De Jong, Albert - De Roode Maagd Germaine Berton, Geweld Gezag Anarchisme (De Fakkel, Amsterdam, sd)

Uit Anarchief
Versie door JJ (overleg | bijdragen) op 17 jul 2024 om 14:33 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Categorie:de Jong, Albert Categorie:Geweldloosheid Categorie:Germaine Berton Categorie:De Fakkel Categorie:sd De Roode Maagd GERMAINE BERTON Geweld, Gezag, Anarchisme door Albert de Jong Deze brochure Is gepubliceerd door „De Fakkel” Uitg. v. werken op sociaal, ekonomisch, wijsgeerlg en artistielrgeb. PRIJS »0.15 Rijnstraat 48 :: Amsterdam Aldaar eveneens verkrijgbaar A. BERKMAN: Het Russische Treurspel ; O...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


De Roode Maagd

GERMAINE BERTON


Geweld, Gezag, Anarchisme

door

Albert de Jong


Deze brochure Is gepubliceerd door

„De Fakkel”

Uitg. v. werken op sociaal, ekonomisch, wijsgeerlg en artistielrgeb.

PRIJS »0.15

Rijnstraat 48 :: Amsterdam


Aldaar eveneens verkrijgbaar

A. BERKMAN: Het Russische Treurspel ; O 30

B DAMME: De Roeping van den Menseb is Mensch te zijn 0.15

HENK EIKEBOOM: De Anarchist en het Huweliik . f 0.25

De Ondergaande Wereld ... . 0.15

Dagboekfragmenten uit mijn arresttijd., 0.12

Het Rood Blazoen (verzen) geb. ƒ2 ing.1.25

G. ETIEVANT: Hel Vrije Communisme.0.05

JO DE HAAS. Het Kwaad van den Godsdienst. .. 0.15

JAN W. JACOBS De Dag (verzen) (nog enkele ex.) 1-

RUDOLF LEONHARD: Ten str.jde legen de Wapens , 0.10

A. LIBERTAD Levensvreugde. . 0.05

B DE LIGT De Oorlog die Nadert (3e druk).0.35

JOHN HENRY MACKAY: Dc Vrijheidzoeker, ing. ƒ 3 50. gebonden 4.50

R ROCKER De grondslagen van het Revolutionair Syndikalisme 0.05

AUG ROSSEAU: Ópschietend Zaad (tooneelstuk) geb. .. 0.50

AUG. SÖUCHY Hoe leeft de Arbeider en Boer in Rusland en de Ukraïne?. .. 0.60”

MARTIN STAM: Brieven uit de Set . .. 0 10

EDUARD VAN VLIET: Vonken (rev poëzie) , 0.12


Ter perse :

B. DAMME De Geest van den Opstand.

AUG. ROSSEAU: Uit 's Levens Harmonie.


In voorbereiding :

CARL EWALD: De Tweevoeters.

B. DE LIGT: Wereldstad ('Reisaanteekeningen)

P1ERRL RAMUS Het Anarchistisch Manifest

ARMIN WEGNER: De Aanklager


De uitgave wordt voortgezet.

Bij aantallen besteld, wordt op al deze werken aanzienlijke korting gegeven.

Wie geregeld op de hoogte gehouden wenscht te worden vrage dit aan.



Germaine BERTON


Germaine Berton!

Een vrouw van 20 jaar, die uitgaat om Léon Daudet te dooden.

Als zij hem niet optmoeten kan, schiet zij eigenhandig zijn „trouwe helper" Marius Plateau neer.

Daarna richt zij, om niet in handen te vallen van een justitie, wier wetten ze niet erkent, de revolver op zichzelf.

Zoo wil zij betalen leven met eigen leven, bloed met eigen bloed.

Als zij denkt te sterven, zegt zij tot den toegesnelden commissaris van politie: Zeg mijn kameraden, dat ik sterf na mijn plicht te hebben volbracht.

Maar zij geneest. En wordt overgebracM naar St. Lazare, de vrouwengevangenis van Parijs.

Tot een der gevangenbewaarsters, een non, spreekt zij zoo overtuigend over haar idealen, dat deze vrouw haar sluier aflegt en van het doode roomsche geloof overgaat tot de levende anarchistische werkelijkheid.

Als zij voor haar rechters treedt is het met ongebogen hoofd, fier, met den eenvoud en de onschuld van een schoolkind, ontdaan van alles wat zweemt naar aanstellerij.

Zij is een vrouw, die staat voor haar daden.

Wie medelijden voelt, beleedigt haar.

Zij vraagt geen clementie, verklaart zich met heldere melodieuze stem bereid de straf te ondergaan, die men haar zal opleggen.

,,Hebt gij geen berouw, Plateau te hebben gedood?" vraagt de tegenpartij. ,,Of hebt gij misschien zelfs soijt Daudet niet te hebben gedood?"

Haar verdediger protesteert tegen dergelijke schandelijke vragen.

Maar Germaine Berton staat op en verklaart beide vragen in één keer te zullen beantwoordenr „Het spijt mij smartelijk, mijnheer Daudet, dat ik Marius Plateau heb gedood in plaats

Deze vrouw, Germaine Berton, een anarchiste, wordt vrijgesproken door een burgerlijke rechtbank.

Dit is geen gewoon geval.

Germaine Berton is geen alledaagsche vrouw.

Wie zich van deze zaak afmaakt door met angst te spreken van „een anarchiste van de daad", van „een moordenares" misschien, doet dom. Het komt er op aan te begrijpen. Daartoe is deze brochure uitgegeven.


GERMAINE BERTON.

Twaalf jaar is zij, als de wereldoorlog uitbreekt. De haat in den oorlog, de klassetegenstellingen in het leger zelf maken op haar een diepen indruk. Want Germaine Berton is gevoelig en zij heeft karakter. Haar onderwijzers spreken van haar leergierigheid, maar noemen-Jiaar een opstandige leerling. De moeder, een onderwijzeres, kon dit fiere, in zichzelf gekeerde kind niet begrijpen, dat aan andere dingen dacht dan aan eigen belang, eigen voordeel, eigen reputatie. Na haar elfde jaar werd Germaine zelfs nooit meer door haar moeder gekust en als zij op 17-jarigen leeftijd haar vader verliest, wordt zij door haar moeder verlaten, die vertrekt zonder achterlating van adres.

Zonder gevoeligheid, met minder karakter zou Germaine hard en onverschillig aan oorlog en liefdeloosheid zijn voorbijgegaan, zou zi| slechts eigen belang hebben gezocht. Met haar beteren aanleg echter leefde er in haar een sterke emotie, een groote gevoeligheid, die móést uitgroeien tot een haat tegen al het llschuwclijke, dat zij leerde kennen in deze wereld van oorlog en onderdrukking. Is het slecht het afschuwelijke te haten? En heeft onze maatschappij wel aanspraak op liefde, wanneer zij zich aan haar kinderen vertoont zooals in 1914*


GERMAINE OVER DEN OORLOG.

