Richter, Cees - Sociale verdediging, Een inleiding (1990)

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen



Sociale verdediging - Een inleiding

  C. Richter, 1990


Cees Richter

Uitgever: Antimilitaristische Uitgeverij Vereniging Dienstweigeraars (AMU)

1990

Amsterdam


 

INLEIDING

  Er is nog niet veel bekend over sociale verdediging. Het is daarom de vraag of velen hun mening over deze vorm van verdediging baseren op juiste en voldoende kennis. Velen kunnen zich sociale verdediging moeilijk voorstellen. Het wijkt namelijk nogal af van het gangbare. Kinderen spelen wel 'oorlogje', maar hoe speel je 'vrede'?

Veel aanhangers van de militaire verdediging noemen sociale verdediging een geloof. Militaire verdediging zien zij als een praktische keuze. Zij beseffen echter niet dat zij ook een geloof aanhangen. Het geloof in geweld. Zij vergeten ook dat sociale verdediging niet alleen op principiële argumenten is gebaseerd, maar ook op praktische.

Sociale verdediging wordt nu nog vaak op een oneerlijke en inconsequente wijze vergeleken met militaire verdediging. Als sociale verdediging mislukt concluderen de tegenstanders dat de methode fout is. Het mislukken van militaire verdediging wijten zij aan andere factoren.

We moeten sociale verdediging een kans geven. De doodlopende weg van het geweld laat ons geen keuze. Sociale verdediging belooft zoveel dat we moeten geloven dat het anders kan. Wij moeten sociale verdediging ontwikkelen tot een veilig en menselijk alternatief.

Deze brochure geeft informatie over het hoe, wat en waarom van sociale verdediging. We gaan onder meer in op de belangrijkste principes, de middelen, voorbeelden uit het verleden, de voorwaarden voor succes en de omschakeling van militaire naar sociale verdediging.

 

WAT IS SOCIALE VERDEDIGING?

  Sociale verdediging is een systeem van geweldloos verzet van een bevolking tegen aantasting van fundamentele waarden als vrijheid en gerechtigheid. Zo luidt de definitie van sociale verdediging. Dit hoofdstuk behandelt enkele begrippen en visies.  

begrippen

Sociale verdediging is er voor de hele bevolking. Defensie is namelijk niet alleen een zaak van militaire 'deskundigen'.

Sociale verdediging verdedigt waarden als vrijheid en democratie. Het verdedigt de sociale structuren. De verdediging van het grondgebied is niet essentieel. Een tegenstander heeft met de bezetting van een grondgebied immers nog niet de macht over de maatschappij. Sociale verdediging kan niet elk doel verdedigen. Het werkt niet ten dienste van a-sociale doelen en onrecht. Het middel hangt namelijk samen met het doel. Sociale verdediging gebruikt geweldloze, niet-militaire middelen, zoals economische, psychologische, culturele en religieuze machtsmiddelen. Goed getrainde en gemotiveerde mensen zijn nodig voor een succesvolle toepassing van deze middelen. Deze mensen moeten bovendien worden ondersteund door een goede organisatorische en technische infrastructuur. De machtsbasis van deze geweldloze middelen is het feit dat de macht niet alleen uit de loop van een geweer komt. De werkelijke macht berust bij diegenen die de mensen controleren die de wapens hebben. Elke gevestigde orde is afhankelijk van de steun van de bevolking. De politie en het leger behoren tot die bevolking. Weigert de bevolking mee te werken dan is geweld niet meer gelijk aan macht.

Sociale verdediging richt zich tegen onderdrukkende politieke systemen en de rol die mensen hierin vervullen. Sociale verdediging richt zich niet tegen de tegenstander als persoon. Dit vanwege de principiële eerbied voor het menselijk leven. Een voordeel van deze strijdwijze is dat de aandacht zich concentreert op het systeem en niet op de persoon.

Sociale verdediging richt zich op bedreigingen van binnen en van buiten. Het richt zich tegen elk onderdrukkend systeem. Het doet een beroep op redelijkheid en rechtvaardigheid bij de ander. Tegenstanders vervreemden van het systeem wanneer zij hun geweld niet meer kunnen legitimeren.

Sociale verdediging wordt niet alleen gebruikt bij een in- of externe aanval. Sociale verdediging bestrijdt nu al onrecht en structureel geweld. Ook in de eigen maatschappij. Zo wordt ook de voedingsbodem voor geweld weggenomen. Alleen op basis van sociale rechtvaardigheid is immers echte vrede mogelijk. Veel mensen vinden sociale verandering dan ook een voorwaarde voor een effectieve sociale verdediging. Sociale verdediging is succesvoller naarmate de samenleving rechtvaardiger is.


ontwikkeling

Sociale verdediging staat nog in de kinderschoenen. Een systeem van sociale verdediging is er nog nooit geweest. Het bleef tot nu toe vooral bij een idee. Een aantal meer of minder geslaagde voorbeelden uit het verleden laten wel een begin zien. De theorie geeft eveneens praktische aanwijzingen, zoals bijvoorbeeld de simulatiemodellen.

