Van Raalte, Jeroen - De eeuwige wederkeer van het anarchisme

Uit Anarchief
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Voorwoord

Provo’s, krakers, punkers - het zijn vervlogen tijden. Het anarchisme lijkt al sinds het einde van de jaren tachtig morsdood. Maar wie goed kijkt, ziet overal nieuwe vormen van anarchisme opkomen. Op internet én daarbuiten. Kunnen deze nieuwe anarchistische bewegingen tezamen een vuist maken tegen de gevestigde orde?

We spreken af op een plein in Amsterdam. De man die zijn e-mails afsloot met ‘D.’ stelt zich voor als Dries. Samen lopen we door de regen naar het kantoortje van de Anarchistische Groep Amsterdam De website van de AGA (AGA). Dries vraagt of ik het adres alsjeblieft niet wil vermelden. Een aanval door extreem-rechts acht hij niet denkbeeldig.

Eenmaal binnen nemen we plaats aan een ovale koffietafel, waarop wat bladen en flyers liggen verspreid. ‘Propagandamateriaal,’ zegt hij met een knipoog. Er ligt een stapeltje gereserveerd voor mij. Dries vertelt over de activiteiten van de AGA: informatieavonden, benefietacties, de anarchistische bibliotheek en natuurlijk het eigen blad, Directe Actie!.

‘Maar onze arbeidsstrijd spring het meest in het oog.’ Hij noemt het voorbeeld van een Poolse arbeider die door een ongeval op zijn werk in het ziekenhuis belandt. ‘Hij kreeg de zorgrekening voorgeschoteld, terwijl hij volgens de arbeidsovereenkomst verzekerd was. In samenwerking met ons en een Poolse vakbond heeft hij de werkgever uiteindelijk zover gekregen te betalen.’ De AGA behaalt meer van dit soort successen, maar het is zeker niet haar doel: ‘Uiteindelijk streven we naar het verdwijnen van loonarbeid.’

Dat klinkt als stevige taal voor een beweging met minder dan tien vaste leden. Het is niet overdreven te stellen dat de anarchistische beweging in Nederland piepklein is. Dries durft geen schatting te maken. Daan, een andere anarchist, houdt het op zo’n duizend mensen in totaal. ‘Maar het zouden er ook tweeduizend kunnen zijn.’

Onbedoeld bevestigen de twee het beeld wat de meeste mensen toch al hebben: anarchisme is onbeduidend en op sterven na dood. Ooit het gedachtegoed van een grote club krakers en punkers, nu enkel van een restje linkse dagdromers.

Toch?

Afgaande op de Anarchistische Groep Amsterdam wel, maar wie verder kijkt ziet juist het tegendeel: anarchisme is wijdverbreider dan ooit. Alleen, het draagt vaak die naam niet meer - en veel mensen gedragen zich anarchistisch zonder het te beseffen. Anarchisme, zou je kunnen stellen, is teruggekeerd in een nieuwe gedaante.

Wie het nieuwe anarchisme wil zien, moet niet kijken naar de AGA, maar naar Anonymous’ hacktivism, open source, file sharing, het wereldwijde Occupy-protest en de Bitcoin. Stuk voor stuk tarten deze groepen en bewegingen het gezag van staat en bedrijf. Hun gemeenschappen hebben lak aan de traditionele hiërarchieën van de samenleving en vormen een technologische avant-garde, die talloze raakvlakken heeft met wat je anarchisme zou kunnen noemen.

Wat is anarchisme precies?

Om de vraag wat anarchisme is te beantwoorden, is het handig te beginnen met wat het vooral niet is. Velen zien anarchisme namelijk als een aanklacht tegen elke vorm van orde, - en dus als een recept voor chaos. Maar de cirkel om de ‘A,’ het bekende symbool van anarchisme, staat zelfs voor de ‘O’ van orde, naar de uitspraak van negentiende-eeuwse Franse filosoof (en bedenker van de term) Pierre-Joseph Proudhon: ‘Anarchie is orde.’

De term ‘anarchisme’ komt van de oud-Griekse samentrekking an-arkhos, letterlijk ‘zonder heerser’. Hoewel een breed gedachtegoed zonder vastomlijnde doctrine, is anarchisme in de kern eenstemmig: macht is inherent onrechtvaardig. Hiërarchische structuren zoals het kapitalisme en ‘de staat’ houden volgens anarchisten ongelijke en gedwongen relaties in stand. Daarom verlangen ze naar een samenleving ontdaan van elke vorm van hiërarchie.