— In 1914 heb ik de soldaten zier. wegtrekken, zoo zegt zij voor de rechtbank. Met verlof heb ik ze zien terugkeeren, vol slijk, vol vuil. Zóó vermoeid, dat zij zich uitgeput lieten neervallen op de trottoirs

— Maar ook heb ik de officieren gezien, schitterend en welgedaan in hun mooie uniformen, als zij zaten op de terrassen van de café's, wanneer zij de champagne lieten stroomen.

— Ik heb de orgiën gezien van de gegradueerden, die zich meester maakten van de straten. Maar ook heb ik de verminkten gezien, die weerkeerden uit den oorlog.

Dat alles heeft haar bitter gemaakt, grimmig bijna om de groote ellende, maar het heeft harr diepe gevoeligheid vooral het leed niet kunnen dooden en met een prachtigen daaruit oplaaienden haat spreekt zij van Frankrijk als van 'n „gewetenlooze stiefmoeder, die haar zonen wegzendt naar verre slagvelden om daar te crepeeren"; en van de Republiek als van ,,een slet met een muil druipend van bloed". Geheel haar gemoed komt in opstand tegen den oorlog, maar ook tegen de machten, die den oorlog ontketenen: staat en kapitalisme.

Germaine Berton wordt revolutionaire. Aanvankelijk is zij communist. Zij schrijft in de Reveil de Tours, zij is secretaresse van het comité voor sociale verdediging. Later, als zij inziet, dat Moscou het syndicalisme ondergeschikt wil maken aan de politieke partij, gaat zij over naar het anarchisme, omdat zij „niet wil varen in het kielzog van een regeering". Zij is individualiste en schrijft een brochure: „Van de individueele naar de collectieve actie".

Uit de fabriek, waar zij werkt, wordt zij ontslagen wegens syndicalistische actie. Hoewel zij aan de School voor Schoone Kunsten meerdere malen pi ijzen behaalde en door teekenlessen in haar onderhoud poogt te voorzien, is haar bestaan moeilijk, want de maatschappij duldt geen revolutionairen. Maar de onderlinge solidariteit der parijsche kameraden maakt haar het leven mogelijk. En Germaine Berton betoont zich een militante anarchiste.

Als anarchiste heeft zij Plateau gedood. Het lijkt velen wat vreemd, wanneer een vrouw, die den oorlog verafschuwt, zelf iemand doodt. Maar waarom heeft zij Plateau gedood? Wie was deze Plateau?


LES CAMELOTS DU ROI

Plateau behoorde tot de camelols du roi, de koningsgezinde franschcn, die er op uit zijn in Frankrijk het koningschap wederom op den troon te brengen. Deze menschen vertegenwoordigen in Frankrijk de uiterste reactie, zij zijn de fransche fascisten en zij volgen fascistische methoden. Hun bedoeling is den burgeroorlog te ontketenen om in de verwarring hét koningschap weer te kunnen invoeren. Zij oefenen een terreur uit, tegenover ieder, die 't niet met hen eens is. Het is gebeurd, dat iemand door 15 camelots zóó werd mishandeld, dat hij bijna blind werd en aan geheugenzwakte ging lijden en dat alleen, omdat hij hun krant niet wenschte te koopen. Een andermaal sloegen zij met een ploertendooder een advocaat neer, omdat deze een krant liep te lezen, die niet naar hun zin was. Soms doen zij invallen in de bureaux van andere kranten. Eens liep een camelot op iemand toe in de schouwburg, zeide toen, gij zijt toch die en die, nietwaar?, en gaf na het bevestigend antwoord den aangesprokene een klap in het gezicht. Een andermaal dringen zij wederrechtelijk een vergadering binnen, slaan er met ploertendooders op los en nemen bezit van het podium. Eens drongen 4 of 5 camelots het rijtuig binnen van Marius Moutet, een fransch Kamerlid, die door hen werd afgeranseld. Maurice Viollet, oud-minister van voedselvoorziening, werd door de camelots aangevallen en met inkt en terpentijn overgoten, alleen omdat hij zich naar een vergadering tegen het fascisme begaf. De heeren leiders der camelots houden zich in den regel achter de schermen, maar hitsen hun aanhangers tot deze daden van terreur en misdaad voortdurend op.

Zoo schreef de camelot Sancerne onlangs over zijn tegenstanders: , Men moet naar hun huis gaan en hen dooden. Marcel. Cachin woont rue Ordener". Van den magistraat Bompard, durfde men schrijven, dat hij op een openbaar plein gegeeseld moest worden.

In het blad der camelots „L'action fran^aise" wordt voortdurend tot moord opgezet. Hun standpunt was, om in hun eigen taal te spreken, dat er soms vuisten noodig zijn om het denken te verdedigen. Een stok, waarmede zij iemand de hersens insloegen, noemden zij een stuk gereedschap, dat de oorlog had leeren beschouwen als een vriend.

Zij zijn de moordenaars van Jaurès en van Almareyda, die in 1904 met Domela Nieuwenhuis en anderen te Amsterdam de I.A.M.V. stichtte.

Hun leider Léon Daudet, schrijver van flodderromans, afstammeling van Alphonse Daudet en van Victor Hugo, heeft zichzelf voldoende getypeerd door Emile Zola een dag na diens dood een „stuk vuilnis” te noemen.

Het is op dezen leider, Daudet, op deze beweging, de Action Française, dat Germaine Berton zich heeft willen wreken.

Het proces-Bertun is dan ook een proces in de republiek Frankrijk tusschen de koningsgezinden en de anarchisten

Eenerzijds de royalisten, de aanhangers van het gezag uit God, die elk middel tegenover hun tegenstanders goed genoeg achten, om ze te onderdrukken, te terroriseeren.

Anderzijds de anarchisten, die niet willen, dat de eene mensch den anderen overheerscht, die geen gezag willen, die opkomen voor brood en vrijheid voor allen, die de productie willen op grond van dc vrijwillige samenwerking der individuen, gegroepeerd naar behoefte, echter steeds op dc basis van menschelijke waardigheid, onderlinge gelijkheid, persoonlijke vrijheid.

Deze beide levensbeschouwingen, deze beide uitersten, de consequentie van het gezag en dc consequentie der vrijheid, stonden in dit proces tegenover elkander En het proces is zoo leerzaam, vooral door wat gezegd is over deze beide levensrichtingen door de getuigen, die noch royalist, noch anarchist waren. Het is zoo leerzaam, omdat het een geheel ander licht werpt op het anarchisme en de anarchisten, dan wij zoo vaak in de pers van tegenstanders aantreffen, die deze beide begrippen doodverven als misdaad en misdadigers

Gaan wij daarom den loop van het proces wat uitvoeriger na.


