Constandse, A.L. - Met Moskou ten oorlog (1936)

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


markdown: http://anarchief.org/wiki/Bestand:Constandse,_A.L._-_Met_Moskou_ten_oorlog_(1936)-markdown.tgz
epub: http://anarchief.org/wiki/Bestand:Constandse,_A.L._-_Met_Moskou_ten_oorlog_(1936).epub

bron: https://archive.org/details/constandse.metmoskoutenoorlog/


Met Moskou ten oorlog?
Door A.L. Constandse

Uitgeverij “De Albatros” Den Haag

Inleiding.

Het is met het bolsjewisme wel zeer snel bergaf gegaan. Terwijl het met communisme vrijwel niets meer gemeen heeft, is het door de revolutie, waardoor het aan de macht kwam, toch nog steeds omgeven door een stralenkrans van heiligheid. In 1918 kwam door een omwenteling in Duitsland een sociaal-demoeratische regering aan het bewind, die met de revolutie zelf niets had uitstaande gehad. Toen in 1917 in Rusland de omwenteling begon, gedragen door links-sociaal-revolutionnairen, anarchisten, syndikalisten en vele andere groepen, waaronder ook bolsjewiki, heeft de sociaal-democratische bolsjewistische partij het gezag verworven en één partij oefende sindsdien de dictatuur uit, met verbod van elke andere beweging. Aanhangers van revolutionnaire denkbeelden werden evengoed als witgardisten gefusilleerd, verbannen, gevangen genomen. Natuurlijk bleven een aantal resultaten van de revolutie intact. Door de schulden was een streep gehaald. De achterlijkheid van het produktie-proces moest plaats maken voor industrialisatie. Grote begeerte tot lezen, de behoefte om schrijven te leren kwamen met de omwenteling mede. Groter vrijheid in het huwelijksleven en godsdienstloosheid –hoewel hier een reactie naar het verleden weer merkbaar is– bleven zich doen gelden. Vergeleken bij het tsarisme zijn vele verbeteringen aangebracht en de welvaart neemt toe, wat (gezien de jammerlijke armoe onder het tsarisme) ook niet anders kan, mèt de industrialisatie en het betere verkeer. Op “Westers peil” is men zeker nog niet, technisch en economisch gesproken. Maar dat is niet het ergste.

Wat droevig moet worden genoemd, is, dat de staat, als almachtige bezitter en als bureaucratisch partij-apparaat, zich meester maakte van vrijwel alle produktie- en distributie-middelen en dat de autoriteiten in het bezit van de contrôle over alles steeds machtiger werden. Gezaghebbers, die niet alleen over politieke, maar ook over economische macht beschikken, die tegelijk autoriteit en patroon zijn. Wie in oppositie is, wordt van landverraad, van sabotage, van contra-revolutionnaire gezindheid beschuldigd, of het waar is of niet. Van wezenlijke volksinvloed is weinig sprake geweest. Zelfs als de nieuwe grondwet wordt ingevoerd, zal geen andere politiek worden geduld dan die van de bolsjewistische partij en is er geen sprake van, dat het volk een andere regering zal kunnen vormen. Men heeft bij de verkiezingen de keuze tussen personen, tussen partijmensen en partijlozen, die het regiem overigens niet minder zijn toegewijd. De lijnen voor de politiek zijn door de partijleiders uitgestippeld. Daaraan te raken zou gelijk zijn met de grootste misdaad. En de loonsverschillen nemen toe, de mogelijkheid geld te lenen en te sparen tegen rente, wordt gewaarborgd. De revolutie in Rusland heeft voorlopig geleid tot een dictatoriaal staatskapitalisme, dat in geen enkel opzicht een verheffend voorbeeld zou kunmen zijn voor de Europese socialisten….

Revolutie of nationalisme?

Nu moet zeer zeker worden erkend, als één der oorzaken voor dit verloop der zaken, dat de West-Europese arbeiders niet de Russische revalutionnairen zijn te hulp gesneld. Juist Rusland had hulp van het technisch goed toegeruste Westen zo nodig gehad. Nu een Europese omwenteling uitbleef, was Rusland aan zichzelf overgelaten. Dat was noodlottig voor de werkelijke internationaal-gezinde revolutionnairen. Dezen moesten toezien, hoe in een ongetwijfeld achterlijk land de bolsjewistische partijleiders de Russische traditie van een dictatuur wisten voort te zeten. Hoe het contact met de Westerse arbeidersklasse verloren ging en de internationale betrekkingen werden gesaboteerd. Alleen bolsjewiki in Rusland mochten betrekkingen onderhouden met slaafse Rusland-aanbidders elders. Alle andere bewegingen waren van dat contact verstoken.
Doch weldra bleek duidelijk, dat de Russische autoriteiten ook niet op bevordering van een omwenteling in Europa aanstuurden, doch op het aanknopen van goede betrekkingen met de kapitalistische staten. Reeds op het Vierde Congres van de Derde Internationale in 1923 zei Boecharine: “Mogen proletarische staten militaire verbonden sluiten met burgerlijke staten? Er is hier geen principieel verschil tussen een lening en een militair verbond. En ik beweer, dat we al zo zijn gegroeid, dat we een militair verbond met een andere bourgeoisie kunnen sluiten, om door middel van deze burgerlijke staat een ander burgerdom neer te werpen. Bij deze vorm van landsverdediging, deze vorm van militair verbond met burgerlijke staten, is het de plicht van de partijgenoten van zulk een land, dit blok tot de overwinning te voeren.” De bolsjewiki moesten dus deelnemen aan een oorlog, indien hun burgerlijke regering de bondgenoot was van de Russische. In het programma van het Vijfde Congres der Derde Internationale staat dan ook, dat verbonden met burgerlijke staten, met inbegrip van militaire, “geeorloofd en somtijds geboden zijn.” Op het Zesde Congres in 1928 heeft men de kwestie niet behandeld. En op het zevende congres in…. 1935 (na 7 jaar!) heeft men de stellingen aanvaard, waarmee we ons hebben bezig te houden: dat de arbeiders nationalistisch moeten worden in elk land, dat de bondgenoot van Rusland zou kunnen zijn.
In 1934 begint het al met een buitengewoon vriendelijk interview van Stalin aan de Amerikaanse journalist Duranty (“Tribune”, 10 Jan. 1934). En het loopt uit op het interview met Roy Howard in Maart 1936, waarin Stalin resoluut elke idee van revolutie afzweert.
Stalin zegt: “Als de staten rond de Sovjet-Unie werkelijk vast in de zadel zitten, hoeven ze geen gevaar te zien in de denkbeelden van de Sovjet-Unie”, Howard vraagt: “Betekent deze uitlating, dat de sovjetunie enigermate haar plannen en bedoelingen heeft opgegeven, om een wereldrevolutie tot stand te brengen?” Stalin: “Dergelijke plannen en bedoelingen hebben we nooit gehad.” Howard: “Ik geloof, dat zich in de hele wereld in de loop van lange tijd een andere indruk heeft gevormd.” Stalin: “Dat is de vrucht van een misverstand.” Howard: “Een tragisch misverstand?” Stalin: “Neen, een komisch. Of misschien een tragi-komisch misverstand.”
Nuis het volgens ons inderdaad een tragisch en weinig komisch misverstand geweest van de arbeidersklasse, voorzover ze in Rusland een revolutionnaire factor heeft gezien. De Russische regering is nimmer revolutionnair geweest, Een regering kan dat niet zijn. Een regering is voor bewapening, voor staatsgezag, voor gehoorzaamheid der arbeiders, voor verbonden met andere regeringen tegen de vijandelijke staten. Niet de Russische regering en niet Stalin is veranderd, maar eindelijk heeft ze openlijk gezegd, wat ieder kon weten –en wat we sinds 1919 hebben geschreven– nl. dat de Russische regering met revolutie niets te maken had, al was ze er uit voortgekomen.
En het Russische bolsjewisme heeft zich dan ook ontpopt als een Russisch nationalisme eerste klas, een Russisch chauvinisme van de ergerlijkste soort. Rusland heeft de grootste geleerden, de grootste fabrieken de geweldigste werken, de mooiste en gezondste kinderen, de stevigste vrouwen, de fierste mannen…. enfin, men moet maar eens een nummer van “Rusland van Heden” opslaan! Het Russische volk is het uitverkoren volk. In Rotterdam onderwijst de gewezen dominé Börger, dat het Russische volk van nature “communistisch” is…. Jaren is er niets anders geweest dan een verwoede onderlinge strijd tussen de boeren met idealen van een particulier kapitalisme en bolsjewiki met de ideeën van een staatskapitalisme. En de werkelijke communisten werden daar tussen dood gedrukt. Een andere dominé, Snethlage, zegt in een brochure: “Zoals de christelijke kerken gewoon zijn, het oude volk Israël te zien als voorbeeld van een”uitverkoren volk“, zo zie ik heden ten dage het nieuwe Rusland als twintigste-eeuwse voorbeeld van zulk een uitverkoren volk, dat een”plaatsvervangend lijden" had moeten doormaken en waarop de woorden van de profeet Jesaja van toepassing waren: Het heeft onze krankheden op zich genomen en onze smarten heeft het gedragen. Zo zie ik de Sovjet-Unie als het volk, dat in de twintigste eeuw een plaatsvervangend lijden heeft doorgemaakt, opdat anderen door zijn striemen genezing zouden vinden." Ik vraag excuus voor deze theologische wartaal, maar de dominé zegt, dat aan het Russische volk veel tijden was opgelegd, “opdat het zijn verborgen roeping op aarde zou vervullen. Ik voegde er aan toe, dat de vergelijking met het volk Israël zeer voor de hand ligt, daar immers ook dit volk volgens de profeet Jesaja niet terwille van zijn bijzondere voortreffelijkheid, maar op grond van hogere goddelijke bedoelingen was uitverkoren.”
Ja, zover zijn we al. De fantasieën van 25 eeuwen geleden worden weer in godsdienstige extaze opgerakeld, om Rusland te verheerlijken. Een typische bijdrage tot de zielsziekten van onze tijd.
Maar de Russen zelf zijn door dit chauvinisme al evenzeer aangestoken als de Italianen, de Duitsers en andere volken. De Russen vormen een leger van bijna anderhalf millioen en een vloot, en ze hebben de grootste luchtvloot ter wereld en ze oefenen zich in het vernieligen van andere volken, als dit nodig mocht zijn. Zoals elke natie, die zich respecteert, nietwaar? Vooral vrouwen oefenen zich in het parachutespringen en het vliegen in de stratosfeer, omdat hun uithoudingsvermogen groter blijkt te zijn. Dat heeft militaire bedoelingen: men wil hele regimenten in oorlogstijd achter de vijandelijke linies laten dalen, om daar alles te verwoesten. “Uit proeven is gebleken, dat vrouwen zonder grote moeilijkheden zonder zuurstof op 10.000 M. hoogte kunnen verkeren, terwijl voor een man 7000 M. al een prestatie is. Van het bombarderen van industrie-centra van uit de stratosfeer schijnt men zich in Rusland veel voor te stellen.” Zo bericht Moskou begin Mei 1936. Van “plaatsvervangend lijden” gesproken tot ons aller heil…. Kinderen op school dragen uniformen, vrouwen vormen regimenten….
Het is dus volkomen verklaarbaar, dat voor Moskou maar één politiek in aanmerking komt: Hoe kunnen we de Russische staat verdedigen? Al het andere is fraze, is gezwam voor de onnozelen. Ook het gepraat over socialisme en revolutie…. En van de “hogere goddelijke bedoelingen”….