Halverwege de negentiende eeuw zaten anarchisten in het hart van de socialistische beweging van West-Europa. Het onderscheid tussen sociaaldemocraten, communisten en anarchisten ontstond pas aan het einde van die eeuw, toen verschillende stromingen ruzieden over de te volgen strategie.

De sociaaldemocraten wilden socialisme bewerkstelligen via de parlementaire weg. Het staatscommunisme van Karl Marx, Friedrich Engels en Vladimir Lenin gaf de voorkeur aan een revolutionaire arbeidersregering die het socialisme van bovenaf zou opleggen: ‘De dictatuur van het proletariaat.’ De anarchisten waren fel tegen beide strategieën, omdat deze de hiërarchie van de staat overeind hielden. Zij pleitten voor de totale vernietiging van de staatsmacht.

Zowel de sociaaldemocratie als het staatscommunisme groeiden in de twintigste eeuw uit tot grote politieke stromingen. Anarchisme bleef daarentegen marginaal: alleen Catalonië kende tijdens de Spaanse Burgeroorlog een vluchtige ervaring met anarchisme, wat een verdeeld succes bleek.


Anarchisme is geen utopie

Goed, we schaffen de staat dus af. En dan? Daarvoor hebben anarchisten geen uitgekiend plan. Het is een veelgehoorde kritiek: anarchisme biedt geen blauwdruk voor de toekomstige samenleving. ‘Maar het ís ook geen utopisch toekomstbeeld,’ benadrukt Dries. ‘Anarchisme is een uitgangspunt om hier en nu te handelen.’

Dat doen anarchisten op twee manieren: ze ondermijnen het gezag van de gevestigde orde én bieden daarvoor in de plaats een alternatief, door eigen gemeenschappen te organiseren zonder hiërarchische structuren.

Juist deze twee karaktertrekken kenmerken het burgerprotest en het technologische activisme sinds de economische crisis. Het nieuw anarchisme is in opkomst buiten de traditionele beweging die het altijd was. De antropoloog David Graeber, die wereldwijde bekendheid verwierf met zijn boek Schuld: de eerste 5000 jaar, Lees hier meer over dit boek beschouwt het zelfs als ‘de revolutionaire beweging van de eenentwintigste eeuw.’

Die revolutionaire beweging manifesteert zich in vele vormen. In experimenten met gelijkwaardige politiek, in activistische aanvallen op overheden en bedrijven en in technologische alternatieven voor het kapitalisme. Het is het werk van bewegingen die op het oog niks met elkaar te maken hebben, en ook zelf hun band vaak niet onderkennen.

Hoewel deze bewegingen zich niet anarchistisch noemen, handelen ze wel degelijk in de anarchistische geest.

Anarchisme als nieuwe politiek

Toegegeven, de tenten op de beurspleinen zijn inmiddels weg. Springlevend kun je Occupy niet noemen. Maar de beweging heeft wereldwijd wél grote navolging gekregen. Op het hoogtepunt, in oktober 2011, werden pleinen in 950 steden ‘bezet’ door duizenden mensen, in Madrid zelfs een half miljoen.

De Occupy-beweging was anders dan traditioneel straatprotest door wat het niet had: leiders en concrete eisen. Volgens Graeber, die zelf aan Occupy Wall Street deelnam, was dat juist de kracht van de beweging. Onderhandelen zou de macht van de overheid legitimeren - Occupy weigerde dit te doen. Er was geen eindbestemming, alleen de boodschap: wij erkennen niet de macht van de ‘1 procent.’

Wat begon als een ééndagsprotest tegen de hebzucht van de financiële elite, groeide daarna uit tot een proeftuin voor anarchistische politiek. Occupy’ers organiseerden zich ‘horizontaal’ - zonder hiërarchie. Correspondent Jelle Brandt Corstius zag dat dit niet altijd vlekkeloos verliep. In de algemene vergaderingen nam de gemeenschap gezamenlijk besluiten op basis van consensus, het model dat ook traditionele anarchisten hanteren.

‘Bij consensus stemt een groep niet,’ schrijft Graeber in zijn boek The Democracy Project In The New Yorker verscheen een mooi artikel over dit boek. over Occupy Wall Street, ‘maar probeert een compromis te sluiten, of beter, een creatieve synthese, die iedereen kan accepteren.’ In plaats van een simpele stem voor of tegen, wordt een voorstel bijgeschaafd totdat iedereen het ermee eens is. Via deze collectieve politiek probeerden de Occupy’ers vorm te geven aan een nieuwe soort gemeenschap.