WAAROM PLATEAU GEDOOD WERD.

Wij geven het woord aan Germaine Berton zelf- Ik stel de royalisten verantwoordelijk voor den moord op Jaurès en Almarcyda en voer den haat, niet alleen tusschen dc naties, maar ook tusschen de franschen zelf. Zij hebben alle middelen gebruikt om hun doel te Verwezenlijken: valschheid in geschrifte, spionnage, afpersing, bedrog, moord. Na zich meerdere malen tegen de amnestie (de vrijlating) der politieke gevangenen te hebben verzet, wilde Lécn Daudct dc bezetting van het Roergebied, waarbij hij ophitste tot de arrestatie van de revolutionairen, die tegen deze bezetting zouden opkomen. Ik heb gedacht, dat door de Roerbezetting de oorlog opnieuw zou kunnen uitbarsten door de schuld van de Action Franfaise. Toen kwamen op voor mijn geest de 1.500.000 gesneuvelde franschen en de gedachte kwam in mij op Léon Daudct. den vijand van de arbeidersklasse en ook den vijand van uw republiek, heeren gezworenen, te dooden. Hij, die er voor paste zelf aan den oorlog deel te nemen, wilde anderen als slachtoffer laten vallen, wilde aan persoonlijke haat voldoen en het bloed van het volk laten vloeien. Ik heb hem willen beletten in Frankrijk het fascisme te planten. Ik heb getracht Léon Daudct te ontmoeten, maar deze houdt zichzelf altijd achter de schermen, achterbaks en schuift anderen naar voren.

Germaine is naar de jaarmis gegaan op den sterfdag van Lodewijk XVI, den gevonniste der fransche revolutie, met het voornemen Daudet te dooden. Maar zij ziet hem niet. Reeds eerder had zij zich met de Action Fram;aise in verbinding gesteld en nu begaf zij zich daar weer heen. Maar Daudet blééf achter de schermen. Zij zeide, dat de anarchisten in het bezit waren van voor Daudet compromitteerende brieven, dat zij vele bijzonderheden wist, die zij slechts aan Daudet persoonlijk wilde meedeelen. Zij drong er op aan Daudet te spreken, maar deze verscheen niet.

Flateau verklaarde, dat de camelots door spionnage, waarvan hij de leiding had, uitstekend op de hoogte waren. Hij sprak in lage beleedigende bewoordingen over den A. R. A. C.1

Plateau, aldus verklaart Germaine Berton voor de rechtbank, sprak in zulke minne termen over al mijn kameraden, dat het bloed in mijn slapen bonsde en sneller door mijn aderen joeg, de tranen kwamen mij in de oogen, ik balde mijn vuisten en toen kwam voor het eerst de gedachte in mij op Plateau te dooden. Daarop durfde Plateau aan Germaine Berton, die nooit iets voor geld zou doen, die onomkoopbaar was, te vragen hoeve el geld zij voor haar onthullingen wenschte. Dat was de druppel, die den emmer deed overloopen en zij schoot eenige malen „op den chef van de schoften, die niet aarzelen op ongewapende menschen in te ranselen."

Als een bliksemflits vloog haar de gedachte door het hoofd, dat zij anarchiste was, zij wilde niet voor een justitie verschijnen, wier wetten zij niet erkende. „De dood, wat een verlossing!" riep zij uit en richtte het wapen op zichzelf.

De president van de rechtbank wijst er op, dat Plateau haar toch nooit iets heeft gedaan.

Persoonlijk heeft Plateau mij niets gedaan, antwoordt Germaine, maar wel al mijn kameraden, al degenen, die in de gevangenis zijn voor hun houding tegen den oorlog en al degenen die, zooals ik, niet wilden buigen voor den golf van reactie. Hij was de chef der royalistische Tsjeka. Ik heb al mijn tegenzin tegen geweld moeten te boven komen, om deze daad te kunnen volvoeren. Ik was heelemaal aan het einde van mijn krachten, ik kon niet meer niet handelen. Maar nu de daad gedaan is, heb ik er geen spijt van.

— Gij zijt logisch, maar ongevoelig, meent de president.

— Is dat dan geen gevoeligheid, al het lijden te voelen van alle slachtoffers van de Aption Fran^aise, van al degenen, die in het bagno zijn door de schuld der Action Fran^aisc? vraagt Germaine.


DE GETUIGEN À CHARGE.

Charles Maurras

Gehoord wordt Maurras. Germaine’s advocaat, de communist Torrès verwijt hem, een der geestelijke vaders der Action Française, zijn aansporingen tot geweld met name tegenover A. Briand. Maurras verklaart, dat hij dit nog zou doen, want hij is de voorstander der „handtastelijke verbetering Hij spreekt op zoo'n gewelddadigen toon, dat de advocaat-generaal hem tot de orde roept en hem er op wijst, dat zijn woorden hem met den strafrechter in aanraking zouden kunnen brengen. Hij moet Torrès toegeven zelf de politieke misdaad te hebben verdedigd. Hij kan niet ontkennen de daad van Grégori te hebben verheerlijkt, die in het Pantheon op Dreyfus schoot en steun voor Grégori te hebben ingezameld. Hij moet erkennen, dat hij den verjaardag van dezen aanslag heeft gevierd en Torrès voegt hem toe: Maurras, uw oproepen tot geweld, heeft het geweld opgeroepen tegen u. Wie het zwaard trekt zal door het zwaard vergaan.

Maurras blijkt een verheerlijker van den moord op Jaurès, hij eischte den dood van Léon Bourgeois, dien hij een moorddadigen grijsaard noemde. Hij spoorde aan tot geheime moordorganisaties zooals de duitsche fascisten die hebben.

„Wij hebben een zaad gezaaid", zoo schreef Maurras, „dat weldra zal ontkiemen."

— Welnu, aldus Torrès. Het zaad i s ontkiemd: het heet Villain2. En al is Villain vrijgesproken, de Action Française is geschandvlekt.

Getuige Maurras was belangrijk. Maar zijn getuigenissen waren niet tot schade van Germaine!


Léon Daudet

Léon Daudet. Als hij optreedt is voor zijn bescherming, want hij is in Frankrijk gevreesd en gehaat als een wolf, de zaal geheel gevuld met camelots du roi. Hij moet erkennen, dat hij zelf den aanslag op Gonnaris heeft verheerlijkt en geschreven heeft: „Het is jammer, dat er in Rusland geen Charlotte Corday is gevonden om Lenin te vellen. (Ch. Corday is de vrouw, die Marat doodde).

