij echter ziek en moest hi] het werk aan onderen overlaten. De andere drie leden · Le Lubez. de Engelse arbeider Wilson en een majoor Wolf, chef van de Italiaanse delegatie - zetten zich ieder oen het werk. \Vilson, die niet gewe-id was de pen Ic hanteren, zweette euer en bloed, terwijl Wolf rustig de statuten van de Italiaanse arbeidersorganisaties overnam. Beiden overhandigden zij hun werk aan Le Lubcz die er een synthese van maakte. Enkele dagen later stapten de drie mannen met het resultaat van hun werk naar Marx. 'Hun tekst is afgezaagd', schreef Marx aan Engels. 'Je proeft er overal do · onverteerbare · ideeën van Mazzini in, maar gehuld in vage termen uit het Franse socialisrnc. Bovendien is het slecht geschreven. Ik ben dan ook vastbesloten het scheel grondig te veranderen'. Aan zijn bezoekers zei hij dat hun werk een goede discusclebasis zou kunnen zijn. "Ik zie dat jullie een pre-advies hebben gemaakt voor een ontwerp van een soort centrale regering van de arbeidersklassen van Europa. Een groots project voorwaar. maar zullen wc ons rnsar 11iet eerst met de statuten zelf bezighouden?" De drie brave kerels hadden reen idee van de inspanning die deze mon. die gedurende een kwart eeuw niet anders r,::da;111 had óa economische en filosofische wei ken u:-.,1:,·sen:n, hun ongeoefende h-rscr.s zou opleg· gen. De statuten zouden vei::r1i~ artikcle-i bevatten. Om rin uur 's morgens was rucu nog niet verder <Jan het eerste artikel rckomcn en Marx' gesprekspanners waron uit1eput. Tenslotte lieten ze het werk nan hem over. I In zijn brieven aan Engels =chrijf; Ml'rx heel openhartig hoc hij het pre¬advies van Le Lubez en zijn kameraden grondig non het wijzigen is. 'Om de vorm te rcchrvoardigcn, waarin ik rru] voorstelde de principes te gieten die reeds aangenomen waren, schred ik een 'Adres aan de 70 71


Arbeidersklasse' (dit kwam in het oorspronkelijke plan niet voor), dat een soort overzicht was van alle wederwaardigheden der arbeidersklasse sinds 1845. Onder het voorwendsel dat alles feitelijk in dit adres besloten leg co men niet in herhalingen moest vervallen, veranderde ik het hele pre-advies van Le Lubez. Jk verwijderde de grondbeginselverk.laring en verving de veertig artikelen door tien. Kennelijk had Marx zijn tekst handig in elkaar gezet, want deze werd door de subcommissie en vervolgens door de Algemene Commissie in plenaire zitting aangenomen. Enige weken na zijn stichting door groten· deels proudhonisrische arbeiders. had bet Internationale Verbond van Arbeiders zijn statuten en zijn grondwet; een marxistische grondwet. Intussen stichtten de uit Londen teruggekeerde Franse afgevaardigden in Parijs een afdeling van deze Internationale. Voorzitter was Tolain, die oog steeds bronsbcwcrker was. andere leden waren een slotenmaker en zelfs een graveerder van wapenschilden. ,,Niets dan arbeiders," zei Tolain trots. In feite waren het ambachtslieden, die weliswaar met de vrijheid dweepten, maar daarom niet minder bezeten van het fraaie handwerk waren. Allen hadden een ontzaglijke leeshonger, kortom, zij waren het bekende type proudhonistische anarchist. Kort daarop voegden zich enkele uit Londen teruggekeerde emigranten bij de Parijse afdeling. Deze organisatie vestigde zich in januari 1865 in de rue des Gravilliers no 44 in het derde arrondissement in een kamer van vier bij drie, met als enig meubilair een door Tolain ingebrachte oude gietijzeren kachel, twee krukken en vier tweedehandsstoelen, een blankhouten tafel die overdag als werktafel voor de graveerder Fribourg diende en 's avonds als schrijftafel voor het bestuur .. 'In dit kleine kamertje', schreef Fribourg eens, 'werden de grootste sociale problemen van die tijd besproken'. De uit Londen ontvangen marxistische teksten vormden het eerste probleem. Tolain 'en zijn kameraden herkenden niets van de principes die in St. Martin's Hall bij acclamatie weren aangenomen. Waar Tolain het meest verontwaardigd over was, was dat men eerst -de federaties had toegejuicht en deze nu werden bekritiseerd. De coöperatieve federaties waren het stokpaardje van de proudhonisten. 'De ervaring', schreef Marx in zijn 'Adres aan de Arbeidersklasse', 'leert dat men met deze organisaties niet ver komt. Vroeg of laat stuiten zij tegen obstakels · bet kapitalisme, de staat · die zij niet kunnen overwinnen. Als de arbeiders niet de poliücke macht veroveren, is de federatie tot mislukken gedoemd'e Tot verbazing van Tolain verhieven zich stemmen, waaronder die vnn Le Lubez, die zeiden dat de statuten uit Londen nog niet zo slecht waren en dat men inderdaad een verovering van de politieke macht moest overwegen. Marx had alles voorbereid, ook het vormen van een kern in het Parijse comité en die kern werd met door hem geïndoctrineerde mannen als Le Lubez bemand. Tussen de aanhangers van 'eerst de politieke revolutie' en die van 'eerst arbeidersorganisaties' duurde de strijd voort. Tolaia besloot hun geschil op papier te zetten in de vorm van duidelijke aan Marx voor te leggen vragen. Met deze vragen ging hij in gezelschap van Fribourg in februari 1865 naar Londen. Feitelijk draaiden alle vragen om één kernvraag: moest men wel of niet de vrijmaking van de arbeiders ondergeschikt stellen aan de politieke strijd? Voor zijn vertrek verklaarde Tolain dat indien Marx bevestigend op deze vraag zou antwoorden, hij van mening was dat adhesie aan de Internationale opnieuw overwogen moest worden. Marx luisterde met veel aandacht naar zijn bezoekers. Hij wilde vooral geen onenigheid met de Fransen krijgen. Temeer omdat de zaken in Londen niet zo best Hepen. De Italiaanse arbeidersassociatie in Londen had de Italiaanse afgevaardigden die de marxistische grondwet goedkeur· den, gedesavoueerd en officieel met de Internationale gebroken. De Engelsen bleven een afwachtende houding aannemen ('Wait and see') en het enige dat hen interesseerde was of de Internationale zich tegen de van het continent gekomen stakingsaboteurs zou verzetten. Marx sprak lang mei zijn bezoekers en wist ze tenslotte te sussen: "Beste vrienden, jullie hebben me verkeerd begrepen," zei hij. ,.De fundamentele grondgedachte van het pre-advies is juist dat de arbeiders onafhankelijke partijen zullen stichten, op verschillende grondslagen. al naar geleng de verschillende landen. Wat goed is voor het ene land, hoeft nog niet goed voor het andere te zijn. De rol van de 'Algemene Raad van de Internationale' is niet om over de programma's van de verschillende secties te oordelen. De Internationale accepteert zonder uitzondering alle socialistische overtuigingen." In die trant sprak hij tot één uur in de morgen, tot de Fransen gerustgesteld vertrokken. Maar Marx had wel water in de wijn moeten doen en om zijn gemoed te luchten schreef hij aan Engels: 'De Franse heren hebben het hoofd vol lege woorden van Proudhon. Zij praten over dingen waar zij niets van afweten'. Proudhon was niet aanwezig om zich te verdedigen, noch om de aanhangers van zijn leer rechtstreeks moed in re spreken. Na zijn drie jaar gevangenisstraf in Sainte-Pélagie, was hij op zijn drieënveerügstc jaar getrouwd mei een fabrieksmeisje waar hij erg gelukkig mee was, Later zouden ziekte en de dood van zijn dochtertjes hem treffen, maar zijn huwelijksgeluk zou er niet door geschaad worden. Na de publicatie van zijn boek De la lustice dans la révolution werd hij wederom lot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld, waarna hij naar België uitweek en no kwijtschelding van zijn straf in 1862 terugkeerde. Hij is op 16 februari 1865 gestorven, precies twee weken na het bezoek van Tolain en Fribourg aan Marx. Zijn volgelingen dachten op het eerste Intcrnatlonalc Congres van de 72 ts


Internationale, dat van 3 tot 8 september 1866 in Genève werd gehouden, weer een voorsprong op de marxisten te zullen krijgen. Marx was niet aanwezig. De eerste attractie van dit congres was de komst van een fanfare met schitterend koperwerk, en voorop een grote vlag waarop de woorden 'De volharding van La Chaud de Fonds' prijkten. La Chaud de Fonds is het kleine stadje in de Zwitserse Jura waar de eerste horloges werden gemaakt en dat het wereldcentrum van kwaliteitsuurwerken is geworden. De brave horlogemakers uit de omtrek waren allen proudho¬nistische anarchisten en een arts, een zekere dokter Coullery had er een afdeling van de Internationale gesticht. Deze '[urassiens' stemden in de loop van het congres steeds hetzelfde als de Fransen, en het is opvallend hoe de besluiten die dankzij hun eensgezindheid werden aangenomen, op sociaal gebied hun tijd ver vooruit waren: hogere lonen, lichamelijke bescherming von vrouwen en kinderen, afschaffing van nachtwerk voor vrouwen, invoering van de achturige werkdag. Voor de Franse arbeiders · eeuwige speelbal van de politiek • zal bet zeventig jaren duren voordat zij de achturige werkdag verkrijgen. Ma11r op dit congres van 1866 speelden zij de eerste viool. zo zelfs dat zij aan de statuten een zeer proudhonistisch artikel wisten toe te voegen: De economische vrijmaking van de arbeidersklasse is het doel waaraan elke arbeidersbeweging ondergeschikt moet zijn als middel. Opgewonden door hun succes en met het voste voornemen dit te consolideren, liet de meerderheidsgroepering van de Franse delegatie in Genève voor hun vertrek een door hen gemaakte Franse vertaling vnn de oorspronkelijke Engelse tekst van de besluiten drukken. Hier en daar was de vertaling wel aan de vrije kant: In plaats van arbeidersklasse stond er de werkers, poging (om de vrijheid te veroveren) in plaats van strijd, enzovoort. Ook hadden zij aan het artikel dat door het Congres aan de statuten was toegevoegd, een nog proudhonistischer vorm gegeven; dit artikel luidde nu: 'De economische vrijmaking von de arbeidersklasse waaraan iedere arbeidersbeweging ondergeschikt moet zijn'. Op een afstand bekeken knn deze woordenstrijd kinderachtig lijken, en ze zal op sensatie beluste lezers misschien vervelen. Maar wc kunnen er niet stilzwijgend aan voorbijgnnn. De vervanging van één \VOOrd door een onder, hel schrappen van een enkele paragraal, beert soms een omwenlc¬ling in de geschiedenis tot gevolg pehad. Iacques Duclos heeft het in zijn bock over de Eerste lntcmntionnlc nodig geacht over deze omgebogen Franse vertaling te spreken: 'Cij het passeren van de Zwitsers-Franse erens werden de verslagen van hel Congres van Genève door de politie vnn Napoleon 11 l in beslag genomen. Toen de teksten gerestitueerd werden, wns er inmiddels een Franse editie in Genève verschenen die bepaalde onvolkomenheden vertoonde'. Voor Jacques Duclos was de marxistische versie de juiste. Ook Marx ontging het belang van de paar veranderde woorden niet, Engels, die voor hem bet Congres had bijgewoond, zag hem in woede ontsteken, maar even later zei hij: .,Wacht maar. We zullen het volgénde congres extra goed voorbereiden. De beren kennen me oog niet." Lausanne, 9 december 1867, de sluitingsplechtigheid van het Tweede Congres van de Internationale. De Geneefse sectie heeft een tochtje over bet meer georganiseerd. De boot, waarop de congressisten met Iamilie en vrienden plaats hebben genomen • vijfhonderd personen in totaal · is met vlaggen van alle naties versierd. Aan de grote most wappert de vlag die de Internationale tot de hare heeft gemaakt, op een rode achtergrond in witte letters de leuze: 'Geen rechten zonder plichten, geen plichten zonder rechten'. Bij de tonen van een groot symfonisch orkest op de kade is dit embleem hoog in de mast gehesen. Ook aan boord is er vrolijke muziek. De menigte die vanaf de kont naar het hijsen van de vlag heeft gekeken en die nu de plezierboot mei zijn wapperende emblemen ziet wegvaren, neemt dit vrolijke schouwspel bezorgd op. Sommige mensen schudden het hoofd: ,,De roden," mompelen ze. Zij maken zich wel al te vroeg bezorgd. maar hun vrees zal eens bewaarheid worden. De leuze op de vlag van de lntcrnationalc is die van de arbeiders· ambachtslieden van Parijs, en von de Zwitserse anarchistische horlogema¬kers, aanhangers van de leer van Proudhon. Toch heeft deze partij een onbetwistbare nederlaag geleden. Vanaf het begin van hel congres tekent zich duidelijk een beweging af ten gunste van . het gemeenschappelijk bezit van de grond en van het werkgercedschap. De Fronsen en de 'Iurassicns', voor wie 'het collectivisme een fatale stop naar een autoritnir en absolutistisch communisme' is, verzetten zich tevergeefs. Moe tenslotte om voor bonapartisten en reactionairen uitgescholden te worden, leggen de Fronsen zich er bij neer en geven hun stem non de resolutie · die van tevoren door Marx is opgesteld · met als voornaamste doel 'de verovering van politieke vrij beden door de arbcidcrsklcsse'. Dus met andere woorden de verovering van de politieke macht. 'Neer is Marx afwezig en ook het volgende congres in 1868 te Brussel zal hij niet bijwonen. Door niet aanwezig te zijn kan hij beter 'manoeuvreren'. hij kan desnoods zijn afgevaardigden desavoueren, om don later zelf dit of dot initiatief weer op te nemen. De naïeve proudhonisten hebben deze tactiek r.iet door. Op het Congres van Brussel trachten zij op hun nederlaag terug te komen: De Franse en de Jura-afgevoordigden wensen een voorafgaande verkla¬ring af te leggen om hun houding tegenover bet collectivisme toe te lichten. 74 75