Buitenlandse politiek.

In den beginne verwachtten de Russische diplomaten veel van een samengaan met Duitsland. In 1922 sloten ze het verdrag van Rapallo. In 1923, bij de bezetting van het Roergebied door de Fransen, verdedigden de bolsjewiki het felst de vrijheid der Duitse natie. Toen de fascist Schlageter wegens spionnage door de Fransen werd gefusilleerd, verheerlijkte Ruth Fischer hem namens de bolsjewiki. (“Rote Fahne”, 25 Juli 1923). Hetzelfde blad verklaarde zich op 10 October bereid “met alle eerlijk-nationaal-denkende kringen de strijd om de redding der natie te voeren.” Met dergelijke frazes werd het Duitse nationalisme aangewakkerd. In de “Inprekorr” van 25 Jan. 1927 verdedigde Boecharine het samengaan met Duitsland. Dat geschiedde naar aanleiding van het feit, dat de Russen voor 60 millioen granaten hadden geleverd aan de Duitse Rijksweer. In dat artikel zegt de schrijver, dat Duitsland een half-koloniale staat is(!), waarin het nationalisme een anti-imperialistisch karakter heeft! Men schold nog heviger dan de nationaal-sociatisten op het Vredesverdrag van Versailles. Het resultaat is bekend: het chauvinisme ontlaadde zich in een nationaal-socialistische lawine, die in haar verwoestende, arbeidersvijandige en cultuurslopende activiteit voorlopig aan het socialisme een einde maakte in Duitsland.
Maar sindsdien hebben de heren niets geleerd. Of liever: ze hebben uit Russisch eigenbelang hun politiek op dezelfde voet voortgezet. Overal daar, waar de Moskouse bolsjewiki meenden, een bondgenoot te vinden voor Rusland, wakkerden ze de nationale instincten aan, de haat tegen de vijand, het conflict tussen staten, om zelf daardoor sterker te staan. Toen men meende, zeker te zijn van Duitsland, schold men op Frankrijk. In de Stellingen voor het Congres van de Hollandse C.P. op 15-16 October 1932 leest men: “De regering Ruys de Beerenbrouck voert een actieve imperialistische roofpolitiek en bereidt zich voor op komende oorlogen –in het bijzonder voor de aanval op de Sovjet-Unie– door nauwere aansluiting bij het Franse imperialisme (zowel in de koloniën als in Europa) het voeren van een handelsoorlog tegen Duitsland, door weigering van erkenning of aanknoping van handelsbetrekkingen met de Sovjet-Unie enz.” Hierin is dus Frankrijk nog voorgesteld als de imperialistische vijand van Duitsland en Rusland samen. Natuurlijk verlenen de “sociaal-fascistische leiders” (dat zijn de sociaal-democraten!) “daadwerkelijke hulp voor deze roof- en onderdrukkingspolitiek.” De Volkenbond is dan nog een instrument van het Franse imperialisme en deswege driemaal vervloekt. Een grote overwinning van het Duitse bolsjewisme wordt voorspeld.
Doch dan komt de plotselinge en sensationele overwinning van Hitler, zonder slag of stoot. Millioenen bolsjewiki verzetten zich evenmin als millioenen sociaal-democraten. Geen staking, geen strijd. Doch het aan het bewind komen van Hitler beduidt voor Rusland een nieuwe Duitse koers. De Duitse bourgeoisie heeft begrepen, dat er in Midden- en Oost-Europa meer te halen is dan in West-Europa en daarom steunt ze Hitler. Diens politiek voorziet wel een botsing in Oost-Europa met de belangen van Rusland. Hitler’s anti-bolsjewisme is uiting van zijn anti-Russische politiek. En binnen twee jaar ziet Moskou kans, zijn buitenlandse politiek en die van de Derde Internationale óm te werpen. Nu wordt alles geconcentreerd op een verbond met Frankrijk en daartoe is het nodig, de Volkenbond te versterken, waarvan Frankrijk dan nog de leidende kracht is. Ter gelegenheid van de Tiende verjaardag van de Russische revolutie, verklaarde Stalin nog in 1927: “De sovjet-unie is geen lid van de Volkenbond, omdat ze de verantwoordelijkheid voor de imperialistische politiek van de Volkenbond, voor de oorlogsvoorbereiding, de versterking der bewapeningen, de militaire allianties, welke de Volkenbond dekt en sanctionueert (en welke alleen kunnen eindigen in een nieuwe imperialistische oorlog) niet wil dragen.” En Stalin noemde de Volkenbond “een bliksemafleider voor imperialistische intriges, waar de werkelijke zaken achter de coulissen worden afgedaan en hetgeen in het openbaar wordt gezegd, is slechts ijdele spraak, om de arbeiders te bedriegen.” De stellingen van het Zesde Congres van 1928 zeggen ook, dat de Volkenbond is “een imperialistische associatie tot handhaving van het verdrag van Versailles, dat op knevelarij berust en de vernietiging wil der revolutionnaire beweging over heel de wereld… enz.”
Dan volgen echter de besprekingen tussen Moskou en Parijs over een militair-verdedigend verbond. En de Volkenbond is nu “een vredes-instituut” geworden, Frankrijk niet langer een imperialistische staat, maar een democratisch land, dat de vrede wil. Als bij toverslag is het Franse land, dat de oorlog tegen Rusland organiseerde, veranderd in een land, dat de traditie der Franse revolutie hooghoudt, in broederschap met het Russische volk. En toch is er in Frankrijk niets veranderd.
Het Frans-Russisch verdrag is eerst definitief getekend in 1936. Maar reeds in 1935 werpt het zijn schaduw vooruit. De actie der Franse communisten tegen het leger houdt op. 15 Mei 1935 legde Laval een officieel bezoek af aan Moskou. Hij werd er schitterend ontvangen. Op verzoek van Laval werden er luchtmanoeuvres gehouden. Een luchteskader deed een aanval op een bepaald doel en na afloop heeft Laval den minister (volkscommissaris) van oorlog Worosjilof, van harte gelukgewenst…. Op 15 Mei was het ook, dat Stalin verklaarde Franse journalisten: dat hij “de verdedigingspolitiek van Frankrijk, om de gewapende macht op het niveau te houden, dat voor zijn veiligheid is vereist, volkomen hegrijpt en goedkeurt.” En Radek zeide tot een ander Frans journalist (“Vu”, 22 Mei, 1935): “Een regime, dat niet in staat is, de verdediging van het vaderland te verzekeren, verdient te gronde te gaan. Rusland heeft er belang bij, dat Frankrijk sterk is en daarom is het nodig, dat Frankrijk moreel herbewapent. De kommunistische Internationale is in staat, dit de Franse kommunistische partij aan het verstand te brengen.”
Het samengaan met Frankrijk heeft overigens in de buitenlandse politiek tot zonderlinge draaierijen geleid. Laval toch heeft in Januari van het jaar 1935 met Mussolini een afspraak gemaakt, om hem met rust te laten bij zijn imperialistisch avontuur in Abessinië. Maar als Volkenbondsstaat (voor de vrede!) moesten Frankrijk en Rusland toch Mussolini veroordelen. De Fransen deden dat zo zacht mogelijk en men weet, hoe ze de Italianen hebben gespaard. Daarin moest Rusland nu wel mee. Pas in 1933 nog hadden Rusland en Italië een vriendschapsverdrag gesloten en in 1935, onmiddellijk vóór de oorlog in Ahessinië, verschafte Rusland veel steenkool, graan en olie voor het Italiaanse leger. Daarom zeide Litwinof te Genève, toen Italië moest worden veroordeeld, op 5 September 1935: “Voor Sovjet-Rusland is het bijzonder onaangenaam, thans haar oordeel te moeten zeggen, aangezien dit oordeel niet gunstig is voor Italië, met welke staat Sovjet-Rusland in de beste verstandhouding leeft en waarvoor Sovjet-Rusland grote eerbied koestert.” (zie ook “Rusland van Heden.” 15 Sept. 1935). Maar het bleef bij platonische verklaringen tegen Italië. Toen Laval met Hoare samen in December 1935 een poging deed, om een flink stuk van Abessinië aan Mussolini toe te wijzen, protesteerde Rusland niet – terwijl de Nederlandse Colijn-regering nog wèl speciaal tegen zulk een voorstel stelling nam! En ook daarna is er van de Russische politiek te Genève niets uitgegaan, wanneer niet Frankrijk ook het nodig vond. In dat opzicht volgt Rusland geheel het Franse standpunt.
Ook ten aanzien van Engeland kon men dat bemerken. Aanvankelijk leek er een hechte samenwerking te bestaan tussen Frankrijk en Engeland. De Engelsen verdedigden –dat was voor een leek duidelijk– hun imperialistische belangen in Afrika. Nog nimmer hadden ze stelling genomen tegen veroveringen, wanneer het hun belangen niet schaadde. Engeland had Japan laten begaan bijvoorbeeld. In de Izwestia begon Radek te schrijven over de “Engelse vredespolitiek” en “Rusland van Heden” van 27 October 1935 nam een artikel op, met instemming, omdat “het inzicht baan breekt” en waarin staat: “De sovjetregering, die er zich van bewust is, dat vele kapitalistische staten inderdaad vrede willen, heeft zichzelve bereid getoond, om met deze staten in de Volkenbond samen te werken in het belang van de vrede.”

