Machno, Nestor (e.a.) - Organisatorisch platform van de libertaire communisten

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

[----

Gepubliceerd in Dielo Trouda (Arbeidersbelang), 1926

Eerst gepubliceerd in Frankrijk, 1926.

Deze vertaling 2000 door Anarcho-Syndicalistische Werking (ASW).



Voorwoord (Alan MacSimoin, 1989)

Dit pamflet werd in 1926 gepubliceerd door een groep verbannen Russische anarchisten in Frankrijk, de Dielo Trouda-groep (Arbeidersbelang). Het is niet voortgekomen uit een of andere academische studie maar uit hun ervaringen in de Russische Revolutie van 1917. Ze hadden deelgenomen aan het omverwerpen van de heersende klasse, waren deel geweest van het opbloeien van de arbeiders- en boerenzelforganisatie, hadden het wijdverspreide optimisme gedeeld over een nieuwe wereld in socialisme en vrijheid - en ze hadden het bloedige in de plaats ervan komen gezien van Staatskapitalisme en de dictatuur van de Bolsjewistische Partij.

De Russische anarchistische beweging had een verre van verwaarloosbare rol gespeeld in de revolutie. Er waren op dat moment ongeveer 10.000 actieve anarchisten in Rusland, zonder de Makhno-beweging in de Oekraïne erbij te rekenen. Er zaten minstens vier anarchisten in het door de Bolsjewieken gedomineerde Militair Revolutionair Comité dat de machtsgreep van oktober in gang schoot. Belangrijker is dat de anarchisten betrokken waren bij de fabriekscomités die uit de grond schoten na de Februarirevolutie. Die hadden hun basis op de werkvloer, verkozen door massavergaderingen van de arbeiders en toebedacht met de rol van het overzicht van het draaien van de fabriek en de coördinatie met andere werkplaatsen in dezelfde industrie of regio. De anarchisten waren specifiek invloedrijk bij de mijnwerkers, dokwerkers, postpersoneel, bakkers en speelden een belangrijke rol op de Al-Russische Conferentie van Fabriekscomités, die bijeenkwam in Petrograd aan de vooravond van de revolutie. De anarchisten beschouwden deze comités als de basis voor het na de revolutie in te luiden zelfbeheer.

Desondanks bleven de revolutionaire geest en eenheid van Oktober 1917 niet lang bewaard. De Bolsjewieken waren erop gebrand alle krachten aan de linkerzijde te onderdrukken die zij zagen als obstakels op weg naar de "één-partij-macht". De anarchisten en sommige anderen aan de linkerzijde geloofden dat de werkende klasse in staat was de macht uit te oefenen via hun eigen comités en sovjets (raden met verkozen vertegenwoordigers). De Bolsjewieken niet. Zij brachten naar voor dat de arbeiders nog niet in staat waren om hun lot in eigen handen te nemen en daarom zouden de Bolsjewieken zelf de macht nemen als "tijdelijke maatregel" gedurende "de overgangsperiode". Dit gebrek aan vertrouwen in de capaciteiten van het gewone volk en de autoritaire greep naar de macht zou leiden naar het verraad aan de belangen van de werkende klasse, en al haar hoop en dromen.

In april 1918 werden de anarchistische centra in Moskou aangevallen, 600 anarchisten gevangen gezet en tientallen vermoord. Het excuus was dat de anarchisten "oncontroleerbaar" waren, wat dat ook moge betekend hebben behalve dat ze simpelweg weigerden om de Bolsjewistische te gehoorzamen. De echte reden was de oprichting van de Zwarte Wachten, opgezet om de brutale provocaties en misbruiken van de Tsjeka (voorloper van de KGB) tegen te gaan.

De anarchisten moesten beslissen waar ze stonden. Een deel werkte samen met de Bolsjewieken, en sloot zich bij hen aan vanuit een nood aan efficiëntie en eenheid tegenover de reactie. Een ander deel vocht hard om de verworvenheden van de revolutie te verdedigen tegen wat zij heel correct zagen als wat zich zou ontwikkelen tot een nieuwe heersende klasse. De Makhnobeweging in de Oekraïne en de opstand van Kroonstad waren de laatste belangrijke gevechten. In 1921 was de anti-autoritaire revolutie dood. Deze nederlaag woog diep en langdurig op de internationale arbeidersbeweging.

Het was de hoop van de auteurs dat zo een ramp niet opnieuw zou plaatsvinden. Als bijdrage daartoe schreven zij wat bekend zou worden als "Het Platform". Het kijkt naar de lessen van de Russische Anarchistische beweging, haar falen om een vertegenwoordiging binnen de arbeidersbeweging op te bouwen, groot en efficiënt genoeg om de tendens van de Bolsjewieken en andere politieke groepen die zich in de plaats van de werkers zelf wilden stellen tegen te gaan. Het zet de grove richtlijnen uiteen van hoe anarchisten zich zouden moeten organiseren, kortom hoe we efficiënt kunnen zijn.

Het verkondigde zeer simpele waarheden zoals de onmogelijkheid van een organisatie die groepen bevat met wederzijds tegengestelde en tegenstrijdige definities van anarchisme. Het maakte duidelijk dat we formeel afgesproken structuren nodig hebben met geschreven standpunten, de rol van vertegenwoordigers, de nood aan ledenbijdragen enzovoort; het soort structuren dat een grote en efficiënte democratische organisatie toelaat.

Toen het voor het eerst werd gepubliceerd kreeg het aanvallen te verduren van sommige van de bekendste anarchisten personaliteiten uit die periode zoals Errico Malatesta en Alexander Berkman. Zij beschuldigden het ervan "Slechts één stap van het bolsjewisme te staan" en een poging te zijn om het "anarchisme te bolsjewiseren". Die reactie was overdreven, maar zou gedeeltelijk kunnen komen door het voorstel tot een Algemene Unie van Anarchisten. De auteurs zeiden niet klaar en duidelijk wat de relatie zou zijn tussen deze organisatie en andere groepen anarchisten daarbuiten. Onnodig te zeggen dat er geen probleem zou moeten zijn in verband met aparte anarchistische organisaties die samenwerken op punten waar ze een gezamenlijke visie en strategie over hebben. Het is evenmin een programma om "weg te bewegen van het anarchisme naar het libertair communisme", zoals zowel de critici als sommige latere voorstanders zeiden. Die twee termen zijn compleet inwisselbaar. Het was geschreven om duidelijk te maken dat het falen van de Russische anarchisten in hun theoretische verwarring lag; vandaar het gebrek aan nationale coördinatie, desorganisatie en politieke onzekerheid. Anders gezegd: inefficiëntie. Het is geschreven om een debat op gang te brengen binnen de anarchistische beweging. Het gaat niet in de richting van enig compromis met de autoritaire politiek, maar wel de levensnoodzakelijkheid om een organisatie te creëren die efficiënte revolutionaire activiteit combineert met fundamentele anarchistische principes. Het is geen perfect programma op dit moment, en dat was het in 1926 ook niet. Het heeft zijn zwakheden. Sommige ideeën worden niet diep genoeg uitgewerkt, en het mag gezegd worden dat sommige belangrijke punten helemaal niet worden aangeraakt. Maar onthoud dat het een kort pamflet is en geen encyclopedie in 26 delen. De auteurs zeggen heel duidelijk in hun inleiding dat het niet een soort 'bijbel' is. Het is geen complete analyse of programma, het is een bijdrage tot een noodzakelijk debat - een goed uitgangspunt.

Mocht iemand de relevantie ervan vandaag betwijfelen, dan moet het gezegd dat de basisideeën van het "Platform" nog steeds geavanceerder zijn dan de heersende ideeën in de internationale anarchistische beweging. Anarchisten streven naar een betere wereld, dit pamflet toont ons sommige middelen die we daarbij nodig hebben.


Historische Inleiding (Nick Heath, 1989)

Nestor Makhno en Pjotr Arsjinov lanceerden samen met andere verbannen en gevluchte Russische en Oekraiense anarchisten in Parijs in 1925 het uitstekende tweemaandelijkse Dielo Troeda. Het was een anarchistisch communistisch theoretisch magazine van hoge kwaliteit. Jaren voordien, toen ze allebei gevangen zaten in de Boetirky-gevangenis in Moskou hadden ze het idee voor een dergelijk tijdschrift opgevat. Nu werd het in de praktijk omgezet. Makhno schreef gedurende 3 jaar artikels voor bijna elk nummer. In 1926 werd de groep vervoegd door Ida Mett (auteur van de onthulling over het Bolsjewisme, "De Commune van Kroonstad"), die pas gevlucht was uit Rusland. In dat jaar werd ook het "Organisatorisch Platform" gepubliceerd.

De publicatie van het 'Platform' werd door velen in de internationale anarchistische beweging onthaald op vijandigheid en verontwaardiging. De eerste om het aan te vallen was de Russische anarchist Volin, die nu ook in Frankrijk zat, en die samen met Sebastien Faure de 'Synthese' had opgericht. De 'Synthese' probeerde een mengelmoes te rechtvaardigen van anarcho-communisme, anarcho-syndicalisme en individualistisch anarchisme. Samen met Molly Steiner, Fleschin en anderen schreef hij een wederwoord waarin hij stelde dat "volhouden dat het anarchisme enkel een klassentheorie is, betekent het te beperken tot één enkel standpunt".

Op 5 februari 1927 verzond de Dielo Troeda-groep een uitnodiging voor een 'internationale conferentie' waarvoor een voorbereidende meeting moest plaatsvinden op de 12e van diezelfde maand. Aanwezig op deze meeting waren, naast de Dielo Troedagroep, een afgevaardigde van de Franse Anarchistische Jeugd, Odeon; een Bulgaar ten persoonlijken titel, Pavel; een afgevaardigde van een Poolse anarchistische groep, Ranko, en een andere Pool in eigen naam; verscheidene Spaanse militanten, waaronder Orobon Fernandez, Carbo en Gibanel; een Italiaan, Ugo Fedeli; een Chinees, Chen; en een Fransman Dauphlin-Meunier; allemaal ten persoonlijken titel. Deze eerste meeting werd gehouden in de kleine achterzaal van een Parijs café.

Een voorlopig comité werd opgericht, samengesteld uit Makhno, Chen en Ranko. Op 22 februari werd een circulaire rondgestuurd aan alle anarchistische groepen. Er werd een internationale conferentie samengeroepen die plaatsvond op 20 april 1927 in de cinema Les Roses, in Hay-les-Roses nabij Parijs.

Naast degenen die de eerste meeting hadden bijgewoond was er een Italiaanse afgevaardigde die het 'Platform' ondersteunde, Bifolchi, en een andere Italiaanse delegatie van het tijdschrift 'Pensiero e Volonta', Luigi Fabbri, Camillo Berneri en Ugo Fedelli. Er waren twee Franse delegaties, die van Odeon die het 'Platform' genegen was, en een andere met Severin Ferandel.

