Pépé - Anarchistisch organiseren in 4 principes, Een oefening in strategisch denken en praten (Wespelaar, 2024)

Uit Anarchief
Versie door JJ (overleg | bijdragen) op 19 jul 2024 om 08:34
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Anarchistisch Organiseren in 4 principes. Een oefening in strategisch denken en praten.

J/M – Pépée

Document Open Office: Pépée_-_Anarchistisch_organiseren_in_4_principes,_Een_oefening_in_strategisch_denken_en_praten_(Wespelaar,_07-2024).odt

Werkschema Anarchistische Organisatieprincipes (leeg, horizontaal) .jpg


EN-EN, EERST-DAN in plaats van OF-OF

Té vaak zetten we in strategische discussies polariserende OF-OF denken voorop in plaats van verbindende manieren als EN-EN, EERST-DAN, enz: in marxiaanse traditie wordt één standpunt (these) omwille van een aantal bedenkingen beantwoord met een ander standpunt (antithese, die weer een nieuwe these vormt). Het resultaat is vaak een non-besluit en een terugval naar de ‘business as usual’. De hele discussie dooft de uit, waarna alles onveranderd de afgrond in hobbelt. Mensen zijn het haantjesgedrag weer een beetje meer beu. Willen 'tenminste dingen gaan doen' (ook als dat niet de meest dringende zaken zijn, of als we zouden moeten nadenken over bondgenoten en middelen, enz). Al dat 'gepalaver' keert mensen af van broodnodige analyse, evaluatie, planning, voorbereiding, ruimte voor zelfzorg, enz.1

Nochtans zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan de Proudhoniaanse dialektiek die probeert vanuit verschillende invalshoeken tot een gemeenschappelijke consensus te komen. Proudhon's dialektiek –die meer lijkt op de Yin-Yang van het Taoïsme: altijd in beweging en strevend naar harmonie en evenwicht zonder dwang- overstijgt dan ook het binaire schema van Marx.


Van 'bad faith arguments', stromannen en whataboutism.

Een tijd geleden werd er nogal actief gediscussieerd over ‘identiteit’ versus ‘...’ (eigenlijk versus vanalles en nog wat, maar vooral het 'werker-isme' of 'klasse-reductionisme' roerde zich) in een stijl die ik weinig vruchten heb zien dragen. Toch kan dat debat vruchtbaar en noodzakelijk zijn. Het is natuurlijk makkelijk om vooral de karikaturen van de 'andere' kant naar voor te schuiven en dan maar met die stro-man te gaan ruzieën. Natuurlijk is het belangrijk om ideeën ook in hun consequenties te bestuderen, wat op een 'stro-man argument' of een 'whataboutisme' kan lijken. Té vaak verzanden discussies in 'bad faith arguments' die er niet op gericht zijn om te leren en vooruit te komen, maar om 'gelijk te krijgen' van de eigen club en 'te winnen'. De hele hetze is zoals altijd overgewaaid eens de diverse clubs toch vooral hun eigen preek hadden kunnen houden voor eigen kerk. Er veranderde dan ook... helemaal niets. Jammer, maar ook een herkenbaar patroon.

Het schema dat ik hier wil toelichten maakte ik naar aanleiding van die discussie rond 'identiteit'. Ik vond in geen enkel kamp echt mijn insteek terug. Ik kon er ook weinig mee als anarchist. Ik vroeg me vooral af welke praktische plaats we het idee ‘identiteit’ konden geven in de context van het complexe anarchistische organiseren. Het is bedoeld als praktisch hulpmiddel om samen of individueel na te denken over eigen on/kunde en de on/mogelijkheden rondom. Meer verderop.


Een voorbeeld: 'identiteitspolitiek' versus klassenstrijd.

Stellen dat we allemaal een identiteit (=eigenheid; eenheid van wezen, zelfbeeld) hebben lijkt weinig controversieel, ook als die identiteit complex, meerledig veranderlijk, flou of zelfs vaak ronduit tegenstrijdig is.