Einde Januari 1936 bij de dood van de Engelse koning was Litwinof in Londen, samen met maarschalk Tsjoesjatsjefki, die een week langer bleef, om wapens te kopen. De nieuwe koning had een onderhoud van drie kwartier met Litwinof. Geheim natuurlijk. Maar dat alles bleef niet zonder invloed. Want reeds in December 1935 vroeg de Engelse communistische partij, toegelaten te mogen worden tot de Labourpartij der sociaal-demoeraten. (“Tribune” 5 Dec. 1935).
Doch met het verkoelen van de Frans-Engelse betrekkingen hoort men over Engels-Russische vriendschap ook niet meer zo veel. Misschien moet de communistische partij nu weer gaan ontdekken, dat Engeland geen vredelievende staat, maar een imperialistische is….

De nieuwe koers.

De nieuwe koers van de bolsjewiki is natuurlijk officieel bezegeld geworden op het Zevende Congres van de Derde Internationale, in de zomer van 1935. Daar zijn de besluiten genomen, die de bolsjewiki opwekken, overal tot eenheid te komen met de sociaal-democraten –voorheen gescholden voor sociaal-fascisten– en met deze sociaal-democraten het nationalisme te huldigen in de democratische landen. Ja, het land met de dictatuur, als Rusland is, huldigt het democratisch regiem!
En het erkent nu de waarde van de nationale onafhankelijkheid. Daarmee is Hitler in Duitsland almachtig geworden. Die waardering voor het nationalisme is in alle landen het zuurdeeg voor het fascisme. Maar Moskou huldigt het. Waarom? Omdat bepaalde landen bereid moeten zijn, oorlog te voeren tegen Duitsland en daarom moet de oorlogsgeest er gewekt worden.
In Frankrijk begint in 1935 de politiek van Godsvrede met de nationale bourgeoisie, met die bourgeoisie, welke –onder aanvoering van Herriot en van de radicalen– in Rusland een geschikte bondgenoot ziet tegen de Duitsers. Die vrede met de nationale burgerij wordt bezegeld in een politiek samengaan, dat sindsdien de naam van Volksfront heeft gekregen. De eisen van het Volksfront zijn die van de rechtervleugel van de combinatie, n.l. van de burgerlijke radicalen, die kunnen worden vergeleken met de Nederlandse vrijzinnig-democraten. Dat programma eist sociale hervormingen, zoals men die in vele burgerlijke landen reeds kent en voorts handhaving van democratie en parlementarisme, strijd tegen het fascisme. Niet één socialistische eis komt erin het programma voor. Op de nationale feestdag –14 Juli 1935– wordt dan een demonstratie gehouden, waarin sociaaldemocraten en bolsjewiki broederlijk vooraan lopen met de radicalen als Daladier. De conservatieve “Matin” zag hierin een bewijs van het weder ontwaken van Frankrijk. Nu klonk uit de rijen van het Volksfront de kreet: Leve het leger – die in jaren niet meer was gehoord. “De aanhangers van de linkerpartijen marcheerden achter de driekleur en zongen de ‘Marseillaise’, terwijl ze een mensenleven lang alleen de Internationale hadden gekend.”
Bij de senaatsverkiezingen van October 1935 kwam voor het eerst een bolsjewiek in de senaat, nl. Cachin. Deze Cachin, leider van de C.P. is weer dáár, waar hij in 1914 stond. Hij was toen een vurig patriot, tot 1918 toe bleef hij dat en hij reisde naar Italië om met…. Mussolini de Italiaanse arbeiders over te halen, deel te nemen aan de oorlog. Op de lijst van het Volksfront stond ook Cachin en lijstaanvoerder was… Steeg. Onder diens vlag loodste men Cachin de senaat in. En wie is Steeg? Hij is gouverneur geweest van Marokko, een echte militaire imperialist.
Maar het werd nog mooier. De regering van Laval begon einde 1935 wankel te staan. Bij de val van dit kabinet trad Sarraut op als premier. Voor het eerst in Frankrijk stemden de bolsjewiki voor de regering van Sarraut! De vrede met de Franse bourgeoisie was volmaakt. Want wie is Sarraut? Evenals Steeg een koloniaal dictator, die in Indo-China zijn lauweren heeft behaald. Bij een opstand daar heeft hij honderden inlanders laten wegmaaien, wat overal in linkse kringen het grootste verzet uitlokte. Nu werd Sarraut gesteund door de bolsjewiki…. De Belgische “Drapeau rouge” –het bolsjewistisch blad dat Moskou door dik en dun verdedigt– had zelf in zijn nummer van 4 November 1933 geschreven: “De heer Sarraut is een radikaal en tevens een volmaakt kolonisator. Hij was vrij lang gouverneur van Indo-China, waarvan hij de onbetwistbare tekenen achter liet: een wout van galgen en een zee van bloed."
Men kent het vervolg. Onder Sarraut werden de verkiezingen gehouden, die eindigden met een overwinning van het Volksfront en van de sociaal-democraten en bolsjewiki. Op welk program werd die verkiezingswinst behaald? Men leze in de”Tribune" van 23 April de radio-rede van Thorez en men ziet, te doen te hebben met een Frans patriot. Hij verdeelt de staten in oorlogwillende en in vredelievende! Alle socialisten hebben vergeefs geleefd. Zij toch hadden bewezen, dat het kapitalisme nooit bloeien kan dan door een oorlog. Dat kapitalisme en oorlog niet van elkaar zijn los te denken. Nu komt Thorez met het burgerlijk-pacifistisch sprookje van vredelievende imperialisten…. Engeland, Frankrijk, Nederland, België – koJoniale rijken van de eerste grootte, zonder militarisme onhoudbaar en onbestaanbaar, worden tot vredelievende rijken geproclameerd. Zeker, de kleine onder hen –Nederland, België– willen nimmer oorlog, omdat ze er alleen hij zouden verliezen en vermalen zouden worden. Maar de grote hebben nog in de periode van 1914-1918 bewezen (en in zekere zin behoorde zelfs België daarbij) dat men uitging op nieuwe veroveringen en de overwinning bezegelde met het toevoegen van nieuwe gebieden en nieuwe koloniën. Die worden nu heilig verklaard, onaantastbaar. Wie er áán komt, verstoort de vrede. Allicht. Maar moet een revolutionnaire partij kiezen voor het ene tegen het andere imperialisme, voor de ene tegen de andere roofzucht?