Er werd een voorstel gedaan om:

  1. De klassenstrijd te erkennen als het belangrijkste facet van de anarchistische idee
  2. Het Anarchistisch Communisme te erkennen als basis van de beweging
  3. Het syndicalisme te erkennen als principieel strijdmiddel
  4. De nood te erkennen aan een 'Algemene Unie van Anarchisten', gebaseerd op ideologische en tactische eenheid en collectieve verantwoordelijkheid
  5. De nood aan een positief programma om de sociale revolutie te realiseren te erkennen

Na een lange discussie werden er enkele aanpassingen aan het oorspronkelijke voorstel opgeworpen. Desondanks werd er niets bereikt omdat de politie de bijeenkomst verstoorde en alle aanwezigen arresteerde. Makhno riskeerde uitgewezen te worden en enkel een campagne van de Franse anarchisten kon dit verhinderen. Maar het voorstel voor de oprichting van een 'Internationale Federatie van Revolutionaire Anarcho- Communsiten' was gedwarsboomd, en sommige deelnemers aan de conferentie weigerden het verder te bekrachtigen.

Andere aanvallen op het 'Platform' volgden van Fabbri, Berneri, de anarchistische historicus Max Nettlau, en de befaamde Italiaanse anarchist Malatesta. De Dielo Troedagroep repliceerde met een 'Antwoord aan de Confusionisten (Twijfelzaaiers) van het Anarchisme', en daarna een volgende verklaring van Arsjinov over het 'Platform' in 1929. Arsjinov was verzuurd door de reacties op het 'Platform' en keerde terug naar de USSR in 1933. Hij werd ermee belast 'het anarchisme in Rusland te proberen nieuw leven in te blazen' en werd in 1937 geëxecuteerd tijdens de zuiveringen van Stalin.

Het 'Platform' slaagde er niet in zich op internationaal vlak te vestigen, maar had desondanks een zekere invloed op bepaalde bewegingen. In Frankrijk werd de situatie getekend door een reeks splits en fusies, waarbij de 'Platformisten' soms de belangrijkste anarchistische organisatie controleerden, en soms gedwongen waren te vertrekken en hun eigen groepen op te zetten. In Italië richtten de voorstanders van het Platform een kleine 'Unione Anarco Comunista Italiana' op die al snel ineenzakte. In Bulgarije zorgde de discussie over organisatie voor de heroprichting van de Anarcho-Communistische Federatie van Bulgarije (FACB) op basis van een 'concreet platform' 'voor een permanente en gestructureerde anarchistische specifieke organisatie' 'gebouwd op de principes en de tactieken van het libertair communisme'. Desondanks weigerden de 'platformisten' van de harde lijn de nieuwe organisatie te erkennen en distantieerden ze zich ervan in hun weekblad 'Proeboejdane', kort voordat het ineenstortte.

De Anarchistische Federatie van Polen (AFP) stond ook achter de omverwerping van het kapitalisme en de staat door middel van klassenstrijd en sociale revolutie, en de creatie van een nieuwe maatschappij gebaseerd op arbeiders- en boerenraden en een specifieke organisatie gebouwd op theoretische eenheid, maar verwierp het Platform op basis van haar 'autoritaire tendensen'.

Zoals Juan Gomez Casas zegt in zijn 'Anarchistische Organisatie &endash; de Geschiedenis van de F.A.I.' zat het in Spanje als volgt: "Het Spaanse anarchisme was bekommerd om hoe de invloed die ze in Spanje had sinds de Internationale voor het eerste Spanje bereikte te bewaren en uit te breiden." De Spaanse anarchisten moesten zich op dat moment geen zorgen maken over hoe uit een isolement te geraken en hoe te concurreren met de Bolsjewieken. In Spanje was de bolsjewistische invloed nog klein. Het Platform had nauwelijks invloed op de Spaanse beweging. Toen de anarchistische organisatie 'Federacion Anarquista Iberica' (F.A.I.) in 1927 werd opgericht, kon het Platform niet bediscussieerd worden, al stond het wel op de agenda, omdat het nog niet vertaald was. J. Manuel Molinas, op dat moment secretaris van de Spaanstalige Anarchistische Groepen in Frankrijk, schreef later aan Casas: "Het Platform van Arsjinow en de andere Russische anarchisten had zeer weinig invloed op de beweging in ballingschap of in het land zelfÉ Het Platform was een poging om de internationale anarchistische beweging te hernieuwen, een groter karakter en capaciteit te geven in het licht van de Russische Revolutie. Vandaag, na onze eigen ervaring, lijkt het me dat hun inspanning niet ten volle gewaardeerd is."

De Wereldoorlog onderbrak de ontwikkeling van de anarchistische organisaties, maar de controverse over het 'Platform' stak opnieuw de kop op met de oprichting van de Federation Communiste Libertaire in Frankrijk, en de Gruppi Anarchici di Azione Proletaria in Italië begin jaren 1950. Ze gebruikten allebei het 'Platform' als referentiepunt (er was ook een kleine Federacion Communista Libertaria van Spaanse ballingen). Dit zou in de late 60-er, vroege 70-er jaren gevolgd worden door de oprichting van groepen als de Organisation of Revolutionary Anarchists in Britain en de Organisation Revolutionnaire Anarchiste in Frankrijk.

Het 'Platform' blijft een waardevol historisch referentiepunt voor klassenstrijdanarchisten die, zoekend naar meer efficiëntie en een weg uit de politieke isolatie, stagnatie en verwarring, rondkijken naar antwoorden op de problemen die ze tegenkomen.


Inleiding

Het is veelbetekenend dat ondanks de kracht en het onmiskenbaar positieve karakter van de libertaire ideeën, en ondanks de juistheid en integriteit van de anarchistische positie tegenover de sociale revolutie, en uiteindelijk het heroïsme en de ontelbare opofferingen van de anarchisten in de strijd voor het libertair communisme, dat de anarchistische beweging ondanks alles zwak blijft, en zeer vaak als een klein fait-divers, een episode en niet als een belangrijke factor in de geschiedenis van de werkende klassen is overgekomen.

Deze tegenstrijdigheid tussen de positieve en ontegensprekelijke inhoud van de libertaire ideeën, en de miserabele staat waarin de anarchistische beweging vegeteert, vindt zijn verklaring in een aantal oorzaken, waarvan de belangrijkste de afwezigheid is van organisatorische principes en praktijken in de anarchistische beweging.

In alle landen wordt de anarchistische beweging vertegenwoordigd door verscheidene lokale organisaties die tegenstrijdige theorieën en methodes voorstaan, zonder perspectieven voor de toekomst, zonder een continuïteit in militant werk, en gewoonlijk verdwijnend zonder het minste spoor achter te laten.

In zijn geheel genomen kan die staat waarin het revolutionair anarchisme zich bevindt alleen omschreven worden als 'chronische algemene desorganisatie'.

Deze desorganisatie-ziekte heeft zich in het organisme van de anarchistische beweging genesteld als de gele koorts en heeft haar gedurende tientallen jaren dooreen geschud. Desondanks staat het buiten kijf dat deze desorganisatie voortkomt uit enkele onvolmaaktheden in de theorie: meer bepaald de foutieve interpretatie van het principe van de individualiteit binnen het anarchisme: deze theorie wordt al te vaak verwisseld met de afwezigheid van elke verantwoordelijkheid. De liefhebbers van het 'zelf' houden, enkel met het oog op persoonlijk plezier, koppig vast aan de chaotische staat van de anarchistische beweging en verdedigen dat door te verwijzen naar de onaantastbare principes van het anarchisme en diens leraars.

Maar die onaantastbare principes en leraars hebben precies het tegendeel getoond. Verstrooiing en versplintering zijn nefast: een hechte unie is een teken van leven en ontwikkeling. Dit gebrek aan sociale strijd is zowel van toepassing op klassen als op organisaties.

Het anarchisme is geen mooie utopie, noch een abstract filosofisch idee, het is een sociale beweging van de werkende massa's. Daarom moet het zijn krachten bundelen in één organisatie, die constant agiteert zoals het gevraagd wordt door de realiteit en de strategie van de klassenstrijd.

"We zijn ervan overtuigd", zei Kropotkin, "dat de vorming van een anarchistische organisatie in Rusland, verre van schadelijk te zijn voor de gezamenlijke revolutionaire zaak, integendeel hoogst wenselijk en nuttig is." (Voorwoord van De Commune van Parijs van Bakoenin, editie van 1892.)

Ook Bakoenin zelf heeft zich nooit verzet tegen het concept van een algemene anarchistische organisatie. Integendeel: zijn aspiraties betreffende organisaties, evenals zijn activiteit in de Eerste Internationale, geven ons alle recht om hem te beschouwen als een actieve voorstander van juist zo een organisatie.

Over het algemeen hebben praktisch alle actieve anarchistische militanten gevochten tegen verspreide activiteit, en verlangden zij een anarchistische beweging gebaseerd op eenheid van doelen en middelen.

Het was tijdens de Russische Revolutie van 1917 dat de nood aan een algemene organisatie het sterkst en meest dringend gevoeld werd. Tijdens deze revolutie vertoonde de libertaire beweging de hoogste graad van sectionalisme en verwarring. De afwezigheid van een algemene organisatie leidde vele anarchistische militanten in de rangen van de Bolsjewieken. Deze afwezigheid is er ook de oorzaak van dat vele militanten vandaag passief blijven, daardoor niets van hun sterkte, die vaak aanzienlijk is, benuttend. We hebben een immense nood aan een organisatie die, nadat ze de meerderheid van de deelnemers aan de anarchistische beweging verzameld heeft, een algemene en tactische politieke lijn uitzet binnen het anarchisme die als leidraad zou dienen voor de gehele beweging.

Het is tijd voor het anarchisme om uit het moeras van de desorganisatie te kruipen, een eind te maken aan de eindeloze besluiteloosheid over de belangrijkste tactische en theoretische kwesties, en om resoluut in de richting te gaan van een duidelijk omschreven doel, en een georganiseerde collectieve praktijk uit te oefenen.

Het volstaat echter niet om de essentiële nood aan zo een organisatie vast te stellen: het is ook noodzakelijk om de methode van de creatie ervan vast te leggen.

Wij verwerpen het als theoretisch en praktisch ongerijmd om een organisatie te bouwen volgens het recept van de 'synthese', d.w.z. de vertegenwoordigers van de verschillende tendensen van het anarchisme te herenigen. Zo een organisatie, met in zich heterogene theoretische en praktische elementen, zou slechts een mechanische vereniging van individuen zijn met elk een ander concept van alle vragen binnen de anarchistische beweging, een vereniging die onvermijdelijk zou uiteenvallen bij het tegemoet treden van de werkelijkheid.

De Anarcho-Syndicalistische methode lost het probleem van anarchistische organisatie niet op, want het geeft geen prioriteit aan dit probleem, omdat het enkel belang stelt in het doordringen van en het winnen aan sterkte binnen het industriële proletariaat.

Hoedanook is er een heleboel dat niet kan gerealiseerd worden op dit gebied, zelfs in het voet aan de grond krijgen, zonder dat er een algemene anarchistische organisatie is. De enige methode die leidt naar de oplossing van het probleem van algemene organisatie is volgens ons het verenigen van actieve anarchistische militanten op een basis van exacte posities: theoretisch, tactisch en organisatorisch, d.w.z. de min of meer perfecte basis van een homogeen programma.