Sociale verdediging - of synoniemen als 'geweldloze weerbaarheid'- kwam begin deze eeuw tot ontwikkeling. Gandhi was een van de grondleggers. In Nederland waren voor de Tweede Wereldoorlog onder meer Kerk en Vrede en de Jongeren Vredes Actie actief. Deze laatste organisatie discussieerde over het plan 'pacifistische volksverdediging'. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de sociale verdediging weer in de belangstelling door de ontwikkeling van kernwapens. Zelfs in militaire kringen. Toch stimuleert de overheid de ontwikkeling van sociale verdediging niet bepaald. Zo kwam een beperkt onderzoek van de Nederlandse regering (Schmid, 1985) tot de volgende, teleurstellende conclusie: "sociale verdediging kan de militaire verdediging niet vervangen, maar hoogstens een aanvulling daarop zijn." De overheid doet evenmin recht aan dienstweigeraars. Zij mogen nog steeds geen vredesdienst verrichten. De overheid besteed ook minder geld en menskracht aan sociale verdediging.  

visies

Niet iedereen heeft dezelfde visie op sociale verdediging. We onderscheiden de volgende, heersende benaderingen:

- de instrumentele benadering. Sociale verdediging neemt in dit geval de functie over van kernwapens. Het doel blijft hetzelfde;

- de structurele benadering. Eerst moet de huidige maatschappij veranderen door meer democratie en decentralisatie. Pas dan is sociale verdediging voldoende effectief;

- de normatieve benadering. Mensen kiezen vanuit ethische en religieuze motieven voor geweldloosheid.

Deze benaderingen zijn niet zozeer tegenstellingen. Het zijn eerder verschillende aspecten van sociale verdediging. De instrumentele benadering legt de nadruk op methoden. Ze onderzoekt of sociale verdediging een goed instrument is. De structurele benadering gaat in op de voorwaarden voor succes en de normatieve benadering sluit praktische argumenten niet uit. Integendeel.  

WAAROM SOCIALE VERDEDIGING?

  De argumenten voor sociale verdediging zijn zowel principieel als praktisch van aard. Dit hoofdstuk behandelt deze argumenten. Daarnaast besteedt dit hoofdstuk aandacht aan het doorbreken van de geweldsspiraal.   Sociale verdediging baseert zich op menselijke en democratische principes. Mensen kiezen vanuit hun levensovertuiging voor geweldloosheid. Zij hebben een volstrekte eerbied voor het menselijk leven. Altijd en overal. De mensen baseren zich op humane of religieuze motieven, zoals 'gij zult niet doden' en 'hebt uw vijanden lief'. Sociale verdediging maakt dan ook een verschil tussen de tegenstander als persoon en zijn rol in het onderdrukkende systeem. Je probeert de ander niet te overheersen, maar te overtuigen. De nadruk ligt op de gemeenschappelijke waarden en belangen. Dit is nodig om na het conflict tot verzoening te komen. Geweld wordt afgewezen omdat het het levensrecht niet respecteert. Het gaat voorbij aan de waardigheid en vrijheid van de mens. Geweld 'ontmenselijkt' de vijand. Geweld maakt de mens tot een wezen dat vernietigd mag worden voor een 'hoger doel.   Sociale verdediging vernietigt niet het te verdedigen doel. Sociale verdediging is een veilig en geschikt middel om conflicten op te lossen. Dit in tegenstelling tot militaire verdediging. Dat middel is erger dan de kwaal. Zo vernietigen kernwapens het doel totaal. Vaak wordt gezegd dat kernwapens tot nu toe een oorlog hebben voorkomen. Kernwapens zouden er zijn om niet te gebruiken, maar om af te schrikken. Het is echter wetenschappelijk niet aan te tonen of deze afschrikking werkt. De Sovjet-Unie kan West Europa ook niet aanvallen omdat ze geen behoefte heeft aan enkele honderden miljoenen dissidenten extra. Bovendien biedt de huidige afschrikking geen enkele garantie voor de toekomst. De kans op het gebruik van kernwapens blijft aanwezig. Anders is de afschrikking niet geloofwaardig. Het is evenmin uit te sluiten dat de verliezer in een conventioneel conflict alsnog naar kernwapens grijpt. Juist omdat de kennis er is. Heel bedreigend is ook een ongewilde kernoorlog als gevolg van een menselijke vergissing of een technische fout.