Thorez zegt dan verder, dat men geen onteigening wil, maar strijd tegen de 200 families, die Frankrijk regeren. Hebt ge wel eens van een burgerlijke klasse gehoord, van een burgerlijk systeem? Onzin – het zijn 200 families, die ons in de weg staan! “Wij reiken de katholiek, onze broeder, de hand. We reiken haar ook aan de vroegere frontstrijder, die lid van de Vuur kruisen geworden is, omdat hij een zoon van ons volk is, die evenals wij de ruïne en de catastrophe van het land verhinderen willen. We zijn de grote communistische partij, met de zich opofferende en arme functionnarissen, die nooit in énig schandaal gewikkeld waren. We hebben de driekleur van onze vaders verzoend met de rode vaan onzer hope….”
En na de overwinning verklaarde Thorez, op 6 Mei 1936, dat de C.P. was: vóór toekenning van een miljard voor de sport, vóór het verlenen van steun aan grote gezinnen en vóór strijd tegen de geboortebeperking! Communisten, die met de kerk en de reactie tegen het nieuw-malthusianisme zijn! De communisten waren bereid, te stemmen voor de credieten voor nationale defensie, voor landsverdediging. Natuurlijk!
Het was een onverwachte en onaangename verrassing, dat spontaan en zonder dat partijen en vakbond het hadden gewild, de reusachtige stakingen met bedrijfbezetting uitbarsten in Juni. Het Volksfront waagde het niet, openlijk op te treden tegen deze massale beweging. De nieuwe regering van Blum suste de zaak, door een werkweek van 40 uur, vacantieregeling en hoger loon toe te staan. Van de bolsjewiki ging echter geen enkele actie uit. Geen enkel parool, geen enkele bespreking van een revolutie. Integendeel: trouw aan sociaal-democratische partij en modern vakverbond werd gepropageerd. Toch was deze prachtige, spontane, directe actie van revolutionnaire aard, vooral door de toegepaste methode van de bedrijfsbezetting. Bij alle rust droeg ze ongekende mogelijkheden in zich. Maar de C.P. verroerde zich niet.. Een revolutie in Frankrijk zou de militaire waarde van Frankrijk als bondgenoot van Rusland hebben verminderd!
De bolsjewistische pers gaf het parool uit: “Niet alles is mogelijk.” En revolutionnaire opwekkingen werden niet geduld. Het orgaan der Trotskisten werd zelfs in beslag genomen wegens “opruiïng”….
Geheel in overeenstemming met deze politiek is die der Tsjechische Communistische Partij. Deze verktaarde op 6 November 1935, dat de strijd vóór de vrede tegelijk strijd is tegen Hitler, dat een Volksfront de beste waarborg was voor die strijd tegen Hitler –dus niet tegen de binnenlandse, maar tegen de buitenlandse bourgeoisie!– dat men de buitenlandse politiek van Dr. Benesj goedkeurde en voor diens begroting zou stemmen, wat ook geschiedde. Nu is Tsjecho-Slovakije door een militair verdrag verbonden met Rusland. Er was een lijd, dat Tsjechische nationalisten als hulptroepen tegen de Russische revolutie werden gebruikt. Nu zijn ze bondgenoten van Rusland.
Maar er is meer: Tsjecho-Slovakije is een kapitalistische kolonie van Frankrijk. De grote kapitalen, de grote industrieën zijn Frans. De Skoda-Werke, oorlogs- en metaalindustrie met ontzaglijke vertakkingen in heel het economische leven, zijn filialen van Scheider-Creusot. De verdediging van Tsjecho-Slovakije is dus tevens de verdediging van het Franse kapitalisme in Midden-Europa! Maar Moskou leent zich daarvoor….

De toestand in België.

Merkwaardig is ook, na te gaan, hoe de Belgische bolsjewiki opdracht hebben, om België te betrekken in het Frans-Russisch verbond. Terwijl vele Belgen voor een neutraliteitspolitiek zijn, moet de Comm.-Partij een militair bondgenootschap voorstaan met Frankrijk en Rusland. Zou Hitler in oorlog komen met Tsjecho-Slovakije en Rusland, dan zou België op zijn beurt Duitsland moeten aanvallen. Deze uitbreiding van de oorlog, dit algemeen maken van de oorlog heet dan: vredespolitiek, heet de “ondeelbaarheid van de vrede”, Zozeer is de vrede ondeelbaar, dat als hij in het Oosten moet worden verstoord, men hem ook in het Westen moet verstoren…. Of overal vrede, of overal oorlog…. Dat is de vredespolitiek van Moskou van heden. (Wat hij morgen zijn zal? Dat is nog niet te voorzien!).
Het was op 19 December 1935 dat Jacquemotte in de Belgische kamer verklaarde, dat België gevaar loopt, te worden aangevallen door Duitsland en dat in zulk een geval België bondgenoten behoefde. Hij zeide dan: “We zijn geen ontkenners van het vaderland, we zijn geen nihilisten….” En na dan nog wat verwarde woorden te hebben gewijd aan de strijd tegen de bourgeoisie en aan het vaderland, dat de arbeiders voor zichzelf moeten veroveren, gaat hij voort, alsof de arbeiders niettemin een vaderland hebben en zegt hij: “Ik beweer, dat wij de ervaren verdedigers zijn van de onafhankelijkheid van België, door het afsluiten van een verdrag te bepleiten van wederzijdse bijstand tussen België en Sovjet-Rusland, welke heden de beste verdedigster is van de vrede.” Reeds op 4 Augustus had hij opgewekt, te demonstreren voor een Belgisch-Russisch militair accoord.
In de Vlaamse bolsjewistische “Rode Vaan” leest men, dat de Vlaamse oud-strijders wilden betogen voor een politiek van vrijwillige neutraliteit en opheffing van alle militaire accoorden. Dat noemt de “Rode Vaan” een hol slagwoord en ze eist toetreding tot verdragen van bijstand. Nogmaals verzekert ze: “Wij zijn voor de verdediging van de nationale vrijheden en de zelfstandigheid.” De Antwerpse stakers hebben weer geweten, wat die vrijheid waard was, toen ze werden neergeknuppeld!
“De Rode Vaan” van 21 Maart 1936, die eist, dat men bij een Duitse aanval het land zal verdedigen, wil de vorming van volksmilities! Wat betekent dat? België heeft reeds algemene dienstplicht! Het beduidt: uitschakeling van fascistische officieren. Dan is het Belgische leger al zoiets als een “Rood leger”. Op die manier zijn alle legers van vóór de oorlog rode legers geweest! Op 28 Maart leest men dan weer: “Zo Hitler de oorlog ontketent, zullen we onze volle plicht doen, op leven en dood tegen de nazi-moordpest.” Dat zegt Van Extergem.