De uitwerking van zo een programma is één van de belangrijkste taken die de sociale strijd van de laatste jaren aan de anarchisten heeft opgedrongen. Het is aan deze taak dat de groep van Russische anarchisten in ballingschap een belangrijk deel van zijn inspanningen wijdt.

Het Organisatorisch Platform dat hieronder gepubliceerd wordt vertegenwoordigt de grote lijnen, het skelet van zo een programma. Het moet dienen als eerste stap naar het verenigen van de libertaire krachten in één enkel actief revolutionair collectief dat in staat is strijd te voeren: de Algemene Unie van Anarchisten.

We twijfelen er niet aan dat er hiaten zijn in het huidige platform. Het vertoont gaten, net zoals alle nieuwe praktische stappen van belang. Het is mogelijk dat er bepaalde belangrijke posities zijn overgeslagen, of dat andere niet adequaat behandeld zijn, of dat nog andere te gedetailleerd of repetitief zijn. Dit is allemaal mogelijk, maar niet van levensbelang. Wat belangrijk is, is het uitzetten van de fundamenten van een algemene organisatie, en dit doel wordt juist bereikt, tot op een noodzakelijke hoogte, door het huidige platform.

Het is aan het gehele collectief, de Algemene Unie van Anarchisten, om het te verbreden, te verdiepen, en er een gedefinieerd platform van te maken voor de ganse anarchistische beweging.

We hebben ook twijfels op een ander niveau. We voorzien dat verscheidene vertegenwoordigers van het individualistisch anarchisme en van het chaotisch anarchisme ons schuimbekkend zullen aanvallen, en ons beschuldigen van het breken van de anarchistische principes. We weten echter dat de individualistische en chaotische elementen onder 'anarchistische principes' politieke onverschilligheid, nalatigheid en afwezigheid van elke verantwoordelijkheid verstaan, die binnen onze beweging geleid hebben tot bijna ongeneeslijke splitsingen, en waartegen wij vechten met al onze energie en passie. Daarom kunnen wij rustig de aanvallen uit dit kamp negeren. We vestigen onze hoop op andere militanten: die trouw blijven aan het anarchisme, die de tragedie van de anarchistische beweging ondergaan hebben en eronder geleden, en die pijnlijk zoeken naar een oplossing.

Verder vestigen we grote hoop op de jonge anarchisten die, geboren in de adem van de Russische Revolutie, en vanaf het begin voor constructieve problemen geplaatst, zeker de realisatie van positieve en organisatorische principes in het anarchisme zullen vragen. We nodigen alle Russische anarchistische organisaties die verspreid zijn in landen over de hele wereld, en alle geïsoleerde militanten, uit om zich te verenigen op basis van een gemeenschappelijk organisatorisch platform.

Laat dit platform dienen als de revolutionaire ruggengraat, het verzamelpunt van alle militanten van de Russische anarchistische beweging! Laat het de fundamenten vormen van de Algemene Unie van Anarchisten!

Lang leve de Sociale Revolutie van de Werkers van de Wereld!

Dielo Troeda Groep, Parijs, 20 juni 1926


Algemene Sectie

Klassenstrijd, rol en betekenis

Er is niet één mensheid
Er is een mensheid van klassen
Slaven en Meesters

Net zomin als enige voorgaande, bestaat de kapitalistische bourgeoismaatschappij van vandaag niet uit 'één mensheid'. Ze is verdeeld in twee zeer verscheiden kampen, sociaal gedifferentieerd door hun situaties en functies, het proletariaat (in de brede zin van het woord), en de bourgeoisie.

Het grootste deel van het proletariaat moet, en dat is al eeuwen zo, de last dragen van het fysieke, pijnlijke werk waarvan de vruchten echter niet door hen geplukt worden, maar door een andere, geprivilegieerde klasse die de eigendommen bezit, de autoriteit, en de producten van de cultuur (wetenschap, opvoeding, kunst): de bourgeoisie. De sociale verknechting en uitbuiting van de werkende massa's vormen de basis waarop de moderne maatschappij gebouwd is, en zonder dat zou deze maatschappij niet kunnen bestaan. Dit heeft een klassenstrijd voortgebracht, die op het ene moment een open, gewelddadig karakter heeft, en op andere de schijn van een trage en onmerkbare vooruitgang die de noden, noodzakelijkheden en het concept van gerechtigheid voor de werkers weerspiegelt.

Op het sociale vlak vormt de menselijke geschiedenis een ononderbroken ketting van strijd van de werkende massa's voor hun rechten, hun vrijheid, en een beter leven. In de geschiedenis van de menselijke maatschappij is deze klassenstrijd steeds de primerende factor geweest die de vorm en structuur van deze maatschappijen bepaald heeft.

Het sociale en politieke regime van alle staten is boven alles het product van klassenstrijd. De fundamentele structuur van gelijk welke maatschappij toont ons het stadium waarin de klassenstrijd is gekomen en moet gezocht worden. De kleinste verandering in het verloop van de strijd tussen de klassen, in de relatieve plaats van de krachten in de klassenstrijd, veroorzaakt doorlopende wijzigingen in de bouw en de structuur van de maatschappij.

Dat is de algemene, universele strekking en betekenis van de klassenstrijd in het leven van de klassenmaatschappijen.


De noodzaak van een gewelddadige sociale revolutie

Het principe van de verknechting en uitbuiting van de massa's door middel van geweld, vormt de basis van de moderne maatschappij. Alle uitdrukkingen van haar bestaan: de economie, politiek en sociale verhoudingen berusten op klassegeweld, waarvan de dienende organen zijn: autoriteit, de politie, het leger, justitie. Alles in deze maatschappij: elke onderneming apart genomen, evenals het hele staatssysteem, is niets anders dan het bastion van het kapitalisme, vanwaar ze constant een oog op de werkers houden, waar ze steeds de krachten klaar hebben om alle arbeidersbewegingen neer te slaan die de fundamenten of zelfs maar de rust van die maatschappij bedreigen.

Tezelfdertijd houdt het systeem van deze maatschappij de werkende massa's doelbewust in een staat van onwetendheid en mentale stilstand; het verhindert met kracht het stijgen van hun morele en intellectuele niveau, om hen gemakkelijker hun beste krachten te ontnemen.

De vooruitgang van de moderne maatschappij: de technische evolutie van het kapitaal en de perfectionering van het politieke systeem versterkt de macht van de heersende klassen, en maakt de strijd ertegen moeilijker; op die manier wordt ook het beslissende moment van de ontvoogding van de arbeid uitgesteld.

Een analyse van de moderne maatschappij leidt ons tot de conclusie dat de enige manier om de kapitalistische maatschappij om te vormen in een maatschappij van vrije werkers ligt in de weg van een gewelddadige sociale revolutie.


Anarchisten en het libertair communisme

De klassenstrijd die is voortgekomen uit de slavernij van de werkers en hun aspiraties naar vrijheid, gaven tijdens deze onderdrukking het leven aan de idee van het anarchisme: de idee van de totale negatie van een sociaal systeem gebaseerd op de principes van klassen en Staat, en de vervanging ervan door een vrije niet-staatse maatschappij van werkers onder zelfbeheer.

Anarchisme is dus niet afgeleid van de abstracte overdenkingen van een intellectueel of filosoof, maar komt voort uit de directe strijd van de werkers tegen het kapitalisme, uit de noden en behoeften van de werkers, uit hun streven naar vrijheid en gelijk(waardig)heid, verlangens die het levendigst worden tijdens de beste heroïsche periode in het leven en de strijd van de werkende massa's.

De vooraanstaande anarchistische denkers, Bakoenin, Kropotkin en anderen, hebben de idee van het anarchisme niet uitgevonden, maar hebben, nadat ze het in de massa's ontdekt hadden, het simpelweg geholpen door de sterkte van hun denken en kennis om het te specifiëren en te verspreiden.

Anarchisme is niet het resultaat van persoonlijke inspanningen noch het object van individueel onderzoek.

Anarchisme is evenmin het product van humanitaire aspiraties. Eén enkele mensheid bestaat niet. Elke poging om van het anarchisme een attribuut van de gehele hedendaagse mensheid te maken, om het toe te schrijven aan een algemeen menselijk karakter zou een historische en sociale leugen zijn die onvermijdelijk zou leiden tot de rechtvaardiging van de status-quo en van nieuwe uitbuiting.

Anarchisme is algemeen humanitair enkel in de zin dat de ideeën van de massa's ertoe neigen het leven van iedereen te verbeteren, en dat het lot van de mensheid van vandaag of morgen onafscheidelijk is van het lot van de uitgebuite arbeid. Als de werkende massa's zegevieren, zal de hele mensheid herboren worden; indien niet zullen geweld, uitbuiting, slavernij en onderdrukking de wereld regeren zoals daarvoor.

De geboorte, de bloei, en de verwezenlijking van de anarchistische ideeën hebben hun wortels in het leven en de strijd van de werkende massa's en zijn onafscheidelijk verbonden aan hun lot.

Anarchisme wil de huidige kapitalistische bourgeoismaatschappij omvormen in een maatschappij die de werkers verzekert van het product van hun arbeid, hun vrijheid, onafhankelijkheid, en sociale en politieke gelijk(waardig)heid. Deze andere maatschappij zal het libertair communisme zijn, waarin sociale solidariteit en vrije individualiteit hun volste uitdrukking zullen vinden, en waarin deze twee ideeën zich in perfecte harmonie zullen ontwikkelen.

Het libertair communisme gelooft dat arbeid, fysiek of intellectueel, de enige schepper is van sociale waarde, en daaruit volgt dat alleen arbeid het recht heeft om het sociaal en economisch leven te beheren. Het libertair communisme kan daarom in generlei mate het bestaan van niet-werkende klassen verdedigen noch toelaten.

In zoverre deze klassen op hetzelfde moment bestaan als het libertair communisme, zal dit laatste geen verplichtingen jegens hen erkennen. Dit zal ophouden als de nietwerkende klassen beslissen om productief te worden en in een communistische samenleving willen leven onder dezelfde omstandigheden als iedereen anders, d.w.z. als vrije leden van de maatschappij, met dezelfde rechten en plichten als alle andere productieve leden.

Het libertair communisme wil een eind maken aan alle uitbuiting en geweld, hetzij tegen individuen of tegen de massa's van het volk. Hiertoe zal het een economische en sociale basis leggen die alle secties van de gemeenschap zal verenigen, met elk individu verzekerd van een gelijk(waardig)e plaats tussen de rest, en die aan iedereen maximaal welzijn biedt. De basis is het gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen en &endash;instrumenten (industrie, transport, land, ruwe grondstoffen, enzÉ) en de opbouw van economische organisaties volgens het principe van gelijk(waardig)heid en zelfbeheer van de werkende klassen.

Binnen de beperkingen van deze zelfbeheerde maatschappij van werkers vestigt het libertair communisme het principe van de gelijk(waardig)heid van de waarde en de rechten van elk individu (niet individualiteit "in het algemeen", noch de "mystieke individualiteit", noch het concept van de individualiteit, maar elk reëel, levend individu). 4. De negatie van de democratie. Democratie is één van de vormen van de kapitalistische bourgeoismaatschappij.