Marx heeft ditmaal inderdaad aan alles gedacht, ook aan een voorzitter die hij vertrouwen kan. Het is een zekere Dupont. Deze reageert prompt door te zeggen dat geen enkele verklaring voorrang heeft op de orde van de dag. Als de Fransen protesteren, brengt Dupont met opgeheven armen de kwestie in stemming. De proudhonistcn zijn in de minderheid. Her congres gaat over tot de orde van de dag. Deze begint uitgerekend met een resolutie die helemaal ten gunste van het collectivisme is en die de meerderheid van de stemmen krijgt. De meeste Fransen zijn uit het veld geslagen en onthouden zich van stemmen. Dit betekent de afgang van de anarchisten in de Internationale. De mooie proudhonistische leuze zal van de rode vlag verdwijnen om later, als de Internationale de Komintern is geworden, door de sikkel en hamer vervangen te worden. Maar de tijd staat niet stil. Minder naïeve, minder vreedzame mannen dan de proudhonisten, zullen met de zwarte vlag zwaaien. Op het ogenblik dat Marx denkt te zegevieren, komt uit het oosten een machtige wind opzetten. Op het pad van de communistische leider verheft zich de kolossale gestalte van de anarchist Bakounin. Op een dag kwam zij haar vrienden opgetogen vertellen dat ze trouwen ging. ,,Met een kolonel. Hij is oud, lelijk en ziekelijk." ,.Je bent gek." "Helemaal niet. Het is een schijnhuwelijk. Direct na hel huwelijk vertrekken we naar Zwitserland en daar kennen we elkaar niet meer. Hij is hei ermee eens. In Genève ben ik van plan naar de universiteit te gaan, waar ik politieke vluchtelingen zei ontmoeten. Ik wil me bij de I ntematiooale aansluiten." Ze deed wet ze zei en had daarmee een soort mode gelanceerd. Na haar was een vijftigtal andere meisjes uit deftige Petersburgse families geëmigreerd door zogenaamde schijnhuwelijken te sluiten. Weliswaar bleven het niet altijd schijnhuwelijken, maar wat deed het ertoe: de vrijheid was veel waard. Sophie deed hetzelfde, zij trouwde met Vladimir Kovaleski, een jonge geleerde die er vooruitstrevende ideeën op na hield. Met hem samen bad ze Rusland verlaten, en bet was haar zelfs gelukt haar zuster mee te nemen. Zij was naar de universiteit van Heidelberg gegaan en Anna naar Parijs. De ouderen begrepen hier niets van, schudden het hoofd en dachten dat het einde van Rusland nabij was. Het Rusland van die dagen was als een ingeslapen reus die in zijn slaap kreunde en zo nu en dan kleine stuiptrekkingen had. In december 1825 had een hevige schok dit logge lichaam opgeschrikt. Het was in de beginjaren van de regering van de autocratische en xenofobische tsaar Nicolaas I. Deze vorst regeerde omdat zijn broer, de liberale Constantijn, afstand van de troon had gedaan. De intelligentsia betreurde dit, en leden van geheime genootschappen spanden samen om Nicolaas te verwijderen en Constantijn tot tsaar te kronen. Ze slaagden er in een deel van de in Sint-Petersburg gelegerde troepen tegen Nicolaas op te zetten en de soldaten 'leve Constantijn' te laten roepen. En niet alleen 'leve Constantijn', maar ook 'leve de Constitutie'! Het Russische woord voor constitutie is konstitoutsia en de brave, onwetende soldaten dachten dat het om de vrouw ven Constantijn ging. De schrik sloeg Nieolaas om bet hert bij het horen ven de-ze oproerige kreten. Hij had echter genoeg troepen die hem trouw weren om deze opstand in de kiem te smoren. Vijf samenzweerders werden opgehangen en wel honderdentwintig naar Siberië gedeporteerd. Zij waren de pioniers van een deportatie die bijna een eeuw zou duren. Ze werden de Dccembristen genoemd. De overlevenden die krachtens een door Alexander 11 verleende amnestie in 1856 naar Rusland terugkeerden, waren voor de liberale oppositie, voor alle voor de 'nieuwe ideeën' gewonnen jongeren, helden en idolen. Alexander [( stond a priori niet vijandig tegenover de nieuwe ideeën. In het bijzonder was hij. van oordeel dat het grote Rusland bevrijd moes! worden ven de eeuwenoude kanker van de lijfeigenen. In maart 1861 3 HET DUEL MARX-IlAKOUNlN 'Men kan zeggen', schreef Sophie Krukovskain, 'dat tussen 1860-1870 slechts één probleem de intellectuelen in de Russische samenleving bezighield; het generatieconflict. Vanzelfsprekend wos de jeugd vóór de nieuwe ideeën en de oude generatie er tegen.' Sophie was de dochter van generaal Korvine Krukovski. Tot grote ergernis van haar vader discussieerden zij en haar zuster Anna met vriendinnen en - nog erger - met haar studievrienden over onderwerpen els de bevrijding van de sloven, de emancipatie van de vrouw. de vernieuwing van hel onderwijs en de rechtspraak. De twee meisjes, hoewel verre van onwetend, voelden zich in deze discussies altijd de mindere en gefrustreerd, omdat in die tijd de universiteit alleen nog maar voor jongens toegankelijk was. "Ik ga in Duitsland of in Zwitserland studeren." zei Sophie, ,.net als Elizabeth Dlmitrev." Elizabeth Dimitrev. eveneens een meisje uit de betere kringen, gaf de loon eon onder de jongeren. Ze las en sprak Frans, Engels. Duits en Italiaans, was veelzijdig ontwikkeld en bovendien correspondeerde zij met Karl Marx. Ze had maar één idee en dat was Rusland te verlaten. 76 77


besloot hij hiertoe over te gaan. Op 5 maart van dat jaar les de metropoliet van Moskou in zijn kathedraal plechtig het 'Statuut van de Vrije Boer' voor, en in heel Rusland vonden feestelijkheden plaats. Afgevaardigden van boeren en studenten kwámen naar St-Petersburg om de tsaar te danken. Alexander II maakte een rit door de stad en werd door duizenden toegejuicht. In de opera vond een voorstelling plaats, die voor iedereen gratis toegankelijk was. Toen de vorst verscheen, waren de juichkreten van het publiek zo oorverdovend dat men geen noot van het door een groot orkest gespeelde volkslied 'God behoede de tsaar' kon boren. Enkele maanden later was de stemming omgeslagen. De horige boeren hadden in goed vertrouwen geloofd dat het statuut hen tegelijk met de vrijheid het eigendom van de grond gaf die zij bebouwden. Toen hel statuut werd toegepast, begrepen ze al gauw dal hiervan geen sprake was. En op een dag weerklinkt het voor boeren schrikaanjagende gestamp van paardehoeven: de kozakken zwaaiend met hun geselkoorden! De trouw van de kozakken aan de tsaar was door de landbouwhervormingen, die in bun voordeel waren, nog versterkt. Want in ruil voor militaire dienst · en de meeste kozakken waren beroepsmilitairen • kregen zij het rechtstreekse eigendom van tweederde van de grond. Als een groepje boeren weigerde uit elkaar te gaan, hakten de kozakken er met getrokken sabel op in. Er vielen honderden doden. Elke keer dat het nieuws van deze onlusten tot de steden doordrong, was dit voor studenten aanleiding tot betogingen. .De universiteiten zijn revolutionaire haarden," zeiden dan de absoluûs¬ten. ,,Ze moeten gezuiverd worden." Na de grote teleurstelling van 1861 was admiraal Poutiatin minister van onderwijs geworden. Hel kostte de reactionaire adel geen moeite hem Ie overtuigen dat hij de studenten de duimschroeven moest aandraaien. Poutiatin was een geborneerd, kleinzielig man, Le laf om zelf tot actie over te gaan. Hij benoemde generaal Filipson tot curator van de universiteit van Sint-Petersburg. Enige dagen later werden via aanplokbil¬[enen nieuwe administratieve bepalingen bekendgemaakt. Het ondersteu-ningsfonds werd afgeschaft, de vrije leeszalen gesloten. Voor het volgen van colleges werd inschrijfgeld geheven. Jongelui zonder geld werden aldus gedwongen met hun studie op te houden. De betogingen begonnen meteen al bij de aanvang van het studiejaar, op 23 september 1861. De studenten organiseerden meetings, liepen in optocht door de stad, blokkeerden de toegang lot de universiteiten. De politie greep in. daarna het leger. Eerst infanterietroepen, toen kozakken, die met dezelfde strijdlust tegen de studenten optrokken als tegen de boeren op het land. Vele studenten werden gewond, vooral in Sint¬Petersburg. Op 24 september deden studenten van de universiteit van Sint-Petersburg een poging om in de woning van generaal Filipson binnen te dringen. Later verzamelden zij zich voor het paleis van de gouverneur. Onder gejuich van een menigte bestaande uit winkeliers, ambtenaren, huisbe¬dienden en andere kleine luiden, voerden politie en kozakken een charge uit. Voor hen waren de studenten alleen maar onverantwoordelijke oproerkraaiers, waarvan de acties als enig resultaat hadden dat de regering geërgerd raakte en het eind van het liedje was dan dat de belastingen verhoogd werden. Filipson sloot de universiteit, en liet de studenten die weigerden het nieuwe reglement te tekenen naar de Petrus- en Paulusvesting brengen. Enkele dagen later werden ze weer vrijgelaten. Op 11 oktober opende de universiteit weer haar poorten, maar de professoren hielden hun colleges voor lege zalen. Deze toestand duurde in Sint-Petersburg en andere universiteitssteden meer dan twee maanden, tot de weerstand van de leder stuk grond dat tot nog toe gedeeltelijk voor rekening van de leenheer door een lijfeigene werd bebouwd, werd nu in tweeën verdeeld. Eén deel bleef hel eigendom van de leenheer. Het andere werd aan de lijfeigene toegekend op voorwaarde dat hij het afbetaalde. De prijs van deze afkoopbare stukken grond was op bet dubbele of driedubbele van hun feitelijke waarde gesteld. De vrijgemaakte lijfeigenen kregen negenen¬veertig jaar om af te betalen, ze konden het dorp niet verlaten voordat zij bun schuld hadden afgelost. Met andere woorden: iedere boer die (tegen een te hoge prijs) een deel van de grond welke bij altijd had bewerkt, wenste te kopen, moest zich gedurende een halve eeuw in de schulden steken. Als hij niet wilde kopen, dan kon hij gaan waar hij wilde. Maar waarheen? Op zijn best werd hij een slechtbetaalde dagloner. Wat de 'huis-lijfeigene' die in vaste dienst van een heer was betreft, hij mocht ook weggaan als hij dat wilde. Maar hij bleef natuurlijk, al was het alleen maar om de dagelijkse kost en een dak boven zijn hoofd. Dus veranderde er in feite niets. ,,Vadertje tsaar kan ons toch niet bedrogen hebben," zeiden de boeren, "de adel heeft de keizerlijke wel door zijn eigen, zelfgemaakte wellen vervangen." Alexander II had de boeren niet willen bedriegen. Zijn bedoelingen waren eerlijk geweest, maar hij had zich al gauw door een aantal reactionalre edelen laten beïnvloeden: 'Afschaffing van lijfeigenschap slaat gelijk met revolutie'. Alexander deed twee passen vooruit en een achteruit, voor een vorst een funeste tactiek. De teleurstelling maakte de boeren opstandig. Het voorjaar was in aantocht, het grote Rusland schudde zijn sneeuwdek af, de boeren trokken Ion~ de wegen, ontmoetten andere boeren, hielden bijeenkom-sten en stookten elkaar op. De adel werd bang en riep het leger te hulp. 78 79