Het gaat bovendien niet alleen om de vraag of de afschrikking faalt. Het gaat ook om de gevolgen en de schade, de risico's van beide systemen. De schade bij militaire verdediging is veel groter dan bij sociale verdediging. Een kernoorlog leidt tot een regelrechte ramp. Ook een conflict met conventionele wapens is rampzalig. Zeker in het dichtbevolkte Europa met zijn chemische industrie en kerncentrales. Het militaire systeem moet dan ook in zijn geheel worden teruggedrongen. Sociale verdediging is het enige systeem waarbij de kans dat kernwapens worden gebruikt praktisch nihil is. Wel is het waarschijnlijk dat de bezetter geweld en lijden veroorzaakt. Een gemakkelijk alternatief is er echter niet. Sociale verdediging is het minst slechte alternatief. Het garandeert namelijk hoe dan ook het voortbestaan van de mensheid.   Sociale verdediging tast het te verdedigen doel niet aan, maar versterkt het juist. Er is een rationele samenhang tussen doel en middel. Sociale verdediging is het middel bij uitstek om de democratie te verdedigen en een echt vreedzame samenleving te bereiken. Dit in tegenstelling tot militaire verdediging. Dat is een ondemocratisch en mensvijandig middel. Het tast het dool aan en ondermijnt de democratie. Het valt te betwijfelen of je een goed doel bereikt met slechte middelen. Geweld kent een eigen dynamiek. Geweld roept nieuw geweld op. Er is voortdurend het gevaar van escalatie. Het gevaar dat het geweld mensen meesleept. Het verstand wordt immers in gewelddadige conflicten overheerst door gevoel en emoties. Door angst en wantrouwen worden kwade bedoelingen bij de tegenstander vermoed. Ook als dat niet zo is.

In het actie-reactie proces van de wapenwedloop zie je dat mensen uitgaan van het slechtst denkbare. De eigen wapens heten 'defensief'. De wapens van de tegenstander heten 'offensief'. Als al wordt toegegeven dat de ander wellicht vreedzame bedoelingen heeft dan wordt voor de toekomst toch het zekere voor het onzekere genomen. Want 'wie garandeert dat die vredelievende Gorbatsjov aan de macht blijft?' Zo krijgt de ander nooit de kans te bewijzen dat hij vrede wil.

De wapens zijn inmiddels zelf het grootste gevaar. Daar komt bij dat het zogeheten 'militair-industrieel complex' het proces van de wapenwedloop versterkt. De wapenindustrie heeft er immers alle baat bij dat hun wapens worden verkocht.

Geweld veroorzaakt verder bijna automatisch autoritaire structuren. Ook het zogeheten bevrijdend geweld neigt er toe uiteindelijk onderdrukkend te zijn. Er zijn natuurlijk verschillen tussen bevrijdend en onderdrukkend geweld, maar het effect van het geweld blijft meestal hetzelfde. Zo blijken degenen die door bevrijdend geweld aan de macht komen erg veel moeite te hebben de houding af te leggen die bij geweld hoort. Is het niet vreemd de ene vorm van geweld met de andere geweldsvorm uit de weg te ruimen?

De hoge kosten van het geweld tasten eveneens het doel aan. De geldverslindende wapenwedloop gaat ten koste van de sociale noden in de eigen maatschappij en het gaat vooral ten koste van de derde wereld. De wapenwedloop is diefstal van de armen. Militaire verdediging betekent tevens een aanzienlijke aantasting van het milieu en een verspilling van de grondstoffen. Sociale verdediging kent deze bezwaren niet. Integendeel, sociale verdediging versterkt het te verdedigen doel.

Juist vanwege de samenhang tussen doel en middel werkt sociale verdediging niet ten dienste van elk willekeurig doel. De geschiedenis laat ook zien dat sociale verdediging vrijwel alleen is toegepast ter bestrijding van onrecht en voor meer menselijkheid en democratie. Er is een wisselwerking tussen democratie en sociale verdediging. Zo vergroot sociale verdediging het inzicht in sociale structuren. Mensen leren hoe ze deze structuren kunnen veranderen. Sociale verdediging leidt tevens tot ontwapening, waardoor geld vrij komt voor sociale rechtvaardigheid en democratie. Sociale verdediging is ook succesvoller naarmate een samenleving democratischer en rechtvaardiger is.  

Gandhi over doel en middel

Gandhi meende dat in het middel de zuiverheid van het doel reeds besloten ligt. Het kwade kan niet door het kwade worden overwonnen, alleen door het goede. Gandhi zei: "Er is een natuurwet dat een zaak slechts door die middelen in stand gehouden kan worden waardoor ze werd verworven. Een door geweld verworven zaak kan slechts door geweld gehandhaafd worden, een door waarheid verworven zaak kan daarentegen slechts door de waarheid in stand gehouden worden".