De basis van de democratie is het behoud van de twee antagonistische klassen van de moderne maatschappij: de werkende klasse en de kapitalistische klasse en hun collaboratie op basis van kapitalistisch privé-bezit. De uitdrukking van deze collaboratie is het parlement en de nationale representatieve regering.

Formeel proclameert de democratie de vrijheid van uitdrukking, van pers, van vereniging, en de gelijkheid van iedereen voor de wet.

In werkelijkheid zijn al deze vrijheden van zeer relatieve aard: ze worden getolereerd zolang ze niet ingaan tegen de belangen van de dominante klasse, d.i. de bourgeoisie. De democratie laat het principe van kapitalistisch privé-bezit intact. Zo geeft de democratie de bourgeoisie het recht om de ganse economie van het land te controleren, de ganse pers, onderwijs, wetenschap, kunst - dit maakt van de bourgeoisie feitelijk de absolute meester van het gehele land. Met een monopolie op het gebied van het economisch leven kan de bourgeoisie haar onbeperkte macht ook vestigen in de politieke sfeer. Zodoende zijn parlement en representatieve regering in de democratieën niet meer dan de uitvoerende organen van de bourgeoisie.

Als gevolg is de democratie slechts één van de aspecten van de bourgeoisdictatuur, versluierd achter misleidende frases over politieke vrijheden en fictieve democratische garanties.


De negatie van staat en autoriteit

De ideologie van de bourgeoisie definieert de Staat als het orgaan dat de complexe politieke, civiele en sociale relaties tussen de mensen in de moderne maatschappij reguleert, en de orde en de wetten van die laatste beschermt. Anarchisten zijn perfect akkoord met deze definitie, maar ze vullen die aan met de bevestiging dat de basis van deze orde en deze wetten de slavernij is van de grote meerderheid van het volk door een onbeduidende minderheid, en dat dit precies het doel is van de Staat.

De Staat is tezelfdertijd het georganiseerde geweld van de bourgeoisie tegen de werkers en het systeem van haar uitvoerende organen.

De linkse socialisten, en in het bijzonder de bolsjewieken, beschouwen de bourgeoisstaat en de autoriteit ook als dienaars van het kapitaal. Maar zij beweren dat Autoriteit en Staat in de handen van socialistische partijen, krachtige wapens kunnen worden in de strijd voor de ontvoogding van het proletariaat. Om deze reden zijn die partijen voor een socialistische Autoriteit en een proletarische Staat. Sommige willen de macht nemen op vreedzame parlementaire wijze (de sociaal-democraten), anderen met revolutionaire middelen (de bolsjewieken, de linkse sociaal-revolutionairen).

Het anarchisme beschouwt deze twee wegen als fundamenteel verkeerd, rampzalig in het werk voor de ontvoogding van de arbeid.

Autoriteit is altijd afhankelijk van de uitbuiting en slavernij van de massa van het volk. Ze ontstaat uit deze uitbuiting, of wordt gecreëerd in het belang van deze uitbuiting. Autoriteit zonder geweld en zonder uitbuiting verliest alle reden van bestaan.

De Staat en de Autoriteit ontnemen de massa's elk initiatief, doden de geest van de creatie en de vrije activiteit, cultiveren in hen de serviele psychologie van de onderwerping, van verwachting, van de hoop op het beklimmen van de sociale ladder, van blind vertrouwen in hun leiders, van de illusie te delen in de autoriteit.

Zodoende is de emancipatie van de arbeid alleen mogelijk in de directe revolutionaire strijd van de brede werkende massa's en hun klassenorganisaties tegen het kapitalistisch systeem.

De verovering van de macht door de sociaal-democratische partijen door vreedzame middelen zal binnen de toestand van de huidige orde de taak van de ontvoogding van de arbeid geen stap dichter brengen, om de simpele reden dat de echte macht, dus de echte autoriteit, bij de bourgeoisie zal blijven die de economie en de politiek van het land controleert. In dit geval wordt de rol van de socialistische autoriteit gereduceerd tot hervormingen: tot de verbetering van hetzelfde regime. (Voorbeelden: de sociaaldemocratische partijen van Duitsland, Zweden, België, die aan de macht zijn gekomen in een kapitalistische maatschappij.)

Het grijpen van de macht door middel van een sociale opstand en de organisatie van een zogenaamde "proletarische staat" kan de zaak van de authentieke ontvoogding van de arbeid niet dienen. De Staat die onmiddellijk wordt opgericht zogezegd voor de verdediging van de revolutie, wordt uiteindelijk onveranderlijk verstoord door noden en karakteristieken eigen aan zichzelf; de staat wordt zelf het doel en brengt specifieke, bevoorrechte klassen voort en legt zodoende opnieuw de basis voor een kapitalistische Autoriteit en Staat; de gebruikelijke verknechting en uitbuiting van de massa's met geweld. (Voorbeeld: "de arbeiders-boeren-Staat" van de bolsjewieken.)

===De rol van de massa's en de rol van de anarchisten in de sociale strijd en de sociale revolutie===

De voornaamste krachten van de sociale revolutie zijn de stedelijke arbeidersklasse, de boerenmassa's en een deel van de werkende intelligentsia.

Noot: terwijl ze een uitgebuite en onderdrukte klasse is op dezelfde manier als het stedelijke en rurale proletariaat, is de werkende intelligentsia vergeleken met hen relatief verdeeld door de economische privileges die de bourgeoisie biedt aan bepaalde elementen ervan. Daarom zullen in de eerste dagen van de sociale revolutie alleen de minder bevoordeelde lagen van de intelligentsia actief deelnemen.

De anarchistische opvatting van de rol van de massa's in de sociale revolutie en de constructie van het socialisme verschilt op een typische manier van die van de staatse partijen. Terwijl het bolsjewisme en verwante tendensen beweren dat de massa's enkel destructieve revolutionaire instincten bezitten, niet bekwaam tot creatieve en constructieve activiteit &endash;de voornaamste reden waarom deze laatste activiteit moet geconcentreerd worden in de handen van de mannen die de regering van de centrale Staat vormen en het Centraal Comité van de partij- denken de anarchisten integendeel dat de werkende massa's inherente creatieve en opbouwende mogelijkheden hebben die enorm zijn, en anarchisten streven naar het wegwerken van de obstakels die de manifestatie van deze mogelijkheden tegenhouden.

Anarchisten beschouwen de Staat als het voornaamste obstakel, omdat de Staat zich de rechten van de massa's aanmatigt en hen alle functies van het economische en sociale leven ontneemt. De Staat moet verdwijnen, niet "op een dag" in de toekomstige maatschappij, maar onmiddellijk. Hij moet vernietigd worden door de werkers op de eerste dag van hun overwinning, en mag onder geen enkele vermomming dan ook opnieuw worden opgericht. Hij zal vervangen worden door een federalistisch systeem van arbeidersorganisaties voor productie en consumptie, verenigd op een federatieve manier en in zelfbeheer. Dit systeem sluit net zo goed autoritaire organisaties als de dictatuur van een partij uit, van welke kant dan ook.

De Russische revolutie van 1917 toont juist deze oriëntatie van het proces van sociale emancipatie in de creatie van een systeem van arbeiders- en boerensovjets (nvdv: "sovjet" betekent letterlijk "raad" en mag niet verward worden met de "sovjets" in de USSR) en fabriekscomités. Haar trieste vergissing was het niet liquideren, op een opportuun moment, van de organisatie van de staatsmacht: eerst de voorlopige regering, en daarna de macht van de bolsjewieken. De bolsjewieken, die profiteerden van het vertrouwen van de werkers en boeren, reorganiseerden de bourgeoisstaat volgens de omstandigheden van het moment en doodden zo de creatieve activiteit van de massa's door de staat te ondersteunen en in stand te houden: het vrije regime van sovjets en fabriekscomités, dat de eerste stap vertegenwoordigde op weg naar de opbouw van een niet-staatse socialistische maatschappij, werd verstikt.

De activiteit van de anarchisten kan onderverdeeld worden in twee periodes, vóór de revolutie, en gedurende de revolutie. Tijdens allebei kunnen de anarchisten hun rol van georganiseerde kracht alleen vervullen als ze een duidelijk concept hebben van de objectieven van hun strijd en de wegen die leiden naar de verwezenlijking van deze objectieven.

De fundamentele taak van de Algemene Unie van Anarchisten in de prerevolutionaire periode moet de voorbereiding zijn van de werkers en boeren voor de sociale revolutie. Door de formele (bourgeois) democratie, autoriteit en Staat te ontkennen, door de complete ontvoogding van de arbeid uit te roepen, benadrukt het anarchisme ten volle de onweerlegbare principes van de klassenstrijd. Het alarmeert en ontwikkelt in de massa's klassebewustzijn en de revolutionaire onverzettelijkheid van de klasse.

Het is precies op de onverzettelijkheid, naar het anti-democratisme, naar het anti-statisme van de ideeën van het anarcho-communisme dat de libertaire opvoeding van de massa's moet gericht worden. Maar educatie alleen is niet genoeg. Er is ook een zekere anarchistische massa-organisatie nodig. Om dit te realiseren is het nodig in twee richtingen te werken: aan de ene kant naar de selectie en groepering van revolutionaire arbeiders- en boerenkrachten op een libertair communistische basis (een specifieke libertair communistische organisatie); aan de andere kant het hergroeperen van revolutionaire werkers en boeren op een economische basis van productie en consumptie (revolutionaire werkers en boeren georganiseerd rond productie: vrije arbeiders- en boerencoöperatieven). De arbeiders- en boerenklasse, die georganiseerd is op basis van productie en consumptie en doordrongen van revolutionaire anarchistische standpunten, zal het eerste bastion zijn van de sociale revolutie.

Hoe meer deze organisaties vanaf heden bewust zijn en georganiseerd op een anarchistische manier, hoe meer zij een onverzettelijke en creatieve wil zullen tonen op het moment van de revolutie.

Wat betreft de werkende klasse in Rusland: het is duidelijk na acht jaar bolsjewistische dictatuur die de natuurlijke nood aan vrije activiteit van de massa's vastketent, dat de werkelijke aard van elke macht beter dan ooit wordt gedemonstreerd; deze klasse draagt enorme mogelijkheden in zich voor de vorming van een anarchistische massabeweging. Georganiseerde anarchistische militanten zouden onmiddellijk met alle krachten die tot hun beschikking staan deze noden en mogelijkheden tegemoet moeten treden, opdat deze niet ontaarden in reformisme (mensjewisme).

Met dezelfde dringendheid zouden anarchisten zich moeten richten op de organisatie van de arme boeren, die verpletterd worden door de staatsmacht, die een uitweg zoeken en een enorm revolutionair potentieel in zich dragen.

De rol van de anarchisten in de revolutionaire periode kan niet beperkt blijven tot enkel het propageren van de kernpunten van de libertaire ideeën. Het leven is niet alleen de arena voor het propageren van deze of gene opvatting, maar evengoed de arena van strijd, strategie, en de aspiraties van deze opvattingen in het beheer van het economisch en sociaal leven.

