Domela Nieuwenhuis, F. - Typen (1903)

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


pdf: http://anarchief.org/wiki/Bestand:Domela_Nieuwenhuis,_F._-_Typen_(1903).pdf
markdown: http://anarchief.org/wiki/Bestand:Domela_Nieuwenhuis,_F._-_Typen_(1903)-markdown.tgz
epub: http://anarchief.org/wiki/Bestand:Domela_Nieuwenhuis,_F._-_Typen_(1903).epub

Nadat ik in 1879 de Evangelisch-Luthersche Kerk als predikant verliet, hield ik, ook op verlangen van velen die mij hun wensch daartoe te kennen hadden gegeven, geregeld eens in de maand een voordracht in de Loge te ’s Gravenhage. Deze voordrachten werden druk bezocht door personen van allerlei rang en stand, zooals blijkt uit de kollekte, die aan het einde der samenkomst tot dekking der kosten werd gehouden, want de toegang was vrij. Later gaven eenige personen mij te kennen, dat zij moeite wilden doen om voldoende gelden bij elkander te krijgen, om evenals te Amsterdam een Vrije Gemeente op te richten, waarvan ik dan de voorganger zou zijn.

Ofschoon het mij in die dagen, toen ik een flink traktement moest derven, lang niet onverschillig zou geweest zijn, om op die wijze eenige vaste inkomsten te krijgen, sloeg ik dat aanbod af, omdat ik vreesde dat zoon “Vrije” Gemeente spoedig ontaarden zou in ’n kerkje naast de bestaande en om de geestige uitdrukking van een Israëliet te gebruiken, die niets meer van het geloof zijner vaderen moest hebben, op de vraag: waarom hij geen christen werd? ten antwoord gaf: waarom zou ik een gescheurd kleed weggooien, om een gelapt aan te trekken? Ik had geen lust op die manier den nieuwen wijn alweer te gieten in oude zakken. Het voorbeeld der Vrije Gemeente te Amsterdam onder den heer P. H. Hugenholtz Jr. heeft bewezen dat het zoo gaat, want waarin onderscheidt deze zich feitelijk van de gewone kerken, behalve dat zij een hoogst fatsoenlijk karakter draagt, het zoogenaamde rendez-vous der vrijzinnigen op godsdienstig gebied is en het eigenlijke volk geheel buitensluit?

Ik bleef dus vrij man en geruimen tijd werden deze voordrachten gegeven, totdat mijne vele werkzaamheden voor de Socialistische beweging, die mij juist meestal Zondags naar elders riepen, het mij onmogelijk maakten ze voort te zetten.

Een groot deel der Typen, die ik in vernieuwd gewaad uitgeef, is uit dien tijd afkomstig. Afzonderlijk uitgegeven beleefden verschillenden dezer toespraken twee en drie drukken. Nu heb ik het aantal vermeerderd en mij blijven bepalen tot den bijbel, wat zeer goed kon omdat deze naast veel leelijks toch ook zeer veel schoons bevat en juist uitmunt in het teekenen van karakters. Waarschijnlijk is het daaraan toe te schrijven, dat hij zoo’n grooten invloed uitoefent.

Typeeren is een soort teekenen van den een of anderen persoon, in wien de karaktertrekken van de soort zich het meest volledig vertoonen. En wie deze Typen doorleest, zal telkenmale getroffen worden door de overeenkomst van deze karakters met personen, die men zelf kent in zijn eigen omgeving. Zij leveren dus een bijdrage van karakterkunde van den mensch en moeten als zoodanig beschouwd worden.

Nu zij opnieuw en wel vermeerderd verschijnen, mogen zij hun weg vinden onder het publiek en als ’t ware een spiegel zijn, waarin men zichzelf en anderen ziet weerkaatsen.