Ook zijn getuigenis is niet ten nadeele van Germaine!

Getuige Allard, redactie-sëcretaris van de Action Française verklaart, dat het de taak van Plateau was, de anarchistische kringen te spionneeren, de camelot Real del Sarto vertelt, dat Plateau „belast was met de manifestaties op straat". Waarin deze bestonden zal uit de nadere getuigen-verklaringen nog blijken. Real del Sarto is de man, die de vuist verdedigt als een middel om zijn meening bij anderen ingang te doen vinden en die den stok, waarmede op de hersens van medemenschen wordt omgeslagen, zijn vriend noemt.

De volgende getuige Pujo, hoofdredacteur van de Action Française, die volgens de Libertaire den indruk maakt van ,,een welverzorgdcn en hoogst-vervelenden koster" moet erkennen, dat hij op 20-jarigen leeftijd zelf anarchist was en veroordeeld is wegens gewelddadigheden. Hij verdedigt zich daartegen door te spreken van ,,de edelmoedige gedachten, die men op dien leeftijd pleegt te hebben." Hij spreekt daarna evenals Maurras op zoo'n geweld-verheerlijkende wijze, dat de advocaat-generaal hem tot de orde moet roepen.

Torrès wijst er op, dat Pujo eens heeft geschreven: ..Wanneer wij zullen zeggen aan de camelots du roi: allen naar de Grange aux Belles3, zullen wij verstaan worden en men zal gaar.

Ook het getuigenis van dezen fascist is al weer niet in het nadeel van Germaine, evenmin als dat van haar oom Berton, die door de camelots tegen haar als getuige is opgeroepen, maar te haren gunste getuigt.

De getuige Chassigneux, een telefonist, camclot, verklaart belast te zijn geweest met het afluisteren van telefoongesprekken. ten dienste van de royalisten. Zijn chef. die aanwezig is, onderbreekt hem, omdat hij een sluier oplicht, die liever de royalistische knoeierij moet blijven verhullen en de twee spionnen veroorzaken zoon tumult, dat de zitting moet worden geschorst!


DE GETUIGEN À DÉCHARGE.

Nu worden gehoord personen, die het slachtoffer werden van de fascistische terreur der royalisten, voorts anarchisten en schrijvers, bekende personen om hun oordeel over het anarchisme te geven. Onder hen is Zerner, de man, die door 15 heldhaftige cn edelmoedige camelots werd mishandeld, omdat hij hun krant niet beliefde te koopen; de grijze 63-jarige Rameli, die werd afgetuigd dbor een 21-jarigen carnelot; Noël Garnier, die verklaart, dat de laatste woorden van Plateau waren, dat het hem een groote vreugde zou zijn de leden van den A.R.A.C. af te maken. Onder hen is Guépin, de advocaat, die door de camelots met een ploertendooder werd neergeslagen, omdat hij 1'Oeuvre las, een burgerblad, dat niet welgevallig is aan de royalisten. ..Ik ben," zoo zei hij, „noch royalist, noch anarchist en al heb ik den aanslag maar vergeven, ik vraag mij af, hoe durven de royalisten, die zelf maar al te dikwijls met het zwaard hebben geslagen, zich te beklagen, nu een dergenen, onder wier bevelen mijn aanranders staan, zelf wordt neergeslagen?"

Mr. Dominique, die tegen de royalisten een Liga heeft gesticht ter verdediging van de burgerlijke vrijheden — dat was wel noodig! — verklaart, dat Plateau belast was met de voorbereiding en uitvoering van alle gewelddadigheden van de Action Fran^aise.

G Pioch, een bekend dichter, geen anarchist, die gevraagd wordt naar zijn oordeel over de anarchisten, verklaart, dat de anarchisten iemand nooit vragen naar zijn afkomst en verleden, maar slechts naar wat hij wil voor de toekomst. Als zij zich op de studie toeleggen, is het na hun dagtaak. Er is onder de anarchisten een groote onderlinge toewijding en zij geven lessen in solidariteit aan de leden der politieke partijen. Het zijn kerels met groote rechtschapenheid, want zij zijn de eenigen, die zich met het publieke leven bemoeien zonder dat zij ooit eenig voordeel van hun activiteit kunnen genieten.

De camelots, zoo zegt hij verder, tarten de arbeidersklasse door bij monde van Daudet Zola een dag na diens dood een brok vuilnis te noemen, door te spuwen op Victor Hugo en Voltaire, door de actie voor den vrede en voor de amnestie te bestrijden. Zij verklaren den oorlog aan alles wat schoon, rein en verheven is, zij verklaren den oorlog aan de toekomst zelf. Toen het Kamerlid Al. Blanc aan Daudet verklaarde, dat hij er genoeg van had, voortdurend door de Action Française beleedigd te worden en hem vroeg: Zijt gij eindelijk klaar met mij te bespuwen, antwoordde Daudet: Ik zal u beleedigen zoo lang het mij behaagt.

Indien er aan het hoofd van de arbeiders-jeugd-federatie de la Seine, zoo zegt Pioch nog, een type stond als Marius Plateau, die hA oog om oog, tand om tand verheerlijkte, dan zou er in de Rue de Rome (den zetel der royalisten) geen steen overeind blijven.

Hoe is het mogelijk, vraagt hij, dat lieden als de royalisten, die leven en denken door den moord, zich er over verwonderen, wanneer zij met hun oproepen tot geweld ook het geweld oproepen tegen zich zelf.

Marius Moutet, de man, die in zijn rijtuig werd overvallen, verklaart zich tegen gewelddaden, van welke zijde ze ook komen. Hij vraagt echter, of cr niet het een en ander is gebeurd van de zijde der royalisten,- waardoor de daad van Germaine Berton is uitgelokt. De comelots oefenen een permanente terreur uit en in de brochure van Maurras over de ,.coup de force", de krachtgreep, wordt het standpunt verdedigd, dat men degenen, die „slecht" denken, met geweld moei dwingen „goed" te „denken". De tactiek der camelots had zich tijdens den oorlog ingesteld op een nederlaag van Frankrijk, waarna men de ontevredenheid en den verzetgeest van het volk tegenover den overwinnaar zou exploileeren om het koninkrijk uit te roepen.

Waneer nu Campinchi. dc advocaat der tegenpart.; er tegen opkomt, dat er van deze zaak een politiek proces wordt gemaakt, dan voegt Torrès hem toe Het is een proces van het geweld, waarvan gij u dc verdediger maakt.

Generaal Sarrail, „die Frankrijk redde voor Verdun en bij Saloniki, dus wel allerminst een anarchist, kwam in dit proces verklaren, dat door de royalisten onder het mom van vaderlandsliefde „haat en handel" worden bedreven

De communist Marcel Cachin verklaart, dat de royalisten zich ter beschikking hebben gesteld van de groot-kapitalisten, om de rol der fascisten te spelen en het ligt in de 1 o g i k a der dingen, dat er daden gebeuren als die van Gcrmaine Berton.