Meer dan elk ander concept moet het anarchisme het leidende concept van de revolutie worden, want het is alleen op de theoretische basis van het anarchisme dat de sociale revolutie kan slagen in de complete ontvoogding van de arbeid.

De leidende positie van anarchistische ideeën in de revolutie suggereert een oriëntatie van de gebeurtenissen volgens de anarchistische theorie. Deze theoretische drijfkracht mag echter niet verward worden met het politieke leiderschap van de staatse partijen die uiteindelijk tot Staatsmacht leiden.

Het anarchisme streeft noch naar politieke macht noch naar dictatuur. Haar voornaamste betrachting is het helpen van de massa's om de authentieke weg naar de sociale revolutie en de opbouw van het socialisme te nemen. Maar het is niet voldoende dat de massa's de weg nemen van de sociale revolutie. Het is ook noodzakelijk om deze oriëntatie van de revolutie en haar doelen vast te houden: de afschaffing van de kapitalistische maatschappij in naam van die van de vrije werkers. Zoals de ervaring van de Russische revolutie in 1917 ons heeft getoond is deze laatste taak verre van gemakkelijk, vooral omwille van de talrijke partijen die de beweging proberen te oriënteren in een richting tegengesteld aan de sociale revolutie.

Hoewel de massa's in sociale beweging zich door en door uitdrukken in anarchistische tendensen en grondstellingen, toch blijven deze tendensen en grondstellingen verspreid, ongecoördineerd, en bijgevolg leiden ze niet tot de organisatie van de drijvende kracht van de libertaire ideeën die nodig is om de anarchistische oriëntatie en doelen van de sociale revolutie te bewaren. Deze theoretische drijvende kracht kan alleen uitgedrukt worden door een collectief dat door de massa's speciaal gecreëerd is voor dit doel. De georganiseerde anarchistische elementen maken precies dit collectief uit.

De theoretische en praktische plichten van dit collectief zijn aanzienlijk op het moment van de revolutie.

Het moet haar initiatief manifesteren en totale deelname tonen in alle domeinen van de sociale revolutie: in de oriëntatie en het algemene karakter van de revolutie; in de positieve taken van de revolutie, in nieuwe productie, consumptie, de landbouwkwestie, enz.

In al deze kwesties, en in vele andere, eisen de massa's een klaar en duidelijk antwoord van de anarchisten. En van zodra de anarchisten een ontwerp van de revolutie en de structuur van de maatschappij te kennen geven, zijn ze verplicht om op al deze vragen een duidelijk antwoord te geven, om de oplossing van deze problemen in verband te brengen met het algemene concept van het libertair communisme, en om al hun krachten aan te wenden voor de realisatie ervan.

Alleen op deze manier verzekeren de Algemene Unie van Anarchisten en de anarchistische beweging compleet hun functie als een theoretische drijvende kracht in de sociale revolutie.


De overgangsperiode

Onder de uitdrukking 'overgangsperiode' verstaan de socialistische partijen een duidelijk omschreven fase in het leven van een volk met als belangrijkste kenmerken: een breuk met de oude orde van de dingen en de installering van een nieuw economisch en sociaal systeem &endash; een systeem echter dat nog niet de complete emancipatie van de arbeiders vertegenwoordigt. In deze zin zijn alle minimumprogramma's (een minimumprogramma is er een dat niet als doel heeft de complete transformatie van het kapitalisme, maar wel de oplossing van bepaalde van de onmiddellijke problemen van de werkende klasse onder het kapitalisme) van de socialistische politieke partijen, bijvoorbeeld het democratische programma van de socialistische opportunisten of het programma van de communisten voor de 'dictatuur van het proletariaat', programma's van de overgangsperiode.

Het belangrijkste kenmerk van al deze programma's is dat ze het als onmogelijk beschouwen op dat moment, om de volledige realisatie van de idealen van de arbeiders door te voeren: hun onafhankelijkheid, hun vrijheid en gelijk(waardig)heid &endash; en bijgevolg bewaren ze een hele reeks instituties van het kapitalistische systeem: het principe van de staatsdwang, privébezit van de productiemiddelen en &endash;instrumenten, de bureaucratie, en verscheidene andere, al naargelang de doelen van hun specifieke partijprogramma.

Principieel zijn de anarchisten altijd de vijanden geweest van zulke programma's, vanuit de overweging dat de constructie van overgangssystemen die de principes van uitbuiting en dwang bewaren onvermijdelijk leiden tot een nieuwe groei van de slavernij.

In plaats van politieke minimumprogramma's in te stellen, hebben anarchisten altijd het idee verdedigd van een onmiddellijke sociale revolutie, die de kapitalistische klasse haar economische en sociale privileges ontneemt, en de productiemiddelen en &endash;instrumenten en alle functies van het economische en sociale leven in handen van de werkers legt.

Tot op heden zijn het de anarchisten geweest die deze positie bewaard hebben. Het idee van de overgangsperiode, volgens hetwelk de sociale revolutie niet zou moeten leiden tot een communistische maatschappij, maar tot een systeem X dat elementen behoudt van het oude systeem, is in wezen antisociaal. Het dreigt te resulteren in de versterking en ontwikkeling van deze elementen tot hun vroegere dimensies, en de gebeurtenissen terug te draaien.

Een flagrant voorbeeld hiervan is het regime van de 'dictatuur van het proletariaat' ingesteld door de bolsjewieken in Rusland.

Volgens hen zou het regime slechts een overgangsstap mogen zijn in de richting van het totale communisme. In werkelijkheid heeft deze stap geresulteerd in de restauratie van de klassenmaatschappij, aan de bodem waarvan zich, zoals vroeger, de arbeiders en de boeren bevinden.

Het zwaartepunt van de opbouw van een communistische maatschappij ligt niet in de mogelijkheid van het verzekeren van de onbeperkte vrijheid van elk individu om zijn of haar noden vanaf de eerste dag van de revolutie te bevredigen, maar bestaat uit de verovering van de sociale basis van deze maatschappij, en voert de principes van de gelijkwaardige relaties tussen individuen in. Wat betreft de kwestie van de overvloed, meer of minder, die wordt niet gesteld op het niveau van het principe, maar is een technisch probleem.

Het fundamentele principe waarop de nieuwe maatschappij zal gebouwd worden en rusten, en die op geen enkele manier mag beperkt worden, is dat van de gelijkwaardigheid van relaties, van de vrijheid en onafhankelijkheid van de werkers. Dit principe vertegenwoordigt de eerste fundamentele eis van de massa's, waarvoor zij opstaan in sociale revolutie.

Ofwel zal de sociale revolutie eindigen in de nederlaag van de arbeiders, in welk geval we opnieuw moeten starten de strijd voor te bereiden, een nieuw offensief tegen het kapitalistische systeem; of ze zal leiden tot de overwinning van de arbeiders, en in dit geval zullen de arbeiders beginnen met de opbouw van een vrije maatschappij, nadat ze de middelen in handen hebben genomen die hun zelfadministratie toelaten &endash; het land, de productie en sociale functies.

Dit is wat het begin karakteriseert van de opbouw van een communistische maatschappij die, eenmaal begonnen, haar koers van ontwikkeling zonder onderbreking volgt, zichzelf constant versterkend en perfectionerend.

Op deze manier zal de overname door de arbeiders van de productieve en sociale functies een exacte scheidingslijn aangeven tussen de staatse en niet-staatse tijdperken.

Als het de spreekbuis wil worden van de strijdende massa's, het vaandel van een heel tijdperk van sociale revolutie, moet het anarchisme geen sporen van de oude orde in haar programma assimileren, de opportunistische neigingen van overgangssystemen en &endash;periodes, evenmin moet het haar fundamentele principes verbergen, maar integendeel moet het die ontwikkelen en tot het uiterste toepassen.


Anarchisme en syndicalisme

Wij beschouwen de neiging om libertair communisme tegenover syndicalisme te stellen en vice versa als kunstmatig, en ontdaan van elke grond of betekenis.

De ideeën van anarchisme en syndicalisme horen thuis op verschillende vlakken. Terwijl communisme, dat wil zeggen een maatschappij van vrije arbeiders, het doel is van de anarchistische strijd, is syndicalisme, dat wil zeggen de beweging van revolutionaire arbeiders binnen hun beroepen, slechts één van de vormen van revolutionaire klassenstrijd. Door arbeiders te verenigen op basis van productie, heeft het revolutionair syndicalisme, net als alle groepen gebaseerd op beroepen, geen vaste theorie, het heeft geen opvatting van de wereld die een antwoord biedt op alle ingewikkelde sociale en politieke kwesties van de hedendaagse werkelijkheid. Het weerspiegelt steeds de ideologieën van de diverse politieke groeperingen, meer bepaald van diegenen die het hardst werken binnen haar rangen.

Onze houding tegenover het revolutionair syndicalisme volgt uit wat er gezegd gaat worden. Zonder te proberen hier op voorhand het vraagstuk van de rol van de revolutionaire syndicaten na de revolutie op te lossen, of ze nu de organisatoren van de nieuwe productie zullen zijn of dat ze deze rol zullen laten aan de arbeiderssovjets of fabriekscomités &endash; vinden wij dat anarchisten moeten deelnemen aan het revolutionair syndicalisme als één van de vormen van de revolutionaire arbeidersbeweging.

Desondanks is de vraag die zich vandaag stelt niet zozeer of anarchisten al dan niet meten deelnemen aan het revolutionair syndicalisme, maar veeleer hoe en met wat doel ze moeten deelnemen.

We beschouwen de periode tot op vandaag, toen anarchisten in de syndicalistische beweging stapten als individualisten en propagandisten, als een periode van artisanale verhoudingen tegenover de professionele arbeidersbeweging.

Het anarcho-syndicalisme dat op een krachtige manier probeert de libertaire ideeën te introduceren binnen de linkerzijde van het revolutionair syndicalisme als een middel om vakbonden te creëren van het anarchistische type, vertegenwoordigt een stap vooruit, maar vooralsnog gaat het niet verder dan de empirische methode omdat het anarchosyndicalisme niet noodzakelijk de 'anarchisering' van de vakbeweging verweeft met die van de anarchisten die buiten de beweging georganiseerd zijn. Want het is enkel op die basis, met zo een verbinding, dat het revolutionair syndicalisme 'geanarchiseerd' kan worden en ervan weerhouden op te schuiven naar opportunisme en reformisme.

Door het syndicalisme te bekijken als alleen maar een professioneel lichaam zonder een coherente sociale en politieke theorie, en bijgevolg onmachtig om de sociale kwestie op haar zelf op te lossen, denken we dat de taak van de anarchisten in de rangen van die beweging erin bestaat de libertaire theorie te ontwikkelen en in een libertaire richting te wijzen, ze te transformeren in een actieve arm van de sociale revolutie. Het is noodzakelijk nooit te vergeten dat als het syndicalisme geen steun vindt in de anarchistische theorie op de geschikte tijden, het zich zal wenden, of we dat nu leuk vinden of niet, tot de ideologie van een politieke staatse partij.