Maar de Belgische bolsjewistische “Drapeau Rouge” had nog geschreven op 21 October 1933 (toen dus Hitler ook al aan de macht was):
“Het ‘oorlogszuchtige en barbaarse Duitsland’, enige hinderpaal voor de krachtsinspanningen en verstandhouding der beschaafde en pacifistische naties (stijl van ‘Le Peuple’ en andere patriottische bladen) bestaat niet. Wat bestaat, dat is gelijkwaardig aan de contra-revolutionnaire barbaarsheid van de nazi-arbeiders-moordenaars. Dat is de barbaarse terreur in Indo-China en de barbaarse oorlog in Marokko, waar de Franse ‘beschaving’ vrouwen, kinderen, grijsaards bombardeert om vervolgens onafhankelijke stammen te terroriseren en te onderwerpen. Dat is de slachting van de zwarte stammen van Kwango door de Belgische beschavers, die er het uitputtende werk der negers betalen met één en twee francs per dag. Dat is de”pacifistische" vloot van Roosevelt, bereid tot het beschaven van Cuba. Dat is het koloniale Engeland, dat zijn de bloedige, oorlogszuchtige diktaturen van Italië, Boelgarije, Hongarije, Polen en Joego-Slavië." Maar twee jaar later zijn dat allemaal vredelievende beschaafde staten en is Hitler de enige en gevarlijke drijver tot oorlog….
De “Rode Vaan” van 4 April dan vervolgens gaat tekeer tegen de minister van landsverdediging, Devèze, omdat deze een gevaar is…. voor de weerbaarheid van België! Door de soldaten slecht te behandelen maakt men ze minder geestdriftig voor een oorlog! “Minister Devèze saboteert de weerbaarheid van het land tegen de dreigende Hitler-overval, door de schandelijke behandeling van de hèr-opgeroepen soldaten en de wraakroepende bevoorrechting der reserve-officieren.” “Vergoeding in de eerste plaats voor hen, die het ’t dringendst nodig hebben en het onverwijld vormen van volksmilities –met wering aller fascistische elementen– opdat we onze verdediging tot het maximum zouden kunnen opvoeren tegen Hitler.”
Dit alles is veel meer dan reformisme. Veel minder dan sociaal-democratie. Met is patriottisme van het laagste allooi: Zo heeft men opgehitst tot de oorlog in 1914. En het resultaat? Men weet het. En toch was het nog niet te vergelijken met wat het resultaat van een komende gasoorlog zal zijn….

Nationaal-bolsjewisme in Nederland.

Aangezien ook Nederland een randstaat is van Duitsland, moet uit de aard der zaak ook hier het nationalisme worden aangewakkerd tegen Duitsland. Nu was iets dergelijks reeds lang te voorzien, omdat Nederland en Rusland dezelfde belangen hebben ten aanzien van Japan. Tegenover Japan zijn de Ned. burgers en de Russen bondgenoten. Reeds in de “Tribune” van 20 Juli ’33 leest men, dat “Japan een sterke diplomatieke druk uitoefent op de Ned. regering, teneinde in oorlogstijd goedschiks de petroleumbronnen van Tarakan en Balikpapan in handen te krijgen.” En dan vervolgt het blad: “Het ernstige gevaar bestaat, dat de Nederlandse regering hierin toestemt. Dit zou betekenen, dat de Nederlandse bourgeoisie direct deelneemt aan een oorlog tegen de Sovjet-Unie.” Toen reeds wilde dus de “Tribune”, dat de Nederlandse bourgeoisie zich tegen Japan zou verzetten, militair.
Intussen is die eis nog veel duidelijker gesteld. Roestam Effendi heeft thans de opdracht, te eisen, dat Indië sterk wordt bewapend en verdedigd, maar door de Indische volksmassa’s zelf. Dat verstaat deze heer onder “nationale onafhankelijkheid”. Maar waar bemoeit hij zich dan mee, als hij wil, dat de Indonesiërs onafhankelijk zullen zijn? Als ze dan lust hebben, samen te gaan met Japan –en dat zijn er niet weinigen!– moeten ze dat toch zelf weten! Maar de Nederlandse communisten verstaan onder nationale onafhankelijkheid voor Indië: bewapening der inlanders voor een oorlog tegen Japan. Dat begon met een rede, die men in de “Tribune” vindt van 8 Nov. 1935. Daar leest men: “Indonesië weerbaar tegenover alle imperialistische staten. Indonesië moet weerbaar worden gemaakt door invoering van een volksmilitie, die alleen in staat is, Indonesië werkelijk tegen binnenlandse overheersers en de buitenlandse imperialistische belagers te verdedigen. De vloot en het leger van de Hollandse bourgeoisie bieden daartoe geen garantie en juist nú, nu de verwikkelingen in de internationale arena zich toespitsen, is het gevaar, meegesleept te worden in een oorlog buitengewoon groot. Spreker wijst op de koloniale roofoorlog van Mussolini tegen Abessinië en bespreekt in dit verband het oorlogsgevaar in Europa. Voor ons is het Duitse fascisme het hoofdgevaar. Spreker herinnert aan de uitlating van Mussert:”Als men ons oproept te vechten tegen het monster van Moskou, zijn we allen solidair met het bruine hemd van Hitler." Daartegenover zegt spreker: “Indien de tijd komt, dat de horden van het Duitse fascisme over onze grenzen trekken, om hier de heerschappij van de beulsbijl en het concentratie-kamp te vestigen, dan zullen wij, communisten, de ganse bevolking van Nederland oproepen, om te strijden tegen het fascistisch monster. We zullen ook opkomen voor de Nederlandse nationale onafhankelijkheid, zo goed als we deze voor Indonesië eisen.”
In de “Tribune” van 30 November wordt dan nog eens volksmilitie geëist en gaat Roestam Effendi een stap verder. “Er wordt ook gezegd: Het is niet nodig, volksmilitie voor de Indonesiërs. ’t Is den Javaan vrijwel onverschillig of hij door het Japanse of door het Hollandse imperialisme wordt uitgebuit! Deze bewering vindt natuurlijk nergens haar rechtvaardiging. (Let op!) Zonder de ene of andere heerschappij van de koloniale rovers te willen verdedigen, moeten we wel de feiten vaststellen, dat tussen de verschillende koloniale regiems nog altijd een gradueel verschil bestaat in de intensiteit van onderdrukking, terrorisme en uitmergeling.” Dat betekent, dat ondanks het Digoelkamp en ondanks een onderdrukking, die zelfs de “Nieuwe Rotterdamse Courant” aanklaagde, desnoods de inlanders “het kleinste kwaad” moeten verdedigen tegen Japan! Zonder dat men overigens hun mening vraagt…. Daar beslist Moskou blijkbaar over!
En in de “Tribune” van 9 December vinden we een ontstellend artikel, een rede alweer van Roestam Effendi, waarin hij zich herhaaldelijk verklaart vóór de verdediging van de nationale onafhankelijkheid, vóór de bereidheid, zich met de uiterste middelen tegen Duitse invallers te verweren. Maar, zo zegt hij, reken niet te veel op hulp van de Volkenbond. De werkende massa, ook in Indië, moet zelf die verdediging ter hand nemen. “Boven alles geldt voor haar de verdediging van haar nationale onafhankelijkheid te voeren. Ik zeide zo even, dat de weermacht in Indonesië niet toereikend zal zijn tegenover een dergelijke aanval van buiten. Immers, de Nederlandse weermacht in Indonesië is speciaal gericht op wat de regering noemt de handhaving van de binnenlandse orde. Onze mening is, dat de verdediging van Indonesië een zaak is, niet van Nederland, maar van het Indonesische volk zelf, omdat we er van overtuigd zijn, dat een volk, dat niet bereid is zijn eigen onafhankelijkheid te verdedigen en te veroveren, zijn recht op een zelfstandig bestaan verbeurt.”
Wat, hebt ge wel eens gehoord van ontwapening, van internationale solidariteit, van verbroedering inplaats van oorlog? Onzin: Roestam Effendi weet het, in opdracht van Moskou: Er moet oorlog gevoerd worden voor de nationale onafhankelijkheid! Daarom: dienstplicht in Indië, “openstelling van militaire functies in het leger en de vloot, omdat voor Indonesiërs dit tegelijk een oplossing brengt in het z.g. moeilijke personeelsvraagstuk….”. “Het bewijst tevens en terecht, dat de nationalisten de landsverdediging niet alleen willen overlaten aan een vreemde overheid, doch deze zelfstandig wensen te organiseren.” En als klap op de vuurpijl, na een tirade over het ultra-mititaristische Japan: “Ik ben er van overtuigd, dat als het er op aankomt zich te verdedigen, het Indonesische volk niet in dapperheid zal onderdoen voor datgene, wat ons het Abessijnse volk te zien geeft.” Let wel: volksmilitie, niet tegen Nederlandse koloniale overheersing (zoiets zou men ook moeilijk in een Nederlands parlement kunnen eisen!) maar dienstplicht, gericht tegen Japan…. Als de bolsjewiki inderdaad waren voor een onafhankelijk Indië, moesten ze alles verder overlaten aan de Indiërs. Neen, vanuit Nederland moet men de dienstplicht invoeren.
Het is schaamteloos. Als men de Nederlanders kon overtuigen van hun sociale taak jegens Indië, van de noodzaak, steun te geven aan de bevrijding der inlanders, kon de hele leuze “Indië los van Nederland” ons worden gestolen. Dan was ons niets liever dan een nauw verbond tussen Indiërs en Nederlanders voor culturele en sociale doeleinden. Inplaats daarvan, met bedrieglijke leuzen over nationale onafhankelijkheid, wil men de inlanders vermilitariseren van uit Den Haag!