Guernut, de Secretaris van de Liga tot bescherming van de rechten van den mensch, verklaart, dat Marius Plateau onder alle leden van de Action Fran<;aise revolvers, karabijnen en ploertendooders had gedistribueerd.


A. Hamon, die een studie heeft gemaakt van het anarchisme, verklaart, dat de anarchisten doordrongen zijn van het gevoel van vrijheid en altruïsme. Zij handelen altijd uit edele motieven. De anarchist volvoert zijn daad met altruïstische bedoelingen, zooals trouwens allen, die politieke misdrijven volvoeren. De groote schrijver Pierre Hamp verklaart ervan overtuigd te zijn, dat Germaine Berton haar daad heeft verricht, omdat er geen enkele strooming was, die de Action Française kan weerstaan.

De beminde grijze schrijfster en spreekster Sévérine vraagt vrijspraak voor Germaine. Ik verheerlijk haar daad niet, zegt zij, maar opdat het bloed ophoude te stroomen. opdat de wenschen van Jaurès worden verhoord, moet gij als tegenwicht tot de vermoording van dezen volksman de vrijspraak van Germaine plaatsen in de balans van de Rechtvaardigheid.

In dit proces tusschen royalisten en anarchisten, tusschen gezag en vrijheid is gesproken door dichters, schrijvers, mannen en vrouwen van wetenschap en het publieke leven. En wat zij zeggen, tot zelfs de royalisten toe pleit tegen de aanhangers van het koningschap, de gedsgezaglieden en voor het anarchisme. En naast I'Humanité kiest zelfs de burgerpers de zijde van Germaine: 1'Intransignant, Le Petit Parisien, 1'Echo de Paris, Le Quotidien, Le Peuple, Le Paris-Soir. Zij bewonderen haar „zeldzame energie", noemen haar „een tartende Claudine", iemand, dit „alle medelijden weigert", „een kraan" „Bliksem, wat een durf," roepen zij uit, „zag men maar wat meer zwakheid!" „Haar verontwaardiging maakt haar welsprekend," „zij is lofwaardig-vrijmoedig."

De jury had te oordeelen in dit ernstige scherpe conflict tusschen royalisten en anarchisten. En zie: De jury spreekt Germaine Berton met algemeene stemmen vrij!


LEUGENS OVER ANARCHIE.

Deze uitspraak en dit proces verheugen ons anarchisten in hooge mate. Natuurlijk omdat een jeugdige, moedige, fiere kameraad voor ons en onze idealen wordt bewaard. Maar bovenal omdat dit proces de ontmaskering is van den leugen, alsof de anarchisten de geweldenaren bij uitstek zijn, alsof zij slechts een troep gevaarlijke boosdoeners zijn, voor wie men het volk moet waarschuwen. Dat is de houding die de burgerpers in het algemeen tegen ons aanneemt. Wordt ergens een bom gegooid, dadelijk heet het, dat heeft een anarchist gedaan, alsof anarchist identiek zou zijn met bommengooier. Zelfs de Notenkraker beeldt ons af met in de eene hand de bom, in de andere de dolk.

Ook nu weer heeft de benepen hollandsche burgerpers dit proces aangegrepen om te hetzen tegen Germaine, die zij een moordenares noemt en durft voorstellen als een cynische publieke vrouw.

Dit laatste is een infame leugen. Gerniaine verheft er zich terecht op, dat zij nooit iets voor geld heeft gedaan Natuurlijk ia zij geen heilige. Er zijn geen heiligen. Zij is een vrouw, wie niets menschelijks vreemd is in den diepsten zin des woords. Wie al dat menschelijke in eigen binnenste kan meevoelen, zal haar daad begrijpen en respecleeren. Hij zal beseffen, dat de politieke moord niet zou voorkomen, als de strijd voor de bevrijding der arbeidersklasse door de arbeiders niet te zeer aan enkelingen werd overgelaten. Hij zal den politieken moord helpen voorkomen door deel te nemen aan massalen strijd.

Anarchie wordt altijd voorgesteld als wanorde, rechteloosheid, terreur, moord en doodslag. Wanneer in een land de grootste ellende is ontstaan doordat ieder wil regeeren over de anderen, zijn gezag aan anderen wil opdringen, gezags- en geweldspartiien een schrikbewind pogen in te voeren, dan zegt men, dal er ware anarchie heerscht, terwijl de anarchisten juist degenen zijn, die in het geheel niet over hun medemenschen willen heerschen, maar ook niet over zich willen laten heerschen.

De anarchie is niet gewelddadig, beteekent geen wanorde. Anarchie beteekent juist geen geweld en de hoogste orde. Het anarchisme is de minst gewelddadige van alle levensbeschouwingen. Het eenige wat men van het anarchisme kan zeggen is, dat niet alle anarchisten tegen alle geweld zijn.


GEWELD SPECIAAL ANARCHISTISCH?

Als het geweld speciaal anarchistisch was, dan zou de staat het toonbeeld van anarchistische organisatie zijn. Want de staat berust van a tot z op geweld. Als de staat wat doet, maakt hij eerst een wet. Aan die wet moet ieder gehoorzamen. Wie handelt in strijd met de bepalingen van de wet, wordt met geweld in de gevangenis gezet of tot een boete veroordeeld

Als de staat geld noodig heeft, heft hij belasting. Wie niet betaalt, ziet op een goeden dag deurwaarders en gewapende politie verschijnen, die met geweld zijn huisraad verkoopen. Als hij zich verzet wordt er opnieuw geweld op hem toegepast: de gevangenis. Wanneer hij zich bij zijn arrestatie verzet, al is het maar door weg te loopen, dan heeft de politic het recht hem neer te schieten. Want ieder, wien door een politie-agent gezegd is, dat hij gearresteerd is, is vogelvrij voor de gewelddadige kogels der politierevolvers.

Om zijn macht te kunnen uitoefenen, heeft de staat soldaten noodig. Daarvoor bestaat het miltarisme. Welnu, de staat dwingt iederen mannelijken burger, een meester te worden in het geweld, richt hem af op het geweld, tot den moord.

Alles wat de staat doel is geweld, berust op geweld. Hij is de opvoeder lot geweld. Dit nu is het tegendeel van anarchistisch.


GEWELD EN GEZAG.

Alle partijen, die naar de staatsmacht streven, alle politieke partijen dus aanvaarden hel staatsgeweld. Zij hebben een idee, orn dat te verwezenlijken trachten zij de macht in handen te krijgen, om zoo de burgers te dwingen tot datgene, wat zij, de machthebbers willen.