"Steeds weer opnieuw heb ik de ervaring opgedaan dat het goede iets goeds oproept, terwijl het kwaad alleen maar kwaad voortbrengt (...). Verstandige mensen (..,) vergolden daarom nooit kwaad met kwaad, maar alleen maar met goed; daardoor brachten zij het kwaad ten val."   De keten van actie en reactie van geweld kan slechts ten einde komen als iemand geweld ondergaat zonder dat te vergelden. Geweld is niet met geweld te overwinnen. Alleen door lijden, door het geweld bewust en vrijwillig te ondergaan kan geweld worden overwonnen. Dit vereist ten eerste dat de geweldloze strijder de agressie in zichzelf overwint. De agressie die hij ontwikkelt als reactie op het geweld. Gandhi meende dat niet in de eerste plaats het geweld moest worden overwonnen, maar de (eigen) angst. Angst was voor Gandhi de eigenlijke oorzaak van het geweld en tegelijk het gevolg daarvan. Wie geen vrees kent heeft geen geweld nodig om zich te verdedigen. Terreur kan hem of haar dan niet intimideren. Gandhi: "Doch nooit heeft er een mens bestaan of zal er een bestaan die in staat is iemand te intimideren die de angst uit zijn hart heeft gebannen." De tegenstander wordt bevrijd van angst en wantrouwen wanneer we afzien van geweld. Het beëindigen van dodelijk geweld heeft op de tegenstander een bevrijdende uitwerking.

Sociale verdediging is echter geen naïef denken dat de tegenstander als reactie hierop berouwvol de wapens wegwerpt. Het is geen naïef geloof dat de mens in wezen goed is. De mens heeft zowel goede als slechte kanten. Sociale verdediging doet een beroep op het goede in de mens. Een beroep op redelijkheid en rechtvaardigheid.

De opofferingsbereidheid van de geweldloze strijder vergroot daarbij zijn overtuigingskracht aanzienlijk. De tegenstander wordt namelijk niet bedreigd in zijn persoonlijke veiligheid. Sociale verdediging schept daarmee de voorwaarde voor een reële beoordeling van de situatie. Hierdoor is er tevens ruimte voor compromissen. De tegenstander krijgt de kans om te bewijzen dat hij werkelijk vredelievend is. De oplossing van een conflict is juist pas mogelijk door geweldloos gedrag. Na langdurige, verbitterde en gewelddadige conflicten is het vaak moeilijk om vrede te sluiten.

Blijft de tegenstander geweld toepassen, dan wordt in elk geval dit geweld ontmaskerd. Hij kan zijn wapens dan nog maar moeilijk als puur defensief legitimeren. Zeker als de ander helemaal geen wapens heeft. Het vreedzame verzet tijdens een bezetting kan evenmin worden bestempeld als ‘terroristisch'. Er is dan geen legitimatie voor het ‘tegengeweld' van de onderdrukker. En juist dat is belangrijk. Elk onderdrukkend regime wil de schijn van legitimiteit en rechtvaardigheid ophouden. Anders dreigen ze het vertrouwen van hun eigen aanhangers te verliezen. Dit betekent dat de onderdrukker elk geweld van het verzet - hoe gering ook - aangrijpt om het eigen geweld te legitimeren. Sociale verdediging heeft daarom als doel het vertrouwen van de tegenstander in het systeem te vernietigen. Aanhangers zullen twijfelen aan de rechtvaardigheid van het eigen geweld. Zij vervreemden hierdoor van het onderdrukkende systeem.

Slachtoffers bij het geweldloos verzet zijn zeer waarschijnlijk tijdens een dergelijke confrontatie. Toch leidt sociale verdediging tot minder slachtoffers dan militaire verdediging. Het is het minst slechte alternatief.

De slachtoffers hebben ook een rol tijdens een confrontatie. Zij worden martelaren, een voorbeeld voor het verzet. Als reactie op het onderdrukkend geweld wordt dan de sociale verdediging intensiever. Hoe breder en massaler, hoe moeilijker sociale verdediging is te grijpen. De kracht van de sociale verdediging ligt immers in het sociale. De kracht ligt in de individuen die zich verantwoordelijk voelen voor de gemeenschap.