studenten verslapte en, wals de kranten schreven, alles weer tot de gewone orde terugkeerde. Officieel en zichtbaar verzet was er niet meer, maar ondergronds en dus niet zichtbaar wel. Reeds vana[ 1830 waren studenten en intellectuelen in Moskou en andere grote steden samengekomen om over linkse filosofen en theoretici uit het westen te debatteren. Zij noemden zichzelf de geestelijke erfgenamen van de decembristen. Maar de decembristen waren in Siberië en hun 'erfgenamen' toonden geen verlangen om tot actie over te gaan. Sigaretten rokend en grote hoeveelheden slappe Lhee drinkend boomden zij tot diep in de nacht. Een van de bekendste intellectuelen was een zekere Herzen, die een tijdlang hel bied Kolokal oftewel de Klok uitgaf, waarin de misbruiken en zwakten van het tsaristisch regime aan de kaak werden gesteld. Het blad werd, niettegenstaande bet verbod van de censuur, veel gelezen. Deze feitelijk gematigde verzetsbeweging werd in de jaren 1856-1860 achterhaald door andere illegale kringen die clandestiene drukkerijen in de universiteiten hadden. Twee studenten, Tchernychevski en Droboliou¬bov, gaven clandestien het blad Souremennik (De Tijdgenoot) uit. Evenals De Klok, maar veel feller, viel De Tijdgenoot despotisme en sociale ongelijkheid aan. Redacteuren en lezers van De Tijdgenoot bestempelden zlchzelf met een naam die beroemd zou worden in de geschiedenis van de revolutie: nihilisten. In tegenstelling tot de liberale decembristen en de gematigde opposanten, aanhangen van Herzen, kwamen de nihilisten vooral in het begin uit bescheiden kringen voort: zonen van winkeliers, ambachtslieden en popen. Later sloten zich adellijke jongelui bij hen aan, sommigen zonder twijfel uit snobisme. Nihilist betekende niet zoals vaak gezegd wordt, dat de njhilisten in niets geloofden. Evenals de anarchisten wilden deze jonge opstandigen met deze term duidelijk maken dat zij zich niet voor een gevestigd gezag wensten te buigen, noch voor enige algemeen erkende waarde, zoals godsdienst of moraal. Maar in tegenstelling tot de anarchisten geloofden zij in iets anders dan de oorspronkelijke goedheid van de menselijke natuur: zij geloofden namelijk in de wetenschap die voor hen een soort godheid was. Dankz.ij de wetenschap en alleen maar door haar, zouden sociale leugens blootgelegd worden en de mens bevrijd. Alleen de wetenschap stelde de volkeren in staat hun noodlot in eigen hand te nemen en geschiedenis te maken in plaats van onder te gaan. Op de dag van vandaag komt ons deze leer niet erg origineel voor, men ontwaart er trekken in van het politieke marxisme alsook van een bepaald pragmatisch kapitalisme. Maar in die tijd maakte het nihilisme indruk, omdat het in de eerste plaats een revolutionaire fiJosofie was zonder enige concessie oen do 80 gevestigde orde. De mensen van De Tijdgenoot streefden er op alle manieren naar deze orde zo snel mogelijk omver te werpen. De Grote Rus, die hetzelfde doel nastreefde, verscheen in de loop van de zomer van 1861. Studenten verspreidden dit bied tot in verafgelegen steden in de provincie, maar ook onder de militairen in de kazernes van St.-Petersburg. Aangezien een groot deel van de soldaten analfabeet was, lazen de studenten, zonder dat officieren en onderofficieren het merkten, de krant aan hen voor. Om dezelfde reden was de krant in zeer eenvoudige taal geschreven. In deze taal werd aan de grote massa het volgende programma voorgesteld: gratis verdeling van de gronden onder de boeren, het samenroepen van een volksvergadering. bet in stemming brengen van een grondwet. Dobrolioubov stelde voor pamfletten te drukken, omdat die gemakkelij¬ker te verspreiden waren dan kranten. Aldus gebeurde, maar vaak werden deze pamfletten, nauwelijks van de pers gekomen, door de politie in beslag genomen. Verraders en verklikkers waren er overal. Geen nood! Dan zou men in het buitenland loten drukken. Duizenden exemplaren val) een pamflet, getiteld Aan de Jonge Generatie, die in het Russisch in Londen waren gedrukt, werden van daar naar St-Petcrsburg verzonden, dankzij de toewijding van de schrijver Mikhaïlov. Een paar weken later werd Mikha'ilov gearresteerd en tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld. Bij de boeren en de kleine burgers van de steden had de propaganda van de Grote Rus en de verschillende pamfletten geen succes .. Arbeiders en handwerkslieden bleven de studenten als gevaarlijke heeihooldcn zlen. Een pamflet dat feller dan de andere was, en dat Aan Jong Rusland heette, had hen erg afgeschrikt in plaats van ze, zoals de bedoeling was, tot opstand re bewegen. En wat de boeren betreft, het merendeel was niet in staat de eenvoudig gestelde pamflenen te begrijpen, zij uiten vastgeankerd aan het idee dat vadertje tsaar alleen maar het goede met hen voorhad. maar dat de adel en andere kwaadwillenden hen wilden benadelen. Iedere vijand van de tsaar was hun vijand.lOon waren er nog de 'liberalen', die een tijdlang de radicalen gunstig gezind waren geweest. Maar nu zij. vervolgd werden, moesten de liberalen niets meer van hen weten. De nihilisten stonden dus geheel alleen. Tcbernychevskl (een van de oprichters van De Tijdgenoot) vormde samen met enkele anderen een geheime actiegroep, Land en Vrijheid. Tchernychevski werd echter kort daarop in hechtenis genomen. Hij zou tot veertien jaar dwangarbeid en levenslange verbanning in Siberië veroordeeld worden. Alle liberale maatregelen werden nietig verklaard of opgeschort. Nadat er in Sint-Petersburg een paar branden waren uitgebroken, ging het gerucht: 'Dat zijn de nihilisten', en de stad werd in 81


staat van beleg verklaard. Troepen kozakken patrouilleerden dag en nacht. De onderdrukking van elke vorm van verzet bereikte haar volle omvang toen begin 1863 de Poolse opstand uitbrak. .Als wij nu geen maatregelen treffen," zei de minister van Binnenlandse Zaken tol de tsaar. ,.dan zal de geest van verzet zich tot het Russische platteland uüstrckkcn." De maatregelen werden genomen en zij bestonden uit huiszoekingen en vele arrestaties, niet op het land maar in de steden. Gevangenen vulden de cellen van de Petrus- en Paulusvesting. In verschillende provincieste¬den moesten in alle haast nieuwe gevangenissen worden gebouwd. In 1865 stichtte de student lchoutin in Moskou een fonds voor onderlinge hulp aan arbeiders, en een schoolrjc in een armenwijk. De overheid bezag dit wantrouwend, maar deed niets. Zonder twijfel had ze wel ingcgr.!pen indien zij hnd geweten dal lchoutin tegelijkertijd een geheime actiegroep Organisatie had gevormd. Een van de eerste deelne¬mers van deze groep was een student uit een adellijke. maar vrij arme familie. Karakosov genaamd. Heeft Karakosov tegelijkertijd aan een andere clandestiene studenten¬groep De Hel mecgedar.n? Was De Hel een werkelijk serieuze organisa¬tie. of. zoals men in sommige beschrijvingen , an revolutionairen kan lezen, een mystieke beweging van bedenkelijk allooi? De voornaamste doelstelling, in de statuten neergelegd, hccuc de moord t.p de tsaar Ic zijn. Was dil een reëel pion of slechts een vaag en ver ideaal? Ik erken eerlijk dat il: er niet precies achter heb kunnen komen. Eén feit stuut echter historisch vast. De student Karakosov kende de statuten van de groep De Hel. was ervan overtuigd dot de tsaar zo spoedig mogelijk onschadelijk t:emnr.k1 moest worden en dat hij de man was die dal zou doen. Zijn dunt! vinJcn wij heel nauwl.eurig in politieverslagen en krantenartikelen beschreven. Officiële portretten tonen Alexander il met een mysterieus i:clnat; in werkelijkheid wns dit gezicht (met snor en bakkcb rarden) rond en vol, zelfs iets Ojlgcblazen. Op 4 april 1866 0111 4 uur 's middags verliet de tsaar in g:zclschap van de hertog van Lcuchrcnberg en de p: inscs VJn Boden de Zornertuin, waar hij net zijn dagelijkse wandeling had gemaakt. en hij stond op het pu-it in zijn rijtuig te ;,tJpp.:11 dot hem naar ht.! Winterpakis 1eruP, zou l rcng,·n. Een adjudant rcktc hem zijn jac; aan. Een groepje mannen en vrouwen, mensen uil hel volk. stond op enkele passen afstond eet bicdig toe te kijken, de mannen met ontbloot hoofd. Hel was een ::cwoontc dat men het volk Lo dichtbij liet komen. Plotseling trekt een jonge man een pistool uit d.: .ik , ,111 21jn overjas en richt deze op de tsaar. Alles eoat bliksemsnel in zijn werk. Een armocdi.; b.:kledc mau, die noest l. '! jongeman staat, roept: .,Wot doe [c?" en duwt tegelijkertijd de arm die 82 het pistool vasthoudt omhoog, waardoor het schot in de lucht, over bet hoofd van de tsaar heen, gelost wordt. Mensen werpen zich op de moordenaar, maar de tsaar roept: .. Laat hem met rust!" Met hijgende stem richt Karakosov - want hij is het · zich tot de mannen die hem vasthouden en zegt: .. Waarom arresteren jullie mij? Ik offer me voor jullie op. Ik ben een boer. De tsaar heeft de boeren bedrogen." Politiemannen voeren hem weg terwijl de tsaar zich naar het Winterpa¬leis begeef 1. Daar staan de ontdane ministers hem reeds op te wachten. ,.Welnu, mijne heren," zegt Alexander T 1, ,.het schijnt dat ik nog ergens goed voor ben, anders zou er geen aanslag op me gepleegd zijn." Buiten dromt een menigte semen en roept om de tsaar. Deze verschijnt op het balkon en wordt luidkeels toegejuicht. Volgens Herzen had het revolverschot van Karakosov 'heel Rusland doen beven'. Hel was het eerste schot dat ooit in dit land in naam van een revolutionair ideaal was gelost. Bij de ondervraging weigert Karakosov te spreken, waarna hij in de gevangenis gemarteld wordt en de politie tenslotte de namen van verschillende leden van geheime organisaties te weten komt. Het proces verloopt op de normale wijze, met requisitoir en pleidooien. Karakosov evenals lchoutin worden ter dood veroordeeld. Op 3 september 1866 worden zij opgehangen. De man die de tsaar gered had was een arme, ongeletterde arbeider die in een hoedenmakerij werkte. Zijn beloning overtrof al zijn verwachtin¬gen: Hij werd in de adelstand verheven, en zijn geldelijke beloning was zo groot dat hij voorgoed uit de zorgen was. Rijk en vnn adel werd hij op grote diners uitgenodigd waar hij zich bedronk en misdroeg. Men bracht hem aan zijn verstand dat hij meer op zijn plaats in de provincie zou zijn. Hij krijgt door een passende woning aangeboden en men hoort weinig meer van hem. Wel is bekend dat hij aan overmatig drankgebruik is gestorven. De dag na het proces van Karakosov publiceert Alexander 11 een rescript waarin hij de 'verkeerde en gevaarlijke doctrines', die een gedeelte van de jeugd aanhangt. veroordeelt en waarbij hij tevens een reeks van maatregelen aankondigt die een terugkeer naar het absolutisme beogen. Op alle belangrijke posten worden liberalen door reactionairen vervan¬gen. Hetzelfde geldt voor de universiteit. Zowel het onderwijs nis de studenten worden streng gecontroleerd. De politie verricht huiszoeking bij olie mensen die haar verdacht voorkomen, waarna zij op het politiebu¬reau ondervraagd worden. Over het algemeen is het Russische volk het met deze onderwerping eens, zelfs met de gevangenzeulng en deportatie van intellectuelen. Die mensen moelen maar niet zo'n drukte hebben en vooral moelen zij niet aan hun vadertje tsaar komen. Elk volk dat aan een absolutistisch regime onderworpen is, toont een 83