De anarchist doet iets anders. Hij poogt te overtuigen. Hij is afkeerig van alle gezag. En wat is dit gezag nu anders dan geweld? Het is geconsolideerd geweld.

Gezag is een zoo sterk geweld, dat men er bijna niet meer tegen op kan en er zich bij voorbaat aan onderwerpt. Gezag is het monopolie van het geweld. Gezag is erger dan geweld, het is de voortdurende overmacht van hel geweld. Wie gezag wil, kan het geweld niet ontberen. Daarom zijn in waarheid de anarchisten de eenigen, die het zonder geweld kunnen stellen. Alleen onder de anarchisten treft men ..geweldloozen" aan.


GEWELD EN GEWELD.

En zijn twee soorten geweld: wettig en onwittig geweld. In zijn uitwerking is het wettig geweld veel en veel erger dan het onwettige. Zeker, door hei onwettig geweld wordt nu en dan een enkeling gedood, zooals hier Marius Plateau. Maar het wettig geweld van het mililairisme beteekent de moord op geheele volkeren. Tientallen millioenen in Europa zijn gevallen door den wettigen moord van den oorlog. Wat beteekent de dood van een man als Plateau tegenover de wettige uithongering, den wettigen hongerdood, waaraan heel Duitschland is blootgesteld en waartoe hij ophitste en medewerkte?

De individueele geweldsdaad van een Germaine Berton is ook heel wat sympathieker, dan de massamoord van den staat. De anarchist doodt zelf en hij waagt er steeds zijn eigen leven voor. De anderen jagen vanuit regeerings- of redactie-bureau anderen, het volk, in den dood om zelf rustig thuis te blijven. Daudet is er een voorbeeld van. De oorlog heeft het ons geleerd. Want het volk moet er aandacht aan schenken, dat keizer Wilhelm niet is gesneuveld, dat de kroonprins niet is gesneuveld, dat Hindenburg, Ludendorff, Ehrhardt, dc president van Frankrijk, Foch, dc koningen van België en Engeland. Wilson, Czaar Nicolaas, geen van allen zijn gesneuveld. Dat is goed genoeg voor het volk. Het volk is er voor de loopgraven. En als het terugkeert juicht het den vorst nog toe, alsof hij in plaats van zij zehen de overwinning had bevochten! De anarchist daarentegen zegt niet, dat „ze" dit of dat moesten doen, nog veel minder denkt hij er aan anderen onder bedreiging met standrecht of cel den dood in te commandeeren Als hij meent, dat er gedood moet worden, dan doodt hij zelf. En dat hij het fier weet te doen, heeft Germainc Berton bewezen.

In Nederland hebben wij gezien de tegenstelling Groenendaal-Pop; anlimilitairist-militairist; anarchist-archist Groenendaal zette den strijd in met zijn eigen Jcvcn. Pop verordonneerde van achter zijn schrijftafel, dat er ieder jaar in Nederland 16.500 jonge mannen zouden worden afgericht om te dooden en om gedood te worden. Maar toen er een ongewapende volksmassa voor zijn woning demonstreerde, miste hij den moed een delegatie van 5 ongewapende personen te ontvangen, miste hij zelfs den moed om het ronduit te weigeren, maar liet hij door zijn oude dienstbode „niet thuis" jokken. En toch zou deze zelfde man, als Nederland in oorlog ware gekomen, gepocht hebben op de heldendaden van het nederlandsche leger!


ANARCHISTEN EN BOMMEN.

Welnu aan ’t militairisme, die groote bedrieger der volkeren, doet de ( anarchist niet mede. Maar het plegen van individueel geweld, het werpen van bommen, de politieke moord, is dat nu iets speciaal anarchistisch? Neen en nog eens neen. Individueele gewelddaden worden gepleegd door alle partijen, die de macht niet in handen hebben en de anarchisten doen het veruit het minst! De statistieken bewijzen dit afdoende.

In 1922 is er in Duitschland van de hand van E. J. Gumbel een boek verschenen „Vier jaar politieke moord". Hij heeft daarin alle politieke misdrijven in Duitschland na den oorlog zorgvuldig nagegaan. De slachtoffers der opstanden, straatgevechten e.d. heeft hij er buiten gelaten. De 15.000 revolutionairen, die door het Noske-regimc werden neergeschoten zijn dus niet geteld.

En wat blijkt nu? Er hebben in Duitschland plaats gevonden 376 politieke moorden. Daarvan zijn er 354 gepleegd door de reactie, door rechtschen en slechts 22 door revolutionairen, door linkschen dus nog niet eens door anarchisten, maar door alle linkschen samen. Hoe de staat in Duitschland de politieke moorden van de zijde der reactie in bescherming neemt, blijkt uit de straffen: De 354 moorden door rechts werden gestraft met in totaal: 90 jaar gevangenisstraf, 2 maanden hechtenis, 730 mark boete en één levenslang. Maar de 22 moorden door links werden gestraft met in totaal: 10 doodstraf, 248 jaar gevangenisstraf, 9 maanden hechtenis en drie levenslang!

Deze cijfers zeggen afdoende, wéér het gevaar voor politieken moord het meest is te zoeken, wéér de politieke moord het meest in bescherming wordt genomen, wie de voorstanders van het geweld, bij uitnemendheid zijn.


ANARCHISTEN TEGEN GEZAG.

Daar de anarchisten tegen gezag zijn en er zich niet aan schuldig maken, zijn zij dus ook niet verantwoordelijk voor het officieels- geweld, waarmede het gezag wordt gehandhaafd. De unarcnisten zijn overal de felste óorlogsbcstrijders geweest. De dienstweigeraars in Nederland zijn goeddeels anarchisten. Germaine Berton verafschuwde den oorlog, spoorde i n den oorlog de franschen aan tot het wegwerpen der wapens en zij doodde een der royalisten, omdat dit oorlogshitsers zijn. De anarchisten zoeken niet in de eerste plaats hun kracht in geweld. Zij propageeren dienstweigering en staking tegen den oorlog. Wanneer zij ooit hun toevlucht nemen tot geweld, dan is dit altijd een reactie op het geweld der heerschers. Dato in Spanje zou niet door n anarchist gedood zijn, als hij niet den dood op zijn geweten had van tallooze arbeiders. Het volk heeft van de anarchisten niets te vreezen, want deze keeren zich nooit tegen de arbeiders, Josh uitsluitend tegen hun tirannen, legen hen, die het volk onderdrukken en den dood injagen om andere arbeiders in hun belang te dooden. Het volk moet leuren begrijpen, dat niet de anarchisten hun vijanden zijn, zelfs niet al gebruiken zij bij uitzondering eens geweld als weerslag op geweld, op gezag en onderdrukking van onze meesters. Het volk moet leeren verstaan, dat in een wereld van armoede de gewelddadige bescherming van de weelde reeds een. aanslag is op het leven van het volk zelf.