Een aantal aspecten ervan zijn meestal relatief stabiel en onveranderlijk. Een deel kunnen we zelf immers niet kiezen, maar wordt ons door de confrontatie met de buitenwereld opgelegd. Tenminste, we worden vaak op een bepaalde manier geconfronteerd met hoe de buitenwereld ons ziet, in gemakkelijke categorieën (die vaak zeer binair zijn: ‘Je ziet er niet uit als een (archetypische) vrouw, dus je bent een man; ‘Je hebt een ander kleurtje dus je bent niet één van ons’; enz).

Anderzijds weerspiegelen de archetypes ook een verwachtingspatroon en dus een resem vooroordelen die we gebruiken in het sociaal verkeer. Van die vooroordelen (waarvan de vraag is of we er helemaal zonder kunnen) zijn we ons zeer vaak té weinig bewust. Veel anarchisten gaan als het goed is door een op zich noodzakelijk én gezond proces van deconstructie van die vooroordelen. Je gaat alles in vraag stellen en wordt zelf voortdurend geconfronteerd met je eigen vooroordelen (en die van je nieuwe ‘familie’). Vaak kom je in een dynamiek van conflict, deprogrammatie en verzet terecht.

In ieder geval ervaart iedereen een complex geheel aan eigenschappen dat samen een veelzijdige ‘identiteit’ vormt. Afhankelijk van hoe ver ons zelfbeeld af staat van het beeld dat onze omgeving ons terugspiegelt, ervaren we vervreemding (in het geval van gendereigenschappen die ‘niet kloppen’ spreken we bijvoorbeeld van dysforie, maar er zijn vele andere voorbeelden). Vanuit die vervreemding reageren we op het beeld dat ons wordt opgedrongen en gaan we tegen de vooroordelen in en gaan we in conflict.

Als we merken dat ook andere mensen in conflict zijn omwille van dezelfde kenmerken en dezelfde vooroordelen, gaan we onszelf h/erkennen in anderen, doorbreken de eenzaamheid en gaan we allianties zoeken. We gaan praten en boeken lezen, onszelf verdedigen, anderen beschermen, enz.

Wat mij betreft kan identiteit (bewustwording van jezelf, je privileges, je aard, je situatie, enz) een voorwaarde zijn om je betrokken te voelen bij sociale strijd (en dus anarchisme – activisme). Waar 'klassenstrijd' dan als tegenpool wordt gezien, zie ik vooral eigenlijk een poging om de identiteit 'arbeider', 'arbeidersklasse', 'proletariaat', enz tegenover andere identiteitsaspecten te zetten. Zowel 'klasse' als 'identiteitspolitiek' zijn trouwens in Marxiaanse kringen geboren. Ik geloof niet dat ze als harde categorieën zinvol zijn voor anarchisten. Maar gezien ze gebruikt worden, heb ik geprobeerd ze nuttig te maken.


Discussies zinvol maken.

Ik ben zelf vaak geneigd om me vooral af te vragen hoe we als individu en als beweging iets zinvol kunnen doen met de discussies die leven. Ik heb dus geprobeerd de term ‘identiteit’ in relatie te brengen met een aantal andere termen, en dan vooral vanuit het oogpunt van onze praktijk, onze organisatie, onze activiteiten. Ik twijfel er niet aan dat identiteit -een samenspel van (eigen)belangen, h/erkenning die zo belangrijk is voor het ontwikkelen van empathie, spiegels van onze omgeving, zelfbeelden, enz- een drijvende kracht kan zijn om in verzet te komen. In de organisatie-strategie van de IWW bijvoorbeeld is het 'Éen-op-Éen'-gesprek een belangrijke eerste stap om de motivatie (zowel kwantitatief als kwalitatief) aan te voelen van potentiële bondgenoten en die eventueel aan te wakkeren. Die identiteit is het aangrijpingspunt van de 'A' – AGITATE- van de beroemde 'AEIOU': Agitate, Educate, Inocculate, Organize, Unionize2.

Vanuit die identiteit en de aspecten van onderdrukking waartegen we in verzet komen, kunnen we anderen met andere identiteiten en andere aspecten van onderdrukking gaan h/erkennen. Als we niet de éne identiteit met specifieke vormen van privilege en onderdrukking tegenover de anderen zetten. Geen Olympiade van achterstelling, maar een zoeken naar grondoorzaken en dus naar radicale (radix = 'wortel') oplossingen.


Anarchactivity chart NL.png


Een praktisch instrument dat verschillende principes en processen in relatie brengt met elkaar.