glad oppervlak, maar daaronder is er beweging en deining. Het specifiek Russische nihilisme was onderdrukt, maar de intellectuele jeugd die aan banden was gelegd, zou elders op zoek gaan naar de leer van het geweld. Een naam die men hoe langer hoe meer in clandestiene kringen hoort noemen is die van Michel Bakounln. één brok tegenstrijdigheid. Dynamische uitgelatenheid, wanhoop en neerslachtigheid wisselen elkaar af. "Als je geen militair wilt zijn," zegt zijn vader als zijn zoon met verlof thuiskomt, ,,wordt dan ambtenaar. Ambtenaren hebben altijd veel tijd over om te doen waar ze zin in hebben." .Ambtenaart Dat nooit!" En dan, zonder verder na te denken, vertrekt hij naar Moskou waar hij zich aan de universiteit laat inschrijven. Niet alleen inschrijven, want hij laat naamkaartjes drukken met 'lector in de wiskunde'. Onnodig te zeggen dat hij geen leerlingen heeft en dat hij nauwelijks college loopt. Hem interesseren slechts de 'intellectuele kringen'. Mevrouw Beer, een vriendin van de familie Bakounin, houdt in Moskou een salon waar onder anderen de filosoof Herzen en de dichters Stankievitch en Ogarev komen. In dat milieu is Ogarev de grote man: Eigenaar van duizend horigen heeft hij hen allen de vrijheid en bovendien zijn hele grondbezit gegeven. Hij bezit geen rooie cent meer, is een geniale klaploper, en zal in armoede sterven. Bij mevrouw Beer wordt gedebatteerd dat de vonk.en eraf vliegen. Het gezelschap is in twee partijen verdeeld: de 'slavofielen' voor wie het voortbestaan van het heilige Rusland het hoogste doel is en de 'Europeanen', die met Fichte, Kant, Schc,Wng en Hegel dwepen. Bakounin boort bij de 'Europeanen'. Op een goede dag heeft hij plotseling genoeg van Moskou: "We krijgen hier al onze wijsheid uit de tweede hand. Ik ga naar Berlijn." Zo gezegd zo gedaan. Op 21 juli 1840 vertrekt hij en ontmoet er Tougueniev. Bakounin is dan zesentwintig jaar oud, Tougueniev tweeën¬twintig. Tougueniev is eveneens de zoon van een grootgrondbezitter, en ook bij was in opstand gekomen tegen het lijfeigenschap. Tussen de twee jongemannen ontstaat meteen een hechte vriendschap. Zij huren samen een woning en schrijven zich in aan de universiteit. Een van hun medestudenten is Friedrich Engels, maar zij kennen hem niet. Overigens is Bakounin in Berlijn niet vlijtiger dan in Moskou. Over filosofie discussiërea met intellectuelen blijft het enige dnt hem interesseert. Behalve Tougueniev zijn zijn vrienden in Berlijn de dichter Herwegh, de musicus Reichel en de schrijver-journalist Ruge, die in Dresden het orgaan van de 'linkse hegelianen' doet verschijnen, en in 1844 samen met Marx in Parijs de Annales franco-allemandes zal uitgeven. Voor al deze jonge denkers is Hegel de afgod: zijn filosofie geeft, vinden zij, zin aan het grootse opstandige gevoel dat hen bezielt. Bakounin leest behalve Hegel ook Fourier, Considérant, Louis Diane en Proudhon. Hij verslindt, verwerkt, verteert al hun werken. In 1842 publiceren de Annales iranco-altemandes van Ruge een artikel getiteld 'De reactie in Duitsland', getekend Jules Elysard. Enkele dagen later Michel Bakounin werd op 8 mei 1814 geboren in Priomoukhino, een dorp dal halverwege Sint-Petersburg en Moskou ligt, in de streek van de Boven-Wolga. gouvernement Tver, tegenwoordig Kalinin. Zijn vader, Alexander Mikbnilovitch Bakounin, staatsraad en maarschalk van het gouvernement Tver, bezat duizend horigen die hij goed behandelde. Hij had hen zelfs een soort grondwet gegeven. De himilie Bakounin leefde zorgeloos en vredig in een groot wit huis met zuilen en een mooi park eromheen; een rivier kronkelde door de velden, verderop strekten zich de bossen uit. 'Mijn materiële, intellectuele en morele bestaan', schreef Bakounin in z.ijn latere jaren, 'was gegrond op een ten hemel schreiende onrechtvaardig¬heid, een absolute immoraliteit, op de slavernij van onze boeren die voor onze ledigheid zorgen'. De toekomstige anarchistische leider was z:îch kennelijk nog niet van deze onrechtvaardigheid en immoraliteit bewust toen bij er nog van profiteerde. Spelend en ravottend met zijn acht broers en zusters (hij was het derde kind) en met de kinderen van de horigen, had hij een zorgeloze jeugd. 's Winters verhuisde de Familie naar Tver, waar de plaatselijke adel gefrequenteerd werd. Onderwijzers kwamen de kinderen aan huis les geven, ook de muziek werd niet verwaarloosd: harp voor de meisjes, viool en piano voor de jongens. Michel studeerde viool. Op zijn veertiende jaar sprok en schreef hij vloeiend Frans • de taal van de deftige mensen · vrij goed Duits en een beetje Engels. Hij wist iets van wiskunde af, maar niets von de Russische grammatica. Volgens zijn zeggen heeft Bakounin van rijn verblijf aan de kadetten¬school van Sint·Petersburg slechts een herinnering overgehouden aan speelschulden, feesten, drinkgelagen, vrijblijvende amoureuze avontuurtjes en tenslotte zijn zakken voor het eindexamen. Consequentie ven zijn niet· slagen: drie jaar als vaandrig in een sinister garnizoen in Litouwen. Er is daar totaal niets te doen, de officieren doden spelend en brassend hun tijd. Bakounin vindt alle miHtairen zonder uitzondering stomvervelend. Hij brengt zijn dagen peinzend en rokend in zijn kamer door. 'Ik ben hier alleen, helemaal alleen. Eeuwige stilte, eeuwige droefheid en heimwee zijn mijn enige metgezellen'. Woorden die aan een Werther doen denken. Maar Bakounin heeft niets van een kwijnende Werther. Hij is een atleet, een reus. een natuur· kracht. De divon waarop hij ligt te peinzen kreunt onder zijn gewicht. Maar Bakounin is ook een Rus, van top tot teen een Rus, dat wil zeggen 85 84