DE ANARCHISTEN BARBAREN?

Juist omdat de leerstellingen der anarchisten het gevaarlijkst zijn voor de bezittende klasse, poogt de bourgeois-pers het volk afschrik in te boezemen voor de anarchisten door hen voor te stellen als gevaarlijke woestelingen en bommengooiers.

In Chicago heeft zelfs de politie bij een betooging eens bommen laten gooien onder haar eigen agenten, alleen om er de anarchisten van te kunnen beschuldigen, die toen ter dood werden veroordeeld.

Nog eens, het is laster. Tegenover één gewelddaad der anarchisten stellen wij honderden gewelddaden van de heerschers. Tegenover den dood van Plateau door de anarchiste Germaine Berton stellen wij den dood van den japanschen anarchist Osugi Sakaë, zijn vrou-w en zijn neefje, een kind van 7 j a a r, gruwelijk geworgd door Amakasu, kapitein der gendarmerie op 16 September 1923.

Ziehier, wat De Telegraaf, geen vriend der anarchisten, over dezen japanschen anarchist schrijft:

“Osugi Sakae en zijn vrouw Ito Noë waren hoogstaande, ontwikkelde menschen. Zoowel hun vrienden als hun tegenstanders geven dit toe en achtten hen om hun nobel karakter. Zij waren anarchistische communisten en kwamen daar openlijk voor uit. Osugi was de meest vooraanstaande figuur in de radicale beweging. Hij was zijn zaak met hart en ziel toegedaan. Hier werd hij onder de Japansche intellectueelen gerangschikt. In 1906, 21 jaar oud, kwam hij het eerst in de Japansche sociale beweging en hij bleef strijden voor zijn principes tot aan zijn dood.

„Al zijn kracht wijdde hij aan het bevorderen van recht en gelijkheid onder de menschen. Natuurlijk was hii eeuwig onder politie-toezicht. Een detective, die niet ophield steeds door de bamboe-omheining in zijn huis te gluren en die ondank zijn herhaalde waarschuwingen daarmee doorging, werd eindelijk op straat door hem afgeranseld. Maandenlang zat Osugi daarvoor in de gevangenis! Zeven of acht keer werd hij voor onln luidende dingen gevangen gezet, wat voor zijn karakter vooral iets verschrikkelijks was, want hij was een icht liefhebber van de open lucht en de zee, onvermoeid wandelaar zwemmer, bergbeklimmer, worstelaar. Eens zelfs werd hij drie jaar achter elkaar opgesloten en dit bezorgde hem tubereul Hoe wij ook over zijn ideeën mogen oordeelcn. we moeten onvoorwaardelijk den moed en de onzelfzuchtigheid van dien n n bewonderen, die ondanks zooveel tegenwerking voortging te vechten voor wat hij recht achtte. Zijn gastvrij huis stond wijd open voor Japanners zoowel als foreigners In zijn rijkere dagen gaf hij weg wat hij had. Toen hij een viertal jaren geleden begon te schrijven, besteedde hij het verdiende geld meest aan propaganda-werk.

„Zijn vrouw Ito Noë was z'n trouwe helpster bij zi|n studie, zij was zelf schrijfster en nam deel in de „Sekirankai". een socialistische vrouwenbeweging die veel gedaan heeft voor de lotsverbetering der werkende Japansche vrouwen in fabrieken enz. Allen, die dit paar menschen gekend hebben, -betreuren hun dood.'

Dit is een andere voorstelling van een anarchist, dan de burgerpers gewoonlijk geeft. En toch, beantwoordt zij niet geheel aan de figuur van Domela Nieuwenlniis, die zijn eigen kringen verruilde voor die der arbeiders, en zijn vermogen verloor doordat hij alles en vooral zich zclven in dienst stelde van het anarchistisch ideaal? Stemt hij niet geheet overeen met dien anderen anarchist Kropotkin. van afkomst een russisch vorst, man van wetenschap, die met een limonadetentje in Londen heeft gestaan, omdat hij slechts van eigen eerlijken arbeid wilde leven, zonder te parasiteeren op anderen? En doen zij weer niet denken aan den italiaanschen anarchist Errico Malatesta, een intellectueel, die driemaal ter dood veroordeeld uitgeweken naar Londen, daar zijn kost verdiende als mechanicus en electrotechnicus, die bij zijn terugkomst in Italië de dictatuur weigerde, omdat hij als anarchist wist, dat hij het volk in zijn bevrijding niet helpen kon door over het volk te heerschen? Dat zijn nu de barbaren, zooals onze tegenstanders hen voorstellen aan het volk.

Alle deze menschen, van wie Malatesta het „vredelievend naast elkander leven" propageerde, waren zeker allen minder gewelddadig dan eenig regeerder zonder nochtans het geweld absoluut en dogmatisch te verwerpen.


GEWELD IN NEDERLAND.

Maar als anarchisten geweld gebruiken, dan is het altijd tegen de onderdrukking van het volk gericht.

Dat is ook gebleken bij den bomaanslag op het huis van Verspyck aan den Frankenslag in Den Haag. Wat was er gebeurd? De anarchist Groenendaal weigerde den dienst en het voedsel der militairen. Dat was zijn recht, dat was zijn plicht tegenover zijn geweten en zijn ideaal. Hij pleegde geen geweld. De antimilitairistcn en anarchisten zetten een agitatie op touw. Zij pasten uitsluitend vredelievende middelen toe. Zij wendden zich tot de autoriteiten met het verzoek hun gewelddadige voeding en gevangenhouding te staken. Zonder succes. Zij wekten het volk op tot demonstratie en staking. Zelfs als zij maar met borden liepen, werden zij gewelddadig opgebracht. Dag en nacht waren zij door gewapende politie omringd. Zelf onthielden zij zich nog altijd van geweld. Voor het huis van minister Pop werden zij zonder eeijige aanleiding afgeranseld met sabels. Nog hielden zij de armen over elkander. Een vreedzame, ongewapende demonstratie werd met ploertendooders en sabels gewelddadig uitecngeslagen. Op het volk, zelf ontwapend, werd avond aan avond geschoten door politie. Nog spoorden de anarchisten het volk aan geen geweld te gebruiken, maar zijn kracht te zoeken in staking. Toen zij de soldaten aanspoorden de wapens weg te werpen en de kazernes te verlaten, werden zij gewelddadig in de gevangenis geworpen. Een deel der arbeiders paste het vredelievende middel van de staking toe. Maar helaas, te gering was nog de solidariteit van het nedcriandsche volk met de daad van Groenendaal. Hel begreep zijn belang niet, noch zijn plicht. En toen, toen de actie was ingezonken, toen geen ander middel meer over bleef, plaatsten cenigcn hunner een bom bij het huis van een der leden van den Krijgsraad die Grcenendaal veroordeelde. Had deze officier zich over iets te beklagen? Is hij zelf niet geweldenaar van beroep? Is hij zelf niet deskundige in het geweld en den moord?