De taken van de anarchisten binnen de revolutionaire arbeidersbeweging zouden enkel vervuld kunnen worden op voorwaarde dat hun werk nauw verweven was en verbonden met de activiteit van de anarchistische organisatie buiten de vakbond. Met andere woorden: we moeten de revolutionaire vakbonden binnenstappen als een georganiseerde kracht, verantwoordelijk voor het vervullen van werk in de vakbond voor de algemene anarchistische organisatie en georiënteerd door deze laatste.

Zonder ons te beperken tot de creatie van anarchistische bonden, moeten we proberen onze theoretische invloed aan te wenden op alle vakbonden, en in alle vormen (de IWW, de Russische vakbonden). We kunnen dit doel alleen bereiken door te werken in strikt georganiseerde anarchistische collectieven; maar nooit in kleine empirische groepen die onderling geen organisatorische band hebben noch theoretische overeenkomst.

Groepen anarchisten in bedrijven, fabrieken, werkplaatsen, bezorgd met het creëren van anarchistische bonden, de strijd voor de dominantie van libertaire ideeën binnen het syndicalisme leidend binnen de revolutionaire bonden, groepen die in hun actie georganiseerd zijn door een algemene anarchistische organisatie: dit zijn de wegen en middelen van de anarchistische opvattingen tegenover het syndicalisme.


Constructieve Sectie

Het fundamentele doel van de strijdende arbeiderswereld is de oprichting, door middel van revolutie, van een vrije en gelijk(waardig)e communistische maatschappij gebaseerd op het principe "van ieder naargelang zijn vermogen, voor ieder naargelang zijn behoefte".

Deze maatschappij zal er echter niet vanzelf komen, alleen door de kracht van de sociale opstand. Haar realisatie zal teweeggebracht worden door een sociaal revolutionair proces, min of meer uitgetekend, georiënteerd door de georganiseerde krachten van de zegevierende arbeid volgens een resoluut pad.

Het is onze taak om dit pad vanaf dit moment aan te wijzen, en om positieve, concrete problemen te formuleren die de werkers zullen tegenkomen vanaf de eerste dag van de revolutie, waarvan de uitkomst afhangt van hun juiste oplossing.

Het spreekt voor zich dat de opbouw van de nieuwe maatschappij alleen mogelijk zal zijn na de overwinning van de arbeiders op het bourgeois-kapitalistisch systeem en haar vertegenwoordigers. Het is onmogelijk om aan de opbouw van een nieuwe economie en nieuwe sociale verhoudingen te beginnen zolang de macht van de staat die het regime van slavernij verdedigt niet neergeslagen is, zolang arbeiders en boeren niet de industriële en agrarische economie in handen hebben genomen als object van de revolutie.

Bijgevolg is de allereerste sociale revolutionaire taak de vernietiging van het staatsgebouw van het kapitalistische systeem, de onteigening van de bourgeoisie en in het algemeen alle bevoorrechte elementen aan de macht, en alom de invoering van de wil van de revolterende arbeiders, zoals die tot uitdrukking komt in de fundamentele principes van de sociale revolutie. Dit agressieve en destructieve aspect van de revolutie kan enkel dienen om de weg vrij te maken voor de positieve taken die de betekenis en essentie van de sociale revolutie uitmaken.

Deze taken zijn als volgt:

  1. De oplossing, in de libertair communistische zin, van het probleem van de industriële

productie in het land.

  1. De gelijkaardige oplossing van het landbouwprobleem.
  2. De oplossing van het probleem van de consumptie.


Productie

Rekening houdende met het feit dat de industrie van het land het resultaat is van de inspanningen van verscheidene generaties arbeiders, en dat de verschillende industrietakken nauw met elkaar verbonden zijn, beschouwen wij alle productie als één enkele werkplaats van producenten, die in zijn geheel behoort aan alle arbeiders samen, en aan niemand in het bijzonder.

Het productieve mechanisme van het land is globaal en behoort toe aan de ganse werkende klasse. Deze stelling bepaalt het karakter en de vormen van de nieuwe productie. Het zal ook globaal, algemeen zijn in de zin dat de producten geproduceerd door de arbeiders aan allen zullen toebehoren. Deze producten, van welke aard ook, vormen het algemene fonds van voorraden voor de arbeiders, waar iedereen die deelneemt aan de productie zal ontvangen wat hij nodig heeft, op gelijk(waardig)e basis voor iedereen.

Het nieuwe productiesysteem zal de bureaucratie en de uitbuiting in al hun vormen verdringen, en in hun plaats het principe stellen van broederlijke coöperatie en arbeiderssolidariteit.

De middenklasse, die in een moderne kapitalistische maatschappij intermediaire functies uitoefent (handel, enz.), moet evenals de bourgeoisie deelnemen aan de nieuwe manier van productie onder dezelfde voorwaarden als alle andere arbeiders. Indien niet, dan plaatsen deze klassen zichzelf buiten de maatschappij van de arbeid.

Er zullen geen bazen zijn, noch ondernemer, eigenaar of door de staat aangeduide eigenaar (zoals vandaag in de bolsjewistische staat het geval is). Het beheer zal deze nieuwe productie overdragen aan de administratie die speciaal gecreëerd is door de arbeiders: arbeidersraden, fabriekscomités ofwel arbeidersbeheer van de werkplaatsen en fabrieken. Deze organen, die aaneengeschakeld worden op het niveau van de commune, het district en uiteindelijk algemeen en federaal beheer van de productie. Door de massa's opgebouwd en steeds onder hun controle en invloed, worden deze organen constant hernieuwd en realiseren ze het idee van zelfbeheer, werkelijk zelfbeheer, door de massa's van het volk.

Eengemaakte productie, waarin de middelen en goederen aan iedereen toebehoren, de bureaucratie vervangen door het principe van broederlijke coöperatie en de invoering van gelijke rechten voor elke arbeid, de productie beheerd door de organen van de arbeiderscontrole, verkozen door de massa's, dat is de eerste praktische stap op weg naar de verwezenlijking van het libertair communisme.


Consumptie

Dit probleem zal op twee manieren opduiken tijdens de revolutie:

  1. Het principe van de zoektocht naar producten en de consumptie.
  2. Het principe van hun verdeling.

Wat betreft de distributie van consumptiegoederen, hangt de oplossing boven alles af van de hoeveelheid beschikbare producten en van het principe van de overeenkomst van bestemming.

De sociale revolutie die zichzelf bekommert om de heropbouw van de gehele sociale orde, neemt ook de verplichting op zich van het bevredigen van iedereens levensbehoeften. De enige uitzondering is de groep van niet-werkers &endash; diegenen die weigeren deel te nemen aan de nieuwe productie om contra-revolutionaire redenen. Maar in het algemeen, de laatste categorie mensen uitgezonderd, wordt de bevrediging van de noden van iedereen op het gebied van de revolutie verzekerd door de algemene reserve aan consumptiegoederen. In het geval van ontoereikende goederen worden ze verdeeld volgens het principe van de grootste dringendheid, dat wil zeggen eerst en vooral kinderen, invaliden en arbeidende families.

Een veel moeilijker probleem is dat van de organisatie van de basis van de consumptie zelf.

Zonder twijfel zullen de boerderijen niet vanaf de eerste dag van de revolutie voorzien in alle levensnoodzakelijke goederen voor de hele bevolking. Tezelfdertijd zullen de boeren een overvloed hebben die de steden ontbreekt.

De libertair communisten twijfelen niet aan de wederkerige relatie die bestaat tussen de arbeiders van de stad en het platteland. Ze oordelen dat de sociale revolutie alleen gerealiseerd kan worden door de gezamenlijke inspanningen van arbeiders en boeren. Bijgevolg kan de oplossing van het probleem van de consumptie tijdens de revolutie alleen mogelijk zijn door middel van nauwe revolutionaire samenwerking tussen deze twee categorieën van werkers.

Om deze samenwerking te vestigen moet de stedelijke arbeidersklasse na het in handen nemen van de productie onmiddellijk voorzien in de noden van het platteland en ernaar streven de alledaagse producten, middelen en werktuigen te leveren voor de collectieve landbouw. Deze maatregelen van solidariteit die getoond worden door de arbeiders wat betreft de noden van de boeren, zullen van hen hetzelfde gebaar uitlokken, om het product van hun collectieve arbeid aan de steden te leveren.

Arbeiders- en boerencoöperatieven zullen de primaire organen zijn die de steden en het platteland verzekeren van hun behoeften aan voedsel en economische materialen. Later, als ze verantwoordelijk zijn voor meer belangrijke en permanente functies, meer bepaald het voorzien in alles dat nodig is voor het garanderen en ontwikkelen van het economisch en sociaal leven van de arbeiders en boeren, zullen deze coöperatieven omgevormd worden tot permanente organen voor de bevoorrading van steden en platteland. Deze oplossing van het probleem van bevoorrading laat het proletariaat toe om een permanente stock van voorraden aan te leggen, wat een gunstig en beslissend effect zal hebben op het resultaat van alle nieuwe productie.


Het land

Bij de oplossing van de agrarische kwestie beschouwen we als voornaamste revolutionaire en creatieve krachten de werkende boeren die de arbeid van anderen niet uitbuiten &endash; en het loonarbeidende proletariaat van het platteland. Hun taak zal zijn de herverdeling van het land te verwezenlijken om zo het gebruik en de exploitatie van het land op communistische principes te bewerkstelligen.

Net zoals de industrie is het land, bewerkt en gecultiveerd door opeenvolgende generaties werkers, het product van hun gezamenlijke inspanningen. Het behoort ook toe aan alle werkende mensen en aan niemand in het speciaal, aangezien het het onvervreemdbare en gemeenschappelijke bezit is van de arbeiders, kan het land nooit opnieuw gekocht, verkocht of verhuurd worden: daarom kan het niet dienen als een middel tot uitbuiting van de arbeid van anderen.

Het land is ook een soort gemeenschappelijke en populaire werkplaats, waar de gewone mensen de middelen produceren waar ze van leven. Maar het is de soort werkplaats waar elke arbeider (landbouwer) dankzij bepaalde historische voorwaarden, er gewoon aan is geworden zijn werk alleen uit te voeren, onafhankelijk van andere producenten. Terwijl de collectieve arbeidsmethode essentieel is in de industrie en de enige mogelijke manier in onze tijd, cultiveert de meerderheid van de boeren het land op eigen houtje.

Bijgevolg, als het land en de werktuigen overgenomen zijn door de boeren, zonder mogelijkheid tot verkopen of huren, zal de kwestie van de vormen van gebruik ervan en de methode van exploitatie (collectief of per familie) niet onmiddellijk een complete en definitieve oplossing vinden, zoals in de industriële sector. In het begin zullen beide methoden waarschijnlijk gebruikt worden.

Het zullen de revolutionaire boeren zelf zijn die de definitieve vorm van bewerking en gebruik van het land zullen vastleggen. Er is geen druk van buitenaf mogelijk in deze kwestie.