 

MIDDELEN

  Sociale verdediging kent een breed scala aan middelen. Van symbolische acties tot totale non-coöperatie en geweldloze opoffering. Het arsenaal van sociale verdediging is echter nog lang niet compleet. Daarbij vereist iedere situatie aangepaste middelen. Zo zijn de geweldloze middelen in een democratie niet allemaal geschikt voor een strijd tegen een dictatuur.   Naast algemene middelen zijn er middelen die specifieke doelgroepen kunnen gebruiken. Medici kunnen gewonde leden van het verzet behandelen en het geweld van de onderdrukker aan de kaak stellen. Rechters en advocaten kunnen weigeren het onderdrukkend regime een schijn van legitimiteit te geven. Er zijn wel een aantal voorwaarden voor een succesvolle toepassing van deze middelen. Zo moet er een training en vorming zijn in het geweldloos verzet. Daarnaast moet er een goede organisatorische en technische infrastructuur zijn, zodat het verzet onafhankelijk is voor wat betreft bijvoorbeeld voedsel, energie en communicatie. Ook moeten persoonsgegevens worden beschermd.  

geweldloze middelen

  Er zijn enorm veel geweldloze middelen. Hieronder een opsomming van enkele van die middelen.

Symbolische acties.

demonstraties; protestbijeenkomsten; het dragen van symbolen; publieke verklaringen; het tegenspreken van misleidende informatie van de bezetter; het openbaar maken van geheime informatie; discussies.

Non-coöperatie.

economische boycots; stakingen; ziekmeldingen; langzaam-aan-acties; ontslag nemen; het niet opvolgen van voorschriften of bevelen; stille obstructie door formeel de regels te volgen, maar deze aanwenden ten gunste van het verzet; het waarschuwen van dissidenten voor arrestatie.

Geweldloze interventie.

het opzetten van alternatieve sociale, economische en politieke instellingen; geweldloze bezettingen; hongerstakingen; (helpen) onderduiken; het verbergen of vernietigen van persoonsgegevens; het ontregelen van de communicatie van de bezetter; het opzetten van alternatieve communicatiesystemen, zoals eigen radio, kranten en koeriers; het verwijderen van vitale onderdelen uit machines; belasting weigeren; het doorsluizen van voedsel en geld naar het verzet.  

VOORBEELDEN

  Er zijn een aantal meer of minder geslaagde voorbeelden van geweldloos verzet. We kunnen hier spreken van een aanzet tot sociale verdediging. Een systeem van sociale verdediging heeft tot nu toe nog niet bestaan.   Het geweldloos verzet was gewoonlijk spontaan. Het succes hing grotendeels af van geluk. Toch kunnen we het nodige leren van de geschiedenis. Zelfs van de mislukkingen. De voorbeelden uit het verleden tonen immers de enorme mogelijkheden van de sociale verdediging. Wat hadden we allemaal niet bereikt wanneer het geweldloos verzet goed voorbereid en goed georganiseerd was?

We gaan nu in vogelvlucht door de tijd en verwijzen daarbij naar markante voorbeelden van geweldloos verzet.

Gandhi was in de eerste helft van deze eeuw de pionier van het geweldloze verzet. Hij was actief in Zuid-Afrika en India. Hij bevrijdde deze landen van het Brits kolonialisme.

In 1920 mislukte de Kapp-putsch in Duitsland door een algemene werkstaking en doordat ambtenaren niet samenwerkten.

In 1923 verzetten Duitsers zich op een geweldloze manier tegen de Franse en Belgische bezetting van het Roergebied. Dit verzet wordt ook wel de Ruhrkampf genoemd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte de Deense regering samen met de Duitsers zonder te collaboreren. Daarbij hielden de Denen in 1944 een algemene staking in Kopenhagen.

De Noorse onderwijzers staakten tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de nazificatie van het onderwijs.

Niet-joodse echtgenotes van gearresteerde Joden verzetten zich in 1943 (!) in Berlijn tegen de Gestapo. Zo'n 6000 demonstranten wisten hun vrijlating te bewerkstelligen.

Nederlanders waren eveneens actief tijdens de Tweede Wereldoorlog. Denk aan de Februaristaking van 1941, de Spoorwegstaking van 1944, de hulp aan onderduikers, de illegale pers en het administratief 'knoeien' met de gegevens van de bevolkingsregisters en arbeidsbureaus.

Martin Luther King voerde in de jaren zestig een geweldloze strijd tegen de rassendiscriminatie in de Verenigde Staten. Hij maakte gebruik van onder meer sit-ins, walk-ins en protestdemonstraties.

In augustus 1968 bood de Tsjechische bevolking spontaan verzet tegen de troepen van het Warschaupact die in augustus 1968 hun land binnenvielen. Het geweldloze verzet mislukte, maar het vertraagde wel de machtsovername door de Sovjets met een gering verlies aan mensenlevens. De Sovjets kregen Tsjecho-Slowakije pas in april 1969 onder controle. Het verzet zou langer hebben geduurd wanneer de Tsjechische leiders niet tot overeenstemming waren gekomen met de Sovjet-Unie.