Het sociaal-politieke experiment van Occupy is inmiddels zo goed als gestopt. Toch was de beweging geen incident: inspiratiebronnen als de demonstraties tijdens de Arabische Lente (vooral de bezetting van het Tahrirplein in Caïro) en de bezettingen van de indignados in Spanje hebben ontegenzeggelijk invloed gehad.

Uit de laatste kwam bovendien de politieke partij Podemos The New York Times over Podemos voort, opgericht in maart dit jaar en twee maanden later de vierde partij van Spanje bij de Europese verkiezingen. Podemos probeert de gemeenschapspolitiek van Occupy in praktijk te brengen. Verspreid over Spanje bestaan vierhonderd ‘cirkels’ - een principe ontleend aan Occupy - waar groepen mensen samenkomen om te discussiëren over lokale problematiek, met als doel om tot een consensus te komen. Podemos is dan wel geen anarchistische partij, ze zet wel een stap in de richting van anarchistisch zelfbestuur.


Anarchisme als online (en offline) activisme

De anarchistische gemeenschap is een tegenhanger van de hiërarchische samenleving en dat uit zich in een directe, compromisloze aanval op instituties die vrijheid en rechtvaardigheid in de weg staan.

Kijk naar Anonymous, veruit de bekendste activistenbeweging op internet. Hoewel een losjes samenhangend collectief waar meer leden meedoen voor het vermaak (de ‘lulz’) dan voor de ideologische strijd (‘hacktivism’), werpt Anonymous zich steeds meer op als beschermheer van burgerlijke vrijheden TED Talk over de maatschappelijke waarde van hackers - zowel online als offline.

Anonymous’ organisatie is anarchistisch: de beweging heeft geen leiding, hiërarchie of kantoor. Iemand die zich te autoritair gedraagt (‘name fagging’) wordt teruggefloten. Besluiten nemen ‘anons’ gezamenlijk op het communicatieplatform IRC, waar ze ook hun acties coördineren.

In de afgelopen jaren heeft Anonymous overheden en bedrijven aangevallen die moedwillig de vrijheid van informatie blokkeren. Zo richtten ze in 2010 DDoS-aanvallen op de MPAA, nadat deze The Pirate Bay had laten hacken. Drie maanden later legden ze de websites van PayPal, MasterCard en Amazon.com plat, toen deze bedrijven medewerking hadden geweigerd aan klokkenluiderssite WikiLeaks. Ze hackten beveiligingsbedrijven als Stratfor en Booz Allen Hamilton vanwege hun rol in de surveillance van Amerikaanse burgers. En drie weken geleden kondigde

Anonymous een cyberaanval aan tijdens het WK in Brazilië: ‘We will show to everyone how fake it is and always was, this Brazilian government and FIFA.’

Anonymous bestrijdt de macht van staat en bedrijf en heeft lak aan wetgeving: ‘There is no fairness in following unfair rules.’ In toenemende mate doen ze dat ook offline. Anons nemen deel aan straatprotesten Zoals Occupy Wall Street wereldwijd, verscholen achter de inmiddels beroemde Guy Fawkes-maskers, en zetten zich in tegen onrecht. Bijvoorbeeld de beruchte Brad Pitt gaat er een film over maken, 'Anonymous vs. Steubenville' groepsverkrachting op een middelbare school in Steubenville, Ohio, die door de schoolleiding in de doofpot was gestopt. De affaire werd aan het licht gebracht door de anon Deric Lostutter, Hier vind je een groot interview met Lostutter in Rolling Stone die nu tot tien jaar cel kan krijgen indien de rechtbank hem schuldig bevindt aan illegaal hacken. Operaties als deze hebben een schaduwzijde: Anonymous maakt ook soms onschuldige slachtoffers.

Hoeveel anons er zijn, is giswerk. Maar dat de beweging populair is, staat buiten kijf. In 2012 rekende het Amerikaanse blad Time Anonymous tot de honderd ‘meest invloedrijke personen’ van de wereld.


Anarchisme als bevrijding van de consument

Zoals Occupy liet zien, biedt het nieuwe anarchisme ook alternatieven voor de machtsstructuren om tegen te ageren. Nieuwe technologieën stellen internetgemeenschappen in staat fundamentele commerciële rechten, zoals het patent en copyright, te ondermijnen en zo een nieuwe economische logica te hanteren.

Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor open source. Open source is een productiemodel waarbij de broncode van software openbaar is en door iedereen gratis kan worden overgenomen en aanpast. Open source-software is daarmee een product voor en door de gemeenschap, los van de belangen van overheden en commerciële partijen. Door de vrije beschikking over de software kent open source geen patent of winstoogmerk, door de transparantie geen achterdeurtjes.

Dat maakt het een anarchistische trend bij uitstek. Open source verstoort namelijk de traditionele machtsverhouding tussen producent en consument. Gewoonlijk gaat het immers zo: Microsoft, bijvoorbeeld, levert een eindproduct en de klant gebruikt dat zoals het aangeleverd is. Open source geeft de consumentengemeenschap echter inzicht in én invloed op het eindproduct. In plaats van commerciële belangen bepaalt de gezamenlijke inzet van de (computervaardige) gemeenschap de vorm van het product. Daarmee heeft het open source-model een andere economische logica.

Open source wordt niet alleen bij software toegepast, ook fysieke producten kunnen open source zijn. Denk aan de 3D-printer: de consument kan een product ‘uitprinten’ waarvan het digitale ontwerp gratis online staat.

Het productiemodel van open source slaat aan. Zo surft 10 procent van alle internetgebruikers met de browser Mozilla Firefox. En twee weken terug maakte Elon Musk, CEO van elektrische-autofabrikant Tesla, bekend De verklaring van Musk dat het bedrijf zijn patenten niet zal beschermen Correspondent Lynn Berger over de relatie tussen innovatie en patenten. ‘in de geest van de open source-beweging.’ Musk hoopt daarmee een impuls te geven aan de productie van elektrische auto’s, want ‘Tesla kan onmogelijk snel genoeg elektrische auto’s bouwen om de CO2-crisis op te vangen.’

Een vergelijkbare openheid van informatie die indruist tegen commerciële belangen is file sharing - oftewel, up- en downloaden. Internet heeft het delen van bestanden zo eenvoudig gemaakt dat elke leek het auteursrecht van de filmproducent kan omzeilen. Dat gebeurt ook op grote schaal. Voor The Pirate Bay, ’s werelds meest gebruikte torrentsite, is het een ideologische kwestie: de overtuiging dat copyright niet de samenleving maar alleen de grote bedrijven dient. Evenals Anonymous en WikiLeaks werpt The Pirate Bay zich op als een voorvechter van informatievrijheid.

Zoals open source de logica van het patent ondermijnt, lapt file sharing het copyright aan zijn laars. Door illegale downloads verliezen producenten de controle over de distributie van hun product aan de gemeenschap file sharers. Voor bedrijven en de autoriteiten blijkt het zo steeds moeilijker het delen van films, games en muziek te voorkomen. Zo bepaalde het Europees Hof in april dat illegaal downloaden nu echt verboden is, maar lijkt het onwaarschijnlijk NOS-bericht over de uitspraak van het Hof dat de overheid dit in praktijk kan handhaven.


Anarchisme als verlossing van de kunstenaar

Open source ondersteunt bovendien veel andere anti-hiërarchische initiatieven. Hackertools zijn vaak ook open source. Kali Linux, bijvoorbeeld, bevat kant-en-klare aanvalssoftware waar ook mensen zonder veel technische kennis mee overweg kunnen.

Het gebruik door hackers ligt voor de hand, maar open source faciliteert ook anarchistische initiatieven uit onverwachte hoek. In een koffiezaak ontmoet ik Radovan Misovic en Zsolt Mesterhazy, twee kunstenaars van de Gerrit Rietveld Academie die net art maken. Hun projectgroep De Facebook-groep van BrowserBased BrowserBased experimenteert met het exposeren van kunst op alternatieve netwerken.

Misovic laat zien hoe het werkt. Op tafel ligt een router, zo klein dat hij in een kinderhand past. Wanneer een apparaat verbinding maakt met de wifi komt het niet terecht op het reguliere internet, maar op het domein van BrowserBased. Dit is een lokaal, onafhankelijk domein (net als Occupy.here) Correspondent Jos de Putter plaatste eerder een video over Occupy.here. dat ruimte biedt aan een virtuele net art-expositie.

De technologie stelt net artists in staat te exposeren waar en wanneer ze willen, bijvoorbeeld in het Rijksmuseum. De router past immers in een jaszak. ‘Eigenlijk claimen we ruimte,’ vertelt Misovic. ‘Onlangs hebben we bij een tentoonstelling ongevraagd een router meegenomen en daar onze kunst geëxposeerd.’ Er vindt geen selectie plaats door de curator. ‘Het is een open source platform waarop een ieder zijn kunst kan exposeren.’