spreken alle linkse intellectuelen in Berlijn en Dresden over dit essay. Ruge ontvangt honderden brieven. Volgens de briefschrijvers is de toestand in Duitsland nog nooit met een zo scherpe dialectiek geanaly¬seerd. Men wil weten wie die Jules Elysard is. Een paar dagen later weet iedereen dat het Michel Bakounin is. De politie weet het ook. Zowel de Pruisische als de Russische politie. De laatste. een enorm raderwerk mei eindeloos vele vertakkingen, volgt zelfs in het buitenland elke Rus die hardop denkt en schrijft. Bakounin heeft zelf gezegd dat hij vanaf dat ogenblik het oog van Moskou steeds op zich gericht voelde. 'Ik heb toen besloten al mijn doen en laten in een notitieboekje vast te leggen'. Hij is hiermee begonnen. maar heeft het niet langer dan een paar dagen volgehouden. veroordeeld. Zijn goederen worden verbeurd verklaard'. Enige dagen later maakte la Réforme, het orgaan van de oppositie in Parijs, het antwoord van de veroordeelde aan de tsaar bekend: 'Het is voor mij een opluchting om uit de adelstand gestoten te worden'. zegt Bakounin onder meer. De Poolse emigranten, die talrijk en actief waren in Parijs. hadden IJukounin geadopteerd, en introduceerden hem in de Parijse salons. Niettegenstaande zijn versleten kleren slaat Bakounin mei zijn atletische gestalte en zijn indrukwekkend mooie kop, een goed figuur. Aan de diners waar hij uitgenodigd wordt, cel hij als een reus, onderwijl briljante conversaties voerend met George Sand (zijn eerste beschermster), Victor Hugo, Béranger. Michelet. Lamennais. Arago, Lcdru-Rollin. Louis Blanc en anderen. Op 29 november 1847 houdt hij ter ere van de herdenking von de Poolse revolutie een rede waarin hij tegen de onderwerping van Polen door het rsarisilsche Rusland protesteert. Hij eindigt met het zingen vun het Poolse volkslied. Daverend applaus, maar de volgende dag wordt Bakounin op bevel van de Russische ambassadeur in Parijs Frankrijk uitgezet. De ambassadeur doet het voorkomen alsof Bakounin een uit Rusland ontsnapte misdadiger is. Lastèr zou hem blijven achtervolgen. Hij vlucht naar België. maar komt in 1848, op een van de eerste dagen van de revolutie (maar nel te loet om aan de gevechten deel te nemen) naar Parijs terug. Vertrekt vandaar naar Duitsland om aan de revolutionaire beweging deel te nemen. met de bedoeling deze opstand in de richting van de Slavische landen te sturen. Hij begeeft zich naar Praag. waar hij een 'Slavisch Congres' bezoekt dat in een oproer eindigt. In juli 1848 is hij weer in Bresleu, waar een vriend hem de Neue Rheinische Zeitung (die Karl Marx in Keulen uitgeeft) van ó juni laai zien. Hij leest daarin een kort bericht van de volgende inhoud: 'Wat de Slavische propaganda betreft. heeft men ons gisteren bevestigd dat George Sand in het bezit is van documenten die de verbannen Rus Michel Bakounin ten zeerste compromitteren, en die hem uls een onlangs in dienst genomen agent van Rusland zouden voorstellen. Hij zou het grootste aandeel in de recente arrestaties van de onfortuinlijke Polen gehad hebben'. De aanval was laaghartig en op niets gegrond, aangezien Bakounin immers net een Russisch-Pools comité had opgericht. George Sand stuurde Marx een brief die hij verplicht was in de krant te publiceren: 'De feiten die uw correspondent u bericht heeft zijn volslagen onjuist en hebben zelfs niet de schijn van waarheid. lk heb nooit enig bewijs in mijn bezit gehad van de beschuldigingen die u tegen de. door de niet meer bestaande monarchie, uit Frankrijk verbannen Bakounin tracht aan te voeren en gcloofwaurdig te moken. Ik doe een beroep op uw eer en geweten deze brief onmiddellijk in uw krant te publiceren'. Karl Marx wachtte drie weken met hel publiceren ven George Sonds 'Ik heb geen vaderland meer sinds ik het mijne vaarwel heb gezegd. Als een wandelende jood volg ik gehoorzaam de weg die mijn lot en mijn overtuigingen mij wijzen'. Bakounin schreef dit (aan de vrouw van de dichter Herwegh) nadat hij in Brussel. waar hij enkele maanden verbleef. nee gezegd had op hel bevel van de Russische legatie te Brussel om naar Rusland terug te keren. In Parijs, waar hij in 1844 aankomt. ontmoet Bakounin een andere 'wandelende jood', evenals hij revolutionair. die echter zijn regenstander en zelfs zijn vijand zou worden: Karl Marx. Vanaf de eerste ontmoeting voelen beide mannen geen sympathie voor elkaar. 'Er is nooit sproke ven oprechte vriendschap tussen ons geweest. Onze temperamenten verdragen elkaar niet'. Duitse en Russische, naar Frankrijk uitgeweken ,-cvolulionoirc intellectue¬len vinden elkaar op de zolderkamer van Reichcl, in de ruc de Bourgogne. Hier is het dat Bakounin Proudhon ontmoet. voor wie hij wel onmiddellijk sympathie voelt. Op deze bijeenkomsten wordt behalve gemusiceerd, zwaar gediscussieerd. Soms de hele nacht door. zoals die keer dat de natuurkundige Carl Vogt om 7 uur 's morgens, toen hij Reichel volgens afspraak kwam halen om naar de lardin Jes Plantcs ic gaan, Bakounin en Proudhon voor een uitgedoofd vuur bomcnd over de fenomenologie aantreft. Bakounin leefde vrij armoedig van de opbrengst van vertalingen en anonieme artikelen in hel dagblad van cle Duitse emigranten, v orwiirts, In januari 1845 brengt een medewerker van deze krant voor Bakounin het januarinummer van de Gazeuc tles Tribuuaux van St-Petersburg mee: .Lees dit hier. l Ict gaal over jou." De krant bevatte een artikel waarin Bnkounin tot een ongehoorzaam onderdaan werd verklaard. die zich schuldig hnd gemonkt uan hei schrijven van revolutionaire geschriften en geweigerd had naar zijn vaderland terug te keren. 'Mie hel Bokounin wordt uit de adelstand gestoten, van zijn burgerrechten ontheven en 101 deportatie nuur Siberië 86 87


brief, en voegde er toen een vrij povere zelfrechtvaardiging aan toe: 'Wij hebben dit bericht, zoals ons dit via twee verschillende correspondenten bereikt had, aan onze lezers doorgegeven. Wij nebben daarmee aan onze plicht als joumalist, te weten het nauwkeurig volgen van het doen en laten van mensen die in de openbaarheid zijn, voldaan'. Karl Marx had meerdere malen bewezen en zou nog vaak bewijzen dat hij in staat wns zijn ideeën als een held te verdedigen, maar ook dat hij zich, als het hem Ie pas kwam, minderwaardig !:on gedragen. In augustus 18-18 zagen Marx en Bakounin elkaar weer in Berlijn. Bakounin heeft deze ontmoeting beschreven: 'Toen. midden in een half schertsend, half ernstig gesprek, zei Marx tegen me: .,Weet je dat ik aan het hoofd sta van een communistisch verbond, een beweging die zo goed gedisciplineerd is dat, als ik aan een van haar leden zou zeggen: 'Ga Bakounin vermoorden,' hij dat zou doen?" Na dit gesprek zagen wij elkaar tot 1864 niet rr.ecr. Inderdaad had Marx erg veel moeite om zijn vijandige gevoelens jegens Bakounin te verbergen. Later zou hij zelfs de laaghartige beschuldiging herhalen. De oorsprong van het antagonisme tussen Marx en Bakounin was van doctrinaire aard. Reeds in België. voordat hij naar Parijs kwam, had Oakounin verklaard: .. Ik ben tegen elk systeem dat op een staatssocialisme gevestigd is. Zonder vrijheid kan ik me niets rnenswanrdigs voorstellen." In de loop van de eindeloze debatten op Reichcls zolderkamer had hij aan Proudhon gezegd dal hij uiteindelijk voor de keuze stond: het 'autoritaire en dictatoriale Germaanse socialisme', of het 'levende Latijnse socialisme'. Marx beschreef zijn socialisme niet als autoritair en dictatori¬aal, maar in feite was hel dal wel en om deze reden verwierp Bakounin het. Toch zou hij uiteindelijk ook niet het 'levende Latijnse socialisme' tot het zijne maken. Bnkounin was in hort en nieren een Rus en wat hij eigenlijk toen al wilde, was een Slavisch socialisme. "Als de revolutie zich niet tot Rusland uitstrekt," zei hij ... is zij gedoemd te mislukken." Een volgende stap in zijn denken was dat de grote revolutie vanuit Ruslard moest beginnen. Hij verkondigt dit in zijn Appel aan de Slaven dal in de eerste dagen van 1849 uitkwam. en dat de revolutionaire kringen wakker schudde: 'In Moskou zullen de ketens van alle Slavische voll:cn die in de bon zijn van hel Russische spook. verbroken worden. Uit een oceaan van bloed en vuur zal in Moskou hoog oon de hemel de ster van de revolutie, die Je gid!; van het bevrijde mensdom zal zijn, veri ijzcn'. Een profetisch visioen, behalve dot de rode ster die op de-rop van alle openbare gebouwen van de U.S.S.R en de satellietlanden schittert, die van het autoritaire communisme is. Bakounin dacl,t dus dnl het licht van Moskou moest komen, moer om tactische redenen dacht hij ook dat de sociale Slavische revolutie eerst buiten Rusland uitgelokt zou kunnen worden. bijvoorbeeld in Bohemen. Vandaar zijn reis naar Praag in mei 1849. Kort daarop barstte de revolutie uit. Het Duitsland van ioen was een verzameling van staten en staatjes, waaronder Pruisen en Saksen. In Saksen (hoofdstad Dresden) regeerde Koning Friedrich-August Il. Deze vorst wilde, om bij het door hem gevreesde Pruisen in de pas te komen, in maart 1849 anti-liberale maatregelen invoeren. Hel momenl was niet goed gekozen. In een groot gedeelte van Europa was de nawerking van de grote schok van 1848 nog merkbaar. en de Dresdners kwamen in opstond. Zij ontwapenden de militairen die het arsenaal bewaakten en bezetten het stadhuis. De koning en koningin verlieten ijlings de hoofdstad en vluchtten in het fort Königsteln. De koning van Pruisen stelde hen gerust, en beloofde hulptroepen om de orde te herstellen. Maar de opstandelingen kregen daar lucht van en richtten barricades op. Wagner liet affiches drukken met de woorden: 'Verzet tegen buitenlandse interventie'. Bakounin installeerde zich in het stadhuis om vandaar de opstand te leiden. De Pruisen gingen tot de aanval over en nieuegcn¬staande een heldhaftige verdediging van de opstandelingen, moesten ze he.t onderspit delven. De 'voorlopige regering' verliet Dresden in een rijtuig. Wagner en "Zijn vrouw wisten te ontsnappen (door gewoon een rciskoets te nemen), maar Bnkounin werd gevangengenomen. Ter dood veroordeeld. werd hij door Oostenrijk aan Rusland uitgeleverd. Met geboeide handen reisde hij heel Rusland door. De tsaristische regering liet hem in de Petrus- en Peulusvesting opsluiten. Hij was toen zesendertig jaar oud. De Petrus- en Paulusvesting (tegenwoordig het urrilleriemuscum) heeft een sinistere klank in de politieke geschiedenis van Rusland. Alexis, de zoon van Peter de Grote werd op bevel van zijn vader daar doodgeknup¬peld. De vesting werd in 17t0 op een eilandje in de Neva gebouwd. maar al aan het eind van de J 8e eeuw werd ze als zodanig niet meer gebruikt en tot gevangenis omgebouwd. (De vesting werd door de citadel van Kronstadt vervangen.) Vanaf de rivieroever zagen de wandelaars een zware burcht, omringd door hoge muren waarboven de sierlijke. vergulde torenspits van de Sint¬Petrus- en -Pauluskathedraal die binnen de ringmuur was gebouwd, verrees. Binnen in de burcht was het een wirwar van eindeloze gangen. ,.Waar brengen jullie mij naar toe?" vroeg Ookounin aan zijn bewakers, nadat zij al geruime tijd hadden gelopen. Hij kreeg geen antwoord. Zij liepen verder tot zij plotseling voor een deur stonden die een buitendeur bleek te zijn. Midden in de vesting verhief zich een door een gracht omgeven driehoekig bouwwerk van één verdieping. Bakounin en zijn bewakers gingen een brug over en traden dit tweede gebouw binnen. Ook hier weer een doolhof van gangen en 88 89