De samenwerking met de Nederlandse bourgeoisie voor oorlogsdoeleinden, aan de zijde van Rusland dan, is verder nagestreefd bij verschillende gelegenheden. Wijnkoop aanvaardt op 10 December mèt de landsverdediging ook de wet op de luchtbescherming, die de illusie kweekt, dat men een volk –en een klein volk– zou kunnen vrijwaren voor de verstikkingsdood in een gasoorlog. Reeds verklaarden zich de communisten voor de Volkenbond. De “Tribune” van 23 October 1935 wekt de Hollandse bourgeoisie nog eens op, een accoord te treffen met Rusland en Rusland te erkennen. “Ze weigert dit uit het standpunt van een benepen reactionnaire politiek, die op dit moment nog belachelijker wordt, daar de ironie van de geschiedenis wil, dat ze in de internationale politieke verhoudingen (ten opzichte van de oorlog Italië-Abessinië) zelf aan de zijde van Engeland staat en…. van de Sovjet-Unie”. Hand in hand, vereend. Inderdaad…
In 1935 verscheen van de C.P.N. de brochure “Volk en Vaderland in Nazi-hand”, waarin werd gezegd, dat de krant van Mussert een nazi-krant is. Daartegen zoekt men samenwerking met alle Nederlandse nationalisten. “We vragen alle Nederlanders, die huis en hof liefhebben, moet aan het verderfelijke werk van deze landverrader paal en perk worden gesteld, ja of neen?” Niet het ergste is meer, dat de bourgeoisie en fascisten vijanden van het socialisme zijn…. maar dat ze “landverraders” zijn. Dat woord was vroeger een scheldwoord juist voor…. socialisten, vanwege hun internationalisme! Nu zegt het pamflet: “De communisten strijden voor het behoud van de nationale onafhankelijkheid van het Nederlandse volk.”
In het maandschrift “Communisme” van November 1935 schrijft A.S. de Leeuw een artikel, (“De strijd om de vrede”), waarin wordt opgewekt, met Rusland een verbond te sluiten. Want Rusland…. verdedigt de Nederlandse onafhankelijkheid. Jawel! Men leze:
“In Europa is het konkrete gevaar op dit ogenblik de aanval van het fascistische Duitsland, de doormars van de Pruisische troepen, de bezetting van Holland. Daarmee zou de oude droom van het Duitse imperialisme haar vervulling vinden. Ofschoon het een imperialistisch rijk is, behoort Holland tot de zwakke Europese staten, die door het Duitse fascisme bedreigd worden in hun onafhankelijkheid en nationale zelfstandigheid. Alles, wat de Duitse aanvalslust tegenhoudt en het Duitse fascisme verzwakt, is daarom in het belang van het Nederlandse volk. Dat doet in de eerste plaats de macht van de sovjet-unie en haar rode leger. En het is volstrekt geen overdrijving, als onze partij vaststelt, dat zonder deze macht, die de vrijheid van alle zwakke staten beschermt, de onafhankelijkheid van Nederland niet lang meer zou bestaan!”
Men gelooft zijn ogen niet! Daar heeft Rusland een revolutie voor gehad, opdat het de onafhankelijkheid van het Nederlandse burgerdom zou beschermen! Maar men behoeft het nog niet te geloven. Hoe heeft Rusland het zwakke Abessinië niet geholpen! Nu, precies zo zal het Rode Leger Nederland bijstaan…. Waarom het gaat, is alleen, de Nederlandse staat tot bondgenoot te maken van Rusland. De rest is larie….
We lezen dan nog verder: “In de thesen van het Zesde wereldeongres wordt gezegd (dat was dus in 1928, C.) dat de deelneming aan een nationale bevrijdingsoorlog en de ondersteuning daarvan, betekenen, dat een proletariaat, dat zulk een oorlog ondersteunt”een tijdelijke samenwerking met de bourgeoisie aangaat“. Maar deze tijdelijke samenwerking mag nimmer voeren tot het afzien van de klassestrijd….” Deze wartaal is geen weerlegging waard. Eén van beide: er heerst in een land klassestrijd en dan wordt het zó verzwakt, dat geen oorlog met succes is te voeren. Of wel de oorlog moet gewonnen, dan moet ieder zich onderwerpen aan de strengste militaire tucht. Meent men, als het Indische leger en de vloot de “onafhankelijkheid” moeten verdedigen, dat men zich dan een muiterij op de “Zeven Provinciën” kan veroorloven? Laten de heren nu niet langer zwetsen en nadrukkelijk elk verzet en elke klassenstrijd afzweren. Dat is tenminste eerlijker!
In het December-nummer van “Kommunisme” heeft dezelfde schrijver een artikel over “De arbeidersklasse en het nationaal bewustzijn.” Nu, daar heeft de massa helaas genoeg van. Als ze zoveel socialistisch bewustzijn had als nationaal bewustzijn, zag Europa er anders uit…. Maar de bolsjewiki willen het nationaal bewustzijn –in een tijd, dat het fascisme met nationale leuzen razend veld wint– nog wat ondersteunen. Nederland mag niet het terrein worden van de oorlog. Daarom moet het bewapenen en zich verdedigen. Alsof het Nederlandse leger ooit in staat is, een Duits leger te weerstaan! Nu vallen “nationaal en internationaal belang” te zamen! Tegen Duitsland! Daarvoor is het Nederlandse nationalisme bruikbaar! Neen, nu is dat nationalisme niet meer reactionnair…. Hoort:
“Als het woord ‘Nationaal’ gebruikt werd, dan ging het steevast om de mufste reactie, de bewieroking van middelmatige persoonlijkheden, om de plundering van Lombok of de verovering van Atjeh. Maar indien het Nederlandse nationale bewustzijn een hinderpaal kan vormen voor de veroveringslusten van de Duitse fascisten, deze vijanden van het menselijk geslacht, dan zou het nog eenmaal een eervolle rol in de geschiedenis kunnen vervullen.”
Er ontbreekt nog maar aan, dat hier het “Wien Neerlands bloed” volgt! In Rotterdam zei in de gemeenteraad het C.P.-lid Schaap op 20 December 1935: “We zullen, als dat nodig is, de bevolking van Nederland oproepen tot verdediging van onze onafhankelijkheid.” Let wel…. ònze onafhankelijkheid. Die meneer Schaap moet een onafhankelijk man zijn…. Wat zeiden in 1914 ook weer Wijnkoop en De Visser en Lenin over de verdediging van de staat, of de nationale oorlog? Dat was het “lafste sociaal-patriottisme”, dat was het grootste verraad, dat was…. enfin, men sla het maar na. Maar de tijden veranderen.
Tenslotte nog enkele citaten:
“Is eenmaal de oorlog een feit, dan is er geen keus meer. Dan is ieder Nederlander tenslotte Nederlander en lopen we allen te hoop, om het gemeenschappelijk gevaar te keren…. Ik moet ze zien, de Nederlandse arbeiders, van heden, om maar een enkel voorbeeld te noemen, die niet schouder aan schouder achter de regering staan, om bijv. een lang niet denkbeeldige inval van Hitler’s benden en een Duitse overrompeling in ons land te keren…. Aan tientallen partijgenoten heb ik ook de vraag gesteld:”Wat zoudt ge doen indien zulk een geval zich eens voordeed? En het antwoord was zonder uitzondering: “Er op staan”.
Maar neen, dat is niet uit de “Tribune”. Dat is van Mr. J.E.W. Duys, nationaal kamerlid, die de bolsjewiki heeft bekeerd tot zijn standpunt….