Hoe dan ook, sinds we van mening zijn dat alleen een communistische maatschappij, in wiens naam uiteindelijk de sociale revolutie zal gemaakt worden, de arbeiders bevrijdt van hun positie van slavernij en uitbuiting en hen complete vrijheid en gelijk(waardig)heid geeft; sinds de boeren de grote meerderheid van de bevolking uitmaken (bijna 85 % in Rusland in de periode waar het over gaat) en het landbouwregime dat ze zullen vestigen bijgevolg de beslissende factor zal zijn in het lot van de revolutie; en sinds tenslotte een privé-economie in de landbouw leidt, net als in de privé-industrie, tot commercie, accumulatie, privé-bezit en de restauratie van het kapitaal &endash; zal onze taak zijn om vanaf vandaag al het noodzakelijke te doen om de oplossing van de landbouwkwestie op een collectieve manier te vergemakkelijken.

Hiertoe moeten we ons vanaf nu engageren in energieke propaganda onder de boeren ten voordele van een collectieve landbouweconomie.

De oprichting van een specifiek libertaire boerenvakbond zal deze taak aanzienlijk vergemakkelijken.

In dit opzicht zal de technische vooruitgang van enorm belang zijn, door de evolutie van de landbouw te vergemakkelijken en ook de realisatie van het communisme in de steden, bovenal in de industrie. Als de industriële arbeiders in hun relaties met de boeren niet individueel of in aparte groepen handelen maar als een immens communistisch collectief dat alle industrietakken omvat; als ze daarenboven de vitale noden van het platteland in hun hoofd houden en als zij op hetzelfde moment elk dorp bevoorraden met de dingen voor dagelijks gebruik, werktuigen en machines voor de collectieve bewerking van het land, dan zal dit de boeren aanzetten tot communisme in de landbouw.


De verdediging van de revolutie

De kwestie van de verdediging van de revolutie is ook verbonden met het probleem van 'de eerste dag'. In de grond is het krachtigste middel voor de verdediging van de revolutie de gelukkige oplossing van de positieve problemen: productie, consumptie en het land. Eens deze problemen correct zijn opgelost, zal geen enkele contra-revolutionair in staat zijn de vrije maatschappij van de werkers te veranderen of uit balans te brengen. Niettemin zullen de werkers een zware strijd moeten doorstaan tegen de vijanden van de revolutie om haar concrete bestaan te behouden.

De sociale revolutie, die de privileges en het bestaan zelf van de niet-werkende klassen van de maatschappij bedreigt, zal onvermijdelijk een wanhopige weerstand uitlokken bij deze klassen, die de vorm zal aannemen van een verwoede burgeroorlog.

Zoals de Russische ervaring toonde zal zo een burgeroorlog geen kwestie zijn van enkele maanden, maar van verscheidene jaren.

Hoe vreugdevol de eerste stappen van de arbeiders bij het begin van de revolutie mogen zijn, de heersende klassen zullen een enorme capaciteit overhouden om zich lange tijd te verzetten. Gedurende verscheidene jaren zullen ze offensieven lanceren tegen de revolutie, en proberen de macht en de privileges die hen ontnomen zijn te heroveren. Een groot leger, militaire technieken en strategie, kapitaal &endash; alles zal in de strijd worden geworpen tegen de zegevierende arbeiders.

Om de verworvenheden van revolutie te behouden, moeten de arbeiders organen creëren voor de verdediging van de revolutie, om tegenover het reactionaire offensief een strijdende kracht te stellen die correspondeert met de grootte van de taak. Tijdens de eerste dagen van de revolutie zal deze strijdkracht gevormd worden door alle gewapende arbeiders en boeren. Maar deze spontane gewapende macht zal enkel waardevol zijn gedurende de eerste dagen, voordat de burgeroorlog zijn hoogtepunt bereikt en de twee strijdende partijen geregeld opgebouwde militaire organisaties gecreëerd hebben.

In de sociale revolutie ligt het meest kritieke moment niet bij de opheffing van de Autoriteit, maar daarna, dat is, wanneer de krachten van het verslagen regime een algemeen offensief lanceren tegen de arbeiders, en wanneer het een kwestie is van het veilig stellen van de veroveringen die onder vuur liggen. Het karakter zelf van dit offensief, net als de techniek en de ontwikkeling van de burgeroorlog, zal de arbeiders verplichten vastberaden revolutionaire militaire contingenten te creëren. De essentie en de fundamentele principes van deze formaties moeten op voorhand beslist worden.

Terwijl we de staatse en autoritaire methoden van de regering ontkennen, ontkennen we ook de staatse methode van het organiseren van de militaire krachten van de arbeiders, met andere woorden de principes van een staats-leger gebaseerd op verplichte militaire dienst. Consistent met de fundamentele houdingen van het libertair communisme, moet het principe van de vrijwillige dienst de basis zijn van de militaire arbeidersformaties. De detachementen van opstandige partizanen, arbeiders en boeren, die de militaire actie in de Russische revolutie leidden, kunnen als voorbeelden van zulke formaties worden aangehaald.

Echter, "vrijwillige dienst" en de actie van partizanen moeten niet verstaan worden in de nauwe zin van het woord, dat is als een strijd van arbeiders- en boerendetachementen tegen de lokale vijand, niet gecoördineerd door een algemeen operatieplan en elk handelend op eigen verantwoordelijkheid, op eigen risico. De actie en tactieken van de partizanen tijdens de periode van hun complete ontwikkeling zou moeten geleid worden door een gemeenschappelijke revolutionaire strategie.

Zoals alle oorlogen, kan de burgeroorlog niet succesvol gevoerd worden door de arbeiders als ze niet de twee fundamentele principes van elke militaire actie toepassen: eenheid op het vlak van operaties en eenheid van gemeenschappelijk bevel. Het meest kritieke moment van de revolutie zal komen wanneer de bourgeoisie opmarcheert tegen de revolutie als georganiseerde kracht. Dit kritieke moment verplicht de arbeiders om deze principes van militaire strategie aan te nemen.

In het licht van de noodzakelijkheden opgelegd door de militaire strategie en ook de strategie van de contrarevolutie moeten de gewapende krachten van de revolutie zodoende onvermijdelijk gebaseerd zijn op een algemeen revolutionair leger met een gemeenschappelijk bevel en operationeel plan. De volgende principes vormen de basis van dit leger:

  1. Het klassenkarakter van het leger;
  2. Vrijwillige dienst (elke dwang zal compleet worden uitgesloten van het werk van de verdediging van de revolutie);
  3. Vrije revolutionaire discipline (zelfdiscipline) (vrijwillige dienst en revolutionaire zelfdiscipline zijn perfect combineerbaar, en geven aan het revolutionaire leger een groter moreel dan aan gelijk welk staats-leger);

De totale onderwerping van het revolutionaire leger aan de massa's van de arbeiders en boeren zoals ze vertegenwoordigd worden door de arbeiders- en boerenorganisaties doorheen het land, ingesteld door de massa's in de controlerende sectoren van het economische en sociale leven.

Met andere woorden, het orgaan voor de defensie van de revolutie, verantwoordelijk voor het bevechten van de contrarevolutie, zowel op grote militaire fronten als op het interne front (bourgeoissamenzweringen, voorbereidingen voor contrarevolutionaire actie), zal volledig onder de jurisdictie vallen van de productieve organisaties van arbeiders en boeren, waaraan het zich zal onderwerpen, en waarvan het zijn politieke richting zal ontvangen.

Noot: Terwijl het moet bestuurd worden in overeenstemming met gedefinieerde libertair communistische principes, moet het leger niet beschouwd worden als een principieel punt. Het is slechts de consequentie van de militaire strategie in de revolutie, een strategische maatregel waartoe de arbeiders op een fatale manier gedwongen worden door het proces zelf van de burgeroorlog. Maar deze maatregel moet vanaf heden aandacht krijgen. Hij moet nauwkeurig bestudeerd worden om onherstelbare terugvallen in het werk van bescherming en verdediging van de revolutie te vermijden, want terugvallen in de burgeroorlog zouden desastreus kunnen blijken voor de uitkomst van de gehele sociale revolutie.


Organisatorische Sectie

De algemene constructieve houdingen die hierboven zijn uitgedrukt vormen het organisatorisch platform van de revolutionaire krachten van het anarchisme. Dit platform, dat een gedefinieerde tactische en theoretische oriëntatie bevat, schijnt het minimum te zijn waarrond het nodig en dringend is om alle militanten van de georganiseerde anarchistische beweging te verzamelen.

Haar taak is het rond zich alle gezonde elementen van de anarchistische beweging te groeperen in één algemene organisatie, actief en agerend op een permanente basis: de Algemene Unie van Anarchisten. De krachten van alle anarchistische militanten zouden moeten gericht worden op de creatie van deze organisatie.

De fundamentele principes van organisatie van een Algemene Unie van Anarchisten zouden als volgt moeten zijn:

1. Theoretische eenheid
Theorie vertegenwoordigt de kracht die de activiteit stuurt van personen en organisaties volgens een gedefinieerd pad naar een gedetermineerd doel. Uiteraard zou het gemeenschappelijk moeten zijn voor alle personen en organisaties die aansluiten bij de Algemene Unie. Elke activiteit van de Algemene Unie, zowel in het algemeen als in de details, zou in perfecte overeenstemming moeten zijn met de theoretische principes zoals beoefend door de Unie.
2. Tactische Eenheid of de Collectieve Methode van Actie
Op dezelfde manier zouden de tactische methoden die aangewend worden door de aparte leden en groepen binnen de Unie gemeenschappelijk moeten zijn. Dat wil zeggen in strenge overeenstemming met zowel als met de algemene theorie en tactiek van de Unie. Een gemeenschappelijke tactische lijn binnen de beweging is van doorslaggevend belang voor het bestaan van de organisatie en de ganse beweging: het verwijdert het rampzalige effect van verschillende tactieken in oppositie met elkaar, het concentreert alle krachten van de beweging, geeft hen een gemeenschappelijke richting die leidt naar een vast doel.
3. Collectieve Verantwoordelijkheid
De praktijk van op eigen verantwoordelijkheid te handelen zou beslist moeten veroordeeld en afgewezen worden binnen de rangen van de anarchistische beweging. De velden van het revolutionaire leven, sociaal en politiek, zijn boven alles van nature diep collectief. Sociaal revolutionaire activiteit in deze velden kan niet gebaseerd zijn op de persoonlijke verantwoordelijkheid van individuele militanten.
Het uitvoerend orgaan van de algemene anarchistische beweging, de Anarchistische Unie, vastberaden optredend tegen de tactiek van onverantwoordelijk individualisme, introduceert binnen haar rangen het principe van de collectieve verantwoordelijkheid: de gehele Unie zal verantwoordelijk zijn voor de politieke en revolutionaire activiteit van elk lid; op dezelfde manier zal elk lid verantwoordelijk zijn voor de politieke en revolutionaire activiteit van de Unie als geheel.
4. Federalisme
Het anarchisme heeft altijd gecentraliseerde organisatie geweigerd, zowel op het vlak van het sociale leven van de massa's als in haar politieke actie. Het gecentraliseerde systeem steunt op de vermindering van de kritische geest, initiatief en onafhankelijkheid van elk individu en op de blinde onderwerping van de massa's aan het 'centrum'. De natuurlijke en onvermijdelijke consequenties van dit systeem zijn slavernij en de mechanisatie van het sociale leven en het leven van de organisatie.
Tegenover het centralisme heeft het anarchisme steeds het principe van het federalisme betuigd en verdedigd, dat de onafhankelijkheid en het initiatief van de individuen en de organisatie verenigt in dienst van de gemeenschappelijke zaak.
Door het idee van de onafhankelijkheid en de hoge graad van rechten van elk individu te verenigen met de sociale noden en noodzakelijkheden, opent het federalisme de deur naar elke gezonde uiting van de mogelijkheden van elk individu.
Maar nogal vaak is het federalistische principe misvormd in de anarchistische rangen: het is al te vaak verstaan als het recht, boven alles, om zijn eigen 'ego' te manifesteren, zonder verplichting om rekenschap te geven in verband met plichten tegenover de organisatie.
Deze valse interpretatie heeft onze beweging in het verleden gedesorganiseerd. Het is tijd om hier een eind aan te stellen op een standvastige en onomkeerbare manier.
Federatie betekent de vrije overeenkomst van individuen en organisaties om collectief te werken naar een gemeenschappelijk objectief toe.
Niettemin zullen zo een overeenkomst en de federatieve unie die erop gebaseerd is, alleen werkelijkheid worden, in plaats van fictie of illusie, op de onvoorwaardelijke condities dat alle deelnemers aan de overeenkomst en de Unie de ondernomen taken tot het uiterste vervullen, en zich schikken naar de gemeenschappelijke beslissingen.
Hoe sterk de federalistische basis waarop het gebouwd is ook mag zijn, in een sociaal project kunnen er geen beslissingen genomen worden zonder hun uitvoering. Het is zelfs nog minder toelaatbaar in een anarchistische organisatie, die uitsluitend verplichtingen op zich neemt met betrekking tot de arbeiders en hun sociale revolutie.
Bijgevolg, terwijl het federalistische type van anarchistische organisatie de rechten van elk lid erkent op onafhankelijkheid, vrije meningsuiting, individuele vrijheid en initiatief, vraagt ze van elk lid om vastgelegde organisatorische taken uit te voeren, en eist ze uitvoering van gemeenschappelijke beslissingen.
Alleen op deze voorwaarde zal het federalistische principe tot leven komen, en de anarchistische organisatie correct functioneren, en zichzelf sturen naar het gedefinieerde doel.