van vocht druipende onderaardse gewelven. In een van deze tot cellen omgebouwde kazcmuuen werd llukounin geduwd. Hij bevond zich in het Alcxis-ravclijn. Hier werd men alleen op speciaal bevel van de tsaar opgesloten en alleen op zijn bevel kon men dit bolwerk verlaten. Het was verboden hier hardop te praten. Ilakounin verbleef hier de eerste twee maanden in volslagen afzondering. zonder iemand anders te zien dan zijn bewaker die hem zijn eten bracht en zijn emmer leegde. maar nooit een woord tegen hem sprak. Voor deze uitbundige natuur had men geen ergere straf kunnen bedenken. l~ukou¬nin Jacht vaak dat hij gek werd. Op een dug aan het einde van de achtste week kwam de bewaker op een ongebruikelijk uur bij hem binnen. Hij was niet alleen. Een met ridderorden bedekt persoon vergezelde hem. en maakte zich aan Bakounin bekend: .. Ik ben graaf Orloff. minister van buitenlandse zaken. Zijne Majesteit heeft mij opgedragen u van het volgende te verwittigen: Het is de wens van de tsaar dat u hem schrijft zoals een geestelijke zoon die bij zijn geestelijke vader wil biechten. dal zou doen. Ik raad u aan niet lang na re denken." De bezoeker was reeds geruime tijd vertrokken. en de verbaasde Bukounin vroeg zich af or hij het wel goed hod vcrsiuun. Na lang nadenken kwam hij 1111 cl.: cuuclusie du! de tsaar een soort van openlijke -chuldlwkcutcui- er-re. w uurna hem waarschijnlijk gratie verleend zou worden 1 >,: he" ukcr had reeds schrijfmateriaal binnengebracht. 'Sire. woorden schieten tekort om te zeggen hoc diep bewogen ik ben duur de grootmoedigheid van de Russische regering zoals ik die vanaf het eerste ogenblik dut ik de Russische grens heb overschreden. ervaren heb. Alles wat ik gezien. gehoord en ondervonden heb op mijn reis vun Polen lot aan de Petrus- en Puulusvcsting, was zo tegenovergesteld aan alles wat il,.. zelf'. afgaundc op wat il.. gehoord. gedacht. gezegd en geschreven heb over de grofheid von de Russische regering. dut. nadat bij mi] vt'I01 het eer~, twijfel begon te rijzen over de waarheid van mijn our~pnml,..clijl,..I." opvuuingcn. il,.. mij 1110.:1 verbazing heb afgevraagd: Heb ik soms gclusrcrd? Een verblijf vun twee maanden in deze vesting heeft mij voorgoed van de ongegrondheid van mijn oude vooroordelen overtuigd. Grouf Orloff heeft mij laten weten dat Uwe Majesteit een geschreven. algehele schuldbekentenis van mij wenst. Sire. ik heb een dergelijke gunst niet verdiend en i~ bloos als ik denk aan alles wut ik heb <lurven zeggen en schrijven over de onverbiddelijke streng heid van Uw Keizerlijke Majesteit .. : De-ze tekst werd en wordt nog heden ren dnge door marxisten als een vernietigende veroordeling vun de grote heraut vun het anarchisme aangevoerd: een laffe verloochening van alle revolutionaire beginselen. dlc olie aanvallen van Marx tegen Bakounin rcchtvaurdigdc. Bukounin was een onbetrouwbaar individu. een lafaard ... Bakounins bckerucnie vraagt echter om enkele opmerkingen. In de eerste plaats. indien men de tekst zonder vooropgezette vijandige gevoelens jegens de schrijver ervan leest, is het heel goed mogelijk er verborgen ironie in te zien. zo zeer is de door Bakounin ondervonden behandeling tegenovergesteld aan hel· l(CCn hij ophemelt, of zogenaamd ophemelt. Ter staving van deze uitleg kon men ook de enthousiaste beschrijving vun de revolutie van februari 1848 in dezelfde brief aanvoeren. Door zo aan een 'riran' over een voor hem verfoeilijk evenement te schrijven nam Bakounin een risico. Maar laten wij even aannemen dat hier sprake is van een laffe verloochening van beginselen. Deze kan heel eenvoudig verklaard worden als zijnde een middel om een doel te bereiken. in dit geval het herwinnen van zijn vrijheid. Een gevangen revolutionair houdt op - althans in belangrijke mate - nuttig voor de Zaak te zijn. Een brief die Bakounin aan zijn zuster Tatianu deed toekomen. kan zowel de ene nis de andere uitleg steunen. Hierin schrijft hij: 'De gevangenis heeft niets aan mijn oude gevoelens veranderd. integendeel. zi] zijn feller en overtuigder geworden'. En tenslotte en dat is dan misschien het belangrijkste: de enige garantie voor de authcntlcitcit van de 'bekentenis' is een bevestiging van de Sovjet-regering. Deze werd na de revolutie in de tsaristlsche archieven ontdekt en de sovjets hebben er verscheidene jaren over gedaan om hem uit de archieven vrij te geven ... dot wat hun goeddunkte en in de vorm die zij goed schucn: de rest werd vernietigd. Victor Serge. ex-unarchist en bekend als Kilbatchichc in het proces van de tragische schurken in februari 1913. die een tijdlang mei hel bolsjewisme verbonden is geweest. en toen belast was met het uitzoeken. bewaren en gedeeltelijk publiceren van de tsaristische archieven. vertelt in zijn rnémoircs op welke wccrsian¬den hij daar gestuit was. Tegenover de tekst van Bakounins bekentenis kan de historicus slechts een afwachtende houding aannemen. Maar wat Bnkounin ook geschreven mag hcbbcn. het resultaat ervan was nihil. Hij bleef drie jnar in de Petrus- en l'uulusvesting. drie jour in een stinkende. vochrigc cel wnar de uoud~e i;tiltc slechts onderbroken werd door het carillon van de knrhedraal en de passen van de bewakers. en als enige afwisseling de dagelijkse wandeling van een uur op de binnenplaats van het Alcxis-ravcli]n. 11 ij verliet de vesting in l 8'i4. toen de Krim-oorlog uitbrak (de regering wns bang voor cnlustcn) en werd naar de gevangenis in Schussclburg overgebracht. Hier wus het voedsel uitzonderlijk slecht en zoals vele gasten van Russische gevangenissen. leed Bnkounin aan scheurbuik. Toen in 1855 Nicolaas l gestorven was. kwam de moeder van Bakounin Alexander 11 smeken ter ere von zijn troonsbestijging haar zoon grol ic te verlenen. .. Uw zoon zal de vrijheid nooit herkrijgen." 90 91


,,Sire, dan zal bij weldra sterven." Misschien toch ten gevolge van de stappen door rijn moeder ondemo men, werd Bakounins gevangenisstraf veranderd in levenslange deportatie naar Siberië. Er beslaat een uitgebreide literatuur over de Siberische gedeporteerden. Hun omstandigheden konden zeer verschillen al naar gelang de zwaarte van hun straf en de plaats van hun verbanning. Zij die in de mijnen moesten werken waren er het ergst aan toe. Veel draaglijker was het leven van hen die gedwongen werden in een van die kleine Siberische dorpjes te leven waar zich al spoedig een eigenaardig soort samenleving met een vaak hoog intellectueel peil ontwikkelde. Te1 voorkoming van ontsnappingen vertrouwde de regering meer op het isolement in de immense uitgestrektheid dan op de strengheid van de militaire en civiele bewakers, die zich zelf ook verloren voelden in die uitgestrektheid en dle vaak met de bannelingen vriendschap sloten. Om zijn dagelijkse kost wat aantrekkelijker te maken gaf Bakounin Franse lessen. Hij werd verliefd op een van zijn leerlingen, die vijfentwintig jaar jonger was dan hij en met wie hij trouwde. De gouverneur-generaal van 'Oost-Siberië', die Bakounin voor zijn ideeën had weten te winnen. gaf hem een baantje op zijn kantoor. Hij liet hem zo vrij dat Bakounin op een dag kans ziet zich aan boord van een Russisch oorlogsschip in te schepen. (In welke functie. hoe?) De bestemming van dit schip is een Siberische haven aan de kust van de Stille Oceaan. Onderweg neemt het een Amerikaans vrachtschip op sleeptouw dat in moeilijkheden verkeert, en Bakounin profiteert van de gelegenheid om aan boord van hel Amerikaanse schip over te stappen Als de moeilijkheden verholpen zijn, koerst het schip naar Japan. Vanuit Japan begeeft Bakounin zich naar de Verenigde Staten, die hij door¬kruist. Hij scheept zich in New York in, en komt tenslotte op 27 december 1861 in Londen aan. Voorwaar een ongewone tocht, vooral als men bedenkt dat Bakounin zonder of met heel weinig geld op zak uit Siberië gevlucht was. In Londen gaat Bakounin veel met revolutionaire emigranten om. Het is duidelijk dat hij vanaf het begin deze mensen onbeduidend, praatziek en kleinzielig vindt. Hij ergert zich oan hun roddelpraatjes en haarklove¬rijen, terwijl hij maar één gedachte heeft: de maatschappij omverwerpen. Als in 1863 Warschau in opstand komt, heeft Bekounin, voor wie afstanden nooit obstakels zijn. een idee: hij stelt zich voor met soldaten van het vreemdelingenlegioen op de Russische kust van de Baltische Golf te ontschepen en van daar uit de revolutionairen Ie hulp ie komen. Inderdaad huurt hij een schip, scheept zich in. maar eenmaal op zee is de kapitein plotseling bang met een gek te maken te hebben, en hij zet het hele gezelschap in Stockholm aan land, waar Bakounin ternauwer¬nood aan arrestatie ontsnapt. Ilakounin verplaatst zich met een snelheid die niet in overeenstemming lijkt met zijn reusachtige liehaarn. Na Zweden ziet men hem in Italië - met zijn uit Siberië teruggekeerde vrouw - dan weer even in Zweden, en in juni 1864 weer in Londen. Het is hier dat hij Marx, die hij sinds 1848 niet gezien had, weer ontmoet. Bakounins leer die zowel door hemzelf als door zijn discipelen en exegeten vele malen is uiteengezet, is wal haar positieve kant betreft minder gestructureerd dan het marxisme. Om het heel simplistisch te zeggen: Bakounin is Proudhon plus het geweld. Enkele teksten mogen deze definitie toelichten. Op 25 september 1868 stichtte Bakounin in Bern de 'Internationale Alliantie der Socialistische Democratie', een min of meer geheime organisatie die als politieke kern tot de Internationale wilde toetreden. Bakounin had een programma opgesteld waarvan het begin de voor¬naamste punten omvotte: 'De Alliantie is atheïstisch. Zij wil afschaffing van de klassen, politieke, economische en sociale gelijkmaking van het individu van beide geslach¬ten. Zij wil dat de grond en het gereedschap, evenals al het andere kapitaal dat het gemeenschappelijk eigendom van de hele maatschappij is geworden, alleen maar door de werkers gebruikt kunnen worden, dat wil zeggen door de landbouw- en industriële bonden. Alle nu bestaande politieke en autoritaire staten. die zich hoe langer hoe meer tot simpele administratieve functies van openbare diensten zullen beperken. zullen moeten opgaan in de wereldunie van vrije landbouw- en industriële bonden'. Het atheïsme was voor Bakounin een zeer belangrijk beginsel. Volgens hem was de godsdienst noodzakelijk geweest om de mens uit zijn dierlijkheid te heffen, maar de mens, eenmaal echt mens geworden, moest zich van deze goddelijke slavernij bevrijden . .,Als God bestaat," zei hij. "dan is de mens zijn slaaf; de mens kan en moet vrij zijn: dus bestaat er geen God." Volgens hem was de staat. die uit de godsdienst was voortgekomen en een onbetwiste mocht belet, een vervanging voor God. Dus was de staar evenals de godsdienst schadelijk en ook gedoemd Ie verdwijnen. .Bovendien," voegde Bakounin hieraan toe, .. is de staat slecht, omdat hij zijn onderdanen aan zich onderwerpt en verlaagt. Zelfs als de staal in dienst ven het goede is. degradeert en kwetst hij, omdat hij het goede oplegt, terwijl hei inherent aan de menselijke waardigheid is vrijelijk het goede te willen." Dit betekende, evenals de leer van Proudhon, de veroordeling van hel staatscommunisme. De veroordeling van de staal hield die van het particuliere eigendom in. Dit moest niet in staatseigendom maar in collectief eigendom omgezet worden. .. Ik ben collectivist en geen communist," verklaarde hij. Hij was van mening dat zijn collectivisme niet In strijd was met de 92 93