Het anarchisme van BrowserBased heeft duidelijk een technologische basis: de draagbare router. Veel anarchistische trends worden zo gefaciliteerd door technologie. Ook de Arabische Lente en het Occupy-protest steunden op sociale media. Nu is de kunstscène relatief klein, maar zulke technologieën kunnen ook de hiërarchie binnen veel machtigere systemen ondergraven. De financiële wereld, bijvoorbeeld.


Anarchisme als alternatief voor de bank

Als je het over anarchisme in de financiële sfeer hebt, heb je het in de eerste plaats over de Bitcoin. De website van Bitcoin De Bitcoin verschilt wezenlijk van andere valuta doordat overheid noch centrale bank er toezicht op houdt. Anders dan bij euro’s of dollars, worden Bitcoins niet geschapen door een centrale bank. Er is een eindige hoeveelheid van 21 miljoen Bitcoins, die alleen gebruikers (‘miners’) kunnen ‘delven’ door lastige rekensommen samen op te lossen. Lees hier een Explainer over de Bitcoin.

Ook de controle over transacties ligt niet bij de bank, maar bij de gemeenschap van miners. Dat komt omdat het Bitcoin-systeem een peer-to-peer-netwerk is, wat betekent dat er bij een transactie tussen twee personen géén bemiddelaar (lees: de bank) aan te pas komt. Wanneer een transactie plaatsvindt wordt deze geverifieerd door de gemeenschap miners, een proces dat zo’n tien minuten duurt. Het betaalverkeer is daarmee transparant voor de gemeenschap. Tegelijkertijd biedt het systeem een zekere mate van privacy voor gebruikers, omdat de identiteit van gebruikers moeilijk te traceren blijkt.

De Bitcoin zet zo de autoriteiten in de financiële wereld - de banken, de overheid en instituties als het IMF - buitenspel. Omdat zij de geldhoeveelheid niet controleren, kunnen ze ook geen monetaire politiek voeren. Om die reden is de Bitcoin ook ontworpen: de burger beschermen tegen het financiële crisisbeleid van de autoriteiten. De munt compliceert bovendien belastingheffing, aangezien het betaalverkeer lastig tot personen te herleiden is. Dat neemt niet weg dat er valt af te dingen op het sociale karakter van de Bitcoin.


Anarchist ben je niet, maar doe je

Occupy, Anonymous, open source, file sharing, Bitcoin - op het oog zijn het losstaande fenomenen. Maar allen maken deel uit van hetzelfde nieuwe anarchisme, een beweging die hiërarchieën tracht te vervangen door gemeenschappen met meer gelijkwaardige structuren.

Dat de Occupy’er of de hacker zich niet met het traditionele anarchisme identificeert, doet daar niks aan af. Zoals antropoloog David Graeber stelt: ‘Ik beschouw anarchisme niet zozeer als een identiteit, maar als iets wat je doet.’

Zo moeten we anarchisme gaan zien: als iets wat (heel veel) mensen doen. Ook Proudhon beschouwde anarchisme niet als iets nieuws, iets wat hij had uitgevonden. Integendeel, hij geloofde dat hij slechts onder woorden had gebracht wat in de mens zit ingebakken.

Proudhons notie suggereert dat anarchisme iets universeels is. ‘De meeste mensen komen dagelijks in aanraking met vormen van informele samenwerking waar hiërarchie geen rol speelt,’ constateert de bekende Amerikaanse politicoloog James C. Scott in zijn boek Two Cheers for Anarchism (2012). ‘Anarchistische wederkerigheid is alomtegenwoordig.’

Die universaliteit resoneert ook in de slogan van Occupy: ‘We are the 99 percent.’ Met zijn anti-hiërarchische principes verbindt anarchisme de hacker met de genderactivist, de Occupy’er met de net artist, de Bitcoin-miner met de klokkenluider.

De pluriformiteit van anarchisme wordt vaak gezien als een zwakte - een gebrek aan focus. Maar je kunt het ook andersom zien: anarchisme kan de meest uiteenlopende groepen verenigen in de strijd voor een samenleving waar macht niet vanzelfsprekend is.


https://decorrespondent.nl/1375/De-eeuwige-wederkeer-van-het-anarchisme/302200767000-0a4e6e0b