In het Franse Larzac voerden boeren en Franse vredesgroepen tussen 1971 en 1981 met succes een geweldloze en creatieve strijd tegen de uitbreiding van een militair terrein.

Er zijn genoeg voorbeelden die aantonen dat de machtsbasis van dictators wegvalt wanneer de bevolking hen niet meer steunt. Denk hierbij aan de revolutie tegen de Sjah van 1978 tot 1979 in Iran. Denk ook aan de val van de Filippijnse dictator Marcos in 1986.

De Poolse arbeidersbeweging Solidarnosc voert sinds 1980 een geweldloze strijd voor een onafhankelijke vakbond en voor meer democratie. Sinds 1986 zijn de Palestijnen in de door Israël bezette gebieden in opstand. Zij voeren hun 'intifada' ook met geweldloze middelen, zoals economische boycots, belastingweigering en sit-ins.

Chinese studenten protesteerden in het voorjaar van 1989 tegen de corruptie en eisten meer democratie. Zij demonstreerden, hielden hongerstakingen en discussieerden met soldaten. De studenten hadden de steun van de bevolking van Beijing en een deel van de partijtop. Toch sloeg het leger de opstand op een gruwelijke manier neer. De opstand mislukte waarschijnlijk door beoordelingsfouten en een verkeerde tactiek. Zo was er geen ruimte voor compromissen. Daarbij speelt ook een maatschappelijke achtergrond. De meeste Chinese burgers kennen geen burgerrechten, maar tradities. De opstand en de bloedige onderdrukking daarvan hebben wel de legitimiteit van het Chinese regime ernstig aangetast.

 

VOORWAARDEN VOOR SUCCES

  Sociale verdediging geeft niet altijd een garantie voor succes. Net zo min als militaire verdediging dat doet. We zijn al eerder ingegaan op de effectiviteit van de militaire verdediging. In dit hoofdstuk kijken we onder welke voorwaarden sociale verdediging de meeste kans op succes biedt.   Wanneer werkt sociale verdediging? Voor het beantwoorden van deze vraag onderscheiden we drie conflictscenario’s:

- de tegenstander wil het grondgebied vernietigen. Hij ziet dit als een strategisch doelwit. Sociale verdediging werkt in dat geval niet. We moeten daarom een dergelijke situatie voorkomen. Ontwapening is hiervoor de oplossing. Zo moeten zeker de wapens verdwijnen die het grondgebied van een ander kunnen bedreigen. De legitimiteit van een aanval valt dan weg, evenals het motief voor een 'ontwapenende eerste slag'. De tegenstander kan in dat geval zijn wapens nog maar moeilijk als 'puur defensief' kwalificeren. Ontwapening is dus één van de voorwaarden voor een volledig effectieve sociale verdediging;

- de tegenstander wil het grondgebied bezetten en heeft geen boodschap aan het lot van de bevolking. Verzet de bevolking zich dan volgt deportatie of genocide. Sociale verdediging werkt ook in dat geval niet. Maar hoe waarschijnlijk is een dergelijk scenario? Over het algemeen treft genocide en deportatie alleen bepaalde bevolkingsgroepen. De rest van de bevolking kan als reactie hierop zich geweldloos verzetten. Door een massale sociale verdediging verliest de selectieve repressie zijn waarde. De bezetter vindt immers een hele bevolking tegenover zich en niet alleen een kleine bevolkingsgroep. De onderdrukker heeft dan twee mogelijkheden. Hij kan de repressie opvoeren of hij kiest eieren voor zijn geld. Een goed voorbereide sociale verdediging vergroot de kans op de laatste mogelijkheid. De bezetter krijgt bovendien legitimiteitproblemen. Hij kan geweldloos verzet moeilijk bestempelen als terroristisch. Twijfelen de aanhangers van de onderdrukker aan de rechtvaardigheid van het geweld, dan vervreemden ze van het systeem. En hoe reageert het `thuisfront' en de wereldopinie op genocide en deportatie van een bevolking die zich geweldloos verzet?;

- de bezetter ziet zijn strijd als een politieke. Hij vindt het oordeel belangrijk van zijn eigen bevolking, de bevolking van het bezette land en van andere volken. De bezetter is in dat geval afhankelijk van de bevolking van het bezette land. Een regime kan niet overleven zonder de (passieve) steun van een groot deel van de bevolking. Dat geldt zelfs voor een militaire dictatuur. Weigert de bevolking mee te werken dan valt de machtsbasis van de heersers weg. In dit geval is sociale verdediging het effectiefst. De wederzijdse afhankelijkheid is een van de hardste voorwaarden voor sociale verdediging. We moeten daarom werken aan de verwezenlijking van dit scenario. We moeten zo gunstig mogelijke voorwaarden scheppen voor een sociale verdediging. We moeten de eerste twee scenario's onmogelijk maken door de sociale verdediging nu in te voeren.  

sociale verandering

Het hoofdstuk 'middelen' stelt dat een effectieve sociale verdediging een aantal voorwaarden vereist. Dat zijn ten eerste psychologische voorwaarden in de vorm van training en vorming in geweldloos verzet. Ten tweede zijn dat instrumentele of materiële voorwaarden in de vorm van een organisatorische en technische infrastructuur. We gaan hier in op een belangrijk aspect van de psychologische voorwaarden; de sociale verandering.