De konsekwenties.

Dit alles is van buitengewone betekenis. Indien “het socialisme alleen een economisch-politieke beweging was, zou het reeds meer dan de moeite waard zijn, er voor te strijden. Maar het is ook een zedelijke, culturele beweging. Immer heeft men beweerd van socialistische zijde, een hogere kultuurvorm te begeren, een menselijker samenleving. Indien de produktie- en distributie-methoden zouden veranderen, maar de oorlogsnoodzaak zou blijven, dan ware het nieuwe systeem nauwelijks beter dan het oude. Wanneer volkerenvernietiging, haat, verwoesting, moordpartijen onder arbeiders blijven, dan is zulk een soort van ‘communisme’ niet waard dat er één leven aan wordt geofferd. Dan is er bitter weinig en in beginsel niets veranderd. Daarom is het standpunt tegenover een oorlog beslissend voor iemands socialistische gezindheid. Want wanneer we het kapitalisme willen vervangen door socialisme, is het niet alleen en niet eens in de eerste plaats, omdat meerdere welvaart er het gevolg van is, maar omdat we meer solidariteit, levensvreugde en internationale broederschap willen, meer grondslagen voor menselijke beschaving. Een soort van ‘communisme’, dat oorlog aanvaardt en nodig heeft, is erger en slechter dan een kapitalisme, dat zonder oorlog zou kunnen bestaan. Dat laatste is een onmogelijkheid gebleken en daarom willen we de opheffing van de kapitalistische economie. Als we bereid waren, oorlog te aanvaarden, was er weinig reden, het socialisme vóór te staan!
En waartoe leidt het bolsjewistisch standpunt van de aanvaarding van de landsverdediging? Tot zuiver fascistische consekwenties. Wil men inderdaad strijd aanvaarden, dan moet de burgerbevolking worden gemobiliseerd, dan moet de hele industrie op oorlogssterkte worden gebracht. Want het zou grenzeloos misdadig zijn, wel oorlog te aanvaarden en géén uitgebreide bewapening, geen stikgassen, geen tanks geen vliegtuigen… Eén van beide: Niet strijden, òf: goed, sterk bewapend. Maar dan hebben de fascisten volkomen gelijk, dat er een algemene dienstplicht nodig is, lichtingen van 50.000 man inplaats van 20.000 –dat de oorlogssterkte van het leger op een millioen moet worden gebracht.– Dat zal ontzaglijk veel kosten. De consekwentie van het bolsjewistische standpunt is, dat men in vredestijd honger zal lijden, om in oorlogstijd te kunnen sterven en te kunnen doden. Dat de ellende en het broodsgebrek zullen stijgen, opdat men kanonnen kan kopen en gassen kan laten maken. Dat reeds nu de ganse militaire organisatie van de burgerbevolking moet worden voorbereid. Niets is laffer dan de”socialistisch" landsverdediging op een koopje….
Juist om deze onafwendbare consekwentie verwerpen wij de landsverdediging. En we hebben méér eerbied voor een pacifist als de vliegenier Viruly, die ontslag neemt als officier – dan voor socialisten en communisten, die oorlogsgeest aanwakkeren met fraaie leuzen. Een beschamend voorbeeld voor dezen is zelfs nog de democraat van Embden, die tenminste begrijpt, dat er niets te verdedigen valt met oorlog, “omdat door de verregaande verarming en geestelijke ontreddering, welke ze (landsverdediging) teweegbrengt, de volksvrijheden te onzent evenzeer ten val zullen komen als elders is geschied. Ons vaderland en onze democratie zouden te gronde zijn ‘verdedigd’.” Zelfs een Ds. Buskes begrijpt, dat een “Volkenbond” die bestaat uit imperialistische en zwaarbewapende staten en die “vrede door bewapening” voorstaan (zoals Rusland) nimmer de vrede kan dienen. Deze predikant zegt: “Het toepassen van militaire sancties door de Volkenbond zal dan ook in laatste instantie een wereldoorlog betekenen. Dan is de Volkenbond inplaats van vredesinstrument, oorlogsinstrument geworden.” Als het er op aankomt, zien deze pacifisten de gevaren beter in dan onze “communisten”!
We weigeren te propageren, dat oorlog met oorlog moet worden bestreden.
Een tweede argument is, dat men Rusland moet verdedigen. We betwisten, dat Rusland in een uitzonderingspositie moet worden geplaatst wegens zijn voortreffelijkheid en uitverkoren staat. In Rusland woont één twaalfde der mensen. Hebben ze het recht, te eisen, dat de rest der mensen zich onderling verscheuren en elkaar uitmoorden, in hún belang? Waartoe is het nodig, een oorlog algemeen te maken, van twee volken te doen overslaan op alle, wanneer Rusland in het geding is? Dat ware zelfmoord-politiek van het Europese proletariaat.
En we bestrijden, dat het communisme in Rusland, zo het bestond, door een oorlog kon worden verdedigd. Bij oorlog zullen de Russen de arbeiders in de buurstaten tot hun vijanden maken, terwijl ze bondgenoten moeten worden. Bij oorlog zal Rusland slechts haat kweken en wraakzucht, die elk beginsel van socialisme verstikken. Indien echter honderdvijftig millioen Russen werden doordrongen van de idee, dat andere arbeiders hun toekomstige bondgenoten moeten zijn – dat ze mèt hen en niet tegen hen moeten strijden, indien deze milioenen werden opgevoed in opstandigheid jegens elk militarisme en elke overheersing, dan zou een andere staat zich wel twee maal bedenken, in zulk een land zijn troepen te zenden. Indien men tien millioen van zulke rebellen zou inlijven, haalde men evenveel revolutionnairen binnen de grenzen, die samen met het proletariaat in het imperialistische land, het systeem zouden te gronde richten. Lenin heeft er zelf op gewezen, dat men een land vol revolutionnairen eerder boycot dan bezet. Want, zo zeide hij, wie honing wil, zal toch geen bijenkorf in zijn huis halen. De bijen zouden harder steken dan de honing ooit genot kon geven. Het nadeel zou oneindig veel groter zijn dan het voordeel. Ook in Rusland ligt redding alleen in het zoeken van eenheid met buitenlandse arbeiders, in het bevorderen van een Europese omwenteling – en zeker niet in het ophitsen tegen elkaar van Franse tegen Duitse arbeiders, beide slachtoffers van het kapitalisme.
Maar afgezien van deze overwegingen: de Europese arbeiders kunnen een oorlog tegen Rusland –en tegen elk ander land– slechts verhinderen door geen munitie of soldaten te vervoeren voor die aanval, door juist te weigeren zich in dienst te stellen van welke oorlogspolitiek ook. Trouw dan het anti-militarisme en boycot van elke oorlogsdaad kan alleen oorlog voorkomen, maar kan ook alleen in het belang zijn van Rusland.
Natuurlijk kunnen de bolsjewiki zich voor hùn oorlogspolitiek beroepen op Lenin, die zodra hij het gezag uitoefende, ook veranderde. Men mene ook in de R.S.A.P. bijvoorbeeld niet, met Trotzki of Lenin de politiek van Stalin te kunnen bestrijden. Het is lood om oud ijzer. Leerzaam is het artikel van Lenin van December 1922, waarin hij zegt (men zie de “Tribune” van 19 Maart 1932) “dat het onmogelijk is, op een oorlog met een staking te antwoorden, evenzo als het onmogelijk is, op een oorlog met een revolutie te antwoorden, in de eenvoudige en letterlijke zin van het woord.” De Russische revolutie was dus blijkbaar een vergissing!
Lenin vervolgt dan, dat de arbeidersorganisaties hulpeloos staan tegenover oorlog en beveelt alleen aan “instandhouding, respektievelijk vorming van een illegale organisatie van alle aan de oorlog deelnemende revolutionnairen voor de voortdurende arbeid tegen de oorlog.” Welk een humbug! Deelnemen aan de oorlog, doden, schieten, gehoorzamen (z.g.n. uit zelfbehoud) sterven tenslotte… allemaal bijwijze van “arbeid tegen de oorlog”. Maar onmiddellijk laat Lenin er op volgen, wat tenminste duidelijk is:
"De boycot van de oorlog is een domme fraze. De communisten moeten aan iedere reactionnaire oorlog deelnemen."