individuele vrijheid omdat in zijn systeem de sociale pyrarnidc met goedkeuring van allen en niet op bevel van een hogere macht gebouwd zou worden. "Wat ik wil. is de orgunisnric van tic muntschappij en van het collectieve or sociale eigendom von laag naar hoog. langs de weg van de vrije bonden en niet van hoog naur hi:ig door middel van welk gezag dan ook." Toen hij na zestien jaren. Marx in Londen weer zag, was zijn visie van een toekomstige wereld waarschijnlijk nog niet zo vast omlijnd. Maar gedurende zijn longe jaren van gevangenschap en deportatie naar Siberië had hij veel nagedacht. en had zijn leer vaste vorm gekregen. 1 n olies was deze leer in strijd met het wetenschappelijk sraatscommunlsme van Marx. Ook op het punt van de rcvoluticracrick waren tic twee mannen het volslagen oneens. Bakounin geloofde in clandestiene organisaties die in het geheim complotten smeedden. terwijl Marx deze verfoeide en altijd bestreden had. Vandaar dat toen Marx aun Bakounin (met de bedoeling hem onge¬vaarlijk te maken) zei: 'Sluit je ann bij de I ntcrnntionalc'. de reus niet op dit voorstel inging. Kon daarop vertrekt hij naar Italiê en vandaar gnol hij naar Zwitserland. Eerst woont hij in de buurt van Vevcy. daarna in Genève. Zoals hierboven vermeld, sticht hij in september 1868 zijn "lntcrnmionalc Alliantie der Socinllsrischc Democratie'. Bakounins persoonlijkheid. zijn gave nis volksredenaar. oefende op de Zwitsers en buitenlandse vluchtelingen in Zwitserland een magnetische aantrekkingskracht uit. In de herfst van 1867 was in dit land een congres van de 'Bond voor Vrede en Vrijheid' gehouden. Deze bond. waar vele zeer bekende revolutionairen en liberalen zich meteen bij unngcslotcn hadden. was een organisatie die even uitgebreid als vaag was. en die geen lang leven zou hebben. Een Russische journalist heeft de komst van llakuunin op dit congres beschreven: 'Toen hij. zoals altijd slordig gekleed, met zijn grijze kiel waaronder een flanellen vest in pinots van een overhemd zichtbuur was. mei zijn zware boerenstappen de treden van hel podium beklom waar het bestuur gezeten was, hoorde men de hele zaal als één man "Bal.ounin" roepen. Garibaldi stond op van de voorzluerssrocl. liep Uukounin tegemoet en omhelsde hem. In de zaal bevonden zich tol van tegenstanders van Bnkounin, moor er was niemand die niet opstond en een langdurig applaus getuigde van het grote enthousiusmc'. Bakounin wu:. in stuat zijn gehoor in verscheidene talen roe te spreken. Een andere Russische journalist die hem op een ancien! bijeenkomst hnd gehoord. schreef als volgt: 'Een vloed vun woorden die als donderslagen neerkwamen. als een orkaan. uls bliksemschichten, uitroepen die klonken ub het brullen van een leeuw. 1 Ict was als een oerkracht von de natuur. ht•1 was alsof men door vuur geraakt werd .. Als Bakounin zijn rede beëindigd zou hebben met zijn toehoorders Ic gelasten elkaar te kelen. twijfel ik er niet aan dot zij dil gedaan zouden hebben'. Het zijn onder meer zijn oratorische successen die Bakounin ertoe hebben gebracht in september 1868 zijn 'Internationale Alliantie der Socialistische Democratie' op te richten. Zijn bedoeling was van deze bond (die echter wel geheim moest zijn) de Geneefse afdeling van de lntcrnationalc Associatie van Arbeiders. oftewel de Eerste l ntcrnutionalc te maken. De alliantie trok vele leden van de Zwitserse afdelingen nm de Internationa¬le. Haar staturen, voorzien van de handtekeningen van de leden (waaronder. onopvallend. die van Bakounin) werden ter goedkeuring naar Londen r.estuurd. Heeft Bakounin gehoopt via de alliantie een vinger in de pup te krijgen bij de Internationale? Om zoals Marx zei. 'de onaichrburc dictutor ervan te worden'? Bewezen is dit niet, maar Marx. die zelf op soortgelijke wijze gehandeld heeft, meende Bakounin te doorzien. zoals de waard is. vertrouwt hij zijn gasten! Onder zijn (r-.1urx) vooraiucrschup en op zijn aandringen weigerde het bestuur van de lrucntationalc Le Londen zijn goedkeuring aan de alliantie te geven en verklaarde dn1 de alliantie niets met d,c mocdcrorganisarle gemeen had. Laat in de nacht die op dit besluit volgde. schreef Marx aan Engels ironisch: 'Achter de schermen van deze geschiedenis. heeft de heer Bakounin de grote goedheid de arbeidersbeweging onder Russisch bestuur te willen brengen'. Voor Mar, stond 11u:.:.i~ch gelijk mei onwetend en afgestompt. De allianue van Rakounin is uit elkaar gcvulkn. Londen besliste dut huur leden het recht hadden persoonlijk lid te worden van de l nrernarionule Associatie van Arbeiders. maar zij dienden de statuten in acht te nemen en niet Ic proberen nieuwe in te voeren. Uakounin schreef zich dus ub persoon in bij de lntemmionalc. Tegelijkertijd rlchue hij een ander geheim genootschap op dat een kopie van de Alliantie wos! Ondertussen leefde hij in armoedige ornstnndighcdcn llij vertaalde. leende geld. kwam soms ook op minder eerlijke wijze aun de kost, Maar zodra hij maar een klem beetje geld had. leende hij up zijn beurt aan anderen. nodigde , tienden uit. 01 voor vier. e11 rookte als een schoor¬steen, "Als de wereldrevolutie uitbreekt," zei zijn vrouw ... dun .i:011 je best eens zonder tabak kunnen komen 1-: zitten. Wat denk je dun Ie doen?" ..Vruuw. dun snuif ik de lucht vun de rcvoluuc op!" Bakounin was vijlemwinrig jaar ouder dan zijn vrouw. wat niet verhinderde dut zi] als een moeder voor hem was. Men heeft beweerd dat zijn huwrlijk geen echt huwelijk \VU). [en bekend feit was dat mevrouw Hukounin na hour terugkeer uit Sibcric de rnuirrcsse vun een Italiaanse revolutionair. Carlo Gambuzzi. was geworden, vun wie zij een kind had. Dil kind werd bij haur 1:11 haar men opgevoed


Op zekere dag in maart van het jaar 1859 zag mevrouw Bakounin haar man thuiskomen in gezelschap van een jongeman: .. Vrouw, ik breng een vriend mee. Dit is Serge Guemadevitch Netchai¬ev." twintigjarig onderwijzer aan de parochieschool van Sint-Petersburg aange¬steld worden. Serge is er gekomen. Maar tegelijkertijd is hij leugenachtig en onevenwichtig geworden, bij vertoont zelfs misdadige neigingen. Vanaf zijn zesde jaar had hij moederliefde moeten ontberen, op zijn elfde was hem de genegenheid van zijn oude leermeester ontnomen. De beproevin¬gen en frustraties uit zijn jeugd verklaren veel. Als jongeman van twintig jaar maakte Netchaiev ondanks zijn brede schouders een vrij nietige indruk, waarschijnlijk osidat hij zo.rnagcr was en een ingevallen borstkas had. Zijn haar was heel kort geknipt en in zijn gezicht vielen slechts zijn kleine zwarte ogen op, die een zeldzame kracht uitstraalden, Onder studenten sprak Netchaiev nooit veel en als hij iets zei, was het in korte zinnen. Er hing altijd een waas van geheimzinnigheid om hem heen. In november 1868 had hij in Sint-Petersburg zijn eigen politieke kring opgericht. .Srudenten." zei bij, ,,moeten met geweld manifesteren, waardoor zij repressieve maatregelen uitlokken, Alleen de onderdrukking kan hun revolutionaire geloof sterken." Het, waren woorden die zijn toehoorders verrasten, maar toch weerklank vonden. Een bepaald soort Slavisch masochisme werd erdoor gevoed. Op zekere dag vroeg, of beter gezegd eiste Netchaiev dat zijn aanhangers een aan de regering gerichte petitie van revolutionaire strekking zouden tekenen. De meesten gehoorzaamden, maar sommigen waren van oordeel dat het waanzin zou zijn: • .Als de politie deze lijst in handen krijgt, worden we allemaal gesnapt. Teken niet! Vernietig de lijst!" Maar de lijst bleek al niet meer op tafel te liggen en samen met de Lijst was ook Netchaiev verdwenen. Enkele dagen later berichtte hij aan rijn vrienden - vin een brief die zogenaamd uil een gevangenenwagen was gegooid en door een voorbij¬ganger opgeraapt (alles bij elkaar een vrij ongeloofwaardig verhaal) • dat hij aangehouden was. 'Ik hoop u terug te zien. Gaat voort met voor onze Zaak te werken'. In maart 1869 weer een brief, ditmaal uit Genève: 'Door een gelukkig toeval heb ik uit de ijskelder van de vesting waarin ik opgesloten Uli, kunnen ontsnappen. In Odessa aangekomen werd ik opnieuw in hechtenis genomen. Ik heb echter de waakzaamheid van mijn bewakers af weten te leiden en ik ben naar het buitenland gevlucht' . Geen woord hiervan was waar. Netchaiev had St.-Perersburg uit vrije wil verlaten, was eerst naar Moskou gegaan en was er vervolgens in geslaagd Zwitserland te bereiken. In Genève ontmoette hij Bakounin. "Ik ben," zo zei hij, .,door het Centraal Comité bij u afgevaardigd. Zoals u weet, organiseert het Centraal Comité alle revolutionaire activiteiten over de hele wereld." Bakounin had nog nooit van een Centraal Comité gehoord, maar hij Wie was Nerchaiev? Hijzelf beweerde dat hij zijn jeugd in de grootste armoede en ellende had doorgebracht. Hij overdreef. Hoogstens had hij een moeilijke jeugd gehad. Het gezin · vader, moeder, Serge en twee dochters · leefde bescheiden in lvanovo, een klein industriestadjc 250 km ten noordoosten van Moskou. Vroeger huisschilder, was de vader calébedicnde geworden. Toen Serge zes jaar was, stierf zijn moeder en op zijn negende jaar was hij leerjongen op een fabriek geworden. Tot zijn werkzaamheden behoorde het wegbrengen van bestellingen. Op een dag werd hem opgedragen een pak naar Vozanessenk te brengen. Vozanes¬senk was een naburig gehucht en het pak woog niet erg zwaar, maar het was hartje winter en er woedde een sneeuwstorm. Verblind en half bevroren had Serge vier bange uren gezworven om tenslotte uitgeput naar de fabriek terug te keren • zonder zijn pak afgeleverd te hebben. Hij werd op staande voet ontslagen. Thuisgekomen. had zijn vader bij het horen van dit nieuws meteen zijn mouwen opgestroopt. "Alstublieft. vader. sla me niet. Ik wil niet meer naar de fabriek. ik wil studeren." Merkwaardigerwijs hadden deze woorden de vader op slag gekalmeerd. Studeren? Waarom niet? Als Serge ambtenaar kon worden, dan zou het gezin van zijn salaris kunnen leven en bovendien aanzien genieten! Helaas bezat I vanovo (tegenwoordig 250.000 inwoners) drie calé's, maar geen school. Men vond echter een oude, gepensioneerde onderwijzer bereid de jongen les te geven. Serge raakte zeer aan zijn meester gehecht. maar dit geluk duurde slechts twee jaren. Want toen verliet de oude man hel dorp om bij zijn dochter in de Oekraïne te gaan wonen. Maar, zo zei hij aan Serge, hij had aan een boekhandel in Moskou opdracht gegeven Serge boeken re sturen. Men kan zeggen dat Netchalev vanaf zijn twaalfde jaar aan zelfstudie heeft gedaan. In zijn eentje zat hij uren. dagen achter elkaar verbeten over zijn boeken gebogen. Hij meed zijn leeftijdsgenoten omdat die hem uitlachten en ook de ouderen plachten spottend te zeggen: .. Ic hoofd barst nog 'ns van al dat leren." Zijn vader vroeg elke avond als hij van werk thuiskwam hoelang die studie nog moest duren. "Iedereen werkt hier en jij verdient geen roebel. I~ kost me alleen maar geld. Wanneer denk je ambtenaar te worden?" De enige die hem steunde en zijn vaders ongeduld wist in ic tomen. was zijn oudste zuster. Dank zij haar zal Serge tol zijn twintigste jaar kunnen studeren. examens in Moskou en Sint-Petersburg kunnen afleggen en als 96 97