Vooral de structurele visie van sociále verdediging legt de nadruk op sociale verandering als voorwaarde voor een effectieve sociale verdediging. Sociale verdediging is pas echt mogelijk wanneer onze maatschappij gedecentraliseerd is en meer democratie kent. Dat zijn minimumvoorwaarden waaronder mensen bereid zijn mee te werken aan sociale verdediging. Het is immers moeilijk om mensen te motiveren waarden te verdedigen die voor hen nog niet (voldoende) zijn gerealiseerd. Mensen voelen zich meer verantwoordelijk voor de samenleving wanneer het bestuur is gedecentraliseerd. Dit maakt de samenleving tevens minder kwetsbaar. Sociale verdediging steunt dan ook grotendeels op mensen in de plaatselijke situatie. Zaken als onderwijs, vredesopvoeding en kritische media kunnen een zelfstandige en kritische houding van mensen bevorderen. Participerende democratie is dus een voorwaarde voor een optimaal effectieve sociale verdediging. Sociale verdediging is succesvoller naarmate een samenleving democratischer en rechtvaardiger is. Sociale verdediging en democratie versterken elkaar.  

internationaal beleid

Voor de ontwikkeling van een effectieve sociale verdediging is tevens een internationaal beleid noodzakelijk. Een internationaal beleid ten aanzien van:

- tegenstanders om een eventuele aanval te voorkomen;

- bondgenoten zodat deze niet worden verontrust door de omschakeling van militaire naar sociale verdediging. Dit voorkomt sancties;

- ongebonden landen, zoals gelijkgezinde ontwikkelingslanden, omdat van hen steun te verwachten is. Zeker als door ontwapening meer geld vrijkomt voor een internationale rechtvaardige sociaal-economische orde.

Op het ogenblik zien we dat contacten tussen Oost en West de ontspanning bevorderen en het vijandbeeld afbreken. Door beiden gedeelde waarden en belangen kunnen hierdoor toenemen. Het op deze manier versterken van een gemeenschappelijke basis van Oost en West vergroot weer de kans op een succesvolle sociale verdediging.

 

OMSCHAKELEN

  De militaire verdediging heeft het heden. De sociale verdediging heeft de toekomst. Dit hoofdstuk behandelt de omschakeling van militaire naar sociale verdediging   Hoe en tot hoever moeten we de sociale verdediging op- en de militaire verdediging afbouwen? De standpunten over de verenigbaarheid van beide typen verdediging lopen nogal uiteen. Velen zien sociale verdediging slechts als aanvulling op militaire verdediging. De Nederlandse overheid deelt deze visie. Zij gelooft niet erg in sociale verdediging. Maar de overheid gaf tot nu toe sociale verdediging geen kans zichzelf te bewijzen. Zelfs niet als aanvulling op militaire verdediging.

In vergelijking met militaire verdediging wordt aan sociale verdediging nauwelijks geld en menskracht besteed. Er wordt evenmin recht gedaan aan dienstweigeraars. Zij mogen nog steeds geen vredesdienst verrichten. De vervangende dienstplicht is nu nog een afgeleide van de militaire dienstplicht. Maar het heeft meestal niets te maken met de grondwettelijke plicht tot verdedigen. Het is inconsequent en onrechtvaardig dat dienstweigeraars wel dezelfde plichten hebben als militair dienstplichtigen, maar niet dezelfde rechten. Zij mogen geen inhoud geven aan hun alternatief voor defensie.

Wij zien sociale verdediging wel als een volwaardig alternatief. De combinatie van beide typen verdediging lijkt ons echter erg moeilijk. Dit omdat zij principieel zo van elkaar verschillen. Ze belemmeren elkaar eerder.

We schreven al dat ontwapening een van de voorwaarden is voor een volledig effectieve sociale verdediging. Militair verzet legitimeert immers voor de aanvaller het neerslaan van geweldloos verzet.

Natuurlijk zullen er wel tijdelijke combinaties voorkomen in het kader van de 'omwapening'. Want militaire verdediging kan niet van vandaag op morgen worden afgebouwd. Sociale verdediging zal daarom noodgedwongen beginnen als aanvulling op de militaire verdediging. Ontwikkelt sociale verdediging zich verder dan wordt de militaire verdediging geleidelijk overbodig en functieloos.

