Kropotkin, Peter - Wat moet er gedaan worden

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen



Geschreven: 1919 (?)

Deze versie: aangepast aan de nieuwe spelling

Transcriptie en HTML: Maarten Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, januari 2005



De revolutie die wij meegemaakt hebben is het totaal, niet van de inspanningen van afzonderlijke individuen, maar zij is een verschijnsel, onafhankelijk van de menselijke wil; een natuurverschijnsel dat gelijkenis vertoont met een tyfoon die plotseling ontstaat aan de kusten van Oost-Azië. Duizenden oorzaken, waarbij het werk van afzonderlijke individuen en zelfs partijen slechts een korrel land, één van de minieme plaatselijke wervelwinden is geweest, hebben bijgedragen tot de vorming van het grote natuurverschijnsel, de grote catastrofe die óf zal vernieuwen óf zal vernietigen, óf misschien zowel zal vernietigen als hernieuwen.

Wij allen hebben deze grote, onvermijdelijke verandering voorbereid. Maar zij werd ook voorbereid door alle voorgaande revoluties van 1793, 1848 en 1871; door alle geschriften van de jakobijnen en Socialisten; door alle prestaties in wetenschap, industrie, kunst enzovoort. Kortom, miljoenen natuurlijke oorzaken hebben hun bijdrage geleverd, op precies dezelfde manier als miljoenen bewegingen van lucht- of waterdeeltjes de plotselinge storm veroorzaken die honderden schepen tot zinken brengt of duizenden buizen vernielt — zoals ook het trillen van de aarde tijdens een aardbeving wordt veroorzaakt door duizenden kleine trillinkjes en door de voorafgaande beweginkjes van afzonderlijke deeltjes.

In het algemeen zien de mensen de gebeurtenissen niet concreet. tastbaar. Ze denken meer in woorden dan in beelden die hun duidelijk voor ogen staan; ze hebben er absoluut geen idee van wat een revolutie is — van die miljoenen oorzaken die er geweest zijn en die er de huidige vorm aan hebben gegeven. Zij zijn dus geneigd tijdens de opmars van de revolutie het belang te overschatten van hun eigen persoon en het belang van die houding die zij, hun vrienden en de mensen niet soortgelijke opvattingen, zullen aannemen in deze enorme omwenteling.

En natuurlijk zijn zij helemaal niet in staat te begrijpen hoe absoluut machteloos ieder mens is, hoe intelligent en ervaren ook, in deze maalstroom van honderdduizenden krachten die door de omwenteling in beweging zijn gebracht.

Zij begrijpen niet dat zodra zo’n groot natuurverschijnsel is ontstaan, zoals bijvoorbeeld een aardbeving, of liever nog, zoals een tyfoon, afzonderlijke individuen helemaal niet in staat zijn enige invloed uit te oefenen op de loop van de gebeurtenissen. Een partij kan misschien iets doen — veel minder dan men gewoonlijk denkt — en aan het oppervlak van de aanrollende golven kan de invloed ervan misschien in heel geringe mate te zien zijn. Maar afzonderlijke, kleine bundelingen die niet een nogal omvangrijke massa vormen, zijn ongetwijfeld machteloos, hun macht is beslist nihil.

In deze positie bevind ik mij als anarchist. Maar zelfs partijen met een veel grotere aanhang zijn op het ogenblik in Rusland in een positie die ongeveer gelijk is.

Ik ga zelfs nog verder: de regeringspartij zelf verkeert in dezelfde positie. Zij regeert niet meer, maar wordt meegesleurd door de stroom die zij zelf mede in beweging heeft gebracht, maar die nu al duizendmaal sterker is dan de partij zelf...

Wat moet er dan worden gedaan?

We maken nu een revolutie mee die helemaal niet is verlopen volgens de wegen die wij ervoor hadden uitgestippeld, maar die we door tijdgebrek niet voldoende hebben uitgewerkt. Wat stoet er nu gebeuren?

De revolutie voorkomen? Dat is absurd!

Te laat. De revolutie zal haar eigen richting kiezen, volgens de weg van de minste weerstand, zonder acht te slaan op onze inspanningen. Op dit ogenblik verkeert de Russische revolutie in de volgende positie. Zij brengt gruwelen teweeg. Zij ruïneert het hele land. In haar razernij vernietigt zij mensenlevens. Dáárom is zij een revolutie en niet een vreedzame vooruitgang, omdat ze vernietigt zonder erop te letten wat zij vernietigt en waarheen zij gaat.

En wij zijn op het ogenblik niet bij machte haar in een andere baan te leiden, totdat ze zal zijn uitgewoed. Zij moet eens vermoeid raken.

En dan? Dan zal er onvermijdelijk een reactie komen. Dat is de wet van de geschiedenis, en men kan gemakkelijk inzien waarom het niet anders kan. De mensen verbeelden zich dat wij de ontwikkelingsstructuur van een revolutie kunnen veranderen. Dat is een kinderlijke illusie. Een revolutie heeft zo’n grote kracht dat haar groei niet gestuit kan worden. En een reactie is absoluut onvermijdelijk, net als er na iedere golf onvermijdelijk een dal in het water komt; zoals zwakte onvermijdelijk is in een menselijk wezen na een men ode van koortsachtige activiteit.

Dus het enige wat we kunnen doen is onze energie gebruiken om de furie en de kracht van de op handen zijnde reactie te verminderen. Maar waaruit kunnen onze krachtsinspanningen bestaan?

Door de hartstochten te temperen — zowel aan de ene als de andere kant? Wie zal er naar ons luisteren? Ook al bestaan er diplomaten die hierin alles kunnen bereiken, dan is de tijd nog niet rijp voor hun debuut; geen van heide kanten is nog geneigd naar hen te luisteren. Ik zie één mogelijkheid; we moeten mensen bij elkaar brengen die in staat zullen zijn constructief werk te doen in iedere partij nadat de revolutie is uitgewoed.