vertrouwde zijn jonge vriend, wiens extremistische ideeën zeer naar zijn zin waren. Nctchaicv kwam bij hem inwonen. "Ik heb een verzoek aan u: houdt u voor uw vrienden mijn naam geheim." ,.Maar natuurlijk, Boy!"' 'Boy' was de vriendelijke bijnaam waaronder Bakounin zijn kostganger voorstelde. ,,Wees toch voorzichtig," zeiden zijn vrienden, ,,je kent hem nauwelijks." Maar Bakounin wilde van niets heren. .Boy is een charmante ïaneucus." De charmante fanaticus had hem in vertrouwen verteld dat hij de opdracht had vanuit Zwitserland een propagandacampagne in Rusland Le organiseren, en dal het de wens van het Centraal Comité was dat Bakounin hem daarbij behulpzaam zou zijn. Onze goedgelovige kolos had geen enkel bezwaar en begon opgeruimd allerlei pamfletten op te stellen. Eén ervan, 'Aan Onze Jonge Russische Broeders'. verkondigde dat er tussen het volk van Rusland en het 'officiële' Rusland een strijd op leven en <lood zou gaan beginnen, een strijd waaruit het volk als overwinnaar zou treden. 'Daarom, jonge vrienden. verlaat zo spoedig mogelijk deze verdoemde wereld. verlaat uw universiteiten, academies en scholen. Goal tot het volk. Onder het volk zelf moeten jullie leren zijn belangen te dienen en de goede zaak re doen zegevieren'. Nctcheicv liet de pamfletten drukken, stuurde ze mei pakken tegelijk naar de leden van zijn revolutionaire club in St-Petersbui g. die vanzelfsprekend prompt in hechtenis werden genomen, ,.Ook wil ik graag," zei Nctchaiev, .. dal u mij helpt met het op papier zetten van een handleiding voor het voeren van acties, bestemd voor revolutionaire leiders." Zo werd de Catechismus dar Revolutie geboren, een befaamd anarchis¬tisch document dat tot vele controversen aunlciding heeft gegeven: .Dc Catechismus is het werk van Bakeuninl " .Nce, Nctchaicv heeft hem opgesteld!" Men herkent in de Cutechisntus de hand van Bnkounin, maar zonder twijfel heeft Nctchaiev het materiaal verschaft. Hel geschrift bestaat uit vier hoofdstukken: de houding van de revolutionair tegenover zichzelf, tegenover zijn kameraden, tegenover de maatschappij en de houding van 'de Broederschap' • dat wil zeggen van de revolutionaire leiders - tegenover het volk. Men kun zich moeilijk een dubbelzinniger en cynischer code voorstellen: de revolutionair mag geen familie of vrienden meer hebben, het revolutionaire doel is hel enige dat telt; tegenover zijn strijdmakkers heeft hij slechts verplichtingen voorzover zl] de Zaak van nut kunnen zijn; mocht hun dood nuttig zijn, don is het zijn plicht hen te verraden of te doden. Wat dl! mantschnppij betreft, de revolutionair moel in alle kringen zien binnen te dringen. ook bij de edel, de geestelijkheid. militairen en daar twist en tweedracht zaaien, desnoods 98 door de meest verachtelijke individuen te begunstigen indien hun aanwezigheid of hun deden het volk tol opstond kan aanzetten; de mensen hun intiemste geheimen afpersen en hen daarna chanteren is ook een goede revolutionaire daad. Vele andere soortgelijke adviezen vindt men in de Catechismus. Het vierde hoofdstuk, dat over de houding van de broederschap tegenover het volk handelt, is het stichtelijkste. Hierin wordt gesteld dat het volk slechts bij een overmatig lijden de moed tot verzet zal vinden. Daarom is het de plicht van de revolutionairen op geen enkele wijze het lijden van het volk te verzachten, maar integendeel olies te doen om dit ie verhevigen. Het drukken van de pamfletten en van de Catechismus werd betaald van de 1000 frank die men min of meer van de Russische schrijver-filosoof Alexander Herzen had afgeperst. Horzen was ook naar Genève uitgewe¬ken en een utopist genaamd Bakhrneriev had voor hem, voordat hij zelf naar Oceanië was gegaan om daar een nieuwe gemeenschap te stichten, een 'revolulioneir fonds' ven twintigduizend frank achtergelaten. Hierna vertrok Netchaiev naar Rusland waar hij. zoals hij vertelde, de massa tot opstand wilde aanzetten. Hij -vertrckt echter niet voordat hij van Bakounin een verklaring heeft geëist waarin deze bevestigt dat Netchaiev zijn agent is. Een dergelijke verklaring zou. beweerde Netchaiev, door het Centraal Comité zeer op prijs gesteld worden. Bekounin schreef - niettegenstaande het advies van zijn vrienden die hem bij herhaling voor Netchaiev waarschuwden - een dergelijke verklaring voor zijn jonge vriend: 'Drager dezes is een gevolmachtigde vertegen¬woordiger ven de Russische Afdeling ven hel Europese Revolutionaire Verbond. Zijn nummer is 2771. Getekend: Michel Bakounin'. Het Europese Revolutionaire Verbond bestond slechts in Bakounins verbeel¬ding, evenals het Centraal Comité in die van Netchaiev. Wat de een en de ander van al deze verzinsels geloofde, vermeldt de historie niet. Het v-as augustus 1869. In september begon in Basel het vierde grote congres van de Internationale met 78 afgevaardigden, waaronder na¬tuurlijk Marx. en Bakounin. Het antagonisme tussen beide mannen kwam tot uiting toen de afschaffing van erfenis ter sprake kwam. "Deze maatregel," zei Bakounin. .znl een mijlpaal· zijn op de weg die naar de teruggave van het particuliere eigendom aan de gemeenschap leidt." Marx haalde zijn schouders op. "Allemaal verjaarde ideeën à la Saint-Simon, Zolang de macht in handen ven het kapitalisme is, ken er niets tot stond komen. En wanneer het proletariaat zich van de macht meestér gemaakt zal hebben, dan heeft het geen zin meer het particuliere eigendom aan de gemeenschap te geven." ' Op enkele passen afstand van deze revolutionaire kring wijdde een brave 99


burgerbevolldng zich vredig en tevreden aan haar dagelijks kleine bezigheden. De politie was waakzaam maar kwam niet tussenbeide. Zwitserland voelde zich zeker genoeg om aan wie dan ook asiel te verlenen. In de wandelgangen van bet congres maakte Dakounin ruzie met Borkheim, een vriend van Marx, die pas in de Berlijnse Zukun]t had geschreven dat Bakounin een spion van de tsaar was. ,,Laten we een erejury samenstellen," stelden verschillende afgcvaardig¬den voor. Aldus gebeurde en de jury sprak Bakounin officieel vrij. Bakounin verliet daarop het congres om zich naar Locarno te begeven. .Daar zal ik rustiger kunnen werken ... " Bekounin had zich namelijk laten verleiden een werk aan te nemen, dat voor hem alles behalve aantrekkelijk moest zijn: het in het Russisch vertalen van het Kapitaal van Karl Mand De Russische uitgever haJ hem twaalfhonderd roebel voor het eerste deel toegezegd en had hem hiervan reeds zeshonderd roebel vooruitbetaald. Bakounin had in Locarno een geriefelijk buis gehuurd, la Casa delfa Vedova. Terwijl hij op hel proza van zijn rivaal aan het zwoegen was, bereikten hem echo's uit Genève. Een Russische emigrant, Nicolas Outine, die een veel geziene figuur in revolutionaire kringen en in de redactiekamers van de kranten was, verspreidde overal het gerucht: ,,Bakounin is niet, zoals beweerd is, een Russische spion; hij is een agent van de panslevistische partij." Het was Marx, die veel met Outine correspondeerde, die deze variant bedacht had. Marx gaf zijn ondermijnende lastercampagne niet op! Bakounin was eerst boos, haalde toen zijn schouders op en dook weer in zijn vertaling van het Kapitaal. Van tijd tot tijd herlas hij de enige brief die hij van zijn dierbare vriend Netcbaiev had ontvangen en waarin deze schreef 'dat 'hij zonder moeilijkheden in Rusland was teruggekeerd'. Voor Bakounins ziclerust was het maar goed dat hij niet meer wist. Op twaalf kilometer afstand van Moskou, midden in een mooi park gelegen. stond de landbouwhogeschool van Petrovsik-Razoumovskl. Het was een kleine modelhogeschool waarvan het bestuur zeer liberaal was. Studenten konden er tal van links georiënteerde boeken en tijdschriften lezen, die overal elders in Rusland verboden waren. Veel van deze studenten waren lid van een clandestiene, maar ongevaarlijke politieke kring die Peter Ouspenskl en zijn vrouw Sacha hadden opgericht. De Ouspenski's beheerden in Moskou de Tcherkessov boekhandel. In een kamer achter de winkel lagen de verboden publicaties. Op een avond in september 1869 verscheen Netchaiev in de Tcherkessov boekhandel: "lk kom uit Genève," vertelde hij Ouspenski, .. ik ben door Bakounin afgevaardigd." 100 Hij stelde zich onder de naam Pavlov voor, waarna hij zijn ware naam aan de boekhandelaar bekendmaakte. Hij liet hem zweren deze aan niemand te verklappen: .. Ik word door de politie gezocht." Ouspenski stelde hem onder zijn schuilnaam voor aan studenten die onmiddellijk te horen kregen dat hun revolutionaire activiteiten belachelijk waren en dat het 'Centraal Comité' heel wat anders van hen verwachtte. Zijn zelfverzekerde toon maakte indruk, evenals de door Bakounin onderte¬kende verklaring en alle bijzonderheden die hij over bekende revolutie¬naircn met wie hij · leek hel - 'je en jij' was, wist te vertellen. .Bakounin en ik hebben in Genève een tijdschrift opgericht dat de Yotkswraak heet en dat een voortvloeisel van de Bijl is. We gaan hier een afdeling van dit genootschap oprichten. Jk lees u nu artikel 7, het belangrijkste artikel van het huishoudelijk reglement van de Bijl, voor." In een eerbiedige stille luisterde men naar Nctchaiev. Artikel 7 luidde als volgt: 'Een ieder die tot de organisatie toegelaten is, wordt als een noodzakelijk instrument beschouwd en gebruikt voor de uitvoering van haar plannen. Deze pionnen worden alleen maar aan de hoofdafdelingen bekendgemaakt. De afdelingen mogen slechts die punten ervan kennen, waarvan de uitvoering aan hen is toevertrouwd. Maar om hun animo te stimuleren is het vaak nodig hen een met opzet vertekend beeld van de werkelijk.heid te geven'. De niets kwaads vermoedende studenten luisterden rncr verbazing en bewondering naar deze woorden. Wei.nig konden ze bevroeden waarheen deze nieuwe leider hen zou voeren. "Laten we onmiddellijk tot actie overgaan." eindigde de zogenaamde Pavlov . .,Jullie gaan nu allereerst de pamfletten verspreiden, die ik uit Genève heb meegenomen." De studenten gehoorzaamden, maar deden niet meer dan de pamfletten onder bekenden te verdelen. Gelukkig voor hen hadden veel mensen van de recente arrestaties gehoord en na ontvangst van de pamfletten brachten zij die veiligheidshalve direct naar de politie. Toen de studenten dit hoorden. vonden ze de actie niet bijster gelukkig. en zeiden dit tegen Netchaiev. Meur deze liet hen nauwelijks uitspreken en zei dat het Centrale Comité het zo wilde. Zo te horen controleerde hel Centrale Comité olies en iedereen. Van tijd tot tijd overhandigde Pnvlov-Nctchalcv ann een van de leden van het genootschap de Bijl een brief vnn het gevreesde comité. Een dergelijke brief behelsde altijd een aanmaning- tol strengere revolutionaire discipli¬ne. Een van de leden van het genootschap, een zekere Ivanov, liet al spoedig merken dat hij niets in de nieuwe leider zag, en dut hij geen zin had om door hem als een kleine jongen behandeld te worden. Nctchaicv en hij stonden meer dan eens als vijanden, klaar om elkaar te lijf te gaan, tegenover elkaar. Maar uiteindelijk beheerste Netchnicv zich altijd omdat 101