Het idee van de Algemene Unie van Anarchisten stelt het probleem van de coördinatie en samenloop van de activiteiten van alle krachten van de anarchistische beweging.

Elke organisatie die aansluit bij de Unie vertegenwoordigt een levende cel van het gemeenschappelijke organisme. Elke cel zou haar secretariaat moeten hebben, dat op theoretische wijze het politieke en technische werk van de organisatie uitvoert en leidt.

Met het oog op de coördinatie van de activiteit van alle bij de Unie aangesloten organisaties zal een speciaal orgaan worden gecreëerd: het uitvoerend comité van de Unie. Het comité zal belast zijn met de volgende functies: uitvoering van de beslissingen genomen door de Unie die haar toevertrouwd zijn; de theoretische en organisatorische oriëntatie van geïsoleerde organisaties, consistent met de theoretische posities en de algemene tactische lijn van de Unie; het monitoren van de algemene toestand van de beweging; het onderhoud van werkings- en organisatorische banden tussen alle organisaties in de Unie; en met andere organisaties.

De rechten, verantwoordelijkheden en praktische taken van het uitvoerend comité worden vastgelegd door het congres van de Unie.

De Algemene Unie van Anarchisten heeft een concreet en vastgelegd doel. In naam van het succes van de sociale revolutie moet ze voor alles de meest revolutionaire en meest kritische elementen onder de arbeiders en boeren aantrekken en opnemen.

Als anti-autoritaire organisatie die de sociale revolutie promoot en streeft naar de afschaffing van de klassenmaatschappij, hangt de Algemene Unie van Anarchisten in gelijke mate af van de twee fundamentele klassen van de maatschappij: de arbeiders en de boeren. Ze legt een even grote klemtoon op het werk van de emancipatie van deze twee klassen.

Wat betreft de arbeidersvakbonden en de revolutionaire organisaties in de steden, zal de Algemene unie van Anarchisten al haar inspanningen moeten toeleggen op het worden van hun pionier en hun theoretische gids.

Ze neemt dezelfde taken op zich wat betreft de uitgebuite boerenmassa's. De Unie streeft naar de realisatie van een netwerk van revolutionaire economische boerenorganisaties, wat meer is, een specifieke boerenunie, gebouwd op anti-autoritaire principes, die dezelfde basisrol spelen als de revolutionaire arbeidersvakbonden.

Geboren uit de massa van het werkende volk, moet de Algemene Unie deelnemen aan alle uitingen van haar leven, hen bij elke gelegenheid de geest van organisatie brengen, doorzettingsvermogen en offensief. Alleen op deze manier kan ze haar taak vervullen, haar theoretische en historische missie in de sociale revolutie van de arbeid, en de georganiseerde voorhoede worden van haar emancipatieproces.

Nestor Makhno, Ida Mett, Pjotr Arsjinow, Valevsky, Linsky 1927



Informatie Anarchist Platform (mailinglijst)

Voorwoord

De punten in het anarchistisch platform ontstonden uit de discussie tussen de Ierse Workers Solidarity Movement (WSM) en de Zuidafrikaanse Workers Solidarity Federation (WSF, die nu ontbonden is). Omwille van deze achtergrond wordt er een gemeenschappelijk begrip verondersteld van wat anarchisme is. Het boek van Daniel Guérin "Het Anarchisme", bevat vanuit dit oogpunt de meest gedetailleerde uitleg van de anarchistische geschiedenis en theorie.Na de ontbinding van de WSF besloot de WSM om de punten waarover overeenstemming was bereikt te gebruiken om de email-list van het Anarchistisch Platform op te starten. Doel van de lijst is anarchisten samen te brengen die met de punten akkoord zijn. Niet alleen om informatie uit te wisselen, maar ook in de hoop dat ze in contact komen met anderen op de lijst uit dezelfde geografische regio en samen beginnen werken. Daarom is het de bedoeling dat leden van de lijst verondersteld worden deze agenda actief op te volgen en niet af en toe een kijkje nemen (een vaak voorkomende eigenschap van andere lijsten).

Anarchistisch Platform

Wij definiëren onszelf als anarchisten en identificeren ons met de 'Platformistische'traditie binnen het anarchisme, waaronder groepen en publicaties zoals 'Het Organisatorisch Platform van de Libertaire Communisten', de 'Vrienden van Durruti' en het 'Manifest van het Libertair Communisme'. Wij identificeren ons voor het grootste deel met de organisatorische praktijk die deze traditie voorstaat, maar niet noodzakelijk met al de rest die ze gedaan of gezegd heeft. Dat wil zeggen dat dit een uitgangspunt is voor onze politiek, en geen einddoel.

De kernideeën van deze traditie zijn de nood aan anarchistsiche organisaties die streven naar

  • Ideologische eenheid
  • Taktische eenheid
  • Collectieve actie en discipline
  • Federalisme

Het anarchisme zal gecreëerd worden door de klassenstrijd tussen de grote meerderheid van de maatschappij (de werkende klasse) en de kleine minderheid die momenteel heerst. Voor een succesvolle revolutie is het nodig dat de anarchistische ideeën de leidende ideeën worden binnen de werkende klasse. Dat zal niet spontaan gebeuren. Onze rol is om van de anarchistische ideeën leidende ideeën te maken, of zoals het soms uitgedrukt wordt 'een leiderschap van ideeën' te worden.

Wij werken binnen de vakbonden als belangrijkste focus van onze activiteit waar dat mogelijk is. Daarom verwerpen we visies die zich daar niet mee willen bezig houden. Binnen de vakbonden vechten we voor democratische structuren die typerend zijn voor anarcho-syndicalistische bonden zoals de Spaanse CNT in de jaren 1930. Hoedanook, hoe revolutionair de vakbonden ook mogen zijn, kunnen ze nooit de nood aan anarchistische politieke organisatie(s) wegnemen.

We zien het ook als essentieel om deel te nemen aan strijd die zich buiten de vakbond/werkplaats afspeelt. Hieronder vallen de strijd tegen specifieke onderdrukking, imperialisme en ook de strijd van de werkende klasse voor een fatsoenlijke omgeving en milieu om in te leven. Onze algemene houding hiertegenover, net als tegenover de vakbonden, is om onszelf in te zetten waar het grootste aantal te vinden is en binnen deze beweging anarchistische methodes van organisatie en directe democratie te promoten. Wij verzetten ons actief tegen elke uiting van vooroordelen binnen de arbeidersbeweging en zien de samenwerking met diegenen die strijden tegen racisme, sexisme, (religieus) sectarisme en homofobie als een prioriteit. We denken dat het slagen van een revolutie en de geslaagde wegwerking van deze onderdrukkingen na de revolutie bepaald worden door het opbouwen van zulke strijden in de pre-revolutionaire periode.

Wij verzetten ons tegen imperialisme maar brengen het anarchisme naar voor als alternatief voor nationalisme. Wij verdedigen anti-imperialistische basisorganisaties terwijl we tezelfdertijd pleiten voor een anarchistische in plaats van een nationalistische strategie. We erkennen de nood aan anarchistische organisaties die akkoord zijn met deze principes om ons op internationale basis te federeren. Desondanks geloven we dat de mogelijke graad van samenwerking en federatie en de hoeveelheid energie die erin gestoken wordt bepaald moet worden door het slagen van de opbouw van nationale (regionale) organisaties die in staat zijn om zulke internationale samenwerking tot een realiteit te maken in plaats van een kwestie van slogans.

Aansluiten bij het Anarchistisch Platform Om bij deze lijst aan te sluiten, stuur een email naar wsm_ireland@yahoo.com Je email moet als subject 'Anarchist Platform' hebben en de volgende inhoud:

  1. De verklaring dat je akkoord gaat met de bovenvermelde punten en je wil abonneren op de lijst.
  2. Een korte voorstelling die naar de lijst kan worden gestuurd waarin je zegt vanwaar je bent en, indien relevant, bij welke organisaties je betrokken bent.
  3. Specifieer of je wil aansluiten bij de lijst of bij het digest. Het digest betekent dat je maar één mail per drie dagen krijgt waarin alle berichten uit die periode in één keer worden verstuurd. Dit is handig als je slechts beperkte toegang hebt tot email.

Als je kan is het ook een goed idee om in te schrijven op de onderstaande lijst.

AP_discuss

Email naar ap_discuss-subscribe@onelist.com Wanneer je ingeschreven bent, stuur dan een kort introductiebericht om te zeggen waar je niet akkoord bent met het 'Anarchistisch platform'.

Engelse versies van deze teksten verwijzen naar

"Anarchism" by Daniel Guerin
"The Organisational Platform of the Libertarian Communists"
The "Friends of Durruti"
"Manifesto of Libertarian Communism"




[[Categorie:Organisatorisch Platform van de Libertaire Communisten