Nederland en Hitler.

Tenslotte de vraag, of het waar is, dat elke Nederlander bang moet worden gemaakt voor Hitler. Want men doet niet anders dan Hitler aanwenden voor het kweken van een angstpsychose, waarvan de bewapenaars moeten profiteren.
Heeft Duitsland inderdaad belang hij een bezetting van Nederland? Als dat gebeurt, zal Engeland automatisch stelling kiezen tegen Duitsland en komen de Nederlandse koloniën onder Engelse “protectie”. Want al sinds eeuwen duldt Engeland geen Duitse bezetting van de “lage landen langs de Noordzee.”
Bovendien moet Duitsland dan zeker een leger van een half millioen –op zijn minst!– reserveren voor de bezetting van het land, waaraan het overigens niets heeft. Havens heeft Duitsland zelf en wat het mist (ijzer, olie, kali enz.) heeft Nederland niet. En men voert toch geen oorlog om weide en water!
En om dóór te trekken naar Noord-Frankrijk? Maar dat is zo’n omweg, dat Frankrijk dan juist veel tijd krijgt tot het nemen van maatregelen! Dan ware een doortocht door Zwitserland (de Jura) aannemelijker. Men weet, dat de Frans-Belgische grens zelf onneemkaar is versterkt.
Het is voor Duitsland echter van veel meer belang, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije te annexeren. Daar vindt men oliebronnen (Tsjecho-Slovakije) en vooral, als men weet door te dringen in het olierijke Roemenië. Daar heeft men enorme ijzervoorraden (in Oostenrijk). Daar liggen de graanschuren: Het ligt dus voor de hand, dat Duitsland er alle belang bij heeft, aan te vallen in Midden- en Oost-Europa en zich te verdedigen in West-Europa.
Deze politiek zou vooral één grote mogelijkheid mee brengen: dat Engeland neutraal blijft. Nimmer hebben de Engelsen garantie willen geven, dat ze de onafhankelijkheid van Oostenrijk of Tsjecho-Slowakije zouden helpen verdedigen. Daar liggen immers hun belangen niet…. Als Duitsland dan zou afzien van koloniën en Italië in toom zou houden, kwam dat Engeland zelfs niet ongelegen. Er is een belangrijke partij in Engeland, die samenwerking met Duitsland zoekt. Ze kan sterker worden, op voorwaarde dat Duitsland afziet van elke verovering in West-Europa….

Dochzelfs indien nu de Duitsers –wat altijd mogelijk blijft– Nederland zouden bezetten, dan ware verdediging volkomen onmogelijk. In de moderne oorlog wordt zonder oorlogsverklaring de aanval geopend. Door de lucht. Onverwachts verwoest de aanvaller grote steden, de spoorwegen, de wapenfabrieken, de havens. In een klein land als Nederland, dat vliegtuigen in twintig minuten doorkruisen, is in één nacht de zenuw van de landsverdediging doorgesneden. Zelfs hij de meest uitputtende bewapening blijft Nederland onverdedigbaar. Verdediging zou voor een groot deel bestaan uit sabotage van de opmars van de vijand, dus…. uit verwoesting van het eigen land, doordat de Nederlanders zelf hun wegen en spoorwezen vernielen! En deze verwoesting ware niet eens doeltreffend.
Gedurende tien jaren hebben de sociaal-democraten, toen ze voorstanders van nationale ontwapening heetten te zijn, bewezen, met alle argumenten bewezen, dat Nederland niet te verdedigen valt. Met de moderne lucht- en gasoorlog tegen de burgerbevolking is dat nog minder het geval dan ooit. Is die waarheid nu ineens niet meer waar?

Moet Nederland dan maar worden bezet? Moeten we dan maar Duitsers worden? Welke anti-militarist zou daarvan voorstander zijn? Wie zou, in zijn internationale gezindheid, wanneer hij elk nationalisme verafschuwt, Duits burger willen heten? Neen – evenmin als een Nederlands militarisme of fascisme aanvaarden we het Duitse. Maar met een oorlog verdedigen we niets. Een oorlog verwoest alles. Een oorlog, maakt het fascisme algemeen…. Daarom is het risico van de ontwapening geringer. Dan zal bezetting geschieden met een minimum van vernietiging, in een ontwapend land, terwijl ze anders gepaard gaat met een volkomen verwoesting. En een half-uitgemoord volk kan voor niets meer strijden!
De vraag is dus, of bij een Duitse bezetting er andere, doeltreffender middelen bestaan voor bestrijding van het fascisme. En ze bestaan. Daar is de algemene weigering, enige dienst te verrichten, van welke aard ook. Daar is de mogelijkheid, in bezet gebied, generlei produktie of transport te steunen ten bate van oorlogsdoeleinden. Daar is het algemene verzet en de algemene ongehoorzaamheid van het volk. Maar tevens een actie, die gericht is op de samenwerking met alle anti-fascistische Duitsers. Tientallen millioenen Duitsers willen geen oorlog, willen niet het regiem, dat ze uit onmacht dulden. Hen tot bondgenoten te maken, is oneindig veel doeltreffender dan hen te willen doden. En het is de enige wijze, waarop de grondbeginselen van het socialisme kunnen worden gered. Duitse en Nederlandse arbeiders samen verenigd tegen dezelfde vijand – dat is een mogelijkheid van internationale solidariteit, die voorwaarde tot het socialisme is.
Natuurlijk zullen bij die strijd offers vallen. Maar ze vallen voor de strijd tegen en niet ten bate van het militarisme, offers in de kamp tegen en niet vóór het nationaal-socialisme!
Zo alleen ware inderdaad nieuwe cultuur en opheffing der grenzen en Europees socialisme mogelijk. Al het andere leidt tot de verwoesting van Europa, tot zelfvernietiging van de volken.
En zou –dat is een practische bedenking– Duitsland niet tienmaal aarzelen, Nederland binnen te rukken, indien het overtuigd was, er een volk te vinden, dat klaar stond tot massale weigering van dienst jegens fascisme en militarisme, klaar tot het inzetten van het leven voor het anti-militarisme – klaar ook, Duitsers tot zijn bondgenoten te maken, tot zijn kameraden in een gemeenschappelijke bevrijdingsstrijd?

Het is daarom dat we tegenover het kortzichtig anti-Duitse patriottisme der bolsjewiki trouw wensen te blijven aan de wezenlijke grondslagen van het socialisme en aan het anti-militarisme in de eerste plaats. En geen drogredenen en geen frazes zullen ons overtuigen, dat de oorlog, onder welke leuze ook, ooit instrument kan zijn van bevrijding of menselijkheid.

JUNI 1936.