Daarom koos ik een aantal ‘acroniemen’ of slogans met weerklank in onze beweging.

=== * LINKS (onder naar boven): AGITEER - EDUCEER (en Immuniseer) – ORGANISEER (evt Unioniseer) ===

Van de IWW kennen veel mensen de drietrapsrakket ‘Agiteer, Educeer, Organiseer’.

In de training 101 komen nog andere aspekten aan bod (Innoculate of ‘Inenting’ bijvoorbeeld; zie ook http://anarchief.org/w/images/2/24/PP_-_Organiseren_om_te_winnen_VRIJE_BOND_-_NL_2016-2-10_..pdf). Om het schema overzichtelijk te houden heb ik me hier beperkt tot de 'AEO', maar wie de oefening onder de knie heeft kan die aspecten gerust toevoegen aan het schema.


=== * BOVEN (links naar rechts): OVERLEVEN / ONDERGRONDS – VERDEDIGEN – INITIATIEF NEMEN ===

Uit onder meer ‘Anti-Massa Organiseren’ van ‘The Red Sunshine Gang’ (http://anarchief.org/wiki/Red_Sunshine_Gang_-_ZelfActiviteit._Anti-massamethoden_voor_het_organiseren_van_collectieven) vinden we de drieëenheid ‘Verdedigen, Aanvallen, Overleven/Ondergronds’ die in alle zelfverdediging aan bod komt: we moeten vooral weten wanneer we elke van de drie opties wél of zeker niét kunnen kiezen. Soms moeten we kiezen voor zelfbescherming om de strijd een andere dag terug aan te gaan; soms moeten we initiatief nemen en in de aanval gaan; en soms moeten we in de verdediging gaan (mijn eigen analyse is dat we als anarchisten vandaag de dag al te vaak in de verdediging schieten en veel te weinig proberen om zelf initiatief te nemen door ‘in de aanval te gaan’ en dus zelf het strijdperk te kiezen.


=== * RECHTS (boven naar onder): MIDDELEN – DIRECTE ACTIE – DOELEN/RESULATEN ===

Ten derde het oude anarchistische besef dat de gebruikte middelen tot de logische resultaten zullen leiden. We zouden van ‘materialisten’ aan de marxiaanse kant hetzelfde mogen verwachten, maar helaas. Het is hét grote onderscheid tussen anarchisten en marxianen. Anarchisten zeggen dat de 'bevrijding ván het proletariaat dóór het proletariaat' niet kan door een politieke partij die een staatsgreep pleegt. Anarchisten spreken over 'directe actie' als verbinding tussen middel en doel: bevrijding ván de mens dóór de betrokken mens. Over onderlinge solidariteit (in tegenstelling tot verlichte despoten die aalmoezen onthouden of uitdelen). Wij zijn tegen de oorlog dus wij weigeren ook 'rood' (of zwart) militarisme. Enz.


=== * ONDER: (links naar rechts): IDENTITEIT – INTERSECTIONALITEIT – (REVOLUTIONAIRE) SOLIDARITEIT ===

Ten vierde ben ik me gaan afvragen op welke manier identiteit zélf als gegeven in verband staat met hoe we ons organiseren. Ik stelde hierboven al dat identiteit voor velen de eerste echte conflicten oplevert, de eerste vervreemding, waaraan we bovendien niet kunnen ontsnappen omdat net de reactie van onze omgeving vaak tot dat zelfbewustzijn leidt. Één of meerder aspekten van onze identiteit is dus voor velen de eerste grond van verzet en opstand. Bovendien ook vaak een gemakkelijke manier om onze eigen vervreemding te herkennen in de andere mensen rondom ons.

Gaandeweg gaan we vaak ontdekken dat verschillende vormen van onderdrukking en vervreemding met elkaar vervlochten geraken of elkaar gaan tegenspreken. Iemand kan met racisme te maken krijgen en merken dat daar een economische kant aan zit. Dat besef kan ertoe leiden dat mensen zich solidair gaan opstellen met mensen die economisch in dezelfde situatie zitten als zij (ook als die zelf dan weer niet met racisme te maken krijgen). Dat noemen we ‘intersectionaliteit’. Anderzijds kan het er mensen toe brengen om uit de éne onderdrukking te geraken door net op een ander punt te gaan compenseren en er bijvoorbeeld alles aan doen om er economisch zelf op vooruit te gaan om aan het racisme te proberen te ontsnappen.