Is het dan niet laf en demagogisch, om zoo'n kabaal te maken, wanneer tegenstanders op hem toepassen, wat hij anderen toedenkt? Is het niet dubbelhartig die anderen voor te stellen als een gevaar voor de samenleving en zichzelf als de beschermer der beschaving?

De daad heeft weinig uitgericht, slechts een doode gevel werd beschadigd, een kwestie van een paar honderd guldens. Maar zwaar heeft de staat zich op de anarchisten gewroken. Wat materieele schade hebben ze met hun levende lijven moeten boeten. Kooyman en Van der Linde werden veroordeeld tot res en vijf jaren gevangenisstraf

Dit vonnis, arbeiders, is onrecht. Deze jonge mannen brachten slechts geweld aan wie geweld vragen

Zij zijn geen gevaar voor de arbeiders van Nederland, doch slechts een gevaar voor de bourgeoisie. Daarom werden zij zoo zwaar gestraft, onevenredig, onmenschelijk /waar in verhouding tot hun daad, zelfs vanuit burgerlijk standpunt

Mogen hun jonge levens nog verder worden geknakt om een daad, die zij uit edele motieven deden en waarbij zij geen andere middelen toepasten, dan die waarvan de heerschers het monopolie eischen?

Wordt het geen tijd, dat rechtsgeleerden als mr Van Gogh en mr. Louis Israëls, die de vrijspraak van Germaine Berton toejuichen, hun stem gaan verheffen tegen de doorvoering van het barbaarsche vonnis op Kooyman en Van der Linden tot het bittere einde?

Volk van Nederland, zij hebben, lang genoeg reeds gezeten. Eischt met ons hun invrijheidstelling!



Wij anarchisten zijn geen van allen verhecrlijkers van het geweld. De schandelijke taal, die men in de Action française leest, zal men nimmer aantreffen in de anarchistische pers. De uitdrukking ,,Als gij schiet, schiet dan goed raak", is de taal van de handleiding der burgerwachten, maar zal in Mitimilitairistische lectuur tevergeefs gezocht worden. Wij geven niet zooals de militaire scheikundigen in Nederland handleidingen uit voor officieren over de gifgassen Wij hebben geen bommenfabrieken zooals iedere staat. De Hembrug is niet anarchistisch, maar burgerlijk. Er zijn geen anarchistische kazernes, geen anarchistische soldaten. Anarchisten zouden nooit geweld gebruiken, als het volk niet met geweld werd onderdrukt. De anarchisten zijn het er over eens, dat wij af moeten van het geweld, dat wij if moeten van den politieken moord.

Daarvoor is noodig, dat wij breken met het gezag, dat op het monopolie der geweldsmiddelen is opgebouwd. Daarvoor is noodig. dat het levensrecht van ieder individu wordt erkend, dat eenig doel van al ons maatschappelijk streven zich richt op de welvaart van allen, zoodat niemand meer kan sterven van gebrek, te midden van overvloed. Want wij weten, dal het ideaal van Malatesta, het vredelievend naast elkander leven, slechts kan worden verwezenlijkt in

DE ANARCHIE.



HET ROOD BLAZOEN

Verzen van HENK EIKEBOOM

Artistiek uitgevoerd met omslagteekening van JAN W. JACOBS

Ingenaaid f 1.25. Gebonden f2.— Luxe (genummerd 1-100 en gesigneerd) f5.—


Enkele Persstemmen :

Alarm :

„Ongetwijfeld behooren de dichterlijke vertalingen naar Mackay Dehmel, Toller e.a. tot de beste verzen, die de revolutionaire kunst heeft opgeleverd.

In een stil uurtje zal voor menigeen dit boek een vreugde zijn”.


Haagsche Post;

„Deze dichter is socialist, pacifist, anti-militarist en „Poet dazu”. Daaraan valt niet te tornen, hij heeft dichterlijken aanleg . gevoel, bezieling en den „heldenmoed" om moedig bergopwaarts ten strijde te trekken."


De Arbeider:

„Voor hen, die de gave bezitten iets heel mooi te kunnen zeggen, Is deze bundel een dankbaar bezit, ik heb er veel moois in gevonden, en hoop dat zijn bundel in vele handen komt."


Te bestellen bij:

Uitgeverij „De. Fakkel”, Rijnstr. 48


AMSTERDAM



EEN GROOTSCH PLAN


Bij genoegzame deelname zal overgegaan worden tot het in den handel brengen van een standaarduitgave van

DE COMPLETE WERKEN VAN KROPOTKIN

Deze uitgae* aal bestaan in tien groote. zware deelen in linnen banden, tezamen meer dan 3000 pag 's drukst Zij zal al de werken van den grooten wetenschappelijk en anarchist Peter Kropotkin omvatten en verschijnen in wekelijksche afleveringen van 32 pagina's i 25 cent per aflevering. In ongeveer twee jaar is de uitgaaf dus kompleet en men heeft zich zonder het noemenswaard te merken, in dien tijd een plank vol van de denkbaars! prachtige lectuur aangeschaft!

Zulk een uitgaaf geschiedt eens in een eeuwl Holland gaat er allen anderen landen in vooraan en sticht ermee een

GEESTELIJK MONUMENT VOOR KROPOTKIN

De uitgave gaat echter beslist alleen door. als er voldoende inteekenaars zijn. Talm dus niet en wacht niet af, want dan komt er niets, maar handel direkt en zend briefkaart met onderstaanden tekst onmiddellijk op.

Men teekent in voor het geheele werk!

Men ontvangt de afleveringen door middel der agenten thuisbezorgd of per post. De uitgave begint in 1924.

Desgewenscht verschaft ook nadere inlichtingen:

UITGEVERIJ ..DE FAKKEL , Rijnstraat 48. — Amsterdam


Ondergeteekende .

wonende .

wenscht in te teekenen op de KOMPLETE WERKEN VAN PETER KROPOTKIN en die te ontvangen in wekelijksche afleveringen van 32 pagina's

a 25 cent.

Banden worden gratis bijgeleverd!


Handteekening-




Het adres van

P. A. KOOYMAN is 53-659, Bijzondere Strafgevangenis, Leeuwarden


Dat van L. V D. LINDE 161-6190, Strafgevangenis, Arnhem


Uitgave: „DE FAKKEL”

RIJNSTR. 48, AMSTERDAM


Drukk. Gebr. v. d. Bom, Rustenburgerstr. 38, Tel. 21334.