Tot de 'omwapening' hoort ook het omschakelen van wapenproductie naar civiele productie (conversie). Hierdoor wordt tevens de macht van het 'militair-industrieel complex' teruggedrongen.  

zelf kiezen

Waarom bepaalt de overheid dat sociale verdediging niet of nauwelijks zinvol is? Defensie is toch ook een zaak voor de burgers? Waarom zijn de voorstanders van militaire verdediging zo bang voor een open en eerlijke discussie over sociale verdediging? Ze zijn toch zo overtuigd van hun eigen argumenten?

De burgers hebben het recht zelf te kiezen tussen militaire en sociale verdediging. De mensen kunnen zelf bepalen welke van de uiteenlopende visies het beste is. Wat is er democratischer dan dat?

De bevolking moet zelf kunnen beslissen over zo'n wezenlijke zaak als defensie. De overheid vraagt hen hiervoor immers niet alleen een financiële bijdrage, maar ook een persoonlijke. Dit in de vorm van de dienstplicht. Defensie gaat dus iedereen aan. Ook al omdat de huidige (kern)bewapening het voortbestaan van de mensheid bedreigt.

Wil er sprake zijn van een eerlijke keuze dan moeten militaire en sociale verdediging dezelfde rechten en plichten hebben. Sociale verdediging heeft dan ook recht op een deel van de Defensiebegroting. De grootte van dat deel wordt bepaald door het aantal mensen dat voor de sociale verdediging kiest.

In het ideale geval voelen voldoende mensen zich verantwoordelijk voor de verdediging van de samenleving. Defensie is dan gebaseerd op een vrijwillige basis. Dat is nu niet zo. Er bestaat een dienstplicht. Zolang die dienstplicht bestaat moet dat een algemene dienstplicht zijn. Een plicht waarbij de mensen vrij kunnen kiezen tussen militaire en sociale verdediging. Een dergelijke vrije keuze garandeert tevens een eerlijke verdeling van de mensen tussen beide typen verdediging. Deze verdeling kan tevens dienen als verdeelsleutel voor de financiële middelen.

Een vrije en eerlijke keuze tussen beide typen verdediging vereist wel voldoende en juiste kennis over militaire, en vooral over sociale verdediging. Sociale en militaire verdediging moeten zo eerlijk mogelijk met elkaar worden vergeleken.

Natuurlijk wordt de keuze voor een van beide systemen altijd beïnvloed door persoonlijke waarden. Deze kunnen wetenschappelijk bewezen, noch weerlegd worden. Uit de geschiedenis blijkt evenmin een algemeen, ondubbelzinnig criterium voor succes. Daarbij lopen de interpretaties van het verleden nogal uiteen.

We kunnen beide systemen wel toetsen op interne tegenstrijdigheden. We kunnen argumenten wel toetsen op waarschijnlijkheid. Daarom moeten we onze argumenten zo objectief mogelijk verantwoorden.

Uiteindelijk zal de praktijk uitwijzen hoe succesvol sociale verdediging is. Wij vinden dat sociale verdediging recht heeft op een maximale kans. Omdat het anders moet. Omdat de weg van geweld dood loopt.

Misschien blijkt uiteindelijk dat sociale verdediging geen succes is. Dan pas kunnen we stellen dat geweld de enige keuze is. Dan pas is het uiterste gedaan om een alternatief te vinden.

Sociale verdediging belooft echter genoeg om te geloven dat het ook anders kan. De voorbeelden uit het verleden laten ons een begin van de praktijk zien. We kunnen praktische suggesties afleiden uit de theorie. Door een wisselwerking tussen theorie en praktijk kan sociale verdediging zich verder ontwikkelen. Sociale verdediging kan even effectief zijn als militaire verdediging. Tenminste als er evenveel energie en geld aan wordt besteed.

Hoe meer mensen kiezen voor sociale verdediging, hoe gunstiger de voorwaarden ervoor. Sociale verdediging kan zich hierdoor succesvol ontwikkelen. Hierdoor zullen nog meer mensen geloven in sociale verdediging. Sociale verdediging kan dan een systeem worden. Immers, grote aantallen mensen moeten er aan deelnemen. Door de mensen zelf op vooral lokaal niveau. Door een ministerie van Sociale Verdediging op nationaal niveau. Zo kan blijken dat sociale verdediging niet alleen is gebaseerd op mooie, maar ook op praktische principes. Sociale verdediging is een menselijk en veilig alternatief.  

Cees Richter

Uitgever: Antimilitaristische Uitgeverij Vereniging Dienstweigeraars (AMU) 1990, Amsterdam