Voor anarchisten is het wel van belang om mensen vanuit die identiteit naar die intersectionaliteit (ook al een term die uit het neo-marxianisme komt) te streven: onze bevrijding kan enkel samen (“I ben pas écht vrij als alle mensen, mannen en vrouwen, even vrij zijn. De vrijheid van anderen ontkent of beperkt mijn vrijheid niet, maar is integendeel de noodzakelijke voorwaarde en bevestiging ervan.” – M. Bakunin). Maar het is nog steeds niet genoeg om ons te redden: voor echte verandering hebben we nood aan revolutionaire solidariteit.


De oefening, het schema.

Ik heb de vier principes van organisatie op de vier buitenste assen gezet, en ik het midden een aantal concrete uitwerkingen opgesomd op de kruispunten van de vier assen die voor mezelf op een gegeven moment plausibel hadden kunnen zijn, en die niet allemaal duidelijk zullen zijn voor mensen die me toen niet kenden. Ik wil niet alles overlopen, en iedereen moet zelf vooral met een vers blad een eigen zoektocht maken naar wat op de verschillende snijpunten haalbaar en wenselijk zijn.

Om te beginnen kreeg ik onmiddellijk het gevoel dat er een soort proces, een beweging, een streven of vloeien in een richting in kwam. Niet in de zin van een simpel stappenplan. Hoogstens één waarbij je voortdurend klaar moet zijn om zijwaarts of achteruit te gaan, of zelfs op meerdere vlakken tegelijk actief te zijn. Zeker als je écht bewust gaat organiseren merk je al gauw dat je op één dag makkelijk een eerste verkennende '1 op 1' hebt met iemand terwijl je met anderen diezelfde dag over concrete revolutionaire plannen kunt praten. Het is dus zaak flexibel te blijven en nét genoeg te blijven vooruit pushen als haalbaar en wenselijk is.

Neem je tijd, laat (voorlopig) leeg wat niet relevant of denkbaar is; praat erover en zoek informatie; vraag anderen hoe zij het zien of hoe zij jou zien. Gebruik het lege schema hieronder of maak er zelf één.


Maar toch een voorbeeldje:

‘Identiteit’ lijkt een zeer effectief kruispunt met ‘Agiteer’: zoals we zien is het een grote motivator, iets wat relatief onveranderlijk is en waaruit we dus kunnen blijven putten. Daar halen we energie uit. Daar halen we empathie uit waarmee we andere slachtoffers kunnen herkennen. Het staat ook mogelijk in relatie tot het ‘overleven’ en ondergronds organiseren: we ontmoeten mensen in vergelijkbare situaties, we vormen netwerken om elkaar te steunen en om ons in te verbergen. Het is daarom een middel dat een doel kan dienen.

Ik heb dan ook ingevuld ‘Weet wie je bent’, doe skills op en leer overleven zonder jezelf te loochenen. Integendeel, graag diep. Zorg dat wie je geworden bent ook is wie je wil worden. Ga in therapie, doe aan zelfzorg, ga mediteren, doe vaardigheden op, enz.

We kunnen daarop voortbouwen in verschillende richtingen. Enerzijds kunnen we horizontaal vanuit die Identiteit en Agitatie op te schuiven naar een Intersectionele Defensie en uiteindelijk een Revolutionair Solidair Offensief.

We kunnen anderzijds verticaal proberen op te schuiven naar Educatie en tenslotte Organiseren om zo tot Revolutionair Solidair Offensief te komen.


De ideale beweging is wat mij betreft dus diagonaal van linksboven naar rechtsonder. Bij elke tegenslag of moeilijkheid moeten we evalueren of we een stapje terug moeten en hoe we dat stapje concreet moeten invullen. De training van de IWW leert dat we kunnen herbronnen in onze eigen gevoelens van vervreemding en revolte die we zelf zeer persoonlijk beleven.

J/M – Pépé. Wespelaar, 18 – 07 – 2028 BIJLAGE: leeg schema + voorbeeld van een ingevuld schema